Omscholingsloon
Het Centraal Planbureau acht de helft van de werkloos heid „kwalitatief structureel” van aard, hetgeen wil zeggen dat naar het oordeel van het CPB de w erkloos heid samenhangt m et tekortschietende opleiding en/of actuele werkervaring. Deze discrepantie tussen vraag en aanbod op de arbeidsm arkt is niet alleen een sociaal probleem, m aar dreigt ook een bottle-neck voor de economische groei te gaan worden. De uitbreiding van de mogelijkheden voor scholing en werkervaring zijn derhalve van grote betekenis. Het huidige regeerac- coord bevat al am bitieuze taakstellingen in die richting. Deze taakstellingen dienen in de jaren negentig verder uitgebouwd te worden. Naast het jeugdw erkgaran- tieplan, de heroriënteringsgesprekken en de uitbrei ding van scholing voor werkenden, zou naar Zweeds voorbeeld een system atische aanpak van omscholing van werklozen gerealiseerd moeten worden. In Z w e den wordt ongeveer 30% aan uitkeringen besteed en 70% aan omscholing. In Nederland is die verhouding veel ongunstiger: 90% aan uitkeringen en slechts 10% aan een actief arbeidsm arktbeleid. Zweden kent een omscholingsplicht, w ie die verplichte omscholing aan zijn laars lapt, w ordt gekort op zijn uitkering. Werklozen die wel m eew erken, krijgen een omscholingsloon dat in plaats kom t van de uitkering.
Vanzelfsprekend kan dit in Nederland pas volledig gerealiseerd worden zodra er voldoende plaatsings mogelijkheden zijn. Mijn inbreng tijdens het voorjaars overleg m et de sociale partners w as erop gericht om dit taboe te doorbreken. Rudolf de Korte
P
a
*TIJ!!
h
T,SKB
I'WEEDE KAMER
Dekker Volksgezondheid
UitgangspuntenDe Tweede Kamer heeft in de derde term ijn van de Dekker-debatten de discussie over de structuur en finan ciering van de gezondheidszorg voorlopig beëindigd. Al vanaf het begin is gebleken, dat de belangrijkste politieke partijen nogal verschillende standpunten inne men. De W D is bereid to t verandering maar dan moet een en ander wel duidelijke verbeteringen teweeg bren gen. De fractie pleitte voor een gezond ziektekostenstel sel m et een hoge kwaliteit gezondheidszorg waarbij de
kosten kunnen w orden beheerst opdat de prijs/prem ie zo laag mogelijk kan blijven. Dit betekent dat de m arktwer king voldoende m ogelijkheden moet krijgen. Die is het beste te waarborgen bij een premieverhouding van 60% inkomensafhankelijk en 40% nominaal. Een verhouding van 70-30 acht de fractie echter aanvaardbaar.
Of de m arktwerking voldoende ruimte krijgt is afhankelijk van de om vang van de nominale premie voor de basisver zekering. Is de nominale premie te klein dan ontstaat er een onbalans tussen de inspanning die de verzekeraar moet leveren en het profijt (premieverlaging). Is het profijt te klein dan vlucht men in prijsafspraken. Vervolgens is de kans uitermate groot dat bovendien de aanbieders van zorg (ziekenhuizen) een kartel zullen vormen. Dan werkt het model niet meer. Dan kom t de kostenbeheersing niet meer to t stand en zal aan de burger een tweede rekening worden gepresenteerd in de vorm van hogere premies en eigen bijdragen.
De PvdA wenst een volledige volksverzekering met een nominale premie van slechts 10%. Het CDA is voorstan der van een premieverhouding van 80-20. Ook dit gaat volledig de kant uit van inkomenssolidariteit en is derhal ve in strijd met de „Dekkerfilosofie” van marktwerking en risicosolidariteit. De W D -fra c tie is geen voorstander van inkom enspolitiek langs de weg van de volksgezondheid. De inkomenssolidariteit moet vooral worden gezocht in het belastingstelsel. Goede argumenten die pleiten tegen een volksverzekering zijn collectivisering, vergroting van de w ig-problem atiek hetgeen slecht is voor de werkgele genheid en toename van de kosten.
Inkomenseffecten
Een tweede conclusie die uit het debat kan worden getrokken is dat er een duidelijk spanningsveld zit tussen enerzijds inkomenseffecten die daaraan vastzitten. De W D heeft gewezen op de inkomenseffecten waarmee bepaalde groepen geconfronteerd zullen worden. Niet- aanvaardbare inkomenseffecten zullen gecompenseerd dienen te worden voor de laagst betaalden, maar ook voor specifieke groepen (zoals bejaarden, ambtenaren, alleenstaanden en tweeverdieners die nu particulier ver zekerd zijn).
Inmiddels is dit standpunt vastgelegd in de motie Lan- sink/Nijhuis, althans voor de korte termijn. De grootste inkomenseffecten zullen zich pas na 1990 voordoen. Staatssecretaris Dees had in het debat ook geen moeite met bovenstaande motie om de ongewenste koop krachteffecten te „repareren” . Dit dient geconcretiseerd te worden in het dekkingsplan van de aanstaande m iljoe nennota.
De W D wees er verder op dat het compenseren van de inkomenseffecten afhankelijk is van econom ische om standigheden. Zowel lastenverlichting als kinderbij- slagverhoging moeten eerst econom isch verdiend worden.
Centrale Kas
stelselwijziging en de tw eeledige „eerste stap” die als afzonderlijk voorstel w o rd t beschouwd. Het invoeren van een nominale prem ie in de ziekenfondssfeer heeft vol gens de W D -fra c tie een zelfstandige betekenis op grond van het regeeraccoord. De andere maatregel, namelijk de uitbreiding van de A.W .B.Z. met 800 miljoen gulden kan de W D in principe positief bejegenen. Een definitief oordeel zullen wij geven bij het geïntegreerd w etsvoor stel.
Twee do or de fractie gestelde voorwaarden zullen door het kabinet alsnog gehonoreerd worden, namelijk het veilig stellen van de w erkgelegenheid bij de verzekeraars en het invoeren van een kleine Centrale Kas. De bu dg et tering van verzekeraars door m iddel van norm uitkeringen uit een Centrale Kas is niet alleen een kernpunt en randvoorwaarde voor het Dekker model, maar is ook voor het huidige stelsel van grote waarde. Het concurreren op basis van kostenbeheersing is im mers verkieslijker dan concurrentie op basis van de huidige risicoselectie met alle prem ieverschillen tussen jong en oud van dien. Om die reden is voor de W D ook d it een zelfstandig te verdedigen maatregel.
Het risico van het ineens invoeren van een om vangrijke Centrale Kas w o rdt do or de W D absoluut niet verant w oord geacht. Z o ’n norm uitkeringenstelsel dient im mers uitvoerbaar te zijn. Juist daarom vinden wij experimenten op kleine, overzienbare schaal van essentiële betekenis. M et betrekking to t een grote stelselherziening is de W D van mening dat realisering hiervan dient te geschieden do or middel van zeer voorzichtige, gefaseerde invoering waarbij in een reeks van jaren achtereenvolgens kleine stapjes gezet worden.
Steeds w eer zal de W D ieder stapje beoordelen op: 1. handhaving kwaliteit van de zorg
2. de (mate van) m arktwerking en kostenbeheersing 3. de sociale inpasbaarheid
4. de technische uitvoerbaarheid.
Geen groen licht
Gelet op ons pleidooi voor een andere aanpak en met name vanwege de ingewikkeldheid en de politieke ver deeldheid geeft de W D thans geen groen licht voor een totale stelselwijziging. Pas in een later stadium zal over eventuele verdere maatregelen worden beslist. De pro blem atiek is zowel politiek als technisch erg ingewikkeld en vraagt om voldoende tijd. Politiek Den Haag zal zich in de kom ende periode vooral m oeten richten op het zo spoedig m ogelijk oplossen van knelpunten en systeem - fouten. Ook zonder „D ekker” is er im m ers veel werk te doen.
(Voor nadere inlichtingen: mr. G.B. Nijhuis, tel. 070- 182896.)
Ondernemersonderwijs
Donderdag jongstleden heeft de Tweede Kamer kort gedebatteerd over het stelsel van bekostiging van oplei dingen (in cursusvorm ) voor - m et name - het zelfstandig ondernem erschap in de detailhandel, de dienstensector en de horeca.
T ot op heden was één en ander geregeld op basis van artikel 75 van de W et op het voortgezet onderwijs: volledige bekostiging en aanzienlijke bem oeienis van overheidswege.
In het voorgestelde systeem w o rdt d o or vertegenw oordi
gers van betrokken werknemers en werkgevers een landelijk plan opgesteld (waarmee de bestaande behoef te aan opleiding en scholing in de genoem de branches in kaart w o rdt gebracht) dat door de Ministers van O nder wijs & W etenschappen en Econom ische Zaken in defini tieve vorm w o rdt vastgesteld. Aan de in aanmerking kom ende onderwijsinstellingen w o rdt een bedrag ver strekt (hiervoor is jaarlijks een bedrag van ƒ 1 7 miljoen -O n d e rw ijs e n W etenschappen 5 miljoen, Econom ische Zaken 12 m iljoen - beschikbaar). Dit gevoegd bij de eigen bijdrage van de cursisten maakt het opzetten of in stand houden van cursussen mogelijk.
Marktwerking
De W D -fra c tie heeft haar steun aan dit wetsvoorstel toegezegd. Zij ziet dat via de voorgestelde regeling een aantal liberale doelstellingen in de praktijk w o rdt ge bracht, zoals daar zijn het m eer ruim te geven (binnen het beroepsgerichte onderwijs) aan inbreng van het bedrijfs leven, alsook meer flexibiliteit en grotere vrijheid voor de uitvoerende onderwijsinstellingen. Het systeem van ge deeltelijke bekostiging zou ook een bijdrage kunnen leveren aan een zekere marktwerking; een element van concurrentie tussen onderwijsinstellingen.
Kanttekeningen
Het betonen van steun neemt natuurlijk niet weg dat er do or de W D -fra c tie enkele kanttekeningen geplaatst zijn.
De w oordvoerder heeft nogmaals het belang benadrukt van de toegankelijkheid van de cursussen voor leden van culturele minderheden, om dat het zelfstandig onderne m erschap op een flink aantal van hen aantrekkingskracht uitoefent terwijl op onderdelen veel cursussen te moeilijk zijn. De regering heeft in reactie daarop meegedeeld dat hiertoe zogeheten „schakelcursussen” georganiseerd zullen worden.
Verder is gewezen 'op het belang van een tijdige evaluatie van de gang van zaken m et betrekking to t het functione ren van de nieuwe regeling. Dit gezien het ontbreken van ervaring met een dergelijk „losse teu gel” -beleid op on derwijsterrein. De regering heeft zo een evaluatie dan ook terecht toegezegd.
Toegankelijkheid
De W D -fra c tie heeft nogmaals het belang benadrukt van de toegankelijkheid van de cursussen voor leden van culturele minderheden. De regering heeft in reactie daar op m edegedeeld dat hiertoe zogeheten „schakelcursus sen” georganiseerd zullen worden.
Naam
WIR
Tot slot pleitte de woordvoerder ervoor dat het kabinet bij de besteding van de ƒ 250 miljoen - afkom stig uit de W IR -pot en bedoeld voor scholingsvoorzieningen ten behoeve van het bedrijfsleven - een deel ten goede laat komen aan het ondernem ersonderwijs voor het m idden- en kleinbedrijf, zoals reeds eerder verw oord in een motie van collega Van Erp.
(v o o r n a d e re in lic h tin g e n : m w . drs. M .M .H . K am p, tel. 0 7 0 -1 8 2 8 9 2 .)
Sanering planverplichtingen
Onder het m otto „m inder en beter” in het kader van de terugtredende overheid is enige tijd geleden d o o r de W D -K am erleden W iebenga en Te Veldhuis een initia tiefw etsvoorstel ingediend inzake de sanering van plan procedures. De indieners beogen een bijdrage te leveren aan het verm inderen van bureaucratische rom pslom p om trent planprocedures in gemeenten en provincies. Op dit m om ent bestaan in Nederland ruim 70 planverplich tingen die het Rijk aan de lagere overheden (gemeenten en provincies) oplegt.
Afgelopen week is dit initiatiefwetsvoorstel W iebenga/Te Veldhuis in de Tweede Kamer aan de orde geweest.
Aanleiding initiatiefwetsvoorstel
In 1985 verscheen het eindrapport van de adviescom missie sanering planprocedures getiteld „C arnavalsop to ch t der p lanprocedures”. Deze adviescom m issie stond onder leiding van de W D -e r H.L.J. Vonhoff.
De m eerwaarde van dit rapport was dat een com pleet wetsvoorstel en memorie van toelichting waren toege voegd. De bedoeling was dat de regering analoog aan dit advies een wetsvoorstel zou indienen.
Toen na de Uitgebreide Com m issievergadering (UCV) over dit onderwerp, en m et name over het rapport, de regering niet snel genoeg kwam met een wetsvoorstel, maar in plaats daarvan besloot een nota van wijziging in te dienen op het nog lopende voorstel voor een nieuwe Gem eentewet besloten de W D -le d e n W iebenga en Te Veldhuis een eigen initiatiefwetsvoorstel inzake de sane ring van planprocedures in te dienen.
De essentie van dit wetsvoorstel ligt in het feit dat provincies en gemeenten alleen nog maar nieuwe plan- voorschriften opgelegd ku n n e n worden b ij w e t (dus niet per circulaire etc.). Voorstellen voor nieuwe planvoor- schriften kunnen dan ook alleen gedaan worden met toestem m ing van de M inister van Binnenlandse Zaken.
Planverplichtingen
In het debat, dat afgelopen week plaatsvond in de Tweede Kamer, stond een aantal am endem enten cen traal. Het CDA kwam met een am endem ent waarin een bepaling w as opgenom en d at de provincie k ra c h te n s w e t
aan de gemeenten planverplichtingen zou moeten kun nen opleggen.
Alhoewel de W D het daar in principe niet mee oneens is, het is namelijk in overeenstem m ing met de wens to t decentralisatie, was zij bang dat die bepaling zou kunnen werken als een achterdeurtje (namelijk via de provincie) om to c h planverplichtingen krachtens wet op te leggen, terwijl juist de essentie van het wetsvoorstel was de
verplichting slechts b ij w e tt e kunnen opleggen.
Het CDA beriep zich bij dit am endem ent op de autonom ie van de provincie. De W D daarentegen gaf aan dat de vrijheid van de provincie niet ten koste m och t gaan van de vrijheid van de gemeente. Op grond daarvan stem de de W D tegen. Het am endem ent werd dan ook verworpen. Een tw eede am endem ent van de CDA wilde - analoog aan de beperkende bepalingen ten aanzien van speci fieke uitkeringen - de m ogelijkheid van tijdelijke planver plichtingen m ogelijk maken zonder vereiste van een form ele wet. O m dat de koppeling aan de artikelen over specifieke uitkeringen in de gem eentewet niet duidelijk in het am endem ent naar voren kwam, werd het am ende ment op verzoek van de W D gewijzigd en aangescherpt. Met deze wijziging kreeg het CDA-am endem ent ook de steun van de W D .
Jaarlijkse verslaglegging
Een ander am endem ent kwam van de PvdA-fractie. Hierin werd gevraagd om een gedetailleerde jaarlijkse verslaglegging van de regering, w aardoor betere controle door de Kamer m ogelijk wordt.
Dit am endem ent kreeg de steun van de W D -fra c tie . Met deze amendem enten werd het initiatiefwetsvoorstel van W iebenga en Te Veldhuis aangenomen.
Voor de W D betekent dit weer een stap verder in het proces van decentralisatie.
1 9 7 4
E U R O * K * E X P R E S S E
* * *
De E uro-E xpresse w o rd t uitgegeven o n d e r a uspicië n van de N ederlandse leden van de Liberale en D e m ocra ti
sch e Fractie in h et E uro p ese P arle m ent.
Euro-actueel
Het binnenvaart conflict besproken in het Europese Parlement.
In het vragenuur tijdens de ju ni-zitting van het Europees Parlement had W D -afge vaa rdig de Florus W ijsenbeek de situatie in de binnenvaart aan de orde gesteld, ju is t een dag nadat de schippers het Granaria transport vastge legd hadden. Com m issaris Clinton Davis had ju ist daar voor zijn voorstel to t structurele sanering van de Europe se binnenvaart ingediend. Daarin w o rdt een com binatie van nationale en Europese sloopregelingen ge com bi neerd m et het tegengaan van investeringen of anderszins die het aanbod op de m arkt doen toenem en. Desge vraagd door het Parlem entslid verklaarde de Com m issa ris ook nog dat hij weliswaar de mening van W ijsenbeek deelde dat het toerbeurt systeem niet conform artikel 75 van het Verdrag is, maar dat gezien de delicate econom i sche situatie in de binnenvaart secto r dit stelsel voorals nog intact dient te worden gelaten.
Hof van eerste aanleg
Al jarenlang werd er door het Hof van Justitie van de Europese G em eenschap op gewezen dat een toene mend aantal beroepen op het Europees recht een dusda nige w erklast veroorzaakten dat uitbreiding noodzakelijk zou zijn.
De herziening van de Verdragen in de Europese Akte m aakte het m ogelijk in deze door alle instellingen van de Europese G em eenschap ondersteunde w ens te voorzien en aldus zal aan het Hof een kam er van eerste aanleg toegevoegd worden.
Com m issie en Raad zijn vooralsnog van oordeel dat hier een beperkt aantal rechters en geen nieuwe advocaten- generaal deel van uit zouden moeten maken. Het Parle ment heeft in de plenaire behandeling unaniem besloten dat aantal uit te breiden to t ook in eerste aanleg 1 rechter per lid-staat en toevoeging van aparte advocaten- generaal.
M inder eenstem m igheid bestond er over de vraag of naast ambtenarenzaken en concurrentiepolitiek ook de anti-dum pingsm aatregelen aan deze nieuwe kamer overgedragen zouden moeten worden. De C om m issie bij m onde van voorzitter Delors en Com m issaris De Clercq, waren hier op tegen. De Liberalen achtten het eigenlijk het beste de verdeling van de com petenties m aar aan het Hof zelf over te laten, alhoewel zij begrip hadden voor het argum ent van de Com m issie dat in anti-dum ping kwes ties procedures niet te lang m oeten zijn en er dus maar beter geen m ogelijkheid to t hoger beroep zou moeten zijn. Het Parlement in zijn totaliteit was conform het eerder ingenomen standpunt van mening dat als de procedures verkort m oesten worden dan nog de Raad het beste buiten de besluitvorm ing gehouden zou kunnen worden, daarm ee zowel de Com m issie meer com peten tie gunnende als conflicten tussen de lidstaten onderling vermijdend.
Beurstransacties door ingewijden
beurstransacties door ingewijden goedgekeurd, tezelf dertijd houdt ook de Tweede Kam er zich hiermee bezig. W anneer in 1992 het kapitaalverkeer vrijgegeven wordt, dienen ook de reglementeringen van de beurshandel in de lidstaten gelijkgetrokken te worden. In eerdere rege lingen werden reeds uitgifte en introductie, bescher- mingsregelingen, reguliere handel en nog enkele kleinere en m eer technische zaken behandeld. De nu behandelde richtlijn kan dan ook slechts in het licht van de gehele beurshandel gezien worden en is voornam elijk bedoeld om geen verlegging en concentratie van malafide beurs handel binnen de EG te veroorzaken. Het Europees Parlement, op voorstel van de liberale w oordvoerder Florus W ijsenbeek zoals al eerder gedaan in de juridische com m issie, heeft er daarom op aangedrongen dat er in alle lidstaten gelijke sancties op transacties d o or ingewij den zouden komen te liggen. Hierbij m oet opgem erkt worden dat de Europese Com m issie slechts in bepaalde gevallen boetes kan opleggen, m aar nooit andere straf- bevoegdheid van de lidstaten overgedragen kan krijgen. De liberale w oordvoerder wees er, evenals anderen, in zijn stem verklaring met nadruk op dat zijn fractie een dergelijke regeling positief beoordeelt, m aar dat het grootste probleem inzake beurstransacties do or ingewij den de bewijsvoering betreft, die vrijwel altijd zeer m oei lijk te leveren is. Daarom ook is de m ogelijkheid van een civiele rechtsgang voor schadevergoeding uitdrukkelijk opengelaten.
(Voor nadere inlichtingen: drs. F.A. Wijsenbeek, tel. 070- 647447.)
1
EXPRESSE
V erschijnt w ekelijks m e t uitzondering van d e re ces p eriodes van d e T w e e d e K am er d e r S tate n -G en era al. U itg av e van d e H a y a van S o m erenstichting; w aarin o p g e n o m en d e m e d ed elin g e n van het h o o fd b es tu u r van d e W D .
D e inhoudelijke veran tw o o rd elijkh e id beru st bij d e o n d e rteken aars van d e bijdragen; d e fracties en het hoofdbestuur.
Redactie:
drs. L .M .L .H .A . H erm ans H.F. H eijm ans drs. F.A . W ijsen b eek m r. J. H o m m es Organisatie: m r. H .J. Lutke Sch ipho lt Abonnementsadministratie/ redactieadres: P ostbus 3 0 8 3 6 2 5 0 0 G V ’s-G ra v e n h a g e tel. 0 7 0 -6 1 4 1 2 1 Abonnementsgeld: ƒ 5 0 , - per ja a r
Het Europees Parlement heeft in de juni-plenaire verga dering een gem eenschappelijke regeling betreffende