• No results found

Eindexamen wiskunde B1 havo 2008-II

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen wiskunde B1 havo 2008-II"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eindexamen wiskunde B1 havo 2008-II

© havovwo.nl

▬ www.havovwo.nl www.examen-cd.nl ▬

Een gokje wagen

4. - Bij de eerste worp maakt het niet uit wat je gooit dus de kans is 1 - Bij de tweede worp is de kans op een ander cijfer 3/4

- Bij de derde worp is die kans 2/4 - Bij de vierde worp is die kans 1/4 Dus de kans is: 1 @ 3/4 @ 2/4 @ 1/4 = 6/64 = 3/32

5. P (4 in één worp) = 1/4

P (4 in 2 worpen) = 3 @ (1/4 @ 1/4) = 3 @ 1/16 want hij gooit: 2-2 of 1-3 of 3-1 P (4 in 3 worpen) = 3 @ (1/4 @ 1/4 @ 1/4) = 3 @ 1/64 want hij gooit: 1-1-2 of 1-2-1 of 2-1-1 P (4 in 4 worpen) = (1/4@ 1/4@ 1/4@ 1/4) = 1/256 want hij gooit: 1-1-1-1

Dus de kans is 1/4 + 3 @ 1/16 + 3 @ 1/64 + 1/256 = 125/256

6. P (score 2 ) = 1/4@ 1/4 + 1/4 = 5/16 (hij gooit 1-1 of 2) dus 80 @ 5/16 = 25 spellen

P (score 3 ) = 1/4 @ 1/4 + 1/4 = 5/16 (hij gooit 1-2 of 3) dus 80 @ 5/16 = 25 spellen

P (score 4 ) = 1/4@ 1/4 + 1/4 = 5/16 (hij gooit 1-3 of 4) dus 80 @ 5/16 = 25 spellen

P (score 5 ) = 1/4 @ 1/4 = 1/16 (hij gooit 1-4) dus 80 @ 1/16 = 5 spellen

Verwachte winst = 25 @ – 0,75 + 25 @ 0,25 + 25 @ 1,25 + 5 @ – 2,75 = 5,00 euro.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

5p 4 Bereken op hoeveel dagen per week naar verwachting zijn gemiddelde loopsnelheid groter is dan 5,0 km/uur. 5p 5 Toon met een berekening aan dat het vermoeden dat v

middelpunt (0, 0) en straal 1 is het kwart getekend dat in het eerste kwadrant ligt. We wentelen het kwart van de cirkelschijf om de

Door bij elk gedeelte een + (transport) of een – (storing) te plaatsen kun je de verschillende situaties weergeven die zich in dit nieuwe systeem kunnen voordoen.. In figuur 4 zie

3p 12 † Bereken de kans dat bij precies 10 van de 20 leerlingen die een boek geloot hebben de score voor de leestoets boven het gemiddelde lag.. In het jaar 2000 is in meer dan

Toepassing van de normale verdeling met gemiddelde 46,6 en standaardafwijking 8,5 geeft echter vooral voor de klasse 40-44 een ander percentage dan het percentage dat in figuur 1

Na elke 300 meter die de schaatser heeft afgelegd op de loopband wordt er overgeschakeld op een hogere snelheid.. De eerste 300 meter loopt hij met een constante snelheid van 10,2

[r]

[r]