Vraag nr. 128 van 2 april 2004
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN
Rode Kruis – Benoeming voorzitter
De Vlaamse regering besliste op 26 maart om de be-noeming van prinses Astrid als nationaal voorzitter van het Belgische Rode Kruis voor de periode van 1 januari 2004 tot 31 december 2007 te verlengen. 1. Kan de minister meedelen op basis van welke
overwegingen en/of capaciteiten de dame in kwestie werd benoemd ?
2. Ontvangt de prinses hiervoor een vergoeding ? 3. Komt de Vlaamse regering daar eventueel in
te-gemoet ? Antwoord
1. De statuten van het Belgische Rode Kruis rege-len in artikel 28 de benoemingsprocedure van de nationale voorzitter.
Art. 28 Nationale voorzitter.
De kandidatuur van de nationale voorzitter wordt voorgedragen door de Nationale Raad, die hier-over bij gewone meerderheid beslist.
Deze kandidatuur moet vooraf door elk van de beide Gemeenschapsraden bij gewone meerderheid worden goedgekeurd.
De Gemeenschapsraden en de Nationale Raad be-slissen slechts geldig indien tweederde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
De nationale voorzitter wordt benoemd bij besluit van elk van de drie Gemeenschapsregeringen. ...
De voordracht van een kandidaat gebeurt dus door de organen van het Belgische Rode Kruis, die hierover bij gewone meerderheid beslissen. Het nationaal huishoudelijk reglement van het Belgische Rode Kruis bepaalt dat ge-heime stemming verplicht is telkens wanneer het om personen gaat. Uiteraard is die bepa-ling gerespecteerd bij de stemmingen over de voordracht van de nationale voorzitter. Om evidente redenen wordt het resultaat van een geheime stemming niet gemotiveerd.
De benoeming van de nationale voorzitter van het Belgische Rode Kruis gebeurt bij besluit van elk van de drie gemeenschapsregeringen. De Vlaamse regering heeft de kandidaat die voorgedragen werd door de Nationale Raad, benoemd.
2. Neen.
3. Aangezien prinses Astrid hiervoor geen vergoe-ding ontvangt, is er geen tegemoetkoming van de Vlaamse regering.
Vraag nr. 129 van 30 april 2004
van mevrouw SONJA BECQ
Vlaams Fonds – Budget
De minister verklaart geregeld dat het totale bud-get voor welzijn de voorbije jaren met 37 % steeg, van 1,6 miljard euro naar 2,2 miljard.
Graag kreeg ik meer inzicht in de concrete realisa-ties wat de gehandicaptensector betreft. Immers, de indruk ontstaat dat er veel middelen werden be-steed, maar tegelijk blijkt de vraag nog nooit zo groot te zijn geweest.
Daarom volgende vragen met betrekking tot de re-alisaties in deze legislatuur.
1. Met hoeveel procent (evenals in absolute cijfers) steeg het budget van het Vlaams Fonds voor So-ciale Integratie van Personen met een Handicap sinds het aantreden van deze regering ?
2. Hoeveel procent hiervan correspondeerde met gewone indexverhogingen ?
5. Wat is het aandeel en hoe was de groei voor de verschillende vormen van dienstverlening (de diverse voorzieningen, het PAB, de hulpmidde-len) in de voorbije legislatuur ?
6. Hoeveel plaatsen werden sinds het aantreden van deze regering bijgecreëerd (en worden ef-fectief gebruikt) in de diverse vormen van dienstverlening, gaande van de nursing (tehui-zen niet-werkenden), tot de thuisbegeleiding en het persoonlijk assistentiebudget ?
7. Hoeveel mensen werden in 1999 geholpen met een budget voor individuele hulpmiddelen en hoeveel mensen werden in 2003 geholpen (in-clusief de uitbetaling) ?
Antwoord
In het antwoord op de vragen wordt verwezen naar tabel 1 met de financiële gegevens en naar tabel 2 met de gegevens over het gebruik van de voorzieningen.
1. Van 2000 tot 2004 zijn de uitgaven van het Vlaams Fonds gestegen met 23,7% (+207.458.935 EUR).
In dezelfde periode steeg de dotatie met 28,89% (+233.924.663 EUR).
2. In constante prijzen (2000) bedraagt de stijging
van de uitgaven 21,59%.
3. Het overgrote deel van de uitgaven in het Vlaams Fonds zijn personeelsuitgaven. Een stijging van de uitgaven vertaalt zich dan ook vooral in een stijging van de gesubsidieerde personeelsleden. Van eind 1999 tot eind 2003 is het aantal personeelsleden (hoofden) in de resi-dentiële en semi-resiresi-dentiële zorg met 1.123 eenheden toegenomen. In de ambulante zorg zijn er in dezelfde periode 303 eenheden meer (VTE). En de budgetten voor het PAB worden, gezien de aard van deze regeling, ook voor het overgrote deel omgezet in personeel.
Het aandeel voor de VIA-akkoorden is geste-gen van 1,561% in 2000 tot 3,496% in 2004. 4. Een indicator voor het antwoord op deze vraag
is het aandeel werking/investering in de totale
uitgaven. In absolute cijfers zijn de uitgaven ge-stegen (van 23.325.764 in 2000 naar 27.242.570 in 2004) maar het aandeel in de totale uitgaven is lichtjes afgenomen (van 2,665% in 2000 naar 2,516% in 2004).
Dit laatste is enerzijds een gevolg van de sterke stijging van de statutaire uitgaven en anderzijds van een regeringsbeslissing tot blokkering van personeelsformaties en budgetten.
5. Voor een overzicht hiervan verwijzen we naar het laatste deel van tabel 1, waar de diverse sta-tutaire materies zijn onderscheiden.
6. Het overzicht hiervan is te vinden in tabel 2. 7. In de jaren 1999, 2000 en 2001 dienden
respec-tievelijk 7.788, 8.948 en 13.145 personen een aanvraag in voor een tegemoetkoming voor in-dividuele materiële bijstand.
In 2002 dienden 8.454 personen een aanvraag in voor een bijstandskorf, in 2003 waren dit er 9.180.
Tabel 1 - Bron: financiële verslagen Vlaams Fonds; Begrotingscijfers 2004 na begrotingscontrole (cijfers in euro)
Budget 2000 Budget 2001 Budget 2002 Budget 2003 Budget 2004 Werking 23.325.764 24.617.810 26.406.149 25.686.074 27.242.570 Statutair 851.690.312 909.953.446 947.715.051 979.781.741 1.055.273.404 832.0 - integratie (2.986.274) (4.629.932) (5.419.532) (6.444.095) (6.973.313) 832.1 - revalidatie (1.674.050) (2.209.772) (2.629.080) (2.635.008) (2.661.965) 832.2 - opleiding (10.145.662) (9.801.115) (10.018.654) (9.632.028) (10.195.510) 832.3 - tewerkstelling (195.357.574) (197.650.614) (198.978.122) (204.701.089) (207.267.734) 832.41 - IMB (17.077.955) (18.406.491) (15.272.061) (18.611.160) (16.879.709) 832.42 - PAB (0.000) (3.032.680) (8.277.698) (12.383.068) (19.781.530) 832.5 - residentieel (576.344.190) (618.339.163) (649.906.471) (655.004.237) (719.377.348) 832.6 - ambulant (24.431.642) (28.668.762) (32.055.285) (36.337.985) (43.405.296) 832.7 - divers geregl. & nt geregl. (6.078.696) (9.743.083) (10.756.062) (10.385.251) (7.667.874) 85 - ordonnancering VIPA (15.525.571) (15.272.721) (14.375.461) (23.621.695) (21.037.000) 8xxx - diversen fa/gemeen) (2.068.698) (2.199.113) (26.625) (26.125) (26.125)
Diversen 174.244 601.935 757.250 327.352 133.281
Eigen inkomsten (incl. 65.418.853 67.009.512 67.178.200 52.692.913 38.953.120 overgedragen resultaat)
Dotaties 809.771.467 868.163.679 907.700.250 953.102.254 1.043.696.130 waarvan Constant (761.229.758) (795.309.549) (820.508.648) (862.025.421) (960.271.399) waarvan Nieuw (3.579.585) (17.719.105) (19.830.600) (14.800.000) (7.500.000) waarvan VIA (in CB en NB) (12.640.090) (21.938.700) (27.662.450) (32.093.000) (36.489.305) waarvan Nationale Loterij (0.000) (0.000) (6.504.200) (6.498.000) (3.903.000) waarvan indexprovisie en - (18.373.065) (21.683.010) (25.644.352) (24.439.833) (18.532.426) verhogingen
waarvan ordonnancering (13.948.969) (11.513.315) (7.550.000) (13.246.000) (17.000.000) Indexen 2000 = 100
Index uitgaven 100 106,85 111,39 114,92 123,70
Index uitgaven - constante prijzen 100 104,38 108,46 112,13 121,59
Index dotaties 100 107,21 112,09 117,70 128,89 Aangroei absoluut Aangroei uitgaven 59.982.871 39.705.259 30.916.717 76.854.088 Aangroei dotatie 58.392.212 39.536.571 45.402.004 90.593.876 Aandeel VIA-akkoorden 1,561% 2,527% 3,048% 3,367% 3,496% Aandeel werking/investering in totale uitgaven 2,665% 2,632% 2,709% 2,554% 2,516%
Aandeel van de diverse stat. materies
integratie 0,3506% 0,5088% 0,5719% 0,6577% 0,6608%
revalidatie 0,1966% 0,2428% 0,2774% 0,2689% 0,2523%
opleiding 1,1912% 1,0771% 1,0571% 0,9831% 0,9661%
IMB 2,0052% 2,0228% 1,6115% 1,8995% 1,5996%
PAB 0,0000% 0,3333% 0,8734% 1,2639% 1,8745%
residentieel 67,6706% 67,9528% 68,5761% 66,8521% 68,1698%
ambulant 2,8686% 3,1506% 3,3824% 3,7088% 4,1132%
divers geregl. & ntgeregl. 0,7137% 1,0707% 1,1349% 1,0600% 0,7266% VIPA - ordonnancering 1,8229% 1,6784% 1,5169% 2,4109% 1,9935% diversen (algemeen) 0,2429% 0,2417% 0,0028% 0,0027% 0,0025%
(IMB: individuele materiële bijstand; PAB: persoonlijk assistentiebudget; VIPA: Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebon-den AangelegenhePersoonsgebon-den – red.)
Tabel 2 – Evolutie van het aantal plaatsen bij Vlaams-Fondsvoorzieningen (dec 199 - dec 2003) Code Erkende en bezette plaatsen 31 dec 1999 31 dec 2003 evolutie 1999-2003
erkende bezette erkende bezette erkende bezette
Internaat (totaal) 4 824 4 539 4 821 4 512 -3 -27
101 Internaat 4106
102 Internaat niet-schoolgaanden 355
103 Internaat begeleide uitgroei 51
Semi-internaat (totaal) 3 545 3 355 3 674 3 689 129 334 201 Semi-internaat 3279 202 Semi-internaat niet-schoolgaanden 410 401 Observatie- en Behandelingscentrum 327 311 331 337 4 26 701 Kortverblijf 56 53 112 56 Pleegzorg (totaal) 900 785 959 902 59 117 801 Pleegzorg 805 775
802 WOP(wonen onder begeleiding v. particulier) 154 127
111 Thuisbegeleiding 40 450 57 674 3 506** 17 224
(aantal begeleidingen) * =aantal cliënten
301 Dagcentrum 3 083 3 018 3 452 3 569 369 551
302 Begeleid werken 162
333 Begeleid wonen 1 240 1 955 2 067 715 2 067
555 Beschermd wonen 220 582 592 362
501 Tehuis Werkenden 1 146 1 102 1 170 1 136 24 34
Tehuis Niet Werkenden (totaal) 7 571 7 465 8 262 8 190 691 725
601 Tehuis Niet Werkenden-bezigheid 3 972 3 937 901 Tehuis Niet Werkenden-nursing 4 290 4 253
666 Zelfstandig wonen 199 223 207 24
PAB 50 40 687 608 637 568
Evolutie personeelsomkadering 31/12/1999-31/12/ 2003
Residentiële en semi-residentiële (in VTE)
31-12-99 31-12-03 verhoging internaten 101 3727 3828 101 semi-int. 201 1132 1185 53 dagcentra 301 1124 1290 166 observatie 401 278 287 9 werkenden 501 558 606 48 niet-werk. 601/901 6622 7303 681 Kortverbl. 701 48 104 56 Plaatsing. 801 59 68 9 13548 14671 1123 Opmerkingen :
Cijfers uit het jaarverslag (1999 en zoals ingediend 2003)
Regularisatie DAC inclusief
Stijging op 101 ondanks daling aantal erkende bed-den!??
Verklaring in functie van contingenten program-matie : FTE 2000 190 2001 21 reg. DAC 174 2002 274 gerek. 80% 2003 366 1025
Verschil (1123-1025) omdat in jaarverslag 2003 werd uitgegaan van volledige opname (100%) extra norm.
Ambulante voorzieningen (in VTE)