Stichting Woord en Daad

(1)

Stichting Woord en Daad

Naam: Gerrit van Straalen

Studentnummer: S3533859

Betreft: Stageverslag

Master: International Betrekkingen en Organisaties

Stagebegeleider RUG: Drs. B.L Aardema

Stagebegeleiders Woord en Daad: Evert-Jan Brouwer en Gerjan Agterhof

Periode: 23 augustus – 20 december 2018 (17 weken)

(2)

1

In de periode van 23 augustus 2018 tot en met 20 december 2018 mocht ik stagelopen bij de organisatie Woord en Daad. Deze stage was een onderdeel van de master Internationale Betrekkingen en Organisaties die ik heb gevolgd aan de universiteit van Groningen. Doormiddel van een stage maak je als student kennis met de praktijk.

In dit verslag zal ik ingaan op mijn ervaringen die ik tijdens mijn stage heb opgedaan en uitleggen op welke manier deze ervaringen in lijn waren met mijn verwachtingen en doelen die ik voor mijzelf had gesteld. Eerst zal ik meer vertellen over hoe ik bij de organisatie Woord en Daad terecht ben gekomen en welke stappen hieraan vooraf zijn gegaan. In hetzelfde gedeelte zal ik ook ingaan op de doelstellingen die ik vooraf voor mijzelf had gesteld. Het tweede gedeelte zal de taken en verantwoordelijkheden die ik tijdens mijn stage heb gekregen, bespreken. Ten derde zal ik een reflectie geven op mijn persoonlijke leerdoelen. In deze reflectie bespreek ik in hoeverre mijn verwachtingen van de stage klopten en of ik mijn leerdoelen heb kunnen bereiken. Daarnaast bespreek ik ook elementen die ik ben tegengekomen waar ik nog aan kan werken. Dit verslag sluit af met een conclusie en advies voor studenten die op zoek gaan naar een stage.

(4)

3

Voorbereiding

2.1 Oriëntatie

Tijdens de voorbereiding van mijn stage heb ik de stappen gevolgd die door de master ‘International Relations and International Organizations (IRIO)’ worden aangeraden. Dit hield in dat ik in november 2017 een intakegesprek had gepland met mijn stagebegeleider drs. B.L. Aardema. Tijdens dit gesprek bespraken we mijn wensen en stage mogelijkheden. De uitkomst was dat ik graag praktijkervaring op wil doen binnen de sector internationale veiligheid of ontwikkelingssamenwerking en dat een non-profit organisatie goed bij me zou passen. Naar aanleiding van dit gesprek ben ik begonnen met het maken van een lijst met organisaties en instanties die mijn interesse wekten. Mijn doel was in eerste instantie om van februari tot eind april mijn scriptie te schrijven en de rest van het studiejaar stage te lopen. De organisaties die ik op een rij had gezet, hield ik in de gaten voor stageplekken die vanaf mei beschikbaar zouden zijn. Doordat de zoektocht in eerste instantie niet slaagde en mijn scriptie uitliep, besloot ik om in september te beginnen met een stage. Deze keuze leverde in eerste instantie stress op, omdat het niet lukte om een stageplek te vinden. Er werd veel op vacatures gereageerd waardoor ik vaak terugkreeg dat er werd gekozen voor een kandidaat met meer ervaring.

Door dit ‘stress-momentje’ besefte ik dat ik uit oog was verloren wat voor soort stage ik wilde en wat ik ermee wilde bereiken, namelijk werken bij een organisatie die zich inzet voor mensen die het minder hebben dan ik. Daarom ben ik meer open sollicitaties gaan sturen naar organisaties binnen de ontwikkelingssamenwerking sector en heb ik contact gelegd met mensen die binnen deze sector werken. Dit resulteerde in een uitnodiging bij drie organisaties voor een gesprek, waaronder Woord en Daad. Via gemeenschappelijke contacten kwam ik in aanraking met Evert-Jan Brouwer die bij Woord en Daad werkzaam is als politiek adviseur. Hij vertelde mij in een gesprek wat het werk van Woord en Daad inhoudt en wat mijn rol binnen de organisatie zou zijn als ik daar stage zou gaan lopen. Het verhaal over het werk van Woord en Daad en de opdrachten die ik zou krijgen, klonk dermate interessant dat ik besloot om stage te lopen bij Woord en Daad.

De volgende stap was het invullen van het ‘placement plan’. Dit is een document wat door de master IRIO is opgesteld en waarin persoonlijke doelstellingen en taken die de stagiair moet uitvoeren, worden beschreven. Dit plan moet door de begeleider, in mijn geval de heer Aardema, worden goedgekeurd. In mijn plan schreef ik de volgende doelstellingen: werken als een volledig lid van een professioneel team, verder uitwerken van mijn analytische en schrijf kwaliteiten, kennis die ik tijdens mijn studies heb opgedaan in praktijk brengen, assertiviteit tonen door feedback te vragen en te geven

(5)

4

en zowel goed in een team als onafhankelijk kunnen werken. Nadat het plan was goedgekeurd kon ik mijn werkzaamheden bij Woord en Daad vervullen.

2.2 Verwachtingen

Voordat ik begon met mijn zoektocht naar een stage had ik niet veel verwachtingen. Ik wilde vooral graag ervaren hoe het was om in de praktijk aan de slag te gaan met onderwerpen die tijdens mijn studiejaren voorbij zijn gekomen. Ook hoopte ik te ontdekken hoe ik mijn kwaliteiten het beste kan inzetten binnen een organisatie. Toen ik eenmaal te horen had gekregen dat ik aan de slag kon bij Woord en Daad kwamen er een aantal verwachtingen naar boven. Allereerst verwachtte ik meer inzicht te krijgen in processen en werkzaamheden die plaatsvinden binnen een ontwikkelingshulp organisatie. Daarmee hoopte ik te ontdekken of ik de sector interessant zou vinden en wellicht enthousiast zou worden van het werken binnen de sector. Daarnaast verwachtte ik veel te leren van mijn stageopdrachten en met name mijn eerste opdracht, namelijk het schrijven van een rapport voor CONCORD Europe. Evert-Jan vertelde in ons eerste gesprek enthousiast over de opdracht en benadrukte sterk de relevantie ervan. Door dit gesprek verwachtte ik een nuttige bijdrage te kunnen leveren aan het werk van CONCORD. Verder hoopte ik mee te kunnen lopen met verschillende (lobby) activiteiten van mijn collega’s, bijvoorbeeld aanwezig zijn bij gesprekken met Kamerleden of debatten. Tot slot verwachtte ik mijn netwerk uit te breiden en nieuwe mensen te leren kennen die mij eventueel verder zouden kunnen helpen met een baan in de toekomst.

2.3 Verantwoording

Woord en Daad is een ontwikkelingshulp organisatie die in 1973 is opgericht. De organisatie werkt vanuit een Bijbels perspectief aan een duurzame verandering voor mensen in armoede. Dit doet Woord en Daad door samen te werken met verschillende organisaties. Binnen de programma’s duurzaam water (WASH), onderwijs, agrarische ontwikkeling (IAD), werk en opleiding (Job Booster), noodhulp en bewustwording werkt Woord en Daad met lokale partnerorganisaties. Naast de projecten die Woord en Daad in het zuiden uitvoert, is de organisatie ook actief op het gebied van beleidsbeïnvloeding. Met dit lobby-team heb ik tijdens mijn stage veel samengewerkt. De lobbyisten van Woord en Daad proberen het beleid wat in politiek den Haag en Brussel wordt geschreven te beïnvloeden door relaties aan te gaan met relevante actoren en door samen met andere organisaties campagnes te voeren.

De werkzaamheden van het lobby-team werden meer in detail verteld door Evert-Jan en Alette Paul in ons eerste gesprek. Ik kende Woord en Daad alleen nog van het sponsorkindje dat wij vroeger

(6)

5

op de basisschool hadden geadopteerd. Het was erg interessant om te horen dat Woord en Daad veel meer doet dan dat en binnen de sector ook een sterke en relevante actor is geworden. Dit maakte al dat ik geïnteresseerd raakte in de stage bij de organisatie. Deze interesse werd versterkt toen Evert-Jan uitlegde dat het schrijven van een rapport voor CONCORD Europe een van mijn taken zou worden. Daarnaast zou ik een trackrecord schrijven wat Woord en Daad zou helpen bij fondsaanvragen. Deze opdrachten maakten mij enthousiast. De combinatie van de interesse naar een organisatie die zich inzet voor mensen die het slechter hebben dan ik en de voorgestelde taken, maakten het dat ik besloot om stage te lopen bij Woord en Daad.

De stage paste goed bij de studie IRIO, omdat Woord en Daad een organisatie is met focus op internationale samenwerking. Daarnaast werkt het samen met (internationale) organisaties en instituties. De taken die ik heb uitgevoerd, hadden ook direct verband met deze werkzaamheden van de organisatie. Tijdens mijn stage kon ik mijn kwaliteiten kwijt die ik onder andere tijdens mijn master heb ontwikkeld. Een van de belangrijkste hiervan is het analyseren van vele stukken Engelse tekst en deze analyse op een adequate manier onder woorden brengen. Tijdens mijn master is mijn schrijfvaardigheid sterk verbeterd en dit heb ik door kunnen zetten richting mijn stage. De stage heeft niet direct een verband met de specialisatie die ik binnen mijn master IRIO heb gekozen, namelijk ‘International Security’. Toch heeft het indirect wel met elkaar te maken, omdat het waarborgen van de veiligheid van een land vaak gepaard gaat met het overkomen van armoede en ontwikkeling.

(7)

6

Activiteiten

Mijn eerste dag van de stage was op 23 augustus. Tijdens deze dag liep ik mee met Evert-Jan. We begonnen de dag met het doorspreken van de stagenopdrachten samen met Alette in het kantoor van Woord en Daad in den Haag. Hierna was er een vergadering van Building Change, een samenwerking tussen Woord en Daad, Partos en Foundation Max van der Stoel. Na de vergadering hadden we een afspraak bij de Partij voor de Dieren met twee beleidsmedewerkers. De eerste dag zorgde gelijk voor een goede indruk van de lobbyactiviteiten die door Woord en Daad worden uitgevoerd. Op maandag 27 augustus maakte ik kennis met de rest van de organisatie op het hoofdkantoor in Gorinchem en begon ik met mijn stageopdrachten. In dit deel zal ik beschrijven wat de opdrachten inhielden.

3.1 Rapport voor CONCORD Europe

Woord en Daad is aangesloten CONCORD Europe, een Europees netwerk wat probeert Europees beleid op ontwikkelingssamenwerking te beïnvloeden. CONCORD wilde reageren op de consultatie van de Europese Commissie over de Better Regulation Package. Tot 23 oktober was het mogelijk om te reageren op deze consultatie. Het rapport wat ik heb geschreven is onderdeel geworden van de reactie van CONCORD op de consultatie. Het doel van het rapport was om de impact assessments van de voorstellen die door de Europese Commissie zijn gedaan te lezen en te onderzoeken of er rekening is gehouden met de impact op ontwikkelingslanden. In 2017 is een soortgelijk rapport gemaakt. In dit rapport kwam naar voren dat in veel impact assessments de analyse van de Commissie op de impact van relevante voorstellen op ontwikkelingslanden niet adequaat was. Dit was voor CONCORD ook de aanleiding om opnieuw een rapport te schrijven en nu de impact assessments van 2017 en (de eerste helft van) 2018 te onderzoeken. De conclusie van het rapport was dat de Commissie nog niet genoeg gehoor heeft gegeven aan de aanbevelingen die in het rapport van 2017 zijn gedaan. Het rapport bevatte een kwantitatieve analyse van de 128 impact assessment die zijn gedaan in 2017 en 2018 en een kwalitatieve analyse. In het kwalitatieve deel van het rapport is er dieper ingegaan op drie impact assessments die relevant waren voor ontwikkelingslanden, maar waar de Commissie te weinig onderzoek heeft gedaan naar de impact van het gedane voorstel op deze landen. Het rapport werd afgesloten met een conclusie en aanbevelingen.

Mijn werk begon met het kwantitatieve deel van het onderzoek. Tijdens dit deel heb ik geleerd snel te analyseren en hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden. In totaal waren er 128 impact assessments met vaak meer dan 200 pagina’s. Het was daarom belangrijk om snel de relevante elementen uit zo een voorstel te halen. Ook was het belangrijk om alle informatie te verwerken in een

(8)

7

compact stuk tekst in adequaat Engels. Hierbij kwamen kwaliteiten die ik tijdens mijn studie heb ontwikkeld, namelijk het schrijven van heldere stukken in het Engels, goed van pas.

In het kwalitatieve deel heb ik drie voorstellen en de impact assessments daarvan meer in detail onderzocht. Hierbij heb ik gekeken naar kritieken van maatschappelijke organisaties op deze voorstellen en onderzocht wat de Europese Commissie had kunnen doen om de impact van het voorstel op ontwikkelingslanden mee te nemen. Vanwege de technische elementen in de voorstellen wat kennis en expertise vereist, is met name het kwalitatieve deel gecontroleerd en verbeterd door Evert-Jan en CONCORD-collega’s werkzaam bij onder andere Oxfam Novib en Action Aid.

Met behulp van verschillende CONCORD-collega’s is het rapport op 23 oktober geoptimaliseerd en ingediend als onderdeel van de reactie van CONCORD op de consultatie van de Europese Commissie over de Better Regulation Package. Daarnaast is het rapport ook gepresenteerd aan het team wat gespecialiseerd is in Policy Coherence for Development van het Directoraat-Generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling.

3.2 Trackrecord

Naast dat Woord en Daad op het gebied van beleidsbeïnvloeding actief is in Nederland en in Brussel, is het vaak ook een onderdeel van de projecten die in de ontwikkelingslanden worden uitgevoerd. Aangezien beleidsbeïnvloeding wordt gedaan door partners van Woord en Daad in ontwikkelingslanden, was het lobby team niet erg op de hoogte van wat er in de projecten precies aan beleidsbeïnvloeding werd gedaan. Het was aan mij de taak om deze activiteiten in kaart te brengen en een trackrecord te schrijven met hierin beschreven welke soort activiteiten vaak terugkwamen, waar Woord en Daad goed in is op het gebied van beleidsbeïnvloeding en welke elementen er verbeterd konden worden. Dit trackrecord kan gebruikt worden bij subsidieaanvragen als verantwoording van de ervaring en kwaliteiten van Woord en Daad op het gebied van beleidsbeïnvloeding.

Voor het maken van het trackrecord maakte ik gebruik van een survey die al in april was uitgezet onder projectleiders met vragen over beleidsbeïnvloeding activiteiten in hun projecten. Daarnaast heb ik met veel projectleiders gesproken om nog meer duidelijkheid te krijgen over het werk binnen de projecten en om te voortgangen die sinds het invullen van de survey waren gemaakt. Alle informatie heb ik verwerkt in een overzichtelijk Excel document. Alle informatie heb ik geanalyseerd en een trackrecord van gemaakt. Dit trackrecord bestond uit: een narratief overzicht van algemene elementen van beleidsbeïnvloeding die vaak door Woord en Daad worden gebruikt, de verhouding van deze elementen ten opzichte van het beleidskader van de Nederlandse overheid op dit gebied en de

(9)

8

verschillen tussen de programma’s (WASH, onderwijs, IAD en Job Booster) als het gaat om beleidsbeïnvloeding.

Tijdens deze opdracht werd ik begeleid door Gerjan Agterhof. Deze begeleiding zou eigenlijk gedaan worden door Alette, maar zij vond tussentijds een nieuwe baan. Als afsluiting van de opdracht heb ik het trackrecord gepresenteerd aan het lobbyteam, Evert-Jan, Gerjan en Eddie Krooneman, en een collega uit het fondswerfteam. De gesprekken die ik heb gevoerd en de analyses die ik moest uitvoeren, maakte de opdracht interessant en uitdagend. Ik merkte dat goed ben in het zoeken naar verbanden en deze overzichtelijk op papier kan zetten.

3.3 Analyse cross-cutting issues

Mijn derde, en op voorhand laatste, stageopdracht was het analyseren en in kaart brengen van het beleid van Woord en Daad op de cross-cutting issues klimaat, gender en corruptie. Dit zijn onderwerpen waar rekening mee moet worden gehouden bij het uitvoeren van een project. Bepaalde keuzes die binnen een project worden genomen kunnen gevolgen hebben voor een van deze onderwerpen. Bij deze opdracht werd ik begeleid door Lotte Brak. Zij is onderdeel van het fondswerfteam binnen Woord en Daad. Zij werd mijn begeleider omdat de opdracht bedoeld was als ondersteuning voor het fondswerfteam bij het schrijven van subsidieaanvragen.

Ik begon met het lezen van beleids- en visiedocumenten op deze thema’s van Woord en Daad. Hierna begon kort te beschrijven wat de algemene visie en beleid is op de betreffende onderwerpen. Daarnaast heb ik ook besproken wat de visie is van elk programma op het onderwerp. Om dit uit te zoeken heb ik informatie gevraagd aan verschillende projectleiders en PMEL (planning, monitoring,

evaluations and learning) collega’s over hoe deze issues binnen de programma’s worden behandeld.

Daarnaast heb ik van elk programma ten minste een projectvoorstel gebruikt om te onderzoeken wat er in zo een voorstel werd geschreven over gender, klimaat en corruptie. Deze informatie gebruikte ik ook om te kijken of er een verband was tussen de visie van Woord en Daad op de onderwerpen en de praktische uitvoering.

De volgende stap was het onderzoeken wat de verwachtingen zijn van donoren. Donororganisaties als USAid, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en Norad verlenen fondsen aan ontwikkelingshulp organisaties als Woord en Daad om projecten op te zetten. Om in aanmerking te komen voor een fonds moet de organisatie een voorstel opstellen waarin wordt beschreven hoe een project eruit komt te zien. De donororganisatie kan bepaalde eisen stellen aan zo een voorstel. Ik probeerde per donor te ontdekken wat de verwachtingen waren betreffende de cross-cutting issues. Op basis van deze verwachtingen maakte ik een analyse van wat donoren belangrijk vinden en welke

(10)

9

thema’s prioriteit hebben. Deze analyse vergeleek ik met alle informatie die ik daarvoor had verzameld over het beleid van Woord en Daad. Dit resulteerde in een advies aan de organisatie om vooral meer aandacht te besteden aan klimaat. Bij deze aanbeveling nam ik gender als voorbeeld. Op dit onderwerp heeft Woord en Daad namelijk flink geïnvesteerd door er een apart beleidsdocument over op te stellen en een expert op het gebied van gender aan te stellen.

3.4 Quickscan samenwerkingsmogelijkheden Guatemala

De laatste opdracht, het maken van een quickscan van actoren waar Woord en Daar mee zou kunnen samenwerken in Guatemala, was in eerste instantie geen onderdeel van mijn takenpakket. Deze opdracht kreeg ik begin december omdat ik de andere opdrachten had afgerond. Woord en Daad support al meer dan 20 jaar de partnerorganisatie AMG (Advancing the Ministry of the Gospel) in Guatemala. AMG zet zich vooral in voor het verbeteren van de kwaliteit van onderwijs en de toegang ertoe voor alle kinderen. In 2014 heeft Woord en Daad samen met Driestar Educatief INCE (International Network for Christian Education) opgericht. Het doel van dit netwerk is om samen met andere organisaties een netwerk op te richten en samen te werken aan het verbeteren van onderwijs in ontwikkelingslanden. Een van die landen is Guatemala.

Het was aan mij de taak om een lijst te maken van actoren waar INCE mee zou kunnen samenwerken in Guatemala. De zoektocht begon ik door eerst de doelen en visie van INCE helder te krijgen. Aan de hand van dit beeld begon ik met zoeken naar organisaties die binnen het kader van INCE zouden passen. Door het gebruiken van Spaanse en Engelse zoektermen probeerde ik op internet organisaties te vinden die zich inzetten voor (christelijk) onderwijs in Guatemala.

Het resultaat was een lijst van 47 organisaties met de potentie om een partner van INCE te worden. INCE zal nu verder onderzoek doen naar deze organisaties en de organisaties die relevant lijken te benaderen om deel te nemen aan het consortium. Ondanks de korte duur van de opdracht was het erg interessant om uit te voeren. Het was uitdagend om de aspecten van verschillende organisaties te bestuderen en de relevantie en het belang van deze aspecten te beoordelen. Sommige websites van organisaties afkomstig uit Guatemala waren in het Spaans. Het was interessant om deze websites te bestuderen en mijn kennis van de Spaanse taal die ik op de middelbare school heb opgedaan, terug te halen.

(11)

10

3.5 Nevenactiviteiten

Tijdens mijn stage ben ik een aantal keer mee geweest met verschillende lobbyactiviteiten. Op mijn eerste dag mocht ik bijvoorbeeld aanschuiven bij een gesprek tussen Evert-Jan en twee medewerkers van de Partij voor de Dieren. Evert-Jan probeerde in dit gesprek de medewerkers ervan te overtuigen dat de partij mee moest doen met de campagne ‘’Adopteer een SDG’’ wat mede door Woord en Daad wordt georganiseerd. In het kader van deze campagne werd er ook een evenement georganiseerd waarbij verschillende Kamerleden kwamen vertellen op welke manieren zij zich inzetten voor de

Sustainable Development Goals. Ook bij dit evenement mocht ik deelnemen. Verder ben ik aanwezig

geweest bij gesprekken met Kamerleden en debatten

Daarnaast ben ik samen met Evert-Jan naar Brussel gereisd om deel te nemen aan een tweedaagse ‘’Hub 1’’ meeting van een CONCORD Europe. Deze organisatie bestaat uit 4 Hubs. De eerste Hub is gespecialiseerd in Sustainable Development and Policy Coherence for Sustainable

Development. Evert-Jan is lid van de stuurgroep van deze Hub. De meeting was vooral bedoeld om

terug te kijken en te reflecteren op activiteiten gedaan in 2018, ontwikkelingen in nationale politieke situaties te bespreken en vooruit te blikken op 2019. Dit laatste werd gedaan op de tweede dag. Er was hierbij speciale aandacht voor de komende verkiezingen voor de Europese Commissie en het Europees Parlement. Er werd besproken op welke thema’s CONCORD invloed kon uitoefenen op het Europees Parlement en hoe het politieke klimaat binnen het Parlement wellicht meer naar rechts gaat schuiven. Mijn rol tijdens de meeting was voornamelijk luisteren en observeren. Het was vooral interessant om de structuur van een meeting waarbij mensen uit heel Europa komen, waar te nemen. Het was duidelijk dat iedereen met een bepaald doel naar de meeting kwam. Dit was bijvoorbeeld om mensen te spreken over een bepaald onderwerp, informatie te vergaren/te delen of ideeën op te doen.

Deze activiteiten hebben ervoor gezorgd dat ik een inkijk kon nemen in hoe het lobbywerk er in de praktijk uitziet, zowel in Nederland als in Europa.

(12)

11

Persoonlijke evaluatie

In dit deel van het verslag zal ik terugblikken op mijn stage bij Woord en Daad. Ik zal mijn taken en de begeleiding die ik heb gehad evalueren en zal ik aspecten bespreken waar ik nog in kan groeien. Hierin zullen de leerdoelen die ik voorafgaand aan de stage had beschreven in het ‘placement plan’.

4.1 Evaluatie

Met veel plezier en genoegdoening kijk ik terug op mijn stageperiode bij Woord en Daad. Vanaf het begin voelde ik me welkom door het ontvangst wat ik kreeg van mijn begeleiders. Ik voelde mij op mijn gemak en was enthousiast geworden door de opdrachten die ik mocht uitvoeren. Het werken in een professionele organisatie heeft mij geholpen in mijn persoonlijke ontwikkeling. Ik heb meer inzicht gekregen in de processen binnen de sector ontwikkelingssamenwerking. Woord en Daad is een zeer relevante actor binnen de sector en dit zag ik terug in de hoeveelheid projecten die door Woord en Daad worden uitgevoerd. Het was interessant welke stappen er allemaal genomen moeten worden voordat een project tot stand komt. Het belang van lobbyen en goede communicatie met politieke actoren verraste mij en vond ik intigrerend. Zowel in Nederland, in Europa, als in de ontwikkelingslanden is het belangrijk voor een ontwikkelingsorganisatie om contact te onderhouden met overheden, omdat vaak beleidsprocessen moeten worden veranderd voordat projecten een optimaal resultaat kunnen behalen. Om deze reden kan ik stellen dat mijn verwachting om meer inzicht te krijgen in de werkprocessen van de organisatie is uitgekomen.

De opdrachten en taken, beschreven in het voorgaande hoofdstuk, voldeden ook aan de verwachtingen die ik ervan had. Met name de opdracht voor CONCORD Europe was erg uitdagend en heb ik veel van geleerd. Ik heb geleerd om samen te werken met internationale organisaties en verantwoordelijkheid te nemen in het vragen van feedback. Daarnaast heb ik geleerd om vele stukken tekst te analyseren en om te zetten in een compact stuk tekst. Met het schrijven van de tekst heb ik geleerd van Evert-Jan en collega’s van CONCORD. Zij gaven mij nuttige feedback en lieten mij zien hoe ik een stuk tekst pakkender kan maken wat de leesbaarheid bevordert. De andere opdrachten, het schrijven van een track record, het analyseren van cross-cutting issues en de quickscan hebben ervoor gezorgd dat ik de organisatie en collega’s beter heb leren kennen. Daarnaast heb ik bij alle opdrachten terug gekregen dat het waardevol is voor het werk van Woord en Daad en dat het een begin vormt voor een verdere verdieping die door de organisatie zelf wordt uitgevoerd. De opdrachten hebben ook uitgewezen dat ik mij op een aantal punten nog kan ontwikkelen als het gaat om het leveren van kwaliteitsstukken en mijn houding richting andere collega’s. Hier kom ik later dit hoofdstuk op terug als ik mijn persoonlijke leerpunten beschrijf.

(13)

12

Zoals aangegeven was ik blij met de begeleiding die ik heb gekregen binnen de organisatie. Ik heb met name veel samengewerkt met Evert-Jan en Gerjan. Ik voelde altijd de ruimte om naar hen toe te gaan met vragen of dingen die ik moeilijk vond. Daarnaast toonden ze interesse en was het prettig om met ze samen te werken. Evert-Jan en Gerjan waren ook duidelijk in de communicatie als het ging om het uitleggen van de taken en opdrachten die ik moest uitvoeren. Aan het begin vond ik de opdracht voor CONCORD nog wat onoverzichtelijk en onduidelijk, maar toen ik dit gelijk al aangaf bij Evert-Jan hielp hij mij om de opdracht stap voor stap uit te voeren. Ondanks dat Evert-Jan en Gerjan vanwege hun drukke agenda en de vele externe afspraken niet altijd op het kantoor waren, gaven zij altijd aan op welke momenten ze beschikbaar waren. Het vergde wat flexibiliteit van mijn kant, maar ik heb dit niet als hinderlijk ervaren. Een punt van feedback richting mijn begeleiders is dat ze naarmate de stage vorderde en mij konden observeren eerder aan hadden kunnen geven op welke punten ik meer energie in zou kunnen steken. In de evaluatie van de stage kreeg ik terug dat ik meer initiatief had kunnen tonen en gesprekken en in het aangeven wanneer ik in de afrondende fase van een opdracht was gekomen. Deze feedback kon ik goed begrijpen en neem ik mee als leerpunt. Ik heb wel aangegeven dat het had geholpen wanneer zij dit scherper naar mij hadden gecommuniceerd op het moment dat zij dit constateerden. Dit kon bijvoorbeeld tijdens het evaluatiegesprek wat we halverwege de stage hadden gevoerd.

Dankzij de kans die ik van Woord en Daad heb gekregen en de begeleiding ik heb ontvangen, heb ik veel geleerd en mezelf op verschillende vlakken kunnen ontwikkelen. Hiervoor ben ik de organisatie en mijn begeleiders erg dankbaar voor. Tijdens de stage ben ik ook aspecten tegengekomen waarop ik mezelf meer kan en moet ontwikkelen. Dit zal hieronder verder toelichten.

4.2 Persoonlijke leerpunten

Voordat ik mijn stageperiode begon, had ik mijzelf een aantal leerdoelen gesteld. Verschillende doelen waaronder, werken als een volledig lid van een professioneel team, verder uitwerken van mijn analytische en schrijf kwaliteiten en kennis die ik tijdens mijn studies heb opgedaan in praktijk brengen, zijn goed teruggekomen tijdens mijn stage en ik heb mezelf op deze aspecten kunnen ontwikkelen en mijn kwaliteiten in kunnen zetten.

Op de leerdoelen assertiviteit tonen door feedback te vragen en te geven en zowel goed in een team als onafhankelijk kunnen werken, kan ik nog stappen maken en heb ik naar mijn mening meer mee kunnen doen. Ik merkte tijdens mijn stage dat de rol als stagiair ervoor zorgde dat ik me niet gelijkwaardig voelde aan de rest van mijn collega’s. Vooral tijdens het schijven van het track record en het uitvoeren van de analyse van de cross-cutting issues, merkte ik dat ik het moeilijk vond om tijd op

(14)

13

te eisen van collega’s en kritisch te kijken naar het werk dat wordt gedaan. Deze onzekerheid zorgde ervoor dat mijn houding gedurende de stage wat afwachtender werd en ik minder “op de man af” communiceerde. Ik zorgde er altijd voor dat ik de informatie kreeg die ik nodig had, maar een meer assertieve en actieve houding had ervoor kunnen zorgen dat ik mijn werk sneller en beter had kunnen doen. Daarnaast had het ervoor kunnen zorgen dat ik mijn werk meer in een team verband had gedaan in plaats van onafhankelijk. De afgelopen jaren heb ik tijdens mijn studie voornamelijk zelfstandig gewerkt en kreeg ik feedback van docenten waar ik weer verder mee kon werken. Ik heb daarom weinig ervaring in het samenwerken in een professionele omgeving. Dit is ook een reden voor mijn zoekende houding binnen de communicatie met collega’s.

Deze leerpunten neem ik mee in de vervolgstappen die ik neem in mjin professionele carrière. Ik wil mij graag verder ontwikkelen en zal daarom bij een volgende baan aangeven op welke punten ik nog graag zou willen groeien. De besproken leerpunten en de feedback die ik van mijn begeleiders heb gekregen zal ik hierin zeker meenemen.

(15)

14

Conclusie

5.1 Positionering op de arbeidsmarkt

Door mijn stage bij Woord en Daad heb ik meer inzicht gekregen in hoe de ontwikkelingssamenwerking sector in elkaar steekt. Ook heb ik een beter beeld gekregen van de mogelijkheden binnen deze sector betreft arbeidsfuncties. De sector vind ik interessant, omdat het voldoening geeft om bezig te zijn met het verbeteren van de welzijn van de mensen die het minder hebben. Ik ben er nog niet uit wat mijn vervolgstap wordt, omdat organisaties en instanties die zich meer bezighouden met internationale veiligheid mij ook trekken. Vanwege de verschillende interesses heb ik besloten om eerst te bedenken wat ik wil en waar mijn voorkeur ligt. Mijn ervaringen tijdens de stage gaan hier sterk bij helpen, omdat ik nu weet hoe het is om in een professionele werkomgeving te opereren en omdat ik beter zicht heb op wat mijn kwaliteiten zijn en op welke punten ik wil groeien.

5.2 Tips voor toekomstige stagiairs

Voor studenten die nog op zoek zijn naar een stage heb ik een aantal tips. Allereerst wil ik benadrukken dat het belangrijk is om van te voren scherp te hebben wat je wilt leren van de stage en in wat voor sector je wilt werken. Hoe duidelijker je het voor jezelf hebt wat je wilt, hoe makkelijker het is om een goede stage te vinden. Wanneer je eenmaal een stage hebt gevonden, zou ik ook aanbevelen om veel aandacht te geven aan je leerdoelen en deze gedurende de stage continu in oogschouw te nemen. Dit helpt bij de persoonlijke ontwikkeling en het ontdekken van talenten en kwaliteiten. Een derde tip is het bijhouden van alle activiteiten die tijdens de stage naar voren komen. Persoonlijk hield ik een document bij waarin ik alle activiteiten bij wat ik tijdens mijn stage heb gedaan, bijvoorbeeld een tweedaagse bezoek aan de organisatie CONCORD in Brussel. Dit overzicht helpt bij het schrijven van je stageverslag en is ook een goede manier om de persoonlijke ontwikkeling te zien. Als laatste tip zou ik geven om kritisch te blijven, zowel op jezelf als op de organisatie en begeleiding, en dit ook te communiceren. Dit helpt om tijdens de stage te blijven groeien en ontwikkelen.

Stichting Woord en Daad