• No results found

Schriftelijke vragen aan het college (art 33 RvO) Datum: 7 november 2018 Onderwerp

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Schriftelijke vragen aan het college (art 33 RvO) Datum: 7 november 2018 Onderwerp"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Schriftelijke vragen aan het college (art 33 RvO)

Datum: 7 november 2018

Onderwerp : Artikel Dagblad van het Noorden m.b.t. stroppenpot

Geacht College,

Op 2 november hebben we in het DvhN kunnen lezen dat de Rijksoverheid de Gemeente Groningen voor bijna 14 miljoen compenseert voor de tekorten op de Jeugdzorg. Deze gelden komen uit de stroppenpot en hebben betrekking op de jaren 2016 en 2017. Daarnaast hebben we inmiddels de lijst met de 77 gemeenten die wel geld ontvangen in kunnen zien en kunnen constateren dat geen van de drie voormalige gemeenten: Hoogezand-Sappemeer, Slochteren en Menterwolde op de lijst voorkomen.

In 2016 en 2017 was er nog geen gemeente Midden-Groningen, maar de aanvragen uit de stroppenpot spelen wel nu..

Dit roept bij de PvdA de volgende vragen op:

1. Zijn er in de drie voormalige gemeenten Hoogezand-Sappemeer, Slochteren en Menterwolde afzonderlijk aanvragen gedaan om extra gelden uit de stroppenpot te verkrijgen?

2. Indien er aanvragen zijn gedaan, wie heeft dat gedaan en wat waren de uitkomsten?

3. Indien er geen aanvragen zijn gedaan, waarom niet?

De Groninger Gemeenten werken voor de inkoop van de Jeugdzorg samen in de RIGG..

Daarnaast hebben we, gezien de tekorten in alle deelnemende gemeenten, een gezamenlijk belang om de jeugdzorg betaalbaar te maken en te houden.

4. Is het denkbaar dat (een deel) van de gelden uit de stroppenpot als het ware terugvloeien naar de RIGG, waardoor alle deelnemende gemeenten hier voordeel van hebben?

In afwachting van uw beantwoording

7 november 2018

Namens de fractie PvdA Midden-Groningen

Jan Westerdiep

………….…

(2)

Raadsbrief

Datum: 9 november 2018 Verzenddatum: 14 november 2018

Behandeld door:

Zaak:

Herman Kamminga 2018-033704

Mailadres: herman.kamminga@midden-groningen.nl

Onderwerp: Uitkering fonds Tekortgemeenten 2018 (Stroppenpot sociaal domein)

Geachte leden van de raad,

Onlangs is bekend geworden hoe de verdeling van het fonds Tekortgemeenten 2018 er uit ziet (z.g.

stroppenpot sociaal domein). Uit de verdeling blijkt dat alleen de gemeente Groningen in de provincie een bijdrage ontvangt (Groningen € 67,43 per inwoner is € 13.662.901,17). Naar aanleiding van deze berichtgeving legt de fractie van de PvdA ons de volgende vragen voor:

1. Zijn er in de drie voormalige gemeenten Hoogezand-Sappemeer, Slochteren en Menterwolde afzonderlijk aanvragen gedaan om extra gelden uit de stroppenpot te verkrijgen?

2. Indien er aanvragen zijn gedaan, wie heeft dat gedaan en wat waren de uitkomsten?

3. Indien er geen aanvragen zijn gedaan, waarom niet?

4. De Groninger Gemeenten werken voor de inkoop van de Jeugdzorg samen in de RIGG.

Daarnaast hebben we, gezien de tekorten in alle deelnemende gemeenten, een gezamenlijk belang om de jeugdzorg betaalbaar te maken en te houden.

Is het denkbaar dat (een deel) van de gelden uit de stroppenpot als het ware terugvloeien naar de RIGG, waardoor alle deelnemende gemeenten hier voordeel van hebben?

Ons antwoord luidt als volgt:

1. Nee er zijn geen aanvragen gedaan in het kader van de z.g. stroppenpot 2. Zie 1

3. Er zijn geen aanvragen gedaan op basis van de verwachting dat geen van de drie gemeenten voldoet aan de criteria voor de stroppenpot. Om in aanmerking te komen moet er binnen WMO plus Jeugd sprake zijn van een gemiddeld tekort over de jaren 2016 en 2017 van € 40 per inwoner. In 2016 waren de tekorten binnen jeugd nog relatief klein en de overschotten binnen WMO hoog. Voor jeugd kantelde het beeld in 2017. In 2017 is er wel sprake van een tekort maar nog steeds beneden het bedrag van € 40 per inwoner. Het gemiddelde over 2016 en 2017 laat voor de drie gemeenten

(3)

Pagina: 2 van 2

Datum: 9 november 2018

Zaak: 2018-033704

zelfs een positief resultaat zien van € 22.

4. Voor de periode 2015 tot en met 2017 kenden de gemeenten een algemene financiële solidariteit voor de financiering van de jeugdhulp. De kosten werden op basis van de verhouding van de

integratie-uitkering verdeeld over de gemeenten. In 2017 was er een aanzienlijk tekort. Alle gemeenten hebben op basis van die verdeling bijgedragen aan het tekort. Wij kunnen ons

herkennen in de denklijn van de PvdA. Voor de verdeling van de stroppenpot zijn in RIGG verband geen afspraken gemaakt. Alleen de gemeente Groningen kan daartoe een besluit nemen.

Gelijktijdig met deze raadsbrief sturen we daarom ook een brief aan het college van Groningen met de volgende vragen:

1. In welke mate heeft uw bijdrage aan de inkoop jeugd in 2017 de hoogte bepaald van de uitkering uit het fonds;

2. Bent u bereid om uw raad voor te stellen om dat deel van de uitkering met de andere

gemeenten te delen op basis van de afgesproken verdelingssystematiek in het kader van de toen geldende financiële solidariteit?

Wij stellen u zo spoedig mogelijk op de hoogte van het antwoord van het college van Groningen.

Met vriendelijke groet,

Burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen

A. Hoogendoorn H.J.W. Mulder

Burgemeester Gemeentesecretaris

(4)

Algemene informatie: Een raadslid kan schriftelijke vragen stellen (artikel 33 RvO) aan het college of de burgemeester. Dit wordt gebruikt om van het college of burgemeester een verduidelijking te verkrijgen. Het gaat om het verkrijgen van feitelijke informatie waarbij een opvatting van het college wordt gevraagd. De gevraagde informatie is in het belang van het functioneren als raadslid.

Informatie over de procedure voor raadsleden: Raadsleden dienen schriftelijke vragen in bij de griffier. Daarbij wordt aangegeven of er een voorkeur voor schriftelijke of mondelinge beantwoording bestaat.

1. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 30 dagen, nadat de vragen zijn ingediend. Tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording zal plaatsvinden. De beantwoording vindt schriftelijk plaats via een niet ondertekende brief.

2. Het college moet mondelinge vragen uiterlijk beantwoorden in de eerste openbare raadsvergadering, na het verstrijken van de periode van dertig dagen na de datum van indiening van de vragen.

Informatie over de procedure voor de organisatie: De procedure voor de organisatie staat op het intranet bij weten en regelen: https://intranet.midden-groningen.nl/umbraco/weten-regelen/adviseringbesluitvormingsproces-aan-directie-college-en- raad/procedure-afspraken-rond-informatie-van-en-aan-de-gemeenteraad/

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 30 dagen, nadat de vragen zijn ingediend. Tenzij het college of de burgemeester de

Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 30 dagen, nadat de vragen zijn ingediend.. Tenzij het college of de burgemeester de

Bent U met de mening van GBMG eens, dat er duidelijk gestuurd wordt voor deze locatie, daar er van de andere locaties geen quick scans zijn gemaakt.. Is het voor het College

Heeft het College op dit moment een claim bij het Rijk uitstaan voor compensatie van de toezicht en handhaving op het windpark N33.. Zo nee, wil het College een claim bij het

De fractie van de PvdA heeft ons naar aanleiding van een onderzoek in een aantal gemeenten 3 vragen voorgelegd naar aanleiding van de volgende kwestie: Huisartsen hebben de

Invoeren van deze korting in heel Midden-Groningen is binnen de begroting niet mogelijk, maar het opheffen van de korting zou voor de verenigingen in de voormalige gemeente

Als gevolg van dit lek wordt de zoutwinning in Tripscompagnie stil gelegd en wil de Nedmag gaan boren en winnen in Borgercompagnie. Eind 2017 heeft de voormalige gemeente

 Heeft het college kennis genomen van het bericht dat gemeenten extra middelen ontvangen voor de aanpak van onderwijsachterstanden?.  Hoe zijn de onderwijsachterstanden op dit