• No results found

Schriftelijke vragen aan het college (art 33 RvO)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Schriftelijke vragen aan het college (art 33 RvO)"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Schriftelijke vragen aan het college (art 33 RvO)

Datum: 14 mei 2018

Onderwerp: Zoutwinning Nedmag

Toelichting: Op 25 april 2018 is er een lekkage geweest bij de Nedmag en zijn liters pekelwater vrij gekomen. Als gevolg van dit lek wordt de zoutwinning in Tripscompagnie stil gelegd en wil de Nedmag gaan boren en winnen in Borgercompagnie. Eind 2017 heeft de voormalige gemeente Hoogezand- Sappemeer een zienswijze en handhavingsverzoek ingediend bij respectievelijk het ministerie van Economische Zaken en het SODM. Op 3 mei is door het SODM gereageerd op het

handhavingsverzoek. Nav het lek, de beoogde winning, de reactie van het SODM en de publicatie in de staatscourant van 17 april j.l. stelt de SP de volgende vragen.

(2)

Het college wordt verzocht de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden:

1) Goed om te lezen dat de gemeente zich verzet tegen nieuwe Zoutwinning van de Nedmag.

Gaat u hierin ook samenwerken met o.a de gemeente Veendam, de gemeente Tynaarlo (Zuidlaarderveen), de provincie en de NOM?

2) Hoe gaat u als college optreden? Wanneer verwacht u meer duidelijkheid?

3) Wat is de rol van de stuurgroep bodemdaling Nedmag waar ook de burgemeester van Midden- Groningen zitting in neemt? Graag ontvangen wij meer informatie hierover. Daarnaast willen we graag op de hoogte worden gehouden van hetgeen in deze stuurgroep is besproken.

4) In zowel het handhavingsverzoek van 21 december 2017 en in de beslissing op het handhavingsverzoek van het SODM van 3 mei 2018 wordt gesproken over dat pas bij een bodemdaling van 50 cm pas wordt getoetst.

 Wat wordt er precies getoetst en waaraan?

 Wat zijn de risico’s wanneer de bodem verzakt?

5) In het Dagblad van het Noorden is te lezen dat het SODM aangeeft dat het verwacht dat de bodemdaling versneld gaat plaatsvinden.

 In hoeverre is deze versnelde bodemdaling van invloed op de bodemdaling door de nieuwe zoutwinning in Borgercompagnie en Kiel-Windeweer?

 Wat zijn de risico’s van deze versnelde bodemdaling?

6) Hoe groot is de huidige bodemdaling in het diepste punt en in welke mate gaat de versnelde bodemdaling als gevolg van het lek deze bodemdaling naar de toetsgrens van 50 cm brengen?

En wat zijn dan de consequenties?

7) Op 26 april heeft de Nedmag-directeur Bert Jan Bruning aangegeven: ,,Kiel-Windeweer is absoluut geen optie. Wat betekent deze uitspraak voor de nieuwe zoutwinning in

Borgercompagnie en met name het schuin boren? Wat gaat u doen om het schuin boren tegen te gaan?

8) In het bericht aan de gemeenteraad mbt de calamiteit zoutwinning wordt benoemd dat Nedmag een extra vergunning moet hebben maar dat hier geen Milieu Effect rapportage voor opgesteld hoeft te worden (publicatie staatscourant 17 april 2018).

 De gemeente gaat hiertegen bezwaar maken, in hoeverre wordt hierbij de expertise van het SODM ingezet? Op de website van het SODM staat bijvoorbeeld duidelijk welke regels er gelden rondom zoutwinning, een zgn. MER is daar één van de eisen.

 Hoe kan het dat het ministerie EZK niet reageert op de zienswijze en het

handhavingsverzoek maar vervolgens wel op 17 april via de staatscourant laat weten dat een MER niet noodzakelijk is maar een omgevingsvergunning wel?

 Wij willen graag op de hoogte blijven van het beoordelingsbesluit MER en de

ontwerpbeschikking van de omgevingsvergunning die ter zijner tijd (erg vaag) ter inzage wordt gelegd op de secretarie van de gemeente Veendam. Kan het college dit

toezeggen en hiervoor zorgen?

9) Inwoners zijn geïnformeerd via de pers

 Hoe gaat het college zorgen voor betere communicatie met bewoners van Kiel- Windeweer e.o.? Zowel nu als in de toekomst?

 Hoe gaat het college om met de gevoelens van onzekerheid en onveiligheid bij de inwoners van Kiel-Windeweer e.o.? Zowel nu als in de toekomst?

10) In hoeverre kunnen inwoners die schade hebben door de zoutwinning terecht bij de Tijdelijke commissie Mijnbouwschade?

 ……

 ……

 ……

(3)

Namens de fractie van de SP, Kees Koning

………….…

Algemene informatie: Een raadslid kan schriftelijke vragen stellen (artikel 33 RvO) aan het college of de burgemeester. Dit wordt gebruikt om van het college of burgemeester een verduidelijking te verkrijgen. Het gaat om het verkrijgen van feitelijke informatie waarbij een opvatting van het college wordt gevraagd. De gevraagde informatie is in het belang van het functioneren als raadslid.

Informatie over de procedure voor raadsleden: Raadsleden dienen schriftelijke vragen in bij de griffier. Daarbij wordt aangegeven of er een voorkeur voor schriftelijke of mondelinge beantwoording bestaat.

1. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 30 dagen, nadat de vragen zijn ingediend. Tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording zal plaatsvinden. De beantwoording vindt schriftelijk plaats via een niet ondertekende brief.

2. Het college moet mondelinge vragen uiterlijk beantwoorden in de eerste openbare raadsvergadering, na het verstrijken van de periode van dertig dagen na de datum van indiening van de vragen.

Informatie over de procedure voor de organisatie: De procedure voor de organisatie staat op het intranet bij weten en regelen: https://intranet.midden-groningen.nl/umbraco/weten-regelen/adviseringbesluitvormingsproces-aan-directie-college-en- raad/procedure-afspraken-rond-informatie-van-en-aan-de-gemeenteraad/

(4)

Beantwoording

schr.vragen art 33

Datum: 6 juni 2018 Verzenddatum:

Behandeld door:

Zaak:

Harry Berghuis 2018-013378

Mailadres: harry.berghuis@midden-groningen.nl

Onderwerp: Beantwoording vragen SP m.b.t. zoutwinning Nedmag (art. 33 RVO)

Geachte leden van de raad,

Op 14 mei 2018 hebben wij vragen van Kees Koning namens de raadsfractie van de SP ontvangen.

De vragen worden hieronder beantwoord, waarbij eerst de gestelde vragen worden herhaald (cursief weergegeven).

Op 25 april 2018 is er een lekkage geweest bij de Nedmag en zijn liters pekelwater vrij gekomen.

Als gevolg van dit lek wordt de zoutwinning in Tripscompagnie stil gelegd en wil de Nedmag gaan boren en winnen in Borgercompagnie. Eind 2017 heeft de voormalige gemeente Hoogezand- Sappemeer een zienswijze en handhavingsverzoek ingediend bij respectievelijk het ministerie van Economische Zaken en het SODM. Op 3 mei is door het SODM gereageerd op het handhavingsverzoek. Nav het lek, de beoogde winning, de reactie van het SODM en de publicatie in de staatscourant van 17 april j.l. stelt de SP de volgende vragen.

1) Goed om te lezen dat de gemeente zich verzet tegen nieuwe Zoutwinning van de Nedmag.

Gaat u hierin ook samenwerken met o.a de gemeente Veendam, de gemeente Tynaarlo (Zuidlaarderveen), de provincie en de NOM?

Antwoord

Als dat nuttig is, wel. Het hangt er van af in hoeverre standpunten/belangen overeenkomen.

2) Hoe gaat u als college optreden? Wanneer verwacht u meer duidelijkheid?

Antwoord

T.a.v. lekkage: afwachten uitslag onderzoek naar oorzaak incident; Nedmag heeft aangegeven met een planning te komen wanneer onderzoeksresultaten verwacht worden.

T.a.v. nieuwe zoutwinning:

(5)

Pagina: 2 van 7

Datum: 24 mei 2018Beantwoording vragen SP m.b.t. zoutwinning Nedmag (art. 33 RVO)Beantwoording vragen SP m.b.t.

zoutwinning Nedmag (art. 33 RVO)

Zaak: 2018-013378

a. wij maken bezwaar met betrekking tot afwijzen handhavingsverzoek door SodM; wij winnen juridisch advies in over de exacte inhoud en formulering van het bezwaar;

b. wij wachten nog steeds op de beschikking op door Nedmag aangevraagde omgevingsvergunning voor de locatie Borgercompagnie; daarin zal ook een reactie van EZK op onze zienswijze van 21 dec 2017 worden gegeven;

c. Op 17 april 2018 is gepubliceerd dat Nedmag geen MER-rapport hoeft op te stellen voor de twee diepboringen (Ve5 en Ve6) op de bestaande inrichting Well Head Center-1, gelegen aan de

Borgercompagnie 156A in de gemeente Veendam. Op 18 april is hierover navraag gedaan bij het Ministerie EZK. Voor de diepe boringen VE5/6 moet een aparte omgevingsvergunning worden aangevraagd (Besluit algemene regels milieu mijnbouw (vergunning aanleg boorgat)). Dat heeft Nedmag gedaan op 26 maart 2018. De aanvraag is begin april in behandeling genomen door Ministerie EZK. Deze vergunning volgt de uitgebreide procedure; het ontwerpbesluit wordt verwacht begin juni 2018. Zonder vergunning mag niet met het boren worden begonnen. De vergunning heeft alleen betrekking op bovengrondse effecten ervan. De gemeente kan haar zienswijze geven op de ontwerpbeschikking.

3) Wat is de rol van de stuurgroep bodemdaling Nedmag waar ook de burgemeester van Midden-Groningen zitting in neemt? Graag ontvangen wij meer informatie hierover.

Daarnaast willen we graag op de hoogte worden gehouden van hetgeen in deze stuurgroep is besproken.

Antwoord

Er is een ambtelijk en bestuurlijk overleg bodemdaling Nedmag. Dit overleg komt voort uit de in 2002 gewijzigde ‘Overeenkomst betreffende afhandeling van kosten van bodemdaling door zoutwinning tussen Nedmag en lokale overheden’. De deelnemende partijen zijn Nedmag, Waterschap Hunze en Aa’s en de gemeenten Veendam en Midden-Groningen (als rechtsopvolger van de gemeente Menterwolde).

De provincie Groningen wordt bij alle gezamenlijke overleggen betrokken op uitnodiging van Nedmag (art. VII van de overeenkomst); bestuurlijk overleg zal plaatsvinden op verzoek van één der partijen.

(6)

Pagina: 3 van 7

Datum: 24 mei 2018Beantwoording vragen SP m.b.t. zoutwinning Nedmag (art. 33 RVO)Beantwoording vragen SP m.b.t.

zoutwinning Nedmag (art. 33 RVO)

Zaak: 2018-013378

Het bestuurlijk overleg is meestal 1 keer per jaar. Dan komen vooral de gemaakte afspraken in het ambtelijk overleg aan de orde. Het betrof afgelopen jaren vooral maatregelen met betrekking tot de waterhuishouding en onderzoek naar oorzaken gemelde schades, en dan overwegend in de gemeente Veendam.

Het laatste overleg was 7 mei 2018. Het verslag van deze bijeenkomst wij voor u ter inzage leggen zodra deze is vastgesteld. Op deze bijeenkomst heeft Nedmag toegelicht wat er is gebeurd en wat nog uitgezocht moet worden. Wij hebben in dat overleg er op aangedrongen dat SodM zijn

toezichthoudende taak overtuigend zal uitvoeren, en erop toe zal zien dat er deskundig onderzoek wordt uitgevoerd.

4) In zowel het handhavingsverzoek van 21 december 2017 en in de beslissing op het handhavingsverzoek van het SODM van 3 mei 2018 wordt gesproken over dat pas bij een bodemdaling van 50 cm pas wordt getoetst.

• Wat wordt er precies getoetst en waaraan?

• Wat zijn de risico’s wanneer de bodem verzakt?

Antwoord

In het in 2013 door Nedmag ingediende winningsplan (Mijnbouwwet) is aangevraagd om tot 65 cm in het diepste punt van de bodemdalingskom, magnesiumzout te mogen winnen. In het besluit van 3 oktober 2014 is vastgelegd (artikel 2): “Winning vindt plaats overeenkomstig het winningsplan tot het moment dat door zoutwinning een bodemdaling optreedt van 50 cm sinds 1977.” Daarna moet tijdig een gewijzigd winningsplan worden ingediend “waarin de gevolgen van voortzetting dan wel beëindiging van de winningsactiviteiten worden beschreven.”

Bodemdaling vereist op enig moment aanpassing aan de waterhuishouding zodat de waterpeilen in het bodemdalingsgebied de bodemdaling kunnen volgen en daarmee de drooglegging in stand blijft.

Daartoe zijn er o.a. stuwtjes, gemalen en nieuwe watergangen aangelegd en zijn peilgebieden gewijzigd. De aangepaste waterhuishouding en waterpeilen zijn vastgesteld in een peilbesluit (waterschap Hunze en Aa’s). Veranderingen in het grondwaterpeil kunnen invloed hebben op draagkracht van de bodem en soms leiden tot ongelijkmatige zettingen. Er moet eeuwigdurend meer water worden afgevoerd uit het dalingsgebied.

5) In het Dagblad van het Noorden is te lezen dat het SODM aangeeft dat het verwacht dat de bodemdaling versneld gaat plaatsvinden.

(7)

Pagina: 4 van 7

Datum: 24 mei 2018Beantwoording vragen SP m.b.t. zoutwinning Nedmag (art. 33 RVO)Beantwoording vragen SP m.b.t.

zoutwinning Nedmag (art. 33 RVO)

Zaak: 2018-013378

• In hoeverre is deze versnelde bodemdaling van invloed op de bodemdaling door de nieuwe zoutwinning in Borgercompagnie en Kiel-Windeweer?

• Wat zijn de risico’s van deze versnelde bodemdaling?

Antwoord

Op 20 april 2018 is plotseling een drukdaling gemeten wat wijst op een ondergrondse lekkage.

Ondergronds is er ook een verbinding tussen 9 putten zodat de lekkage niet gestopt kan worden door 1 put af te sluiten. Het is niet bekend waar de lekkage is. Nedmag veronderstelt dat er een opening is ontstaan in het zoutdak en dat de pekel met olie weglekt door een scheur in de

bovenliggende laag/lagen. Om te bereiken dat er zo weinig mogelijk ongecontroleerd weglekt, wordt er geen water meer geïnjecteerd en wordt de thans aanwezige ca. 2 miljoen kubieke meter pekel gewonnen in de veronderstelling dat de lekkage stopt als er geen pekel meer is.

Deze versnelde winning (Nedmag denkt hiervoor zo’n 2 jaar nodig te hebben) leidt tot versnelde bodemdaling van ca. 25 cm in deze periode. SODM verwacht dat daar geen extra risico’s aan verbonden zijn.

6) Hoe groot is de huidige bodemdaling in het diepste punt en in welke mate gaat de versnelde bodemdaling als gevolg van het lek deze bodemdaling naar de toetsgrens van 50 cm brengen? En wat zijn dan de consequenties?

Antwoord

Nedmag heeft aangegeven dat de maximale bodemdaling op dit moment ca. 40 cm (sinds 1993) bedraagt; waarschijnlijk wordt nog dit jaar de 50 cm (sinds 1977) bereikt. Zie het antwoord op vraag 5 m.b.t. consequenties.

7) Op 26 april heeft de Nedmag-directeur Bert Jan Bruning aangegeven: ,,Kiel-Windeweer is absoluut geen optie. Wat betekent deze uitspraak voor de nieuwe zoutwinning in

Borgercompagnie en met name het schuin boren? Wat gaat u doen om het schuin boren tegen te gaan?

Antwoord

(8)

Pagina: 5 van 7

Datum: 24 mei 2018Beantwoording vragen SP m.b.t. zoutwinning Nedmag (art. 33 RVO)Beantwoording vragen SP m.b.t.

zoutwinning Nedmag (art. 33 RVO)

Zaak: 2018-013378

De door u genoemde uitspraak kunnen wij niet plaatsen; zie verder ons antwoord op vraag 2.

8) In het bericht aan de gemeenteraad mbt de calamiteit zoutwinning wordt benoemd dat Nedmag een extra vergunning moet hebben maar dat hier geen Milieu Effect rapportage voor opgesteld hoeft te worden (publicatie staatscourant 17 april 2018).

• De gemeente gaat hiertegen bezwaar maken, in hoeverre wordt hierbij de expertise van het SODM ingezet? Op de website van het SODM staat bijvoorbeeld duidelijk welke regels er gelden rondom zoutwinning, een zgn. MER is daar één van de eisen.

• Hoe kan het dat het ministerie EZK niet reageert op de zienswijze en het

handhavingsverzoek maar vervolgens wel op 17 april via de staatscourant laat weten dat een MER niet noodzakelijk is maar een omgevingsvergunning wel?

• Wij willen graag op de hoogte blijven van het beoordelingsbesluit MER en de ontwerpbeschikking van de omgevingsvergunning die ter zijner tijd (erg vaag) ter inzage wordt gelegd op de secretarie van de gemeente Veendam. Kan het college dit toezeggen en hiervoor zorgen?

Antwoord

a. Wij winnen juridisch advies in of een bezwaar tegen het mer-beoordelingsbesluit ontvankelijk is (dat lijkt niet zo te zijn). Er kan t.z.t. wel een zienswijze worden gegeven op het

ontwerpbesluit van de omgevingsvergunning (“vergunning aanleg boorgat”), onder andere dat er wèl een MER-rapport zou moeten worden opgesteld. Het SODM heeft het ministerie EZK al eerder geadviseerd om de MER-plicht in dit geval niet op te leggen.

b. Het ministerie EZK heeft ons laten weten dat het aantal ingediende zienswijzen heeft geleid tot uitstel van hun besluit, zie ook antwoord 2b. De omgevingsvergunning waar de

Staatscourant van 17 april 2018 naar verwijst, betreft de hierboven genoemde “vergunning aanleg boorgat” (voor de boringen Ve5 en Ve6). Onze zienswijze van 21 december 2017 heeft betrekking op een omgevingsvergunning voor de locatie Borgercompagnie, voor wat zich bovengronds afspeelt (gebouwen, machines, materieel, e.d.). Omdat in de aanvraag voor deze omgevingsvergunning de nieuwe boringen Ve5 en Ve6 genoemd worden, die volgens ons in strijd zijn met het winningsplan, hebben wij een zienswijze op deze omgevingsvergunning ingediend.

(9)

Pagina: 6 van 7

Datum: 24 mei 2018Beantwoording vragen SP m.b.t. zoutwinning Nedmag (art. 33 RVO)Beantwoording vragen SP m.b.t.

zoutwinning Nedmag (art. 33 RVO)

Zaak: 2018-013378

Het handhavingsverzoek (om te voorkomen dat in strijd met het winningsplan nieuwe boringen worden gedaan) is behandeld en afgewezen door de toezichthouder: SodM.

c. Ja.

9) Inwoners zijn geïnformeerd via de pers

• Hoe gaat het college zorgen voor betere communicatie met bewoners van Kiel- Windeweer e.o.? Zowel nu als in de toekomst?

• Hoe gaat het college om met de gevoelens van onzekerheid en onveiligheid bij de inwoners van Kiel-Windeweer e.o.? Zowel nu als in de toekomst?

Antwoord

Dat de inwoners geïnformeerd zijn via de pers, is niet verwonderlijk bij het optreden van een incident.

Nedmag heeft zelf een persbericht uit laten gaan. We gaan op dit moment in overleg met de Stichting stop zoutwinning en de betreffende dorpsverenigingen om te bekijken op welke manier we goed contact kunnen houden over dit onderwerp en we inwoners kunnen betrekken bij en informeren over de stappen die wij zetten.

10) In hoeverre kunnen inwoners die schade hebben door de zoutwinning terecht bij de Tijdelijke commissie Mijnbouwschade?

Antwoord

De Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen behandelt alleen schades door gaswinning uit het Groningenveld en door de gasopslag in Norg. Er is een landelijk loket mijnbouwschade (088 042 42 70) die doorverwijst naar de instantie die de schademelding behandelt.

In dit deel van de provincie Groningen daalt de bodem niet alleen door gaswinning maar ook door zoutwinning. Nedmag en de Commissie Bodemdaling hebben afspraken gemaakt over de

afhandeling van schadeclaims. De websitehttp://www.mijnbouwgroningen.nl/waar/verwijst in dit geval door naar Nedmag.

Het SODM heeft onlangs de ‘Staat van de sector zout’ gepubliceerd en doet daarin een aanbeveling om tot 1 schadeloket te komen voor alle vormen van mijnbouwschade.

(10)

Pagina: 7 van 7

Datum: 24 mei 2018Beantwoording vragen SP m.b.t. zoutwinning Nedmag (art. 33 RVO)Beantwoording vragen SP m.b.t.

zoutwinning Nedmag (art. 33 RVO)

Zaak: 2018-013378

Informatiebijeenkomst

In overleg met de agendacommissie wil het college graag een informatiebijeenkomst plannen met de raad over zoutwinning. Wij geven dan graag een nadere toelichting op de punten die in deze brief aan de orde zijn gekomen.

Met vriendelijke groet,

Burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen

R.W. Munniksma H.J.W. Mulder

Burgemeester Gemeentesecretaris

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording

Tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording

Onderschrijft het college de stelling, dat het van het grootste belang voor zowel de gemeente, de betrokken veehouders, als het vee dat dit voer toegediend krijgt, is, dat

Het College ziet inhoudelijke gronden en een aangescherpte motivering voor een geslaagd hoger beroep.. Kunt u dit nader duiden, wat zijn deze gronden en

Tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording

Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 30 dagen, nadat de vragen zijn ingediend. Tenzij het college of de burgemeester de

Bent U met de mening van GBMG eens, dat er duidelijk gestuurd wordt voor deze locatie, daar er van de andere locaties geen quick scans zijn gemaakt.. Is het voor het College

De fractie van de PvdA heeft ons naar aanleiding van een onderzoek in een aantal gemeenten 3 vragen voorgelegd naar aanleiding van de volgende kwestie: Huisartsen hebben de