• No results found

Schriftelijke vragen aan het college (art 33 RvO)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Schriftelijke vragen aan het college (art 33 RvO)"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

*Site Algemene Onderwijsbondhttps://www.aob.nl/nieuws/geld-onderwijsachterstanden-gespreid-over-meer-gemeenten/

Datum: 17 mei 2018

Onderwerp : Inzet financiële middelen onderwijsachterstanden.

Toelichting: De minister voor Basis- en Voortgezet onderwijs en Media heeft aangekondigd extra middelen beschikbaar te stellen voor de aanpak van onderwijsachterstanden. Voor de gemeente Midden-Groningen is er op termijn mogelijk 2.181.000 euro beschikbaar.*

Het college/ de burgemeester wordt verzocht de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden:

 Heeft het college kennis genomen van het bericht dat gemeenten extra middelen ontvangen voor de aanpak van onderwijsachterstanden?

 Hoe zijn de onderwijsachterstanden op dit moment in Midden-Groningen in beeld gebracht en welke gegevens kunt u hierover verstrekken?

 Heeft de gemeente Midden-Groningen beleid geformuleerd om onderwijsachterstanden aan te pakken? Indien ja, hoe ziet dit beleid er uit? Indien, nee wanneer wordt hierop beleid

geformuleerd?

 Hoe denkt het college de extra middelen voor onderwijsachterstanden in te gaan zetten?

De ChristenUnie zou graag zien dat we de aanpak van onderwijsachterstanden benaderen vanuit een bredere aanpak. Te denken valt daarbij aan het sociaal domein en specifiek de jeugdzorg.

 Deelt het college onze mening? Zo ja, hoe denkt zij dit dan vorm je geven? Zo nee, waarom niet?

Lucy Doorn

Niels Joostens

Algemene informatie: Een raadslid kan schriftelijke vragen stellen (artikel 33 RvO) aan het college of de burgemeester. Dit wordt gebruikt om van het college of burgemeester een verduidelijking te verkrijgen. Het gaat om het verkrijgen van feitelijke informatie waarbij een opvatting van het college wordt gevraagd. De gevraagde informatie is in het belang van het functioneren

(2)

Gemeente Midden-Groningen Postbus 75

9600 AB Hoogezand

IBAN NL 45 BNGH 0285 1729 48 Tel.nr: (0598)-373737 www.midden-groningen.nl

Fractie ChristenUnie Midden-Groningen Mevrouw L. Doorn

De heer N. Joostens

Team Sociaal Beleid

Datum: 6 juni 2018 Verzenddatum: 6 juni 2018

Uw kenmerk: Zaak: 2018-013945

Behandeld door: Alice Tamminga Mailadres: alice.tamminga@midden-groningen.nl Bijlage(n): 0

Onderwerp: Beantwoording vragen art. 33 RvO inzake inzet financiële middelen onderwijsachterstanden

Geachte mevrouw Doorn en heer Joostens,

Wij hebben uw brief ontvangen van 18 mei jl. waarin u op grond van artikel 33 RvO vragen stelt over het onderwijsachterstandenbeleid. Via deze brief beantwoorden wij uw vragen.

Vraag 1:

Heeft het college kennis genomen van het bericht dat gemeenten extra middelen ontvangen voor de aanpak van onderwijsachterstanden?

Antwoord vraag 1:

Wij zijn op de hoogte van de brief die de minister voor basis- en voortgezet onderwijs en media op 26 april jl. heeft gestuurd naar de Tweede Kamer. In deze brief informeert de minister de Tweede Kamer over zijn keuze rond de verdeling van onderwijsachterstandsmiddelen over gemeenten en basisscholen. Het bedrag voor de gemeente Midden-Groningen wordt met toepassing van de nieuwe verdeelsystematiek geschat op € 2.181.000. Dit is een forse verhoging ten opzichte van het huidige onderwijsachterstandenbudget in het jaar 2018. Het budget van 2018 is € 850.000. Vanaf 2022 gaat de nieuwe verdeelsystematiek volledig in. Tot die tijd geldt een overgangsperiode van 3 jaren waarbij ons budget telkens in stappen wordt verhoogd.

(3)

Pagina: 2 van 5 Zaak: 2018-013945

Onderwerp: Beantwoording vragen art. 33 RvO inzake inzet financiële middelen

onderwijsachterstanden

Vraag 2:

Hoe zijn de onderwijsachterstanden op dit moment in Midden-Groningen in beeld gebracht en welke gegevens kunt u hierover verstrekken?

Antwoord vraag 2:

Wij hebben geen informatie over het aantal kinderen dat ten opzichte van leeftijdgenoten achter is in onderwijs of opleiding. Binnen het onderwijs spreken we van een achterstandsleerling als hun ouders maximaal het niveau van praktijkonderwijs of VMBO basis of kaderberoepsgerichte leerweg hebben gevolgd. Een lagere opleiding van de ouders blijkt een goede voorspeller voor het

ontwikkelen van een onderwijsachterstand bij hun kinderen. Kinderen met laagopgeleide ouders worden door hun opvoeding of omgeving minder goed voorbereid op het leren op school en worden tijdens hun schoolloopbaan minder gestimuleerd. De term achterstandsleerling zegt dus niets over de verstandelijke vermogens of prestaties van de leerling zelf maar verwijst naar het risico op het ontwikkelen van een achterstand.

In de tabel hieronder staat aangegeven hoeveel achterstandsleerlingen er op het basisonderwijs zijn per kern:

Kernen met basisscholen Aantal

achterstandsleerlingen*

Aantal leerlingen % achterstandsleerlingen

Kolham 22 81 27

Hoogezand, met name; Woldwijck, Gorecht-West en Spoorstraat Kieldiep

262 1561 17

Muntendam 57 357 16

Noordbroek 11 92 12

Foxhol 9 88 10

Froombosch 3 41 7

Zuidbroek 20 285 7

Slochteren 12 173 7

Sappemeer 58 912 6

Meeden 7 127 6

Harkstede 11 334 3

(4)

Pagina: 3 van 5 Zaak: 2018-013945

Onderwerp: Beantwoording vragen art. 33 RvO inzake inzet financiële middelen

onderwijsachterstanden

Westerbroek 1 37 3

Schildwolde 6 224 3

Siddeburen 7 327 2

Kropswolde 1 91 1

Totaal gemeente 487 4730 10

*Bron: Duo met peildatum 1 oktober 2017

Landelijk wordt 8,7% van de basisschoolleerlingen als achterstandsleerling aangemerkt (CBS, 2017).

In de gemeente Midden-Groningen ligt dit percentage hoger met 10%.

Achterstandspeuters

In 2017 kregen 200 peuters extra ondersteuning op de peuteropvang om hun risico op een onderwijsachterstand te voorkomen of tegen te gaan.

Vraag 3:

Heeft de gemeente Midden-Groningen beleid geformuleerd om onderwijsachterstanden aan te pakken? Indien ja, hoe ziet dit beleid er uit? Indien, nee wanneer wordt hierop beleid

geformuleerd?

Antwoord vraag 3:

De gemeente Midden-Groningen ontvangt een specifieke uitkering van het rijk voor de uitvoering van een beleid om achterstanden bij jonge kinderen vroegtijdig te signaleren en te bestrijden. In het Besluit Besluit Specifieke Uitkeringen Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid 2011-2014 (verlengd naar 2018) zijn de kaders voor de besteding van de uitkering vastgelegd. In elk geval moet de uitkering ingezet worden om te voldoen aan een aantal wettelijke verplichtingen die de gemeente heeft op grond van de Wet Onderwijskansen door Kwaliteit en Educatie. Deze zijn:

▪ het aanbieden van voldoende en een kwalitatief hoogwaardig aanbod voorschoolse educatie.

▪ het maken van afspraken met schoolbesturen en kinderopvangaanbieders over tenminste het definiëren en de werving van de doelgroep voor voorschoolse educatie, de toeleiding naar de

(5)

Pagina: 4 van 5 Zaak: 2018-013945

Onderwerp: Beantwoording vragen art. 33 RvO inzake inzet financiële middelen

onderwijsachterstanden

voor- en vroegschoolse voorzieningen, het zorgdragen voor een doorlopende leerlijn naar vroegschoolse educatie en het behalen van resultaten bij de vroegschoolse educatie.

De gemeentelijke kaders voor de subsidieverlening binnen het onderwijsachterstandenbeleid is vastgelegd in de ‘Nadere regels onderwijsachterstandenbeleid’. De subsidiëring voor voorschoolse educatie is vastgelegd in de ‘Nadere regels peuteropvang en voorschoolse educatie’. Deze nadere regels zijn in oktober 2017 afzonderlijk door de 3 voormalige gemeenten Hoogezand-Sappemeer, Slochteren en Menterwolde vastgesteld door de colleges. Het beleid is al wel geharmoniseerd.

Zodra de raad de algemene subsidieverordening voor de gemeente Midden-Groningen heeft vastgesteld, kan het college de nadere regels vast laten voor onze gemeente.

Vraag 4:

Hoe denkt het college de extra middelen voor onderwijsachterstanden in te gaan zetten?

Antwoord vraag 4:

Het onderwijsachterstandenbudget van de gemeente Midden-Groningen wordt naar verwachting met € 1,3 miljoen verhoogd vanaf het jaar 2022.

Dit budget willen we inzetten voor een stimulerende en veilige kindvoorziening. We willen de mogelijkheid uitwerken van een basisvoorziening voor kinderen van 0 tot 6 jaar. In de

basisvoorziening worden de functies opvang, educatie, welzijn en zorg geïntegreerd. Een basisvoorziening kan thuismilieus aanvullen en eventuele tekorten compenseren.

Ontwikkelingsachterstanden kunnen daarbij snel gesignaleerd en aangepakt worden.

Het rijk stelt voor de inzet van het onderwijsachterstandenbudget wel twee nieuwe verplichtingen voor gemeenten. Zo moeten we de kwaliteit van de voorschoolse educatie verhogen met de inzet van HBO- geschoolde professionals. Ook dienen we de voorschoolse educatie voor peuters uit te breiden van 10 uur per week naar 16 uur per week vanaf het jaar 2020. Deze verplichtingen passen binnen de bedoeling van een brede basisvoorziening voor jonge kinderen.

Bovengenoemd voorstel en dus ook de inzet van de extra middelen betrekken we bij de scenariodiscussie van het sociaal domein. In september 2018 worden de keuzes in het sociaal domein in de vorm van scenario’s voorgelegd aan de raad.

(6)

Pagina: 5 van 5 Zaak: 2018-013945

Onderwerp: Beantwoording vragen art. 33 RvO inzake inzet financiële middelen

onderwijsachterstanden

Vraag 5:

De ChristenUnie zou graag zien dat we de aanpak van onderwijsachterstanden benaderen vanuit een bredere aanpak. Te denken valt daarbij aan het sociaal domein en specifiek de jeugdzorg.Deelt het college onze mening? Zo ja, hoe denkt zij dit dan vorm je geven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 5:

Wij delen uw mening. Bij de beantwoording van vraag 4 hebben wij aangegeven hoe wij hier invulling aan willen geven.

Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Met vriendelijke groet,

Burgemeester en wethouders van Midden-Groningen,

H.J.W. Mulder secretaris

R.W. Munniksma burgemeester

(7)

*Site Algemene Onderwijsbondhttps://www.aob.nl/nieuws/geld-onderwijsachterstanden-gespreid-over-meer-gemeenten/

Informatie over de procedure voor raadsleden: Raadsleden dienen schriftelijke vragen in bij de griffier. Daarbij wordt aangegeven of er een voorkeur voor schriftelijke of mondelinge beantwoording bestaat.

1. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 30 dagen, nadat de vragen zijn ingediend. Tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording zal plaatsvinden. De beantwoording vindt schriftelijk plaats via een niet ondertekende brief.

2. Het college moet mondelinge vragen uiterlijk beantwoorden in de eerste openbare raadsvergadering, na het verstrijken van de periode van dertig dagen na de datum van indiening van de vragen.

Informatie over de procedure voor de organisatie: De procedure voor de organisatie staat op het intranet bij weten en regelen:https://intranet.midden-groningen.nl/umbraco/weten-regelen/adviseringbesluitvormingsproces-aan-directie-college-en- raad/procedure-afspraken-rond-informatie-van-en-aan-de-gemeenteraad/

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording

Tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording

Onderschrijft het college de stelling, dat het van het grootste belang voor zowel de gemeente, de betrokken veehouders, als het vee dat dit voer toegediend krijgt, is, dat

Het College ziet inhoudelijke gronden en een aangescherpte motivering voor een geslaagd hoger beroep.. Kunt u dit nader duiden, wat zijn deze gronden en

Tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording

Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 30 dagen, nadat de vragen zijn ingediend. Tenzij het college of de burgemeester de

Bent U met de mening van GBMG eens, dat er duidelijk gestuurd wordt voor deze locatie, daar er van de andere locaties geen quick scans zijn gemaakt.. Is het voor het College

De fractie van de PvdA heeft ons naar aanleiding van een onderzoek in een aantal gemeenten 3 vragen voorgelegd naar aanleiding van de volgende kwestie: Huisartsen hebben de