• No results found

Weldra overbodig?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Weldra overbodig?"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

X

X

Geen eigen projecten, maar die van partners

X

X

Veel aandacht voor plattelandsbevolking

Erik DE SmEt

Is het binnenkort gedaan met de werking van Broederlijk De- len? Daarop lijkt de slogan bij de campagne van dit jaar, Maak ons overbodig!, te zinspelen. Niets van natuurlijk, al stemt hij tot naden- ken. Jo Dalemans, beleidsmede- werker rurale ontwikkeling bij de ngo: „Broederlijk Delen bestaat dit jaar een halve eeuw, een gele- genheid dus om ernstige vragen te stellen. Deze campagne gaat over hoe we het best aan ontwik- kelingssamenwerking doen.”

Dalemans is net terug uit Bur- kina Faso, een van de landen waar Broederlijk Delen partnerorgani- saties helpt. „Tachtig procent van de bevolking leeft er van klein- schalige landbouw”, zegt hij. „Als je in zo’n land grootschalige in-

dustriële landbouwprojecten in- voert, dan verschaft dat werk aan tien procent van de bevolking.

Maar wat met de rest? Decennia- lang werd in het Zuiden de klein- schalige landbouw verwaarloosd.

Goedkope rijst en mais werden in vele Afrikaanse landen gedumpt, waardoor boeren niet meer van de opbrengst van hun grond kon- den leven en migratie naar de ste- den op gang kwam. De aandacht voor de plattelandsbevolking was voor Broederlijk Delen altijd al belangrijk. Ook daarom zijn we graag pleitbezorgers van de fami- liale landbouw.”

Mensen centraal

Hoe wordt de plattelandsbevol- king concreet ondersteund? Dale- mans: „We ondersteunen aller- eerst plaatselijke boerenorgani- saties om ervaring en kennis uit te wisselen. Op vraag van onze partners in het Zuiden proberen we ook beleidmakers te beïn- vloeden.”

„Veel ontwikkelingsprojecten leggen de nadruk op het geven

van materiële hulp en het uitbou- wen van infrastructuur”, vervolgt Wim Schalenbourg, regiover- antwoordelijke Burundi, Rwan- da en Kameroen bij Broederlijk Delen. „Bij ons staan de mensen centraal. Ontwikkeling is voor Broederlijk Delen niet enkel ma- terieel, maar omvat de hele mens.

Minstens even belangrijk voor ons zijn de sociale samenhang en de eigenwaarde van mensen. Ont- wikkeling is werken aan sociale veranderingen en wijziging van de mentaliteit, waardoor mensen opnieuw meester kunnen wor- den van hun leven en toekomst.”

Een voorbeeld van die aanpak?

Schalenbourg: „Onze partner in

Burundi startte met het program- ma Haguruka, wat ‘Sta op’ bete- kent. Een deel van de bevolking was sterk afhankelijk geworden van noodhulp. Die was goed be- doeld, maar de mensen waren niet langer gemotiveerd om iets te maken van landbouw en vee- teelt. Ze leefden vooral van voed- selhulp. Onze partner stelde vast dat hun eergevoel daardoor fel was aangetast. In kleine groepen krijgen de boeren nu een meer- daagse vorming in landbouw- technieken en sociale vaardighe- den, zodat ze hun inkomen uit landbouw kunnen verhogen.”

Schalenbourg werkte ook zelf als ontwikkelingswerker bij part-

ners van Broederlijk Delen in Burkina Faso en Haïti. Het was vooral de niet-paternalistische aanpak van Broederlijk Delen die hem aantrok. Schalenbourg: „Die houding zit al heel duidelijk ver- vat in onze basisslogan Omdat het Zuiden plannen heeft. Wij hebben niet onze eigen projecten, maar steunen plaatselijke organisaties in het Zuiden om hun eigen pro- jecten uit te voeren, volgens hun eigen inzichten. De organisaties ter plekke nemen zelf het initi- atief en beslissen zelf welke pro- blemen ze het eerst willen aan- pakken. Die manier van werken is mijns inziens de beste in de strijd tegen de armoede in de wereld.”

Jozefien Van HuffEl

De kasteloze Tilak uit het zuiden van India was in 2009 de centra- le figuur bij Broederlijk Delen.

Er werd zelfs een glossy aan haar gewijd. Vandaag is India partner- land af, net zoals de Filippijnen en Cambodja, Zuid-Afrika en Ka- meroen, Honduras en Ecuador.

„We doen minder om het beter te doen”, zegt diensthoofd part- nerwerking Dirk Willems. „Over- heid en publiek eisen kwaliteit en efficiëntie. Door ons te concentre- ren op minder landen, kunnen we er sterker aanwezig zijn met onze mensen en middelen. We kunnen ook projecten beter opvolgen en maken minder onkosten.”

Volgens Willems zijn de armere landen daarom de prioriteit van Broederlijk Delen. „Ook in India en Zuid-Afrika is er de kloof tus- sen arm en rijk en zie je schrijnen- de toestanden”, zegt hij. „Maar India is een groeiland.”

Samen met de partners ter plek- ke werd de voorbije jaren dan ook gezocht naar financiering door de overheid. Willems: „In In- dia bestaan er bijvoorbeeld gro- te landbouwprogramma’s. Onze partners kenden die niet, maar nu gebruiken ze die in het voor- deel van hun doelgroep. Een land waar dat kan, is helemaal iets an- ders dan Congo of Haïti, waar we bewust aanwezig blijven.”

Terwijl andere landen verdwij- nen, is Mali nieuw als partner- land. „Nu bereiken we een re- gionale cluster van landen. Met

Senegal, Burkina Faso en Mali hebben we drie partnerlanden die een gelijkaardige landbouwpro- blematiek kennen en die lid zijn van de West-Afrikaanse Unie, zo- dat we ook politiek onze stempel

meer kunnen drukken”, zegt Wil- lems. Ook in Centraal-Afrika en Latijns-Amerika vormen de part- nerlanden dergelijke clusters.

In Azië blijven er geen partner- landen over. Wel werkt Broeder- lijk Delen er samen met een net-

werk van organisaties in acht landen. Met duurzaam bosbeheer strijden ze tegen klimaatverande- ring. Een fonds dient om kleine basisinitiatieven te steunen.

„We vertrokken nergens van de ene op de andere dag, maar teken- den individuele afbouwscenario’s uit”, zegt Willems. „Met extra steun zochten sommige partners eigen financiering, zoals in India.

De meeste projecten uit de cam- pagne van 2009 staan op eigen be- nen. Elders nemen organisaties binnen Cidse, de internationale koepel van vastenacties, partners over. Ierse collega’s in Cambodja, Zwitsers in Zuid-Afrika. Al zeg ik niet dat ze onze steun nergens zullen missen.”

8 ontwikkeling

9 maart 2011

kerk & leven

www.monolift.be

Stuur mij vrijblijvend een gratis documentatiepakket.

Mijn gegevens: ❏ Dhr. ❏ Mevr.

Naam:

Straat: Nr.:

Postcode: Stad:

Tel.:

Makkelijk de trap op en af met een traplift van

ThyssenKrupp Monolift!

INFORMATIEBON

Esthetiek, comfort en veiligheid in slechts 1 rail Maatwerk en

professionele montage Ruime keuze in materialen en kleuren Makkelijk te bedienen

Voor alle trappen!

Stuur deze bon volledig ingevuld naar ThyssenKrupp Monolift, Kaleweg 20, 9030 Gent of mail naar info@monolift.be

KL

%-%%.)(+*

Bel gratis Overal in België,

met meer dan 50 jaar ervaring

Advertentie

Weldra

overbodig?

Broederlijk Delen vraagt zich af hoe het best aan ontwikke- lingshulp wordt gedaan

In Burundi leren boeren betere landbouwtechnieken aan. © Thomas De Boever/Broederlijk Delen

Vaarwel India en Honduras, welkom Mali

Broederlijk Delen herschikt zijn partners:

niet langer 20, maar 14 projectlanden. Voor zeven landen is er een afbouwscenario

Dirk Willems: „De Indiase organisaties uit de campagne van 2009 staan nu veelal op eigen benen.” © Stephane Swinnen

„We vertrokken niet van de

ene op de andere dag”

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als geen ander slaagde hij erin evangelische predikanten te over- tuigen zich niet langer politiek passief op te stellen, maar bij hun aanhang op te komen voor de con-

„Enerzijds kunnen we zo het pu- bliek gevoelig maken voor de fi- guur van Damiaan en zijn beteke- nis voor de wereld, anderzijds kunnen we geld inzamelen voor organisaties die

Eerste communie en vorm- sel, aangeboden door de scholen, worden nog steeds massaal be- leefd, maar tegelijk zijn jongeren nauwelijks of niet geëngageerd in de

Leif staat voor ‘levenseinde informatieforum’: het gaat om artsen die speciale expertise hebben opgebouwdop het vlak van palliatieve zorg en levenseinde-beslissingen.. Wie als arts

Daarbij is uit de analyses naar voren gekomen dat de kans dat de verdachte gebruik maakt van zijn zwijgrecht groter is wanneer de raadsman bijstand (zowel in

Waarom worden zulke subsidiedossiers waar Eu- ropese EFRO-steun (Europees Fonds voor Regio- nale Ontwikkeling) aan gekoppeld is, naar analo- gie van Aquafin-dossiers niet eveneens

Koninklijke Vereniging Stadswerk Nederland, netwerk van professionals voor de leefomgeving, heeft zich decennia lang beijverd voor de uitbanning van deze chemische middelen.. Ook

Verklaringen voor veranderingen in inkomensongelijkheid in de hele maatschappij achten wij niet relevant voor topinkomens, omdat ze niet binnen de top differentiëren,