• No results found

De inhoud van de rapportage is aantoonbaar gecontroleerd en vrijgegeven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De inhoud van de rapportage is aantoonbaar gecontroleerd en vrijgegeven"

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Dit rapport is digitaal gegenereerd en derhalve niet voorzien van een handtekening. De inhoud van de rapportage is aantoonbaar gecontroleerd en vrijgegeven.

Activiteitenplan

Rugstreeppad t.b.v.

locatie Snellerpoort Roche te Woerden

Rapportnummer: 20171178/rap04 Status rapport: versie 2

Datum rapport: 6 september 2018

Auteur: K. Dekker

Projectleider: D. Schut Kwaliteitscontrole: D. Schut

Opdrachtgever: Gemeente Woerden T.a.v. de heer Pouw Postbus 45

3440 AA Woerden Behorend bij besluit: OLO3520079 Datum: 05 februari 2019

Namens het College van B&W van de gemeente Woerden:

(2)

INHOUDSOPGAVE

1 INLEIDING ... 1

1.1 Aanleiding ... 1

1.2 Doel rapport ... 1

1.3 Leeswijzer en documentwijzer ... 2

2 HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE SITUATIE ... 3

2.1 Beschrijving huidige situatie ... 3

2.2 Werkzaamheden en toekomstige situatie ... 7

3 AANWEZIGHEID SOORTEN, EFFECTEN EN ECOLOGISCHE MAATREGELEN... 8

3.1 Inleiding ... 8

3.2 Aanwezigheid rugstreeppad ... 8

3.3 Effecten ... 10

3.4 Maatregelen ... 10

3.4.1 Mitigatie ... 10

3.4.2 Compensatie ... 15

4 WETTELIJK BELANG EN ALTERNATIEVENAFWEGING ... 22

4.1 Wettelijk belang ... 22

4.2 Alternatievenafweging... 22

4.2.1 Locatie ... 22

4.2.2 Inrichtingsalternatieven ... 22

4.2.3 Alternatieve werkwijze ... 23

4.2.4 Planning ... 23

4.2.5 Conclusie alternatieven ... 23

5 ANALYSE GUNSTIGE STAAT VAN INSTANDHOUDING ... 24

6 DESKUNDIGE EN VERANTWOORDING GEGEVENS ... 26

6.1 Deskundige ... 26

6.2 Verantwoording gegevens ... 26

7 LITERATUUR ... 27

BIJLAGEN... 28

1. BIJLAGE 1: Nader onderzoek rugstreeppad Roche Woerden, 20171178_rap05_ATKB_12-7- 2018

!! SECTIE EINDE NIET VERWIJDEREN !!

(3)

1 INLEIDING

1.1 Aanleiding

De gemeente Woerden heeft het voornemen om een weg aan te leggen ten noorden van de Beneluxlaan ten hoogte van Roche.

Op de locatie is reeds een quickscan uitgevoerd waaruit blijkt dat de geplande ingrepen mogelijk negatieve effecten heeft op de rugstreeppad (ATKB, kenmerk: 20171178/rap01, d.d. 5 oktober 2017).

Naar aanleiding hiervan zijn wij recentelijk gestart met een aanvullend onderzoek. Tijdens het eerste veldbezoek van het aanvullend onderzoek zijn direct diverse rugstreeppadden binnen het plangebied aangetroffen; het betroffen zowel roepende, rondwandelende als parende dieren. Hiermee is

vastgesteld dat het terrein onderdeel uitmaakt van het leefgebied van de rugstreeppad, kunnen we werkzaamheden niet zondermeer doorgang vinden en dient een Verklaring van geen bedenkingen (vvgb) aangevraagd te worden bij het daarvoor bevoegd gezag.

1.2 Doel rapport

Dit rapport dient als onderbouwing van de vvgb voor de rugstreeppad. In dit document wordt alle informatie waar nodig samengevat. Tevens wordt beschreven hoe de werkzaamheden worden uitgevoerd, welke mitigerende maatregelen worden genomen, het wettelijk belang dat van toepassing is en worden alternatieven afgewogen. Op basis van deze informatie kan het bevoegd gezag een afweging maken.

Juridisch kader bescherming rugstreeppad

Via de Wet natuurbescherming (Wnb) is de bescherming van diverse planten en dieren in Nederland vastgelegd. Naast de algemeen geldende zorgplicht voor alle in het wild levende planten en dieren (artikel 1.11 van de Wnb), geldt voor een aantal soorten, waaronder de rugstreeppad, een aanvullend beschermingsregime.

De rugstreeppad wordt middels artikel 3.5 uit de Wet natuurbescherming aanvullend beschermd. Het is volgens artikel 3.5 niet toegestaan om voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van rugstreeppadden te beschadigen of vernielen (lid 4). Daarnaast is het verboden om rugstreeppadden opzettelijk te doden of te vangen (lid 1), rugstreeppadden opzettelijk te verstoren (lid 2) of de eisnoeren van rugstreeppadden opzettelijk te vernielen of te rapen (lid 3).

Een vvgb plicht is van toepassing als een overtreding van de verbodsbepalingen uit de Wet

natuurbescherming niet (geheel) kan worden voorkomen door het nemen van voorzorgsmaatregelen.

Plan van aanpak

Aangezien bij de werkzaamheden (mogelijk) sprake is van verstoring en doding van rugstreeppadden en tevens voortplantings- en rustplaatsen van rugstreeppadden worden vernield, dient een vvgb op verbodsbepaling 3.5 lid 1, 2, 3 en 4te worden aangevraagd.

In het plangebied is suboptimaal leefgebied van de rugstreeppad aanwezig, vanwege droogval in de voortplantingsperiode. Derhalve is het mogelijk zelfs een verbetering voor de rugstreeppad te realiseren door de poel bij Plas Cattenbroek te optimaliseren. Deze poel is in de huidige staat niet geschikt voor de rugstreeppad. In het activiteitenplan zullen wij onderbouwen dat de huidige staat te wensen overlaat en dat het aanpassen van het beheer van de poel inclusief het aangrenzende landbiotoop kan worden gebruikt om het verlies aan leefgebied (op de locatie Snellerpoort Roche) voor de rugstreeppad te compenseren.

Daarnaast zijn tijdens de werkzaamheden mitigerende maatregelen vereist, zoals het wegvangen van de rugstreeppadden en weghouden uit het projectgebied.

(4)

1.3 Leeswijzer en documentwijzer

In hoofdstuk 2 wordt het plangebied beknopt beschreven, in hoofdstuk 3 worden de aanwezige soorten, effecten en maatregelen benoemd. In hoofdstuk 4 van dit activiteitenplan wordt het wettelijk belang onderbouwd en wordt de alternatievenafweging gemaakt. In hoofdstuk 5 wordt een analyse gemaakt van de invloed van de ingreep op de instandhouding van de soort. Hoofdstuk 6 tenslotte is een verantwoording van de deskundigheid van het betrokken adviesbureau en medewerkers.

De volgende documenten zijn relevant bij dit project:

- Quickscan_Snellerpoort_Roche (20171178/rap01, versie 1, ATKB, 5 oktober 2017);

- Nader onderzoek rugstreeppad Roche Woerden (20171178/rap05, versie 1, ATKB, 12 juli 2018) (de bovengenoemde quickscan is opgenomen als bijlage in het Nader onderzoek rugstreeppad)

(5)

2 HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE SITUATIE

2.1 Beschrijving huidige situatie

De planlocatie is gelegen aan de Beneluxlaan en de Minkemalaan (figuur 2-1).

Figuur 2-1. Ligging plangebied (rood omlijnd) (bron: DigitalGlobe).

Figuur 2-2 Kadastrale aanduiding plangebied (6976) (bron: Gemeente Woerden)

(6)

Figuur 2-3 foto oostelijk deel plangebied, 5-6-2018 ATKB.

Figuur 2-4 foto richting het westen, 5-6-2018 ATKB.

(7)

Het plangebied betreft een braakliggend terrein en een rijweg met bermen. Het braakliggend terrein tussen de Beneluxlaan en het spoortalud bestaat uit een geaccidenteerd terrein met hoogteverschillen van enkele decimeters. In de lage delen stagneert in natte perioden water. De ondergrond bestaat uit zand en kleiig zand. Binnen en grenzend aan de projectlocatie bevinden zich aan de oostzijde enkele gronddepot van enkele meters tot acht meter hoog (zie figuur 2-5.) en aan de westzijde bevindt zich een sloot van zes meter breed en zeventig centimeter diep (zie figuur 2-5).

Figuur 2-5. Ligging sloot (blauw) en gronddepots (oranje) (bron: DigitalGlobe).

(8)

Figuur 2-6. Verhoging en gronddepots aan de oostzijde van het plangebied, (ATKB 5-6-2018)

(9)

2.2 Werkzaamheden en toekomstige situatie

De gemeente wil de verkeerssituatie verbeteren door de Beneluxlaan door te trekken via een boog en een extra fietspad aan leggen (dit is in de boog “meegenomen” het westelijke deel loopt over een bestaand half verhard pad richting station). Door de ontwikkeling van woongebied Snellerpoort wordt de huidige hoofdverkeersader Steinhagenseweg (N198) omgelegd naar de noordzijde van

Snellerpoort (toekomstige verlengde Beneluxlaan). Aan de noordzijde van het plangebied Snellerpoort komt een snelfietspad welke een verbinding vormt tussen Harmelen en centrum Woerden. De

provincie heeft voor de aanleg van dit fietspad een eindtermijn gesteld: november 2019 gereed. Het gebied Snellerpoort, inclusief tracé verlengde Beneluxlaan en aanleg snelfietspad dient te worden voorbelast.

Het plangebied wordt onderdeel van een weg die parallel aan de spoorlijn ligt. Hiervoor wordt een cunet en verharding aangebracht. Deze weg zal doorgetrokken worden naar de Minkemalaan (zie figuur 2-7). Voor deze ingreep wordt de aanwezige vegetatie verwijderd; de greppel gedempt, zand opgebracht en worden de zanddepots binnen het gebied afgegraven. Tenslotte wordt hier de nieuwe weg op aangebracht.

Figuur 2-7. Schets voorgenomen ontwikkeling locatie Snellerpoort Roche, snelfietspad oranje en rijweg paars. (bron: gemeente Woerden).

(10)

3 AANWEZIGHEID SOORTEN, EFFECTEN EN ECOLOGISCHE MAATREGELEN

3.1 Inleiding

Voor een gedetailleerde beschrijving van het uitgevoerde onderzoek en de onderzoeksresultaten per ronde verwijzen wij naar de rapportage van het nadere onderzoek (bijlage 1). Hieronder volgt een samenvatting van de resultaten en effecten.

3.2 Aanwezigheid rugstreeppad

Ingreeplocatie

Uit het nader onderzoek is gebleken dat de rugstreeppad in het plangebied aanwezig is (figuur 3-1). In totaal zijn 25 exemplaren waargenomen waarvan het grootste deel roepende mannetjes en enkele vrouwtjes. Binnen het plangebied zijn veel ondiepe en onbegroeide (pioniers) watertjes aanwezig.

Deze zijn aanwezig in de vorm van greppels en plekken waar (regen)water stagneert. Er zijn geen eisnoeren aangetroffen.

Een deel van het plangebied bestaat uit zand met een open vegetatie. De begroeiing bestaat uit riet en gras. Dit vormt de landhabitat van de rugstreeppad. Hier zijn ook meerdere dieren lopend

waargenomen. Er is geen duidelijke winterhabitat binnen plangebied aangetroffen. Het depot aan de oostzijde, buiten het plangebied (blauwe cirkel) en het spoortalud aan de noordzijde kunnen

functioneren als winterhabitat

Zowel ten oosten als ten westen van het plangebied zijn ook rugstreeppad kooractiviteiten waargenomen. Aan de oostzijde meer dan aan de westzijde. De precieze aantallen zijn niet

onderzocht omdat deze buiten het onderzoeksgebied liggen. Aangenomen wordt dat ten tijden van het eerste veldbezoek de meeste activiteiten binnen de onderzoekslocatie plaatsvonden omdat hier geschikte voortplantingswateren aanwezig waren.

Figuur 3-1. Schets aanvullende gegevens veldonderzoek 3-5-2018 ATKB. De groene stippen zijn locaties waar een of meerdere rugstreeppadden zijn aangetroffen. De blauwe ovaal is een gronddepot dat mogelijk functioneert als winterhabitat.

(11)

Figuur 3-2. Foto voortplantingsbiotoop met adult, veldonderzoek 4-5-2018 ATKB.

Figuur 3-3. Foto parende rugstreeppadden, veldonderzoek 4-5-2018 ATKB.

Conclusie: In de voortplantingsperiode zijn roepende mannetjes en vrouwtjes aangetroffen. In het gebied zijn ondiepe plassen en een greppel waargenomen. Hiermee is aangetoond dat er binnen het plangebied voortplantingsbiotoop aanwezig is. Wij beschouwen het braakliggend terrein als leefgebied van de rugstreeppad. Het braakliggend terrein binnen en buiten het plangebied is tevens

foerageergebied. Het spoortalud en de gronddepots dienen mogelijk als overwinteringsplaats waar de rugstreeppad zich in kan graven.

(12)

Compensatiegebied

Als compensatielocatie wordt de poel nabij plas Cattenbroek, de aangrenzende landbiotoop en de daar aanwezige winterbiotoop voorgesteld (zie paragraaf 3.4.2). Tijdens twee veldbezoeken, 18 mei en 5 juni 2018 zijn hier geen rugstreeppadden aangetroffen. Uit NDFF-gegevens blijkt dan hier recent geen waarnemingen zijn gedaan van de rugstreeppad. De dichtstbijzijnde de waarneming is aan de overzijde van de plas aan de westzijde, op een afstand van 1 kilometer. Ook is de poel weinig geschikt (zie paragraaf 3.4.2). Hiermee is het aannemelijk dat de poel niet in gebruik is als

voortplantingsplaats van de rugstreeppad. In de poel zijn groene kikkers, Pelophylax kl. Esculentus, aangetroffen en de kleine watersalamander en de bruine kikker. Een deel van de poel zal behouden blijven voor deze soorten .

3.3 Effecten

Tijdens de aanleg van de weg door het plangebied kunnen eieren, juveniele dieren of (actieve of ingegraven) volwassen exemplaren gedood en/of beschadigd worden. Verder wordt door de aanleg van een weg (een deel van) de functionele leefomgeving van de rugstreeppad vernield.

De genoemde werkzaamheden kunnen leiden tot het doden van rugstreeppadden, tot het (opzettelijk) verstoren van rugstreeppadden en tot het beschadigen en vernielen van voortplantingsbiotoop. Dit leidt tot een overtreding van artikel 3.5 lid 1 (doden van dieren), lid 2 (opzettelijke verstoring van dieren), lid 3 (eisnoeren opzettelijk vernielen) en lid 4 (beschadiging van rust- en verblijfplaatsen) van de Wet natuurbescherming.

Werkzaamheden omgeving

De aanvraag heeft betrekking op de realisatie van een klein deel van de weg en een fietspad (de boog). Voor het overige vinden op korte termijn in de directe omgeving van deze wegdelen geen (bouw)activiteiten plaats

Cumulatieve effecten

De directe omgeving van het huidige plangebied zal op termijn ook ontwikkeld gaan worden. Deze ontwikkelingen vallen echter buiten de huidige vvgb-aanvraag.

3.4 Maatregelen

Door de effecten van de voorgenomen werkzaamheden op de instandhouding van de beschermde rugstreeppad zijn mitigerende en compenserende maatregelen noodzakelijk.

De mitigerende, verzachtende, maatregelen zijn van toepassing bij lid 1 t/m 3. De compenserende maatregelen betreffen lid 4, beschadiging of vernielen van rust- en verblijfplaatsen. Door een reeds aanwezige poel te optimaliseren zal de beschadigde of vernielde rust en verblijfplaatsen worden gecompenseerd.

3.4.1 Mitigatie

Beperken effecten rugstreeppad

Een overtreding van artikel 3.5 lid 1 (doden van dieren), lid 2 (rugstreeppadden opzettelijk te verstoren of lid 3 (de eisnoeren van rugstreeppadden opzettelijk te vernielen of te rapen) wordt voorkomen door de onderstaande voorzorgsmaatregelen te treffen.

3.4.1.1 Wegvangen en verplaatsen

De rugstreeppadden worden weggevangen uit het plangebied waar werkzaamheden plaats zullen gaan vinden en worden vervolgens verplaatst naar de compensatielocatie, de poel bij plas

Cattenbroek (zie 3.4.2 Compensatie). Alleen het gedeelte tussen de Beneluxlaan en het spoortalud worden voorzien van schermen. Bij de Minkemalaan zijn geen padden waargenomen en worden daar

(13)

ook niet verwacht omdat de biotoop daar minder geschikt is. Het overige plangebied wordt afgeschermd met schermen en roosters.

De schermen bestaan uit stevig plastic of worteldoek van tenminste 50 cm hoog en worden minimaal 10 cm ingegraven. Aan de binnen- en buitenzijde van de schermen worden om de 15 meter emmers geplaatst. Aan de binnenzijde worden plaatjes geplaatst waaronder padden zich overdag kunnen verschuilen. De emmers en de plaatjes worden in de periode maart-mei dagelijks gecontroleerd tussen 8;00 en 10;00 uur.

Bij de toegangen worden bakken met grove roosters van tenminste 50 cm breed geplaatst met roosteropeningen van ten minst 6 cm. Aan de uiteinden van de roosterbakken worden emmers geplaatst om de rugstreeppadden in op te vangen. Ook deze emmers worden dagelijks gecontroleerd.

Deze dagelijkse controle kan door een goed geïnstrueerde aannemer of diens medewerker plaatsvinden.

Figuur 3-1. Werkterrein uit te rasteren gebied (oranje) en toegangen (paars)

De rugstreeppadden die worden aangetroffen in de emmers en onder de plaatjes worden door een ter zake kundig ecoloog overgebracht naar de compensatielocatie en daar bij de oever (dus niet in het water) vrij gelaten. De overige amfibieën die in de emmers aangetroffen worden, worden verplaatst naar een geschikte locatie buiten het plangebied. Dit in het kader van de zorgplicht.

De aangetroffen dieren worden geregistreerd. Het gebied wordt vrijgegeven als uit de vangstgegevens blijkt dat het aantal rugstreeppadden significant gedaald is of er geen vangsten meer zijn. De emmers

(14)

worden rond 1 juni verwijderd als zeker is dat alle dieren uit het plangebied zijn verwijderd. De schermen blijven de gehele uitvoeringsperiode staan zodat voorkomen wordt dat rugstreeppadden van elders en later in het jaar het plangebied bezoeken.

Door het wegvangen van de dieren binnen en buiten het plangebied wordt voorkomen dat de rugstreeppad zich hier voortplant of zich tijdens werkzaamheden in de plangebied bevind. Voor een pioniersoort als de rugstreeppad is deze verplaatsing naar verwachting geen probleem: de soort is gewend om makkelijk nieuwe voortplantingsplaatsen te accepteren.

Gedurende het gehele uitvoeringstraject vindt ecologische begeleiding plaats. Een ecoloog controleert minimaal 1x per week de emmers en voert de verplaatsingen uit. Ter controle vindt ook minimaal 1 avondbezoek plaats om te luisteren, dit geeft een goed inzicht of de rugstreeppadden daadwerkelijk weggevangen zijn. Eventueel is dit een goede gelegenheid de laatste dieren te verplaatsen.

Figuur 3-2 Kwetsbare perioden van activiteiten (Bron: Bij12-2017-017-Kennisdocument-Rugstreeppad-1.0)

Vanaf 1 juni, als zeker is dat alle dieren binnen het plangebied zijn weggevangen, kan de

voortplantingsbiotoop ongeschikt gemaakt worden. De voortplantingsbiotoop betreft het laaggelegen gedeelte van het plangebied tussen het noordelijkgelegen spoortalud en de Beneluxlaan (zie

afbeelding 3-3).

(15)

Figuur 3-3. Plangebied (rood) met voortplantingsbiotoop (oranje gearceerd)

Aan de oostzijde bevinden zich tegen het talud van de half verharde weg enkele verhogingen en kleine gronddepots (zie afbeelding 3-4). Mogelijk worden deze locaties gebruikt door de rugstreeppad om zich in te graven. Hier kan onder toezicht van een rugstreeppaddeskundige werk uitgevoerd worden tussen april en half oktober 2019..

(16)

Figuur 3-4. Plangebied met gronddepots (oranje-wit gekleurd)

planning ecologisch werkprotocol wegvangen rugstreeppad Roche Woerden

aanvang uiterlijk gereed

1 realisatie compensatielocatie (aanmener) 1 oktober 2018 28 februari 2019

2 plaatsen schermen en bakken met roosters en emmers met deksels (aannemer) 1 februari 2019 28 februari 2019 3 verwijderen deksels van emmers en plaatsen plaatjes (ecoloog) 1 maart 2019 2 maart 2019 4 dagelijks controleren en registreren dieren in emmers (aannemer) 2 maart 2019 31 mei 2019 5 wekelijks controleren schermen en emmers, vangen en verplaatsen (ecoloog) 2 maart 2019 31 mei 2019 6 controleren voortplantingsbiotoop op roep en rugstreeppadden wegvangen en verplaatsen (ecoloog) medio maart medio mei 7 controle aanwezigheid rugstreeppad in plangebied en iniden mogelijk vrijgeven plangebied (ecoloog) 27 mei 2019 1 juni 2019

8 emmers afsluiten en plaatjes verwijderen (ecoloog) *1-6-2019 *2-6-2019

9 voortplantingsbiotoop ongeschikt maken (aannemer) *2-6-2019

10 toezicht afgraven gronddepots (ecoloog) 1 april 2019 15 oktober 2019

*de in blauw weergegeven data zijn indictief en pas definitief als de locatie is vrijgegeven door een ecoloog

(17)

3.4.2 Compensatie

Ten oosten van recreatieplas Cattenbroek (figuur 3-5) is een amfibieën poel aanwezig. Deze poel is thans weinig geschikt voor de rugstreeppad. Door herinrichting en beheer kan deze poel gebruikt worden als compensatielocatie.

De poel heeft een oppervlakte van 15 bij 20 meter (ovaal) met in het midden een eiland van 7 bij 8 meter. De poel is momenteel niet optimaal als voortplantingsbiotoop voor de rugstreeppad: door achterstallig onderhoud is opslag van bomen aanwezig op de oevers wat voor beschaduwing en bladval zorgt in het water en is er een dikke baggerlaag ontstaan. De poel ligt geïsoleerd en heeft een waterdiepte van 60 cm. De taluds zijn 1:2 en plaatselijk flauwer. De poel is rijk begroeit met helofyten zoals grote lisdodde in het water en de oevers en er is veel opslag aanwezig direct grenzend aan de poel. Het terrein grenzend aan de poel is optimaal landhabitat voor rugstreeppadden. Er is een heuvel naast de poel aanwezig De grond is echter moeilijk te vergraven is voor rugstreeppadden. Een extra heuvel bestaande uit zandige grond is nodig voor een optimale overwinteringsplek.

Door herinrichtingsmaatregelen en beheer kan de poel als voortplantingshabitat geoptimaliseerd worden.

Figuur 3-5. Ligging poel recreatieplas Cattenbroek (geel omcirkeld) ten opzichte van het plangebied (rood omlijnd). De afstand tot de ingreeplocatie is ongeveer 2 km.

(18)

Figuur 3-6. Poel bij recreatieplas Cattenbroek (oranje) met de heuvel (paars).

Figuur 3-7. Foto van terrein bij de poel recreatieplas Cattenbroek in noordelijke richting 5-6-2018 ATKB

(19)

Figuur 3-8. Foto van terrein bij de poel recreatieplas Cattenbroek in zuidelijke richting 5-6-2018 ATKB

Figuur 3.9 Foto van noordelijk deel poel bij recreatieplas Cattenbroek 5-6-2018 ATKB. De poel is thans weinig geschikt als voortplantingslocatie voor de rugstreeppad.

(20)

Figuur 3.10 Poel bij recreatieplas Cattenbroek huidige systematische weergave (niet op schaal)

Figuur 3.11 Huidige weergave doorsnede poel bij recreatieplas Cattenbroek

3.4.2.1 Geschikt maken voortplantingsbiotoop en winterbiotoop Verbetermaatregelen

De verbetermaatregelen bestaan uit:

 Optimalisatie waterhabitat

 Verwijderen opslag

 Verbeteren kwaliteit landhabitat in de directe omgeving

(21)

De poel en de directe omgeving zal ontdaan worden van alle aanwezige opslag. De poel wordt in september of oktober 2018 geschoond tot op de oorspronkelijke bodem. Het vrijgekomen materiaal blijft enkele dagen liggen op de oevers en wordt vervolgens afgevoerd.

Aan de noordzijde wordt een laag zand van 30 cm opgebracht zodat een waterdiepte van 30 cm diep ontstaat (zie figuur 3.12 en 3.13). De taluds worden verflauwd tot een talud van 1:5 aan de noordzijde en afgedekt met 10 cm zand aansluitend aan de aan te leggen zandbult. Rond om de poel wordt een zandlaag van 10 cm dik aangebracht zodat de vegetatie in de directe omgeving verschraald. Naast de poel wordt aan de noordzijde een heuvel gemaakt met een diameter van 10 meter en 2 meter hoog Deze heuvel bestaat uit zand gemengd met puin met name aan de bovenzijde.

Figuur 3.12 Deel poel verontdiept

Figuur 3.13 Doorsnede deel poel en oevers verontdiept en zand opgebracht.

(22)

Figuur 3.14 . De poel na uitvoering van de herinrichting. Geel: zand, licht blauw ondiep water 30 cm), donker blauw diepwater (60 cm)

Beheer

De poel aan de Recreatieplas Cattenbroek is na de aanleg niet meer beheerd. Onder verantwoording van gemeente Woerden is met de beheerder van het plassengebied afgesproken dat de poel en het omliggende terrein beheerd zal worden zoals hieronder omschreven staat:

 Jaarlijks schonen watergedeelte, september/oktober

 Poel en omgeving boomvrij houden, bomen verwijderen september/oktober

 Vegetatie rond de poel ,in een straal van 20 meter, kort de winter in laten gaan. Maaien september/oktober.

Resultaat

Na de aanpassingen en met bestending beheer zal de poel, de heuvel en de omgeving een geschikt leefgebied zijn voor de rugstreeppad. De poel voldoet aan de eisen van een voortplantingsbiotoop, de omgeving met een open vegetatie is goed foerageergebied en de zandbult is een overwinteringsplek waar de rugstreeppad zich 60 tot 180 cm kan ingraven om te overwinteren. Na de migratie van de adulte rugstreeppadden zal voortplanting plaatsvinden in de poel het aantal exemplaren zich (naar verwachting) uitbreiden.

3.4.2.2 Inschakelen deskundige

De activiteiten worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van amfibieën in het algemeen en de rugstreeppad in het bijzonder.

De werkzaamheden voor zowel het optimaliseren van de poel bij plas Cattenbroek ter compensatie en de mitigerende maatregelen worden begeleid door een ter zakenkundige medewerker van ATKB. De persoon zal betrokken zijn bij de uitvoering en toezien op de naleving van de wet Natuurbescherming.

(23)

3.4.2.3 Opstellen ecologisch werkprotocol

Maatregel

Een rugstreeppaddeskundige stelt een ecologisch werkprotocol op. Dit ecologische werkprotocol moet op de locatie aanwezig zijn en de inhoud moet bij de betrokken werknemers bekend zijn. De

activiteiten moeten aantoonbaar volgens dit protocol worden uitgevoerd.

Uitvoering

De betrokken rugstreeppaddeskundige zal een ecologisch werkprotocol opstellen aan de hand van dit activiteitenplan en verleende vvgb. Middels een toolboxmeeting worden de uitvoerenden (aannemer en medewerkers) op de hoogte gesteld van het werkprotocol. Tijdens bouwvergaderingen is de ecologische begeleiding een agendapunt. De rugstreeppaddeskundige zal bij de bouwvergaderingen aanwezig zijn en uitvoering rapporteren. Naast de zorg voor de rugstreeppad zal ook gelet worden op de zorgplicht voor de overige flora en fauna en de naleving van de wetgeving.

(24)

4 WETTELIJK BELANG EN ALTERNATIEVENAFWEGING

4.1 Wettelijk belang

Middels artikel 3.10 van de Wet natuurbescherming wordt de rugstreeppad beschermd.

De vvgb wordt aangevraagd op grond van het volgende wettelijke belang:

- In het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten;

Openbare veiligheid

De gemeente wil de verkeerssituatie verbeteren door de Beneluxlaan door te trekken via een boog en een extra fietspad aan leggen (dit is in de boog “meegenomen”: het westelijke deel loopt over een bestaand half verhard pad richting station). Door de ontwikkeling van woongebied Snellerpoort wordt de huidige hoofdverkeersader Steinhagenseweg (N198) omgelegd naar de noordzijde van

Snellerpoort (toekomstige verlengde Beneluxlaan). Aan de noordzijde van het plangebied Snellerpoort komt een snelfietspad welke een verbinding vormt tussen Harmelen en centrum Woerden. Door dit de aanleg van dit fietspad wordt een aantal verkeersknooppunten met de Steinhagenseweg ontlast en ontstaat een veilige fietsroute

Redenen van sociale aard

Ook in Woerden is de woningnood hoog en is behoefte aan nieuwe (sociale) woningbouw c.q. de ontwikkeling van de woonwijk Snellerpoort. De realisatie van de boog is noodzakelijk voor het

verlengen van de Beneluxlaan waardoor de huidige Steinhagenseweg geen barrière meer zal vormen in de wijk wat de sociale cohesie tussen Snellerpoort en het bestaande deel van de wijk Snel &

Polanen ten goede komt.

Conclusie

Uit bovenstaande blijkt dat de voorgenomen werkzaamheden significant bijdragen aan de openbare veiligheid en dat er redenen van sociale aard zijn, ook als dit belang expliciet afgewogen wordt tegen het belang van de in stand houding van de voortplantingsplaats van de rugstreeppad. Ook omdat het en soort is dat snel nieuwe voortplantingsplaatsen zal vinden en omdat ter compensatie een

alternatief wordt aangeboden.

4.2 Alternatievenafweging

4.2.1 Locatie

De voorgenomen werkzaamheden zijn specifiek gekoppeld aan deze locatie zodat geen alternatief voorhanden is.

In het huidige planvoornemen wordt een voortplantingsplaats van de rugstreeppad vernietigd. Een geschikt alternatief ter compensatie wordt elders aangeboden zodat de gunstige staat van

instandhouding op regionaal niveau verzekerd is.

4.2.2 Inrichtingsalternatieven

Het alternatief voor de boog is de “knik” die in het oorspronkelijke stedenbouwkundig plan is

opgenomen en waar om veiligheidsredenen goedkeuring aan onthouden is door de Raad van State.

Dit is derhalve geen realistisch alternatief

(25)

4.2.3 Alternatieve werkwijze

Voorgestelde werkwijze

Zie paragraaf 3.4.1, Mitigatie, van het activiteitenplan. Dit is een zorgvuldige werkwijze om directe negatieve effecten door het doden en verwonden van dieren te voorkomen. Daarnaast worden compenserende maatregelen voorgesteld waarbij een alternatief leefgebied wordt aangeboden. Zie paragraaf 3.4.2., Compensatie.

Alternatief

Het alternatief is werken zonder voorzorgsmaatregelen. Zoals werken zonder het vooraf ongeschikt maken van de verblijfplaatsen en het afschermen van het werkterrein en geen alternatief leefgebied aanbieden.

Dit is duidelijk een minder gunstig alternatief met een significant grotere kans op doding en/of beschadiging en een negatief effect op de instandhouding van de soort en overtreding van de wet, dus geen alternatief.

De voorgestelde werkwijze is een maximale inspanning om zorgvuldig te werken en directe negatieve effecten te voorkomen.

4.2.4 Planning

Er wordt gewerkt buiten de meest kwetsbare periodes tijdens de voortplanting en de overwintering in de desbetreffende biotopen. De werkzaamheden op de plek van de voortplantingslocatie worden tussen 1 augustus en 1 april uitgevoerd. Hierbij zal de voortplantingsplek ongeschikt worden gemaakt zodat de rugstreeppadden niet terugkeren naar deze locatie in het voorjaar van 2019. Indien de werkzaamheden op deze locatie niet voor 1 april zijn uitgevoerd worden de werkzaamheden hier tot 1 augustus opgeschort. De werkzaamheden op het hoger gelegen landdeel buiten de

voortplantingsbiotoop worden tussen 1 april en 15 oktober uitgevoerd. Hier wordt niet in de winter maanden van 16 oktober tot 1 april gewerkt.

Werkzaamheden in de periode 1 april t/m 15 oktober worden bij daglicht uitgevoerd zodat de kans op doding en/of beschadiging van de nacht actieve rugstreeppadden minimaal is.

Compensatielocatie optimaliseren augustus 2018

Voortplantingslocatie ongeschikt maken 1 augustus – 1 april Afschermen werkgebied en wegvangen rugstreeppadden 1 september – 15 oktober

Verwijderen gronddepots 1 april – 15 oktober

Werkzaamheden alleen uitvoeren tijdens daglicht 1 april – 15 oktober Wegvangen eisnoeren en larven (indien

voortplantingslocatie na 1 april nog intact is)

1 april – 1 augustus

4.2.5 Conclusie alternatieven

Uit voorgaande blijkt dat de gekozen uitvoeringswijze en planning op korte en langere termijn het meest gunstige scenario is voor een duurzaam behoud van de rugstreeppad. Er is geen andere, (meer) bevredigende oplossing voorhanden.

(26)

5 ANALYSE GUNSTIGE STAAT VAN INSTANDHOUDING

In de Wet natuurbescherming is in artikel 3.8, 5e lid onder c opgenomen dat een vvgb enkel verleend wordt indien er geen afbreuk gedaan wordt aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan.

De volgende criteria zijn van belang bij het onderbouwen dat de staat van instandhouding niet in het geding is:

 De omvang van de populatie;

 De verspreiding van de populatie;

 Het leefgebied;

 Toekomstperspectief.

Bij het bepalen van de staat van instandhouding bepaalt de zeldzaamheid van de soort het schaalniveau. Voor de rugstreeppad wordt zowel op landelijk als lokaal niveau een beschrijving gegeven.

Omvang populatie en verspreiding

De rugstreeppad staat op de Rode lijst geclassificeerd als ‘gevoelig’ (bron: Ravon.nl). De

rugstreeppad wordt in alle Nederlandse provincies gevonden. Het zwaartepunt van de verspreiding ligt in West- en Midden-Nederland, langs de grote rivieren en plaatselijk op de hogere zandgronden. De soort is een bewoner van zandige terreinen met een betrekkelijk hoge dynamiek, zoals de duinen, de uiterwaarden van de grote rivieren, opgespoten terreinen, heidevelden en akkers, maar kan ook op klei- en veengronden worden aangetroffen. (Bron: padden.nu)

Figuur 5-1 Verspreiding van de rugstreeppad in Nederland (bron: RAVON)

(27)

De rugstreeppad is tussen 2013 en 2018 in alle uurhokken (5 x 5 km) rond Woerden waargenomen.

Figuur 5-2 Verspreiding van de rugstreeppad rond Woerden (links) en lokaal (rechts) (bron: NDFF)

Trend / toekomstperspectief

Er zijn geen uitspraken te doen over aantalsontwikkelingen van de rugstreeppad. Vooralsnog zijn geen trends in verspreiding bekend (bron Ravon.nl).

Conclusie gunstige staat van instandhouding

Het planvoornemen heeft betrekking op een zeer klein deel van de nationale en lokale populatie.

Daarnaast worden alle mogelijke maatregelen getroffen om doding en/of beschadiging te voorkomen en wordt ter compensatie een alternatief leefgebied aangeboden. De gunstige staat van

instandhouding van de rugstreeppad is daarom op geen enkel moment in het geding.

(28)

6 DESKUNDIGE EN VERANTWOORDING GEGEVENS

6.1 Deskundige

Milieuadviesbureau ATKB B.V. is betrokken als ecologisch adviseur van dit project. De heer D. Schut is de projectleider. Hij heeft een opleiding Biologie, specialisatie Ecologie afgerond aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Is actief voor de Flora en faunawerkgroep Gelderse Poort en als vrijwilliger bij Natuurmonumenten. Het bedrijf waar hij werkzaam is, is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus. Daarmee wordt ruimschoots voldaan aan de kwalificaties die gesteld worden aan een

‘erkend ecoloog’.

Kees Dekker is als adviseur en veldonderzoeker betrokken bij dit project. Hij heeft de opleiding Bos- en natuurbeheer gevolgd en is 16 jaar werkzaam als ecoloog en in die hoedanigheid betrokken bij een veelheid aan projecten betreffende rugstreeppad, kleine modderkruiper, bittervoorn, rivierdonderpad, ringslang, Noordse woelmuis, waterspitsmuis en compensatie van hun habitats en

voorzorgsmaatregelen voor tijdens uitvoering van werkzaamheden. Hij is medeauteur van de Amfibieën en Reptielen atlas van Noord-Holland en is actief lid van RAVON en KNNV Haarlem.

6.2 Verantwoording gegevens

De quickscan, het nader ecologisch onderzoek en het compensatieplan zijn uitgevoerd door ATKB B.V., zie paragraaf 6.1 voor een verantwoording van de deskundigheid van dit bureau.

De onderzoeken hebben plaatsgevonden in gunstige periodes, dan wel suboptimale periodes. Zie voor een verantwoording van de onderzoeksinspanning bijlage 2, hoofdstuk 3.

(29)

7 LITERATUUR

Kennisdocument Rugstreeppad, versie 1.0. BIJ12, juli 2017

Creemers, R. en J.van Delft, De Amfibieën en Reptielen van Nederland, Nederlandse Fauna 9, Ravon, 2009

Sparreboom, M., 1981, De Amfibieën en Reptielen van Nederland, België en Luxemburg, A.A.Balkema, Rotterdam

Wild, W. de, F. Brekelmans, W.van Emmerik & J. Spier, Atlas van de Amfibieën en reptielen in Utrecht, Ravon Utrecht, 2016

Herder, J., J. Hamer en K. Dekker, 2010. Atlas van de Noord-Hollandse Amfibieën en Reptielen 1980- 2010, Landschap Noord-Holland en Ravon,

Websites

https://www.bij12.nl/assets/BIJ12-2017-017-Kennisdocument-Rugstreeppad-1.0.pdf https://www.rvo.nl/sites/default/files/2015/01/Soortenstandaard%20Rugstreeppad.pdf https://www.verspreidingsatlas.nl/A232

https://www.ravon.nl/Soorten/Soortinformatie/rugstreeppad

NDFF-uitvoerportaal (Nationale Databank Flora en Fauna) – ndff.ecogrid.nl

(30)

BIJLAGEN

1. Nader onderzoek rugstreeppad Roche Woerden, 20171178_rap05_ATKB_12-7-2018

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

opgespoten zand oftewel kunstmatig strand (zie figuur 2).H oge dichtheden aan foeragerende vogels worden hier niet verwacht gezien de verstoring vanaf de dijkzone en oostelijke

Tijdens het veldbezoek wordt bepaald of het plangebied geschikt is als habitat voor beschermde soorten vlinders, libellen en overige ongewervelden (o.a. kevers en

[r]

Het complete aanvullend onderzoek naar vleermuizen, dat is uitgevoerd om alle mogelijke functies van het plangebied voor deze soort (en mogelijk nog andere soorten) vast te

Algemeen: aard bovengrens: diffuus (3-10 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtgrijs, enkele zandlagen, matig stevig,

Als de aanwezigheid van één functie van het plangebied voor de rugstreeppad tijdens één van de onderzoeken is vastgesteld is aanvullend onderzoek naar andere functies niet

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

[r]