• No results found

3.4 Maatregelen

3.4.2 Compensatie

ook niet verwacht omdat de biotoop daar minder geschikt is. Het overige plangebied wordt afgeschermd met schermen en roosters.

De schermen bestaan uit stevig plastic of worteldoek van tenminste 50 cm hoog en worden minimaal 10 cm ingegraven. Aan de binnen- en buitenzijde van de schermen worden om de 15 meter emmers geplaatst. Aan de binnenzijde worden plaatjes geplaatst waaronder padden zich overdag kunnen verschuilen. De emmers en de plaatjes worden in de periode maart-mei dagelijks gecontroleerd tussen 8;00 en 10;00 uur.

Bij de toegangen worden bakken met grove roosters van tenminste 50 cm breed geplaatst met roosteropeningen van ten minst 6 cm. Aan de uiteinden van de roosterbakken worden emmers geplaatst om de rugstreeppadden in op te vangen. Ook deze emmers worden dagelijks gecontroleerd.

Deze dagelijkse controle kan door een goed geïnstrueerde aannemer of diens medewerker plaatsvinden.

Figuur 3-1. Werkterrein uit te rasteren gebied (oranje) en toegangen (paars)

De rugstreeppadden die worden aangetroffen in de emmers en onder de plaatjes worden door een ter zake kundig ecoloog overgebracht naar de compensatielocatie en daar bij de oever (dus niet in het water) vrij gelaten. De overige amfibieën die in de emmers aangetroffen worden, worden verplaatst naar een geschikte locatie buiten het plangebied. Dit in het kader van de zorgplicht.

De aangetroffen dieren worden geregistreerd. Het gebied wordt vrijgegeven als uit de vangstgegevens blijkt dat het aantal rugstreeppadden significant gedaald is of er geen vangsten meer zijn. De emmers

worden rond 1 juni verwijderd als zeker is dat alle dieren uit het plangebied zijn verwijderd. De schermen blijven de gehele uitvoeringsperiode staan zodat voorkomen wordt dat rugstreeppadden van elders en later in het jaar het plangebied bezoeken.

Door het wegvangen van de dieren binnen en buiten het plangebied wordt voorkomen dat de rugstreeppad zich hier voortplant of zich tijdens werkzaamheden in de plangebied bevind. Voor een pioniersoort als de rugstreeppad is deze verplaatsing naar verwachting geen probleem: de soort is gewend om makkelijk nieuwe voortplantingsplaatsen te accepteren.

Gedurende het gehele uitvoeringstraject vindt ecologische begeleiding plaats. Een ecoloog controleert minimaal 1x per week de emmers en voert de verplaatsingen uit. Ter controle vindt ook minimaal 1 avondbezoek plaats om te luisteren, dit geeft een goed inzicht of de rugstreeppadden daadwerkelijk weggevangen zijn. Eventueel is dit een goede gelegenheid de laatste dieren te verplaatsen.

Figuur 3-2 Kwetsbare perioden van activiteiten (Bron: Bij12-2017-017-Kennisdocument-Rugstreeppad-1.0)

Vanaf 1 juni, als zeker is dat alle dieren binnen het plangebied zijn weggevangen, kan de

voortplantingsbiotoop ongeschikt gemaakt worden. De voortplantingsbiotoop betreft het laaggelegen gedeelte van het plangebied tussen het noordelijkgelegen spoortalud en de Beneluxlaan (zie

afbeelding 3-3).

Figuur 3-3. Plangebied (rood) met voortplantingsbiotoop (oranje gearceerd)

Aan de oostzijde bevinden zich tegen het talud van de half verharde weg enkele verhogingen en kleine gronddepots (zie afbeelding 3-4). Mogelijk worden deze locaties gebruikt door de rugstreeppad om zich in te graven. Hier kan onder toezicht van een rugstreeppaddeskundige werk uitgevoerd worden tussen april en half oktober 2019..

Figuur 3-4. Plangebied met gronddepots (oranje-wit gekleurd)

planning ecologisch werkprotocol wegvangen rugstreeppad Roche Woerden

aanvang uiterlijk gereed

1 realisatie compensatielocatie (aanmener) 1 oktober 2018 28 februari 2019

2 plaatsen schermen en bakken met roosters en emmers met deksels (aannemer) 1 februari 2019 28 februari 2019 3 verwijderen deksels van emmers en plaatsen plaatjes (ecoloog) 1 maart 2019 2 maart 2019 4 dagelijks controleren en registreren dieren in emmers (aannemer) 2 maart 2019 31 mei 2019 5 wekelijks controleren schermen en emmers, vangen en verplaatsen (ecoloog) 2 maart 2019 31 mei 2019 6 controleren voortplantingsbiotoop op roep en rugstreeppadden wegvangen en verplaatsen (ecoloog) medio maart medio mei 7 controle aanwezigheid rugstreeppad in plangebied en iniden mogelijk vrijgeven plangebied (ecoloog) 27 mei 2019 1 juni 2019

8 emmers afsluiten en plaatjes verwijderen (ecoloog) *1-6-2019 *2-6-2019

9 voortplantingsbiotoop ongeschikt maken (aannemer) *2-6-2019

10 toezicht afgraven gronddepots (ecoloog) 1 april 2019 15 oktober 2019

*de in blauw weergegeven data zijn indictief en pas definitief als de locatie is vrijgegeven door een ecoloog

3.4.2 Compensatie

Ten oosten van recreatieplas Cattenbroek (figuur 3-5) is een amfibieën poel aanwezig. Deze poel is thans weinig geschikt voor de rugstreeppad. Door herinrichting en beheer kan deze poel gebruikt worden als compensatielocatie.

De poel heeft een oppervlakte van 15 bij 20 meter (ovaal) met in het midden een eiland van 7 bij 8 meter. De poel is momenteel niet optimaal als voortplantingsbiotoop voor de rugstreeppad: door achterstallig onderhoud is opslag van bomen aanwezig op de oevers wat voor beschaduwing en bladval zorgt in het water en is er een dikke baggerlaag ontstaan. De poel ligt geïsoleerd en heeft een waterdiepte van 60 cm. De taluds zijn 1:2 en plaatselijk flauwer. De poel is rijk begroeit met helofyten zoals grote lisdodde in het water en de oevers en er is veel opslag aanwezig direct grenzend aan de poel. Het terrein grenzend aan de poel is optimaal landhabitat voor rugstreeppadden. Er is een heuvel naast de poel aanwezig De grond is echter moeilijk te vergraven is voor rugstreeppadden. Een extra heuvel bestaande uit zandige grond is nodig voor een optimale overwinteringsplek.

Door herinrichtingsmaatregelen en beheer kan de poel als voortplantingshabitat geoptimaliseerd worden.

Figuur 3-5. Ligging poel recreatieplas Cattenbroek (geel omcirkeld) ten opzichte van het plangebied (rood omlijnd). De afstand tot de ingreeplocatie is ongeveer 2 km.

Figuur 3-6. Poel bij recreatieplas Cattenbroek (oranje) met de heuvel (paars).

Figuur 3-7. Foto van terrein bij de poel recreatieplas Cattenbroek in noordelijke richting 5-6-2018 ATKB

Figuur 3-8. Foto van terrein bij de poel recreatieplas Cattenbroek in zuidelijke richting 5-6-2018 ATKB

Figuur 3.9 Foto van noordelijk deel poel bij recreatieplas Cattenbroek 5-6-2018 ATKB. De poel is thans weinig geschikt als voortplantingslocatie voor de rugstreeppad.

Figuur 3.10 Poel bij recreatieplas Cattenbroek huidige systematische weergave (niet op schaal)

Figuur 3.11 Huidige weergave doorsnede poel bij recreatieplas Cattenbroek

3.4.2.1 Geschikt maken voortplantingsbiotoop en winterbiotoop Verbetermaatregelen

De verbetermaatregelen bestaan uit:

 Optimalisatie waterhabitat

 Verwijderen opslag

 Verbeteren kwaliteit landhabitat in de directe omgeving

De poel en de directe omgeving zal ontdaan worden van alle aanwezige opslag. De poel wordt in september of oktober 2018 geschoond tot op de oorspronkelijke bodem. Het vrijgekomen materiaal blijft enkele dagen liggen op de oevers en wordt vervolgens afgevoerd.

Aan de noordzijde wordt een laag zand van 30 cm opgebracht zodat een waterdiepte van 30 cm diep ontstaat (zie figuur 3.12 en 3.13). De taluds worden verflauwd tot een talud van 1:5 aan de noordzijde en afgedekt met 10 cm zand aansluitend aan de aan te leggen zandbult. Rond om de poel wordt een zandlaag van 10 cm dik aangebracht zodat de vegetatie in de directe omgeving verschraald. Naast de poel wordt aan de noordzijde een heuvel gemaakt met een diameter van 10 meter en 2 meter hoog Deze heuvel bestaat uit zand gemengd met puin met name aan de bovenzijde.

Figuur 3.12 Deel poel verontdiept

Figuur 3.13 Doorsnede deel poel en oevers verontdiept en zand opgebracht.

Figuur 3.14 . De poel na uitvoering van de herinrichting. Geel: zand, licht blauw ondiep water 30 cm), donker blauw diepwater (60 cm)

Beheer

De poel aan de Recreatieplas Cattenbroek is na de aanleg niet meer beheerd. Onder verantwoording van gemeente Woerden is met de beheerder van het plassengebied afgesproken dat de poel en het omliggende terrein beheerd zal worden zoals hieronder omschreven staat:

 Jaarlijks schonen watergedeelte, september/oktober

 Poel en omgeving boomvrij houden, bomen verwijderen september/oktober

 Vegetatie rond de poel ,in een straal van 20 meter, kort de winter in laten gaan. Maaien september/oktober.

Resultaat

Na de aanpassingen en met bestending beheer zal de poel, de heuvel en de omgeving een geschikt leefgebied zijn voor de rugstreeppad. De poel voldoet aan de eisen van een voortplantingsbiotoop, de omgeving met een open vegetatie is goed foerageergebied en de zandbult is een overwinteringsplek waar de rugstreeppad zich 60 tot 180 cm kan ingraven om te overwinteren. Na de migratie van de adulte rugstreeppadden zal voortplanting plaatsvinden in de poel het aantal exemplaren zich (naar verwachting) uitbreiden.

3.4.2.2 Inschakelen deskundige

De activiteiten worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van amfibieën in het algemeen en de rugstreeppad in het bijzonder.

De werkzaamheden voor zowel het optimaliseren van de poel bij plas Cattenbroek ter compensatie en de mitigerende maatregelen worden begeleid door een ter zakenkundige medewerker van ATKB. De persoon zal betrokken zijn bij de uitvoering en toezien op de naleving van de wet Natuurbescherming.

3.4.2.3 Opstellen ecologisch werkprotocol

Maatregel

Een rugstreeppaddeskundige stelt een ecologisch werkprotocol op. Dit ecologische werkprotocol moet op de locatie aanwezig zijn en de inhoud moet bij de betrokken werknemers bekend zijn. De

activiteiten moeten aantoonbaar volgens dit protocol worden uitgevoerd.

Uitvoering

De betrokken rugstreeppaddeskundige zal een ecologisch werkprotocol opstellen aan de hand van dit activiteitenplan en verleende vvgb. Middels een toolboxmeeting worden de uitvoerenden (aannemer en medewerkers) op de hoogte gesteld van het werkprotocol. Tijdens bouwvergaderingen is de ecologische begeleiding een agendapunt. De rugstreeppaddeskundige zal bij de bouwvergaderingen aanwezig zijn en uitvoering rapporteren. Naast de zorg voor de rugstreeppad zal ook gelet worden op de zorgplicht voor de overige flora en fauna en de naleving van de wetgeving.

4 WETTELIJK BELANG EN ALTERNATIEVENAFWEGING

GERELATEERDE DOCUMENTEN