• No results found

Zondagslezing

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zondagslezing"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

kerk & leven

lezingen & Commentaar

18

25 februari 2015

Lezingen door de week | Maandag 2 maart: Daniël 9, 4b-10 en Lucas 6, 36-38 • Dinsdag 3 maart: Jesaja 1, 10.16-20 en Matteüs 23, 1-2 • Woensdag 4 maart: Jeremia 18, 18-20 en Matteüs 20, 17- 28 • Donderdag 5 maart: Jeremia 17, 5-10 en Lucas 16, 19-31 • Vrij- dag 6 maart: Genesis 37, 3-28 en Matteüs 21, 33-43.45-46 • Zater- dag 7 maart: Micha 7, 14-15.18-20 en Lucas 15, 1-3.11-32 • Zondag

8 maart (Derde zondag in de veertigdagentijd) Exodus 20, 1-17 –

Eerste Brief aan de Korintiërs 1, 22-25 – Johannes 2, 13-25. eucharistie op radio | 1 maart, 10 uur, VRT Radio 1: vanuit de parochie Sint-Vincentius Martelaar in Eeklo.

eucharistie op tv | 1 maart, 10 uur, VRT één: vanuit de Sint- Servaasparochie in Grimbergen. Het Gregoriaans Abdijkoor staat onder leiding van pater Gereon van Boesschoten. Kamiel D’Hooghe bespeelt het grote orgel.

commentaar bij de zondagslezingen

— Luc Devisscher —

Beproefde toppen scheren

Evangelie • Wandelschoenen aan? Op deze tweede etappe in de veertigdagentijd neemt Jezus ons mee op een hoge berg. Met ons zijn ook Petrus, Jakobus en Johannes van de par- tij. Boven op de top zijn we helemaal alleen. Voor onze ogen verandert Jezus van gedaante.

Zijn kleren worden wit als licht, zo wit als geen enkele wolwasser voor elkaar kan krijgen.

De kleur van dit lam overstijgt alles. Angstaanjagend en fascinerend. Wat een schouwspel.

Opeens is Jezus met twee mannen aan het praten. Waar komen die vandaan? Petrus herkent ze als Mozes en Elia. Onbesuisd stelt hij voor drie tenten te bouwen. Weet hij wel wat hij zegt of is hij bevangen door de ijle berglucht? Misschien zegt hij zomaar wat, om- dat hij net als de anderen door angst is bevangen. Op dat moment trekt gelukkig de he- mel dicht. Een wolk overschaduwt het licht op de bergtop. Een stem vanuit die wolk licht toe dat Jezus de Welbeminde Zoon is. Precies zoals de hemelse stem bij de doop van Jezus, maar nu klaar en duidelijk voor iedereen. De stem draagt op te luisteren naar de Zoon.

Het volgende ogenblik is alles weer stil op de berg. Wolk en mannen zijn verdwenen. Tij- dens de afdaling bindt Jezus de leerlingen op het hart beneden niet over boven te vertel- len. Eerst moet de Mensenzoon opstaan uit de dood. Marcus bericht dat Petrus, Jakobus en Johannes zich daar ook aan houden, maar zich onder elkaar toch afvragen wat dat „uit de doden opstaan” kon betekenen.

Vanaf het dak van de wereld mochten de leerlingen van Jezus binnenkijken in de we- reld van God. Het is een bovengrens, hogerop zullen ze op eigen kracht niet komen. Daar, in Gods wereld, is het al Pasen en wordt zichtbaar hoe Jezus werkelijk de Zoon van God is.

Wat in Elia en Mozes begonnen werd, zal de Welbeminde Zoon tot een goed einde bren- gen. Begrijpelijk dat Petrus verlangt in het licht van Pasen te blijven. Op het raakvlak tus- sen hemel en aarde wil hij tenten voor de eeuwigheid opslaan. Maar deze nieuwe Mozes is niet van Petrus. Neen, Hij is de zoon van Mensen. Ze moeten terug naar beneden, naar de aardse tenten in het dal.

Lezingen • „Mag God van ons afnemen wat Hij ons eerst gegeven heeft?”, vraagt predi- kant Willem Dekker zich af. Met die uitspraak zitten we meteen op een andere berg, in het land van de Moria. Abraham is er naartoe getrokken op aanwijzingen van God om er zijn zoon Isaak als brandoffer op te dragen. Daarmee wilde God Abraham op de proef stellen.

Over dat examen van Abraham vloeide in de loop der eeuwen al heel wat inkt. Wat voor een God is het toch, die er behagen in schept een jongetje naar de brandstapel te laten voe- ren? Wat voor een vader is het ook, die zijn enige en welbeminde zoon dat lot laat onder- gaan?

Maar er is nog meer. Diezelfde God had aan Abraham een belofte gedaan. Hij zou van hem een groot volk maken. Daarvoor moest hij het ouderlijke huis verlaten en op weg gaan naar een land dat God hem zou aanwijzen. Abraham was in die God gaan geloven en was vertrokken. Hij vestigde zich met zijn vrouw Sara in Kanaän. Nu nog wachten op de nakomelingen. Dat bleek in de praktijk niet zo eenvoudig. Pas na veel vijven en zessen werd Isaak geboren, van wie die God nu wilde dat Abraham hem de keel afsneed.

Abraham wordt de vader van alle gelovigen genoemd, tenminste van hen die gelo- ven in één God. Zijn nakomelingen zijn joden, christenen en moslims die zich herken- nen in deze man. Hij die zich toevertrouwde aan een volslagen onbekende God „die er in zal voorzien” (= Moria). Een God zelfs zonder naam, in den beginne aangeduid als de God van Abraham, Isaak en Jakob. Een god van één familie als het ware. Om bij de Ene uit te komen, diende Abraham er vele achter zich te laten. Een proces van groeien en loslaten.

Ik vraag me wel af of de God van de belofte dezelfde kan zijn als een op-de-proef-stellen- de-God. Gelukkig grijpt een engel van de Heer bijtijds in: Abraham mag Isaak geen haar krenken. De God van de belofte wist dat Abraham Hem zijn enige zoon niet zou willen onthouden. Abraham is genoeg beproefd. Hij slacht beter een ram in plaats van zijn zoon.

De engel herhaalt de belofte van de nakomelingen.

Volgens Paulus in zijn brief aan de Romeinen heeft de God van Abraham overigens zelf zijn eigen en Welbeminde Zoon niet gespaard op diens weg. Na de berg in Galilea wacht Hem inderdaad de beproeving in Jeruzalem. Wordt vervolgd.

• De commentaren op de Schriftlezingen zijn op Twitter te volgen via @DevisscherLuc

• Reacties welkom via luc.devisscher@ccv.be

EERSTE LEZING

genesis 22, 1-2.9a.10-13.15-18

In die dagen gebeurde het dat God Abraham op de proef stelde. Hij zei tot hem: „Abraham.” En hij antwoordde:

„Hier ben ik.” God zei: „Ga met Isaäk, uw enige zoon, die gij liefhebt, naar het land van de Moria en draag hem daar op de berg die Ik u zal aanwijzen, als brandoffer op.”

Toen zij de plaats bereikt hadden die God hen had aan- gewezen, bouwde Abraham daar een altaar, stapelde er het hout op, bond zijn zoon Isaäk vast en legde hem op het al- taar, boven op het hout.

Toen Abraham echter zijn hand uitstak naar het mes om daarmee zijn zoon de keel af te snijden, riep de engel van de Heer hem vanuit de hemel toe: „Abraham, Abraham!” En hij antwoordde: „Hier ben ik”. De engel zei: „Raak de jon- gen met geen vinger aan en doe hem niets! Ik weet nu dat gij God vreest, want gij hebt mij uw enige zoon niet willen ont- houden.” Abraham keek om zich heen en bemerkte een ram, die met zijn horens in het struikgewas vastzat. Hij greep de ram en droeg die als brandoffer op, in plaats van zijn zoon.

Toen riep de engel van de Heer voor de tweede maal uit de hemel tot Abraham en zei: „Bij Mijzelf heb Ik gezworen – zo spreekt de Heer: omdat gij dit gedaan hebt en Mij uw eigen zoon niet hebt onthouden, daarom zal Ik u overvloedig ze- genen en uw nakomelingen talrijker maken dan de sterren aan de hemel en de zandkorrels op het strand van de zee.

Uw nakomelingen zullen de poort van hun vijand bezitten.

Door uw nakomelingen komt zegen over alle volken van de aarde omdat gij naar Mij hebt geluisterd.”

TWEEDE LEZING

brief aan de romeinen 8, 31b-34

Broeders en zusters,

Indien God vóór ons is, wie zal dan tegen ons zijn? Hij heeft zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard: voor ons allen heeft Hij Hem overgeleverd. En zou Hij ons na zulk een gave ook niet al het andere schenken? Wie zal Gods uitverkorenen aan- klagen? God die rechtvaardigt? Wie zal hen veroordelen?

Christus Jezus misschien, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en die, gezeten aan Gods rechterhand, onze zaak bepleit?

EVANGELIE

marcus 9, 2-10

In die tijd nam Jezus Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee en bracht hen boven op een hoge berg waar zij geheel alleen waren. Hij werd voor hun ogen van gedaante veran- derd: zijn kleed werd glanzend en zo wit als geen bleker ter wereld maken kan. Elia verscheen hun samen met Mozes en zij onderhielden zich met Jezus.

Petrus nam het woord en zei tot Jezus: „Rabbi, het is goed dat we hier zijn. Laten we drie tenten bouwen, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia.” Hij wist niet goed wat hij zei, want ze waren allen geheel verbluft. Een wolk kwam hen overschaduwen en uit die wolk klonk een stem: „Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, luistert naar Hem.” Toen ze rondkeken, zagen ze plotseling niemand anders bij hen dan alleen Jezus.

Onder het afdalen van de berg verbood Jezus hun aan ie- mand te vertellen wat ze gezien hadden, voordat de Men- senzoon uit de doden zou zijn opgestaan. Zij hielden het in- derdaad voor zich, al vroegen zij zich onder elkaar af wat dat opstaan uit de doden mocht betekenen.

Schriftlezingen

© Katholieke Bijbelstichting Breda, www.bijbel.net

1 m aa rt 2015 – tw e e d e zo n dag i n d e v e e rt i g dag e n t i j d

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

'Hier ben ik.' Hij zei: 'Ga met Isaak, uw enige zoon, die gij liefhebt, naar het land van de Moria en draag hem daar op de berg die ik u zal aanwijzen als brandoffer op.'

doen dan de punt van het oor van een onzer hoogst filosofische conservatief liberaal-radikale kandidaten. Prosit!' Daar schuilt meer waarheid in dat woord dan Prikkie zelf

• Bij dijkpaal 644 ligt de grens tussen de Willempolder en de Abraham Wissepolder.. Hier ligt

Alle dijkvakken in het beschouwde traject worden het zwaarst belast door golven bij windrichtingen tussen 180 en 270 graden (met uitzondering van dijkvak 128 bij een waterstand van

Uit Tabel 5.2 wordt geconcludeerd dat de nieuwe bekledingen in de ondertafel moeten worden uitgevoerd in betonzuilen of een overlaging met breuksteen ingegoten met asfalt en

Toen riep de engel van de Heer voor de tweede maal uit de hemel tot Abraham en zei: 'Bij mijzelf heb ik gezworen - spreekt de Heer - om- dat gij dit gedaan hebt en Mij uw eigen

Nadien dat ic bin worden oelt Ende mijn bloet is al vercolt, Ende ic weet ende byns gewys, Dat mijn here oeck herde oelt is,. Zal ic in mijnre oeltheid werden verhoechet, Als doe ic

Ook hierbij zich voor Gods aangezicht stellende, heeft het niet alleen in den mensch het afschijnsel van Gods beeld, maar ook in de wereld om ons heen zijn schepping geëerd,