M M E E M M O O
AAN : Commissie Ruimte
VAN : Linda Nijssen & Roelant Derijck
DATUM : 14-02-2012
BETREFT : Erfdienstbaarheid
Naar aanleiding van het presidium 19-12-2011 hieronder een korte toelichting op de gevolgen van de inwerkingtreding van het nieuwe burgerlijke wetboek ten aanzien van erfdienstbaarheden.
Erfdienstbaarheid
Een erfdienstbaarheid is een last, waarmee een onroerende zaak, ten behoeve van een andere onroerende zaak is bezwaard. Deze last is meestal een plicht om een eigenaar van het belendend perceel “overpad” te geven over het bezwaarde perceel. Een erfdienstbaarheid is een zakelijk recht, geen persoonlijk recht en heeft zaaksgevolg. Indien het perceel waarop de erfdienstbaarheid rust wordt verkocht aan een ander dan gaat dit recht ook mee over. De lusten en lasten, zoals de breedte van het “overpad” en de manier waarop hiervan gebruik mag worden gemaakt, zijn vaak vastgelegd bij notariële akte.
Hoe ontstaat een erfdienstbaarheid?
Een erfdienstbaarheid kan op twee manieren ontstaan.
Allereerst door vestiging bij een notariële akte. Een notariële akte moet ingeschreven worden in het Kadaster. Het Kadaster kan geraadpleegd worden om te zien of er erfdienstbaarheden op, of ten gunste van, een perceel rusten.
Ten tweede kunnen erfdienstbaarheden ook als gevolg van verjaring ontstaan.
Niet-zichtbare en niet-voortdurende erfdienstbaarheid
In 1992 zijn er nieuwe regels ingevoerd voor het ontstaan van een erfdienstbaarheid door middel van verjaring. Voor de invoering van deze regels was het ontstaan van een erfdienstbaarheid door verjaring niet mogelijk wanneer het ging om niet-zichtbare en niet-voortdurende erfdienstbaarheden.
Aangezien er voor het uitoefenen van het recht van overpad een menselijke activiteit nodig is, wordt dit in de rechtspraak aangemerkt als een niet-voortdurende en niet-zichtbare erfdienstbaarheid. Dit betekent dat de ingangsdatum van de verjaring van deze erfdienstbaarheden niet voor 1 januari 1992 kan liggen.
Bezit
Voor het ontstaan van een erfdienstbaarheid door verjaring is het vereist dat er sprake is van bezit gedurende een bepaalde tijd. Dit bezit is afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse, maar kan bijvoorbeeld worden aangetoond door zichtbare feiten, zoals het hebben van een hek dat uitkomt op het betreffende pad. Na 20 jaar onafgebroken bezit ontstaat een erfdienstbaarheid met betrekking tot het recht van overpad.
1 januari 2012
Dit alles betekent dat 1 januari 2012 voor grondeigenaren een belangrijke datum kan zijn. Men kan wellicht door verjaring een erfdienstbaarheid verkrijgen, maar grond kan ook belast worden met een erfdienstbaarheid.
Indien het niet gewenst is dat een erfdienstbaarheid ontstaat, dan diende men voor 1 januari 2012 de verjaring te stuiten. Dit kon door het sturen van een aangetekende brief waarin werd aangegeven dat
-2-
de wens bestond om de verjaring te stuiten. Binnen 6 maanden na deze brief dient men een
procedure te starten. Op deze wijze wordt voorkomen dat op 1 januari 2012 een erfdienstbaarheid is ontstaan die men dient te respecteren. Er zijn momenteel geen situaties bekend binnen de gemeente Asten waarbij dit het geval is. Dat is geen garantie dat deze situaties niet bestaan.
Voorbeeld
Indien een burger jarenlang gebruik maakt van een perceel alsof hij een recht van overpad had, wat in eigendom is van de gemeente dan zou het kunnen dat deze burger nu bij de gemeente aanklopt om dit recht van overpad officieel vast te laten leggen als erfdienstbaarheid. Dit geldt ook voor de relaties tussen burgers onderling.