STEDELIJKE VERORDENING BETREFFENDE HET PRIVATIEF GEBRUIK VAN HET OPENBAAR DOMEIN
TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN ARTIKEL 1
Onverminderd de algemene of bijzondere bouwverordeningen en de bepalingen van de “stedelijke Verordening op de bouwwerken en het gebruik van het gemeentelijk wegennet en zijn aanhorigheden evenals de andere
domeingoederen” en de “Reglementen betreffende de openbare markten”, gelden voor het privatief gebruik van het openbaar domein de volgende algemene en bijzondere bepalingen.
HOOFDSTUK I DEFINITIES
Voor een goed begrip van deze Verordening moet een onderscheid gemaakt worden tussen een wegvergunning en een stedenbouwkundige vergunning. Met uitzondering van de tijdelijke open terrassen, uitstallingen,
windschermen en mobiele verkoopstanden is voor alle constructies zowel een wegvergunning als een stedenbouwkundige vergunning nodig.
ARTIKEL 2 (gewijzigd op 20 december 2021)
§1. Openbaar domein
Elk domein van de stad Oostende dat hetzij bestemd is voor het publiek, hetzij voor de uitoefening van een openbare dienst of voor het behartigen van een openbare noodwendigheid.
§2. Privatief gebruik van het openbaar domein
Het gebruik van het openbaar domein door natuurlijke personen of rechtspersonen, al dan niet met commercieel doel. Hierdoor wordt het openbaar domein geheel of gedeeltelijk aan de normale openbare bestemming onttrokken of worde de openbare bestemming ervan met een privatief gebruik aangevuld.
§3. Rooilijn
Scheidingslijn tussen de openbare weg en de aanpalende eigendommen.
§4. De vrije doorgang begint aan de boordsteen, de grens van de openbare weg of de waterafvoergoot bij afwezigheid van een boordsteen. Bij andere mogelijke hindernissen op het trottoir (parkeermeter, boom, verlichtingspaal e.d.) moet de vrije doorgangsbreedte tot aan de dichtste rand van de privatieve bezetting minimaal 1 meter bedragen, indien er aan de andere zijde van de hindernis geen doorgangsbreedte van minimaal 1 meter beschikbaar is.
HOOFDSTUK II VERGUNNINGSPROCEDURE ARTIKEL 3
De Gemeenteraad machtigt het College van Burgemeester en Schepenen tot het verlenen, schorsen en intrekken van vergunningen inzake het privatief gebruik van het openbaar domein.
ARTIKEL 4
§1. Niemand mag zonder voorafgaande vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen het openbaar domein voor privé doeleinden gebruiken.
§2. Onverminderd de procedure voor het behandelen van stedenbouwkundige aanvragen (vastgelegd in de Stedenbouwwet), moeten aanvragen voor privatief gebruik van het openbaar domein schriftelijk worden ingediend bij de Stad.
De aanvraag moet een exacte beschrijving omvatten van het gewenste privatief gebruik van de constructies die zouden worden opgericht, alsook een schets hiervan op schaal.
§3. Een vergunning is steeds precair en kan altijd worden herroepen om redenen waarover het College van Burgemeester en Schepenen soeverein oordeelt, zonder dat de vergunninghouder enig recht op schadeloosstelling of vergoeding kan laten gelden.
§4. Omdat het beheer van het openbaar domein onderworpen is aan bijzondere rechtsregels kan de vergunninghouder, aan wie een privatief gebruik ervan werd toegestaan, geen erfdienstbaarheden noch andere zakelijke rechten of voorrechten op dit stuk openbaar domein laten gelden.
§5. Voor rechtspersonen wordt de vergunning op naam van de vennootschap. Zonder toestemming van de Stad kan de vergunning, bij overdracht van de handelszaak, niet worden doorgegeven. De vergunninghouder is ten volle aansprakelijk voor dienst bezetting van het openbaar domein en kan nooit zijn aansprakelijkheid op de Stad afwentelen. Zelfs in geschillen kan de Sad nooit worden betrokken.
§6. De vergunninghouder moet de vergunning tot privatief gebruik van het openbaar domein steeds kunnen voorleggen aan de gevolmachtigde ambtenaar en de politie.
§7. De vergunninghouder is ertoe gehouden het desbetreffende trottoir, plein, groenzones of wandeldijk, na wegneming van de gesloten constructie, van het overbouwd terras, van het open terras, van de
uitstallingen, van de verkoopstanden of van de windschermen in zijn oorspronkelijke toestand te herstellen.
Bij gebrek aan herstel wordt het openbaar domein ambtshalve door de Stad hersteld en worden de kosten ervan verhaald op de in gebreke blijvende vergunninghouder.
HOOFDSTUK III CONTROLE EN SANCTIES ARTIKEL 5
§1. De politie en de gevolmachtigde ambtenaren van de Stad zijn bevoegd voor het uitoefenen van de controle op de toepassing van de “Verordening betreffende het privatief gebruik van het openbaar domein”. De vergunninghouder is er steeds toe gehouden deze ambtenaren de nodige faciliteiten te verschaffen om hen de controle naar behoren te laten uitoefenen.
§2. De Burgemeester, de politie en diezelfde gevolmachtigde ambtenaren van de Stad kunnen zonder enig andere formaliteit dan de vaststelling elke vorm van onvergund privatief gebruik van het openbaar domein (terrassen, uitstallingen, borden, …) op kosten van de overtreder doen verwijderen.
§3. Het weggenomen materiaal wordt door de Stad bijgehouden voor een periode van maximaal zes maanden en wordt ter beschikking gesteld nadat de overtreden de kosten voor ophaling en het bijhouden heeft betaald.
Het materiaal wordt teruggegeven in de staat waarin het zich bevindt, zonder dat de Stad aansprakelijk kan worden gesteld voor eventuele beschadigingen.
Na bovenvermelde periode wordt het weggenomen materiaal automatisch eigendom van de Stad. Ook bij niet-afhaling van het weggenomen materiaal binnen de periode van zes maanden blijven de kosten voor ophaling en bewaring (en indien nodig verwerking) echter verschuldigd.
§4. Bij het niet-naleven van de vergunningsvoorwaarden kan het College van Burgemeester en Schepenen de vergunning schorsen of intrekken.
Pas na een periode van zes maanden kan een nieuwe aanvraag tot het privatief bezetten van het openbaar domein vergund worden.
§5. Ongeachte alle andere mogelijke sancties worden de overtredingen van de bepalingen van deze
Verordening bestraft met een gemeentelijke administratieve sanctie overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties:
- een administratieve geldboete die maximaal 350,00 euro bedraagt, voor natuurlijke personen wordt de maximale geldboete beperkt tot 250,00 euro;
- de administratieve schorsing van de verleende vergunning;
- de tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van de inrichting.
ARTIKEL 6
Het feit dat het privatief gebruik waarvoor een vergunning wordt gevraagd aan de bijzondere voorwaarden (zoals bepaald in titel II van deze Verordening) beantwoordt, houdt op zich niet in dat de vergunning niet kan worden geweigerd.
Het College van Burgemeester en Schepenen oordeelt soeverein of de gevraagde ingebruikneming verenigbaar is met het gebruik van het betrokken domein.
Desgevallend kunnen strengere voorwaarden worden opgelegd door het College van Burgemeester en Schepenen of door andere openbare besturen.
TITEL II SPECIFIEKE BEPALINGEN HOOFDSTUK I ALGEMENE VOORSCHRIFTEN ARTIKEL 7 (geschrapt op 20 december 2021) ARTIKEL 8 (geschrapt op 20 december 2021) ARTIKEL 9 (geschrapt op 20 december 2021) ARTIKEL 10 (geschrapt op 20 december 2021) ARTIKEL 11 (geschrapt op 20 december 2021) ARTIKEL 12 (geschrapt op 20 december 2021) HOOFDSTUK II BIJZONDERE BEPALINGEN ARTIKEL 13 (geschrapt op 20 december 2021) ARTIKEL 14 (geschrapt op 20 december 2021) HOOFDSTUK IV UITSTALLINGEN ARTIKEL 15 (geschrapt op 20 december 2021)
TITEL III DIVERSE ANDERE VERGUNNINGEN HOOFDSTUK I BOUWWERVEN
ARTIKEL 16
De Burgemeester verleent de machtiging tot het bezetten van het openbaar domein voor het inrichten van bouwwerven, het opstellen van bouwketen, hijskranen, bouwmachines e.d.
ARTIKEL 17 (gewijzigd op 20 december 2021)
§1. De machtiging geldt voor de periode aangevraagd door de bouwondernemer en kan worden verlengd voor de duur van de bouwwerken.
§2. Het verkrijgen van de machtiging impliceert dat de gestelde voorwaarden en de eventuele aanvullende richtlijnen dadelijk en integraal zullen worden uitgevoerd.
§3. De vergunninghouder moet de onderrichtingen zoals aangegeven in de door de Lokale Politie afgeleverde Machtigingsbesluiten voor het plaatsen van verkeerssignalisatie bij werken en verkeersbelemmeringen op het openbaar domein en de “Algemene voorwaarden in verband met het bezetten van het openbaar domein bij het inrichten van bouwwerven” stipt naleven.
§4. Onmiddellijk voor het pand kan over een afstand van maximaal 25 meter en in één onderbroken stuk op de openbare weg of de parkeerzone een zone voor het laden en lossen van grote en zware volume
bouwmaterialen vrij gehouden worden. De Burgemeester verleent hiertoe de machtiging.
Deze zone moet worden aangeduid met officiële verkeersborden. Er moet tevens een tegen regen en wind beschermd bord worden aangebracht met de vermelding ‘bouwwerf laad- en loszone op werkdagen van 08.00 uur tot 18.00 uur’.
Het stockeren van materialen in deze zone is niet toegelaten. De materialen moeten onmiddellijk op de werf worden geplaatst.
Vrachtwagens of ander rollend materieel mogen niet worden achtergelaten in deze zone na 18.00 uur en voor 06.00 uur en nooit overdag op zaterdagen, zon- en feestdagen.
Deze zone mag niet worden gebruikt voor het parkeren van eigen auto’s of bedrijfswagens noch van aannemers noch van onderaannemers.
Een zone voor laden en lossen is niet toegelaten in de periode tussen 01 juli en 31 augustus op percelen of voor gebouwen die palen aan straten of pleinen, begrepen in de zone begrensd door de Visserskaai, de Albert I-promenade, de Zeedijk, de Northlaan, de Nieuwpoortsesteenweg, de Alfons Pieterslaan en de Vindictivelaan. Hetzelfde geldt ook voor de rest van de Zeedijk.
§4. Afsluitingen van bouwwerkzaamheden dienen altijd worden bekleed met een zichtdoek. De afsluiting en het zichtdoek moeten altijd in goede staat van onderhoud te zijn.
HOOFDSTUK II RECLAMEWAGEN ARTIKEL 18
Voor het rondrijden en stationeren van reclamewagens met of zonder geluidsinstallatie op het openbaar domein is een voorafgaande toestemming van de Burgemeester vereist.
HOOFDSTUK III RECLAMEBORDEN, RECLAMECONSTRUCTIES EN AANKONDIGINGSBORDEN ARTIKEL 19 (gewijzigd op 20 december 2021)
§1. Een voorafgaande vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen is vereist voor het plaatsen van reclameborden, reclameconstructies en aankondigingsborden.
§2. Het plaatsen van aankondigingsborden voor manifestaties die verband houden met culturele, caritatieve, sportieve, recreatieve of toeristische acties of samengaan met commerciële of reclameactiviteiten die worden georganiseerd in het belang van de handel of het toerisme langs de gemeentewegen en mits toestemming van de bevoegde overheid, langs de gewestwegen, is toegestaan. De maximale grootte is 2,10 m², tenzij het College van Burgemeester en Schepenen uitzondering verleent. De aanvrager kan maximaal vijftien plaatsen kiezen uit een lijst van 30 vaste inplantingsplaatsen. Het College van Burgemeester en Schepenen kan bepalen dat de vergunninghouder een borgsom moet betalen.
-
De borden moeten binnen drie dagen na beëindiging van de manifestatie verwijderd zijn. Niet- verwijderde borden zullen op kosten van de aanvrager ambtshalve worden weggenomen.-
De borden moet zodanig worden opgesteld dat ze niet hinderlijk zijn voor enige weggebruiker, inzonderheid voor voetgangers.-
De vrije doorgangsruimte voor voetgangers op de trottoirs en bermen die door voetgangers moeten worden gevolgd bedraagt minstens 1,50 meter; de borden mogen niet worden geplaatst ter hoogte van oversteekplaatsen voor voetgangers.-
De borden moeten op voldoende afstand van de rijbaan worden geplaatst.-
De borden mochten het zicht op tegemoetkomend of zijdelings verkeerd niet hinderen.-
De aanwezige verkeersborden blijven voldoende zichtbaar; de plaatsing van de borden mag niet leiden tot verwarring met betrekking tot de aanwezige verkeerssignalisatie.-
De toegang tot buiten de rijbaan aangelegde in- en opritten blijft gevrijwaard.-
De borden mogen niet aan bomen, verkeerspalen en borstweringen worden bevestigd.§3. Het plaatsen van aankondigingsborden voor braderies, avondmarkten e.d. langs de gemeentewegen en mits toestemming van de bevoegde overheid, langs de gewestwegen, is toegestaan.
De maximale grootte is 2,10 m² tenzij het College van Burgemeester en Schepenen uitzondering verleent.
Er mogen maximaal twee borden per deelnemende of aanpalende straten of straatdelen worden geplaatst.
De aanvrager mag de borden plaatsen vanaf zeven dagen voor de aanvang tot twee dagen na de beëindiging van de braderie, avondmarkt e.d.
Niet-verwijderde borden worden op kosten van de aanvrager weggenomen. De borden mogen geen hinder veroorzaken voor de weggebruikers.
Op de borden mag geen reclame worden aangebracht.
HOOFDSTUK IV WEGWIJZERS ARTIKEL 20
§1. Een voorafgaande vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen is vereist voor het plaatsen van wegwijzers.
§2. De aanvrager mag de borden slechts plaatsen drie dagen voor de aanvang van de manifestatie.
§3. De aanvrager moet de borden binnen twee dagen na beëindiging van de manifestatie verwijderen; niet- verwijderde borden zullen op kosten van de aanvrager worden weggenomen.
§4. De borden mogen maximaal 1,20 x 0,30 meter meten.
§5. De borden mogen geen hinder veroorzaken voor de weggebruikers en niet dezelfde kleur hebben als de gewone richtingssignalisatie.
§6. De borden mogen worden geplaatst op eigen voet of aan bestaande richtingssignalisaties, maar niet aan palen van de openbare verlichting noch aan verkeerslichten.
Ze mogen geen schade toebrengen aan het openbaar domein.
§7. De aanvrager mag maximaal tien borden plaatsen.
§8. Op de borden mag geen reclame worden aangebracht.
HOOFDSTUK V BRAADSPITTEN
ARTIKEL 21 (geschrapt op 20 december 2021)
HOOFDSTUK VI GEVELTUINTJES ARTIKEL 22
§1. De aanleg van een geveltuin moet steeds voorafgaandelijk worden aangevraagd bij de Stad door hetzij de eigenaar van de woning, hetzij de huurder. Indien het een geveltuin betreft voor een appartement dan dient
de aanvraag te worden ingediend door de eigenaar of de bewoner van de benedenverdieping. De toestemming van de eigenaar van de woning of het appartement is steeds vereist.
§2. De aanvraag gebeurt door het invullen van het aanvraagformulier, samen met een plan op schaal 1/50 met aanduiding van de deuren, vensters, de oppervlakte van de trottoirverharding die dient te worden
weggenomen en de breedte van het trottoir op de plaats van de geveltuin.
§3. De aanvrager wordt per brief op de hoogte gebracht van de beslissing.
§4. Indien de geveltuin bestaat uit plantenbakken dan moet tevens een vergunning voor het bezetten van het openbaar domein worden aangevraagd bij de Stad.
§5. Geveltuinen worden niet toegestaan in winkelstraten, bij terrassen en andere uitstallingen.
§6. De aanpassing van het trottoir gebeurt kosteloos door de Stad. De standaardbreedte van de plantput bedraagt 30 cm. Hiervan mag op geen enkele wijze worden afgeweken. De diepte van de put bedraagt 60 cm, maar is afhankelijk van de aanwezigheid van nutsleidingen.
§7. Bij de aanleg van de geveltuintjes wordt steeds een verplichte vrije doorgang op het trottoir van 1,50 meter gerespecteerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de inplanting van verlichtingspalen, verkeerspalen, besturingskasten, …
§8. Onmiddellijk na de uitvoering van de uitsparing door de Stad moet de aanvrager de teelaarde en de beplantingen aanbrengen. Indien de aanvrager dit niet doet dan staat hij zelf in voor het aanbrengen van de nodige signalisatie.
§9. Geen giftige planten, planten met doornen, bomen noch heesters met diepe wortels mogen worden geplant of geplaatst in een geveltuin.
Klimplanten en bijkomende klimstructuur moeten stevig aan de gevel worden vastgehecht, zodat zij door de wind niet kunnen worden losgerukt of op het trottoir terechtkomen.
§10. De plantgroei moet binnen de oppervlakte van de plantput blijven en beperkt blijven tot de eigen gevel.
§11. De geveltuin moet op verzorgde wijze worden aangelegd en goed worden onderhouden door de aanvrager.
§12. De openbare nutsvoorzieningen mogen door de geveltuin geen hinder ondervinden, noch schade oplopen.
Mocht dit toch het geval zijn, dan moet de schade door de aanvrager worden vergoed.
§13. De openbare besturen en openbare nutsmaatschappijen die voor de aanleg, de herstelling en het onderhoud van die nutsvoorzieningen instaan, zijn niet aansprakelijk voor eventuele beschadigingen aan de geveltuin, ontstaan naar aanleiding van defecten van deze nutsvoorzieningen of van werken, die eraan worden uitgevoerd.
§14. De beplantingen mogen de aan de gevels vastgehechte pictogrammen, straatnaam- borden, huisnummers, toestellen van de openbare verlichting en dergelijke niet bedekken, noch geheel of gedeeltelijk onzichtbaar maken.
§15. Bij wijziging van de eigenaar of de huurder van een woning kan de nieuwe eigenaar of huurder een aanvraag indienen bij de Stad om de geveltuin weg te nemen en zal de Stad het trottoir kosteloos in zijn
oorspronkelijke toestand herstellen.
§16. Wanneer de geveltuin geheel wordt weggenomen of wanneer aanpassingen moeten worden aangebracht, dan dient hiervoor een nieuwe aanvraag te worden gericht tot de Stad. De aanpassingen worden door de Stad kosteloos uitgevoerd.
§17. Bij gebrek aan onderhoud of het niet-naleven van de bepalingen van deze Verordening kan de Stad optreden door het wegnemen van de geveltuin en het herstellen van het trottoir in de oorspronkelijke staat op kosten van de aanvrager.
HOOFDSTUK VII SPANDOEKEN, VLAGGEN EN BALLONCONSTRUCTIES ARTIKEL 23
Een voorafgaande vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen is vereist voor het aanbrengen van spandoeken, vlaggen of ballonconstructies. De volgende voorwaarden moeten worden nageleefd:
-
spandoek aan te brengen op minimaal 5 meter hoogte boven het openbaar domein;-
toestemming is vereist van de eigenaar van de gebouwen waaraan de spandoeken of vlaggen worden vastgemaakt;-
de spandoeken of vlaggen moeten verband houden met culturele, caritatieve, sportieve, recreatieve of toeristische acties of samengaan met commerciële of reclameactiviteiten die worden georganiseerd in het belang van de handel of het toerisme.Het College van Burgemeester en Schepenen kan aan de aanvrager een vergunning verlenen om, naar aanleiding van feestelijkheden of het openen van nieuwe handelszaken of winkels, maximaal vier vlaggen of
ballonconstructies gedurende maximaal tien dagen op het openbaar domein te plaatsen.
HOOFDSTUK VIII VENSTERVERKOOP ARTIKEL 24 (geschrapt op 20 december 2021)
HOOFDSTUK IX DIVERSE BEZETTINGEN ARTIKEL 25 (gewijzigd op 20 december 2021)
Een voorafgaande vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen is vereist voor het plaatsen op het openbaar domein van:
- weegtoestellen, verrekijkers of gelijk welke andere munttoestellen - fietsblokken of -rekken
- allerhande soorten tenten;
- standplaatsen op het openbaar domein (behalve markten) uit commercieel, sportief of recreatief toeristisch, cultureel, religieus of caritatief oogpunt
- koelwagens om winkelwaren in te stockeren
- allerhande naar aanleiding van een evenement met een commercieel karakter
Vaste of mobiele verkoopstanden mogen enkel worden geplaatst voor die handelszaken die de uitgestalde producten ook binnenin de zaak verkopen. In het verkeersvrije gedeelte van de Vlaanderenstraat zijn geen vaste, noch mobiele verkoopstanden toegestaan (gedeelte tussen de Langestraat en het Wapenplein).
Ingeval de standen niet tegen de gevel zijn geplaatst, wordt de totale oppervlakte van de verkoopstand en de tussenruimte (vanaf de gevel tot de stand) vergund.
HOOFDSTUK X SAMPLING ARTIKEL 26
Het kosteloos aanbieden en/of uitdelen met publicitair karakter van gadgets, monsters, drank- en eetwaren is verboden, behoudens wanneer dit kadert in een evenement georganiseerd door het Stadsbestuur, Toerisme Oostende vzw of CC De grote Post vzw.
Deze Verordening heeft de Gemeenteraad op 23 december 2004 aangenomen, gewijzigd in de Gemeenteraad van 22 februari 2008, in de Gemeenteraad van 24 januari 2009,.in de Gemeenteraad van 24 juni 2011, 23 september 2011, 14 december 2012, 20 juni 2014, 27 februari 2015, in de Gemeenteraad van 18 november 2019 en in de Gemeenteraad van 20 december 2021.
*
* *
