• No results found

IN 10 STAPPEN EFFECTIEVE GEZINSCOMMUNICATIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "IN 10 STAPPEN EFFECTIEVE GEZINSCOMMUNICATIE"

Copied!
51
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

IN 10 STAPPEN EFFECTIEVE

GEZINSCOMMUNICATIE

Verbeter de communicatie met je puber voor meer harmonie en rust in huis

Maria Simons

(3)

‘Ik ken Maria als een verbinder met een duidelijke, laagdrempelige boodschap voor ouders en dat is precies wat ik teruglees in dit boek. Stappen die herkenbaar zijn voor mij als professional, maar zeker ook als moeder en partner. Het lijkt me een verademing om regelmatig terug te kunnen pakken op een aantal heldere stappen wanneer het moeilijker wordt, zowel in kleine

dagelijkse strubbelingen als wanneer er langere tijd problemen zijn.

De opdrachten maken het daarnaast gelijk toepasbaar. Ben je op zoek naar een leesbaar en effectief boek om de puberfase met meer vertrouwen in te

stappen, leg dit boek dan zeker binnen handbereik in je huis.’

Marloes Kunzel

Orthopedagoog, generalist en systeemtherapeut, moeder van twee kinderen

‘Ik weet uit ervaring dat opvoeden niet altijd even makkelijk is en veel energie kan kosten, waardoor je soms het gevoel kan hebben dat je er niet meer uitkomt. Iedereen die dit herkent, zal veel aan het boek van Maria hebben.

De problemen die ze schetst, zijn treffend en de oplossingen die ze aandraagt, zijn helder en toepasbaar. Het boek is een mooi opstapje voor haar cursus, die ik zelf ook heb bijgewoond en die ik zeer waardevol vond. In één woord

gezegd: super!

Ria Broers Moeder van drie kinderen

‘Dit boek helpt mij als vader om meer in verbinding met mijn kinderen te zijn.

Dankzij de vele voorbeelden over wat er misgaat in de communicatie met je kind kreeg ik inzicht in mijn eigen gedrag en kon ik het anders gaan doen met

behulp van de handvatten die het boek geeft. Het is duidelijk dat Maria heel veel ervaring heeft en je voelt dan ook haar missie om ouders te helpen om

hun kinderen groot te brengen.’

Hugo Bakker

Trainer & coach, vader van twee kinderen

‘We mogen als ouders blijven leren en steeds weer opnieuw beginnen!

Maria Simons neemt je mee om dat gegeven ook daadwerkelijk uit te voeren in het dagelijkse leven. Een mooi neven-effect is dat je kind ook ziet dat het

mag blijven leren!’

Anne Buiskool

Mediator, relatiecoach en ritueel begeleider, moeder van een kind www.samenwijzer.net

(4)

Inhoud 7

IN 10 STAPPEN EFFECTIEVE GEZINSCOMMUNICATIE

Verbeter de communicatie met je puber voor meer harmonie en rust in huis ISBN/EAN boek: 978-94-93222-78-6

ISBN/EAN e-book: 978-94-93222-83-0 NUR-code: 600

Copyright © Maria Simons 2021 Eerste druk

Methode: Maria Simons

Interview en tekst: Marjolein Beumer

Technische ondersteuning en foto cover: Robbe van der Mieden Redactie: Giséla Fidder, Expertboek

Vormgeving: Daisy Goddijn, Expertboek Uitgever: Expertboek (www.expertboek.com) BELANGRIJKE NOOT VOOR DE LEZER

De intellectuele eigendoms- en auteursrechten © van de inhoud en omslag van dit boek berusten bij de auteur. Kleine citaten met expliciete bronvermelding zijn toegestaan.

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op een andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever of auteur.

Website auteur: www.gezinscommunicatie.nl Website uitgever: www.expertboek.com DISCLAIMER

De auteur heeft zich ingespannen interessante informatie in dit boek te verschaffen. Daarbij heeft zij gestreefd naar juistheid en volledigheid van deze informatie maar kan dit niet garanderen. De informatie is uitsluitend illustratief bedoeld; toepassing hiervan verschilt uiteraard per praktijksituatie. De auteur wijst iedere aansprakelijkheid af voor schade als gevolg van onjuiste of ontbrekende informatie of als gevolg van interpretaties in dit boek. De lezer is verantwoordelijk voor de beoordeling van de bruikbaarheid van de informatie in en de vertaalslag naar de eigen, persoonlijke situatie.

Inhoud

Voorwoord ...9

Inleiding ...11

In 10 stappen effectieve gezinscommunicatie ...15

Stap 1. Ken je opvoedstijl ... 19

Stap 2. Houd communicatielijnen helder ... 25

Stap 3. Laad je accu op ... 31

Stap 4. Hoor en word gehoord ... 37

Stap 5. Kijk achter het gedrag ... 45

Stap 6. Communiceer met je kind ... 51

Stap 7. Herken jullie patroon ... 59

Stap 8. Confronteer ... 65

Stap 9. Geef kaders ... 73

Stap 10. Werk samen ... 81

Hoe nu verder? ...89

Over de auteur ...93

Nawoord ...97

(5)

Voorwoord 9

Voorwoord

Mijn wieg stond in een Brabantse boerderij. Het woonhuis en de stal zaten aan elkaar vast, gescheiden door een roldeur. Als kind van drie gaf mij dat de gelegenheid om tussen mijn moeder en de dieren op en neer te lopen.

Hoogzwangere zeugen stonden er in een soort ‘kraamkamer’, met schoon stro en een warmtelamp voor de biggetjes. Het was mijn taakje om in de gaten te houden wanneer de zeug met haar krulstaart ging wiebelen, dan zou er een biggetje geboren worden.

Kon het biggetje meteen na de geboorte niezen en met het kopje schudden, dan was het goed. Zat er nog een vlies omheen, dan moest ik dat openscheuren of mijn moeder roepen.

Samen met de biggetjes kroop ik in het stro onder de warmtelamp.

En terwijl zij, met de warmte op hun roze velletje, lekker lagen te slapen, hield ik in de gaten of een biggetje met een knorretje liet horen dat het tijd was voor wat melk. Of omgekeerd, dat de zeug een knorseintje gaf dat ze melk ging geven. En dan hielp ik in die communicatie. Elk biggetje had zijn eigen tepel en alleen als iedere big op zijn eigen plek zat, kon er rustig gedronken worden.

Ik aaide over de buik van de zeug tussen de rij met tepels door, zodat ze helemaal op haar zij ging liggen en alle drinkplekken goed bereikbaar waren. Ik hielp de biggetjes hun plek te vinden, vooral de kleintjes, die vaak de laatste tepel hadden en soms van hun plek gestoten werden door een sterkere broer of zus. Te weinig voeding kon hun dood betekenen.

(6)

10 Inleiding 11 Op die manier hielp ik de moeder om haar biggetjes groot te

brengen. Eigenlijk is dat wat ik nog steeds doe. Ik help ouders met de communicatie binnen hun gezin. Ik help ouders hun kinderen groot te brengen.

Maria Simons

Inleiding

Zolang er mensen bestaan, moet er opgevoed worden, al zo’n tweehonderdduizend jaar achtereen. Toch blijft het opvoeden van kinderen voor iedere ouder steeds weer opnieuw een uitdaging. Er bestaat immers geen vast recept met maten en gewichten, ieder mens en iedere situatie is uniek. Natuurlijk zijn er handigheidjes om de kansen op een succesvoller verloop te vergroten. Je vindt ze onder andere in dit boek, maar het toverwoord is en blijft communicatie.

We worden als ouder niet opgeleid voordat we aan onze taak beginnen. We worden geacht het gewoon maar te doen. De meeste ouders hebben er wel ideeën over. Ze weten in ieder geval wat ze willen bereiken. Dikwijls ontstaan er pas vraagtekens wanneer het kind anders reageert dan verwacht, niet luistert of weerstand biedt.

Mijn ervaring is dat het negen van de tien keer de communicatie is waarover gestruikeld wordt. Er komen vragen naar voren als: ‘Hoe breng ik mijn boodschap over?’, ‘Hoe pak ik dit aan?’ Hoe krijg ik rust in huis?’ en ‘Hoe krijg ik mijn kind bereid mee te werken?’

In de communicatie tussen ouder en kind komt alles samen; uit welke gezinscultuur je zelf komt, wat je levensovertuiging is, wat je normen en je waarden zijn, maar ook hoe je wilt dat je kind zich gedraagt en wat jij onbewust laat zien als ouder. Verstoring in de communicatie kan leiden tot verstoring in jullie relatie. Een simpele boodschap kan verkeerd worden opgevat of überhaupt niet worden gehoord.

Zeker wanneer je kind in de puberteit komt en de gemoederen soms verhit raken, kan dit tot problemen leiden.

Je kind kan al vanaf het negende levensjaar in de puberteit terechtkomen. Vanaf dat moment gaat het zich steeds meer van je losmaken. Leeftijdsgenoten en vrienden worden belangrijker. Als jullie communicatie niet optimaal is, wordt het een stuk lastiger om

(7)

12 Inleiding 13 met elkaar in verbinding te blijven. Dit boek kun je dus het beste

lezen ter voorbereiding op die puberteit. Het biedt inzicht in jullie communicatie en geeft je handvatten om je boodschap over het voetlicht te krijgen. Mocht je kind al volop aan het puberen zijn, niet getreurd, dan heb je nog steeds iets aan dit boek. Inzicht in je kind en inzicht in jullie communicatie zijn de sleutels naar verbetering.

Zelf kom ik als gezinsbehandelaar al jaren bij gezinnen thuis, maar ook als moeder van drie heb ik volop ervaring met opvoeden. In dit boek haal ik situaties aan uit mijn eigen leven die inzicht gaven in de communicatie, waardoor ik vaak met weinig moeite weer verder kon. Ik heb deze situaties een beetje naar mijn hand gezet en de namen van de kinderen zijn gefingeerd. Omdat ik kriskras door de tijd heen ga, verspringen de kinderen steeds in leeftijd.

In tien stappen effectieve gezinscommunicatie bouwt op van 1 tot 10, maar ieder hoofdstuk is ook afzonderlijk te lezen. De tips zijn bedoeld voor situaties waar je per herhaling tegenaan loopt.

Opvoeden doen we allang niet meer alleen in de traditionele samenstelling, tal van alternatieven zijn mogelijk. Om mijn verhaal helder te houden, spreek ik voor het gemak over ‘jij en je partner’. Vul dit in zoals het jou past. Ik wens je het allerbeste.

‘Ik vind je geweldig, nu jij nog!’

Bonusvideo’s

Speciaal voor jou als lezer van dit boek heb ik een aantal video’s geselecteerd. Om de inhoud van de video optimaal te kunnen gebruiken, raad ik je aan om ze te bekijken na het lezen van de

tekst. Elke stap heeft zijn eigen verdiepingsvideo.

Je kunt de video vinden door het scannen van de QR-code en via de url.

Als je eenmaal toegang gekregen hebt tot de video’s, heb je verder automatisch toegang.

Ga naar

https://gezin.link/TmgYMd om de verdiepingsvideo’s te bekijken.

Of scan onderstaande QR-code.

(8)

In 10 stappen effectieve gezinscommunicatie 15

In 10 stappen effectieve gezinscommunicatie

In dit boek laat ik, met behulp van voorbeelden uit mijn eigen leven, in 10 stappen zien waar en hoe de communicatie tussen ouders en kinderen kan mislopen en wat je kunt doen om dat te veranderen. Elke stap wordt afgesloten met een opdracht. Het doel van de opdracht is je te helpen deze nieuwe inzichten meteen in de praktijk te brengen. Verwacht niet te snel te grote resultaten.

Nieuwe gewoontes hebben tijd nodig om in te slijten, of zoals mijn oma altijd zei: ‘Oefening baart kunst.’ Je hersenen hebben zo’n dertig tot zestig dagen nodig om nieuwe verbindingen te leggen. Oefenen en herhalen, dat zijn dus de sleutelwoorden. Alleen dan zul je al snel merken dat het elke dag een beetje beter wordt.

Hieronder een korte samenvatting van de 10 stappen.

Stap 1. Ken je opvoedstijl

Je stijl van opvoeden is je met de paplepel ingegoten. Met andere woorden, je voedt op zoals je zelf bent opgevoed. Een groot deel daarvan gaat onbewust. Als je tevreden bent met de manier waarop het vroeger bij jou thuis ging, is er waarschijnlijk niks aan de hand.

Wil je het zelf echter helemaal anders doen, dan kun je met jezelf in conflict komen. Het kan ook zijn dat jouw kind met gedrag komt waar jouw opvoedstijl geen antwoord op heeft, of dat je partner een stijl hanteert die botst met de jouwe. In deze stap laat ik je nadenken over dit soort vragen, zodat je meer inzicht krijgt in je eigen situatie.

Stap 2. Houd communicatielijnen helder

Elk gezin kent communicatielijnen. Het zijn de 1-op-1-contacten tussen alle gezinsleden onderling. Een onderonsje met je kind of een gesprek met je partner, het is het contact tussen twee mensen

(9)

16 In 10 stappen effectieve gezinscommunicatie 17 op dat ene moment. In gezinnen kunnen communicatielijnen soms

door elkaar heen lopen en voor verwarring zorgen. Meestal levert dat problemen op. Hoe je dat simpel voorkomt, lees je in deze stap.

Stap 3. Laad je accu op

Druk, druk, druk, veel, veel, veel. Dat is wat je als ouder dikwijls ervaart. Het vraagt aandacht om je energiebeker gevuld te houden.

Er zijn echter energieslurpers in de communicatie die je leeg kunnen trekken, zonder dat je het zelf in de gaten hebt. Je blijft bijvoorbeeld je kind maar uitleggen hoe je het hebben wilt, maar het komt niet aan. Je bent misschien geneigd de problemen van je kind op te lossen nog voordat het zelf heeft kunnen nadenken. Of je kind blijft maar om aandacht vragen, terwijl jij met iets anders bezig bent.

Stap 4. Hoor en word gehoord

Tijdens de puberteitsjaren raakt je kind steeds meer op zichzelf gericht. Dit is een hormonaal gebeuren en daar is helaas niets aan te doen, maar het kan de sfeer in huis behoorlijk bepalen. Juist nu blijft het belangrijk dat je echt hoort wat je kind zegt, maar ook dat je weet hoe je de oren van je kind openhoudt. In deze stap lees je hoe je dat voor elkaar krijgt.

Stap 5. Kijk achter het gedrag

Soms weet je al hoe laat het is als je je kind alleen maar ziet binnenkomen. Zo’n negatieve houding kan voelen als een persoonlijke afwijzing en kan invloed hebben op jullie contact. Toch zegt zo’n houding meestal iets over het welbevinden van je kind en heeft het weinig met jou te maken. Het omgekeerde gebeurt natuurlijk ook. Je kind pikt non-verbaal van alles op wat jij uitstraalt en betrekt dat op zichzelf. Door goed te kijken, kun je veel informatie krijgen, wat kan helpen je kind beter te begrijpen of de angel uit een gesprek te halen.

Stap 6. Communiceer met je kind

In de drukte van alledag valt het soms tegen om goed op je kind te reageren. Het komt met een vraag, een wens of een verzoek waarop je niet meteen een antwoord hebt, of waarover je nog

even wilt nadenken. Er zijn een paar communicatievormen die je kunt hanteren om duidelijk te zijn, de goede sfeer te bewaren en tegelijkertijd tijd te besparen.

Stap 7. Herken jullie patroon

Iedereen kent het, situaties waarin het keer op keer misgaat. Jij wilt iets van je kind, maar je kind lijkt zich daar niks van aan te trekken. Je begrijpt niet wat er aan de hand is. Waarom werkt je kind niet mee?

En waarom laat jij je zo opjutten? Strijd voeren met je kind is een van de vervelendste dingen die er zijn, zeker wanneer het een patroon wordt. Maar hoe verander je dit soort patronen?

Stap 8. Confronteer

Je kind confronteren met zijn gedrag heeft niet altijd de gewenste uitwerking. Je kind komt met een weerwoord, jij reageert daar weer op en voordat je het weet, zitten jullie gevangen in een strijd die niks meer te maken heeft met het onderwerp dat je wilde aankaarten.

Toch is confronteren soms het beste om te doen. In deze stap lees je hoe dat kan zonder te ontsporen.

Stap 9. Geef kaders

Hoe meer de puberteit nadert, hoe beter je de veiligheid van een kader kunt gebruiken.

Een kader is een begrensd gebied waarbinnen je kind de bewegings- vrijheid krijgt om zelf oplossingen te bedenken. Op die manier houd je als ouder een vinger aan de pols, terwijl je kind leert om zelf oplossingen te bedenken voor zijn eigen obstakels; een vaardigheid waar hij de rest van zijn leven iets aan heeft. Omdat zelfbedachte oplossingen hoger scoren op de motivatieladder zal je kind zich meer inspannen om zich eraan te houden en doe jij er ook je voordeel mee. Een win-win.

Stap 10. Werk samen

Puberende kinderen lokken met hun tegendraadse gedrag dikwijls grote reacties uit en kunnen de emoties in huis flink laten oplopen.

Wanneer je als ouder ieder een eigen opvoedstijl hebt, kan dat tot

(10)

19 18

extra spanningen leiden. Het lijkt op die momenten onmogelijk om samen te werken. Misschien denk je zo nu en dan zelfs dat samen leven überhaupt geen goed idee meer is. Toch kun je, ondanks de verschillen, prima samenwerken zonder dat een van jullie beide zich hoeft aan te passen.

STAP 1

Ken je opvoedstijl

(11)

20 STAP 1 Ken je opvoedstijl 21 Welke stijl heb jij?

Opvoeden leer je van je ouders. Het wordt je met de paplepel ingegoten en wordt als het ware onderdeel van je DNA. Als je tevreden bent over hun opvoeding, ben je waarschijnlijk tevreden met de manier waarop je het zelf doet. Als er toch zaken zijn die je graag anders wilt, of wanneer je een partner hebt wiens stijl heel anders is dan de jouwe, dan heb je iets te ondernemen. Het kan ook zijn dat je de patronen van je ouders wilt doorbreken, misschien allemaal, misschien een paar.

In deze stap ga je actief nadenken over je opvoedstijl en daardoor bewuster keuzes maken. Vergeet hierbij niet dat de ene opvoedstijl niet beter is dan de andere, alleen anders. Uiteindelijk gaat het erom dat je opvoedt in de stijl die jou het beste past.

‘Het is zomer en de zon schijnt volop. Ik ben binnen en kijk naar onze acht dagen oude zoon. Hij is drie weken te vroeg geboren en ziet nog een beetje geel. Het is mijn eerste kindje en ik ben bezorgd.

De nachten zijn onrustig, om de twee á drie uur wil hij drinken. Het lijkt mij daarom het beste dat hij bij ons in de kamer slaapt, niet alleen omdat ik hem dan zeker hoor, maar vooral omdat ik hem dan makkelijk kan pakken en onze nachtrustverstoring het minste is.

Mijn partner daarentegen vindt dat ons kindje beter in zijn eigen kamertje kan slapen, als hij huilt, horen we hem toch wel. Ik vind het vervelend dat we hier discussie over voeren. Ik geef borstvoeding, de nachten zijn voor mij het zwaarst, ik voel me weinig gesteund.

Mijn partner reageert gekwetst en we krijgen ruzie. We zijn nog maar net ouders en we hebben nu al gedoe over de opvoeding.’

Wat gebeurt hier?

Het is bijna een natuurlijke neiging om je partner over te halen jullie kind net zo te benaderen als jij dat zelf doet. Omgekeerd gebeurt uiteraard hetzelfde. Ook je partner probeert jou over te halen het te doen op een manier die voor hem of haar het beste voelt. Het is in zo’n geval goed om te beseffen dat jullie een meningsverschil hebben over de oplossing, niet over het beoogde resultaat, want daarover zijn jullie het waarschijnlijk wel eens. In het geval van bovenstaand voorbeeld was dat een nacht met zo min mogelijk verstoringen. Pas later begreep ik dat mijn partner juist met deze oplossing kwam om me te behoeden voor nog zwaardere nachten. Als ons kindje bij ons in de kamer zou liggen, zouden we van ieder zuchtje en steuntje wakker zijn geworden.

De meeste mensen verliezen uit het oog dat ze uiteindelijk hetzelfde doel voor ogen hebben en maken ruzie over de wijze waarop ze dat doel denken te bereiken. In dat geval zijn er maar twee opties mogelijk: je gaat de strijd net zo lang aan totdat je partner zich gewonnen geeft, of je geeft jezelf gewonnen. In beide gevallen los je feitelijk niks op en stapelen de irritaties zich alleen maar op.

Hoe kan het ook?

Het is belangrijk om je bewust te worden van je eigen stijl van opvoeden en hetzelfde geldt natuurlijk voor je partner. Hoe kijken jullie terug op jullie eigen opvoeding? Realiseer je dat jullie opvoedstijlen er met de paplepel zijn ingegoten. Besef ook dat beide manieren niet per se goed of fout zijn, wel anders. Elke opvoedstijl heeft zijn voors en tegens.

In het geval van het voorbeeld hiervoor had het geholpen wanneer wij elkaar hadden verteld waarom wij dachten dat onze oplossing de juiste was. (Je hoeft het niet per se met elkaar eens te zijn om te horen wat de ander zegt.) Waarschijnlijk hadden we ontdekt dat we hetzelfde doel voor ogen hadden. We waren het dus meer met elkaar eens dan we dachten en met die wetenschap was het vast een stuk makkelijker geweest om samen een oplossing te vinden.

(12)

22 STAP 1 Ken je opvoedstijl 23 Kinderen voelen het vaak heel goed aan als ouders het onderling

niet eens zijn. Het kan voor hen verwarrend zijn en zelfs onveilig voelen. Handige kinderen zullen het meningsverschil van hun ouders aangrijpen om ze tegen elkaar uit te spelen en op die manier hun zin te krijgen. Kortom, genoeg redenen om te onderzoeken hoe jullie, ondanks jullie verschillende opvoedstijlen, toch kunnen samenwerken. Meer hierover kun je lezen bij stap 10.

‘Elk gedrag heeft een positieve intentie.’

NLP

‘Mijn opa was een man van weinig woorden. Hij had 9 kinderen en ze gehoorzaamden hem allemaal. Als er eentje was die niet meteen naar hem luisterde, pakte hij die met duim en wijsvinger bij de bovenarm vast, waarbij hij de druk net zo lang opvoerde totdat het zijn mond hield en luisterde. Mijn vader was kennelijk tevreden met die methode, want hij deed met mij en mijn zussen precies hetzelfde. Het zag er allemaal heel rustig en beheerst uit, maar het werden toch pijnlijke plekken. Als kind vond ik het erg vervelend. Ik kon me niet voorstellen dat ik dat ooit zelf zou doen.

Ik heb uiteindelijk drie leuke en verantwoordelijke kinderen gekregen met wie ik een goeie band heb, maar ze kunnen ook stronteigenwijs zijn en niet naar me luisteren. Dat leek me altijd gewoon gezond tot op de dag dat ik met de bovenarm van mijn zoon tussen mijn vingers stond, vastbesloten de druk net zo lang op te voeren totdat hij zijn mond hield en luisterde. Ik schrok daar enorm van. Ik deed dus precies hetzelfde als mijn vader en mijn grootvader, terwijl ik dat zo verafschuwde.’

Hoe kan het ook?

Het overkomt ons meestal op momenten dat de stress het hoogst is;

we doen iets wat onze ouders altijd deden en wat we zelf afkeuren.

Als dit jou ook weleens overkomt, kun je het beste, meteen op het moment dat het gebeurt, jezelf corrigeren door te zeggen dat dit niet is wat je wilt: ‘Sorry, dit wil ik niet. Ik weet nog niet hoe, maar er is vast een andere manier waarop ik je aandacht kan krijgen.’ De eerste stap naar verandering is gezet. Vanaf dat moment ga je nadenken over welk gedrag je ervoor in de plaats wilt hebben.

Ik wist dat mijn gedragsverandering in mijn communicatie zat. Ik wist toen alleen nog niet hoe ik dat moest aanpakken en besloot me erin te verdiepen. Inmiddels weet ik dat de lastigste momenten zelden goed aan te pakken zijn op het moment zelf, omdat zowel jij als je kind dan emotioneel gezien ‘te hoog in de boom zitten’ en de boodschap niet meer overkomt. De oplossing zit dus vooral in de voorbereiding. Bots je regelmatig met je kind, dan heb je vast veel aan stap 8 Confronteren en stap 9 Geef kaders.

Kortom

Het is belangrijk om je bewust te worden van je stijl van opvoeden.

Vaak helpt het om te kijken naar de opvoeding die je zelf hebt gekregen en je te bedenken wat je daarvan vindt. Ook als je het zelf helemaal anders wilt doen dan je ouders, kan het gebeuren dat je in stressvolle situaties toch terugvalt op hoe het vroeger bij jou thuis ging. Kies in dat geval bewust voor een andere methode en oefen er alvast mee in rustige situaties, alleen dan lukt het om in stressvolle situaties ander gedrag te tonen. (Met stressvolle situaties bedoel ik situaties waarin jij en je kind veel onrust ervaren).

Ook je partner heeft van huis uit een bepaalde opvoedstijl meegekregen. Ook hij/zij heeft daar een bepaalde opvatting over.

Het kan zijn dat jullie afzonderlijke opvoedstijlen met elkaar botsen.

Bespreek in dat geval altijd eerst het doel dat jullie voor ogen hebben. De kans is groot dat jullie het daarover eens zijn. En vergeet niet dat de ene opvoedstijl niet per se beter of slechter is dan de andere, alleen anders.

(13)

25

24 STAP 1

Kies een rustig moment waarop jij en je partner alle tijd voor elkaar hebben en niet gestoord kunnen worden.

1. Vraag je partner hoe hij/zij is opgevoed. Wat vond je partner daarvan en hoe zou hij/zij het zelf willen?

2. Vertel hoe je zelf bent opgevoed, wat je daarvan vindt en hoe je het zelf zou willen.

3. Maak een lijstje (mag ook op een ander moment) van situaties die om een standpunt vragen (schermtijd, bedtijd, eetgedrag, huishoudelijke taakjes, etc.) en tast af hoe jullie daar ieder persoonlijk over denken.

Richt je in de eerste plaats op het doel (dat wat je wilt bereiken, dat wat jij je kind wilt leren) en niet op het middel.

4. Bespreek daarna pas hoe jullie dat doel willen bereiken.

Verschillen jullie vaak van mening? Lees dan stap 10 en bespreek hoe jullie ondanks de verschillen toch kunnen samenwerken.

Bekijk de video ‘Waar leerde ik opvoeden’ op mijn website. Ga naar https://gezin.link/3wEGbT, of scan onderstaande QR- code.

STAP 2

Houd

communicatielijnen

helder

(14)

26 STAP 2 Houd communicatielijnen helder 27 Wie zijn er aan het woord?

Elk gezin kent communicatielijnen. Het zijn de 1-op-1-contacten tussen de gezinsleden onderling. Het kan een goed gesprek zijn, een intiem onderonsje of een sneer vanwege een terugkerende irritatie, etc. Het belang van een communicatielijn is dat hij er is en dus mag bestaan, wat het tegenovergestelde is van het ‘onderbreken’ van een communicatielijn. Dit laatste gebeurt in een gezin jammer genoeg regelmatig en kan tot onduidelijkheden en uiteindelijk zelfs tot problemen leiden.

‘We zitten aan tafel, mijn partner, onze drie kinderen en ik. Ik heb lasagne gemaakt en iedereen kijkt verlangend naar de ovenschaal, want ze vinden het allemaal even lekker. Hoewel mijn kinderen verschillende leeftijden en dus verschillende eetbehoeftes hebben, snijd ik de lasagne in gelijke blokken die ik verdeel over onze borden. Mijn partner ziet dat de jongste misschien te veel krijgt, terwijl hij en de oudste best iets meer zouden willen hebben en zegt: ‘Liz, we maken jouw stukje iets kleiner, dat eet jij toch niet allemaal op.’ Ik zie haar gezichtje vertrekken en flap eruit: ‘Kijk nou eerst even hoe ver ze komt.’ Ineens gaat het niet meer over het verdelen van de lasagne, maar over mij, die in het bijzijn van onze kinderen haar partner corrigeert.’

Wat gaat hier mis?

In bovenstaande situatie probeert mijn partner iets te herstellen wat in zijn ogen fout dreigt te gaan, namelijk het eerlijk verdelen van de lasagne. Hij spreekt hiervoor onze dochter Liz aan. Mijn partner en Liz hebben dus een communicatielijn, die ik doorbreek door in Liz’

plaats antwoord te geven. Onbewust geef ik hiermee niet alleen de boodschap af dat Liz zelf niet in staat is antwoord te geven, maar ook dat mijn partner gecorrigeerd moet worden omdat hij het blijkbaar niet goed doet. Feitelijk ondermijn ik dus zijn opvoeding in het bijzijn van onze kinderen. Voor Liz betekent dit dat ze ineens tussen ons in komt te staan. Haar ouders zijn het niet met elkaar eens en

zij is het onderwerp. Voor een kind is dit per definitie geen prettige situatie. Eet smakelijk.

Hoe kan het ook?

Het is altijd te prefereren om communicatielijnen helder te houden, dus je er niet ongevraagd in te mengen. In ons geval had Liz wellicht zelf heel goed kunnen verwoorden wat ze ervan vond. Als daar naar geluisterd was, had ze een positieve ervaring gehad in het ‘voor zichzelf opkomen’. Uit ervaring weet ik dat het soms lastig is je mond te houden als je ziet dat je kind in het nauw wordt gebracht. Toch kun je het beter aan je kind zelf overlaten om te reageren. Mocht je kind er zelf toch niet uitkomen, dan kun je ervoor kiezen om de communicatie te ondersteunen, wat iets anders is dan doorkruisen.

Ondersteunen is een vorm van tolken en het gaat ongeveer zo: ‘Liz, papa voorziet een probleem, hij denkt dat de stukken lasagne niet goed verdeeld zijn. Wat denk jij? Kan jij dat enorme stuk lasagne helemaal op, of zal ik er alvast een stukje afsnijden?’

‘Willen jullie niet allemaal door elkaar heen luisteren.’

Loesje

Ties (9 jaar) en ik zijn in gesprek. Ties heeft ruzie gemaakt met een vriendje en voelt zich ellendig. Dan komt zijn grote broer Jannes (12 jaar) binnen en zegt zonder naar ons te kijken: ‘Ik heb honger, mag ik iets lekkers?’ Hoewel Ties midden in een zin zit, reageer ik meteen en zeg: ‘Je hebt net iets lekkers gehad en over een halfuurtje gaan we eten, dus nee.’ Jannes is het daar niet mee eens en begint te zeuren. Ik wil mijn gesprek met Ties voortzetten en reageer geïrriteerd: ‘Hou op met zeuren! Ik roep je wel als het eten klaar is!’ Mopperend loopt hij de keuken uit en slaat de deur hard achter zich dicht. Ik slik mijn irritatie weg, kijk naar Ties en zeg met een glimlach: ‘Zo, waar waren we gebleven?’ ‘Niks. Laat maar’, antwoordt Ties, terwijl hij opstaat en wegloopt.

(15)

28 29 Wat gaat hier mis?

Ties en ik zijn samen in gesprek, daar is dus sprake van een communicatielijn. Jannes komt binnen en onderbreekt het gesprek met zijn eigen mededeling. Doordat ik meteen op hem reageer, maak ik het gesprek met hem belangrijker dan het gesprek dat ik met zijn broertje Ties voer. Het probleem van Ties wordt hier dus onbedoeld minder belangrijk gemaakt dan het probleem van Jannes. Niet alleen omdat Jannes hem zomaar onderbreekt, maar ook omdat ik meteen antwoord geef. Mijn bedoelingen waren goed. Ik wilde de vraag van Jannes zo snel mogelijk afhandelen, zodat ik mijn aandacht weer op Ties kon richten, maar feitelijk beloonde ik Jannes voor zijn gedrag en liet ik Ties in de kou staan. Als dit vaker voorkomt, is er sprake van een patroon en kan het schadelijk worden. Jannes krijgt aangeleerd dat hij ieder gesprek ongestraft kan onderbreken en Ties krijgt aangeleerd dat zijn grote broer altijd voorrang heeft.

Hoe kan het ook?

Als communicatielijnen verstoord worden, kan dit leiden tot allerlei onduidelijkheden en verkeerde aannames. In het geval van bovenstaand voorbeeld kan zo’n verkeerde aanname zijn: ‘Jannes is belangrijker dan Ties.’ Het is daarom verstandig om je kinderen duidelijk te maken dat ze nooit zomaar door een gesprek heen kunnen praten, of kunnen binnenvallen met hun eigen wensen en behoeftes, zonder eerst te zien wat de situatie is. Doen ze dat wel, dan moet je daar meteen iets van zeggen en hen zeker niet belonen door inhoudelijk op hen in te gaan. In plaats van de discussie aan

te gaan over snacks voor het eten had ik dus beter kunnen zeggen:

‘Jannes, ik ben nu in gesprek met je broertje. Als je even wacht totdat Ties zijn verhaal heeft afgemaakt, zal ik je antwoord geven.’

Je kunt er later, op een rustiger moment nog even op terugkomen.

‘Jannes, ik begrijp dat je zin hebt in iets lekkers aan het eind van de middag, maar ik vind het niet fijn als je zomaar de keuken binnenkomt en vraagt of je iets mag pakken, terwijl ik in gesprek ben met je broertje. Dan word ik afgeleid en raak ik verstoord.’

NB: het helpt wanneer er duidelijke afspraken zijn over de momenten waarop je kinderen een snack mogen. (Bekijk hiervoor de opdracht bij stap 1). Als deze afspraken er nog niet zijn, dan is het aan te raden om er op een ander, rustiger moment samen met je kind over te praten. Bij stap 6 leer je hoe je kinderen kunt aansporen zelf mee te denken over een oplossing. Je legt daarmee een deel van de verantwoordelijkheid bij je kinderen neer en verhoogt op die manier hun intrinsieke motivatie.

Kortom

Communicatielijnen die onderbroken worden, verstoren meer dan het gesprek alleen. Als dit vaker gebeurt, ontstaat een patroon dat schadelijke gevolgen kan hebben. De onderbreker maakt zich belangrijker dan degenen die aan het woord zijn. Het kind dat onderbroken wordt voelt zich niet gezien en de ouder die onderbroken wordt, verliest autoriteit.

Het is belangrijk om de communicatielijnen helder te houden, zelf niet in te breken en ook niet toe te staan dat een ander dat doet.

Gebeurt dat onverhoopt wel, benoem dit dan en zorg ervoor dat het gesprek weer terugkomt bij degenen die ermee begonnen zijn.

Mocht je als ouder zien dat je kind binnen zo’n gesprek in het nauw gedreven wordt, dan kun je altijd besluiten om de communicatie te ondersteunen, wat inhoudt dat je terugkoppelt wat gezegd wordt op een manier die je kind ruimte geeft om zelf te reageren.

STAP 2 Houd communicatielijnen helder

(16)

31

30 STAP 2

1. Schrijf voor jezelf op, of bespreek met je partner hoe de communicatie binnen je gezin verloopt:

• Hoe lopen de communicatielijnen in je gezin? Blijft het tussen de mensen waarbij het gesprek begint, of breken anderen in en nemen het over?

• Wat is daarvan het resultaat? Waarin mondt het uit?

• Wat kun jij/kunnen jullie doen om dit te veranderen?

2. Weet je niet precies hoe de communicatielijnen in je gezin lopen, observeer dit dan bijvoorbeeld tijdens een maaltijd.

Als je drie keer hetzelfde ziet gebeuren, kun je denken aan een patroon.

• Schrijf precies op wat je ziet.

• Wie is geneigd om de communicatielijnen te verstoren?

• Benoem op een rustig moment wat je hebt gezien, of probeer de communicatie te ondersteunen door te tolken.

Bekijk de video ‘De kracht van communicatielijnen’ op mijn website. Ga naar https://gezin.link/fu38KJ om de video te bekijken, of scan onderstaande QR-code.

STAP 3

Laad je accu op

(17)

32 33 Energieverspilling

Opvoeden vraagt veel aandacht en energie en daarnaast heb je nog allerlei taken die je af moet krijgen. Waarschijnlijk ben je geregeld bekaf. Het is daarom belangrijk om je energiebeker gevuld te houden, want aan een uitgeputte opvoeder hebben je kinderen niks en zelf word je er ook niet happy van. Maar hoe krijg je dat voor elkaar?

Het is natuurlijk aan te raden om geregeld wat tijd te nemen voor jezelf, doe yoga, ga wandelen of spreek af met vrienden, dat laat ik allemaal aan jou over. In deze stap laat ik je zien hoeveel energie soms in de communicatie verloren gaat en wat je kunt doen om dat te voorkomen.

‘Liz zit net een paar weken in de brugklas. Ze is trots op haar gekafte boeken en druk met nieuwe vriendinnen maken, maar met haar huiswerk schiet het niet op. Ze blijft het maar voor zich uit schuiven, terwijl ze niet echt iets anders te doen heeft en gewoon maar wat op de bank hangt. Ik ben bang dat ze achter raakt en maak me zorgen. Dus besluit ik het gesprek met Liz aan te gaan en ik ga er even goed voor zitten. Terwijl ze naar me luistert, leg ik uit hoe belangrijk het is om je huiswerk te maken, dat je zomaar een gat in je kennis kunt oplopen, waardoor je een volgend hoofdstuk niet meer snapt, dat je op die manier steeds meer achterop komt, slechte cijfers haalt, gedemotiveerd raakt, etc. en hoe jammer dat zou zijn, omdat ze slim genoeg is en de stof in principe prima aankan. Voordat ik het weet, ben ik een halfuur verder. Liz heeft al die tijd geluisterd en zo nu en dan geknikt. Als ik afsluit met de vraag: ‘Begrijp je waarom ik je dit zeg?’, krijg ik een ‘ja’.

Alle moeite ten spijt zie ik haar de volgende dagen niet aan de slag gaan. Ik begrijp er niks van en begin me nu pas echt zorgen te maken.’

Wat gaat hier mis?

Mijn intentie is goed. Ik wil Liz waarschuwen en ik wil haar motiveren om het beter te doen. Dit resulteert in een lang verhaal waarin ik veel energie stop en dat zij alleen maar hoeft te souperen. Liz wordt niet uitgedaagd zelf na te denken over het probleem en ook niet om mee te denken over een oplossing. Ik weet zelfs niet eens of ze wel luistert. In haar hoofd is ze misschien wel met hele andere dingen bezig, haar vriendinnen bijvoorbeeld. Of misschien maakt ze zich wel zorgen over haar wiskunde waar ze niks van snapt, of een leerkracht die niet goed uitlegt. Ik steek dus veel energie in haar probleem en zit na afloop alleen maar met een nog grotere zorg.

Daarvan loopt mijn accu leeg.

Hoe kan het ook?

Ik kan het gesprek beter beginnen door te benoemen wat ik zie en te checken of ik gelijk heb: ‘Ik zie dat het niet lukt om aan je huiswerk te beginnen, klopt dat?’ Soms is dat alleen al voldoende om een gesprekje te openen. Daarna kan ik vragen wat Liz nodig heeft om wel aan de slag te gaan. Liz heeft er niks aan als ik haar problemen oplos, dat moet ze zelf leren, maar ik kan haar wel ondersteunen door goed te luisteren en terug te geven wat ik hoor: ‘Dus als ik het goed begrijp, heb je moeite met je huiswerk omdat je eigenlijk niet weet wat je moet doen?’, en door vragen te stellen: ‘Wat heb je nodig?

Wat zou daarin kunnen helpen?’ Als ze zelf niks kan bedenken, kan ik een beetje sturen: ‘Zou je hier misschien met je mentor over kunnen praten?’

STAP 3 Laad je accu op

(18)

34 35 Als Liz helemaal niet te porren is voor een gesprekje over haar

huiswerk kan ik vragen of er misschien iets anders aan de hand is.

Zit ze ergens mee? Speelt er iets wat haar bezighoudt, waardoor ze helemaal vergeet om aan haar huiswerk te denken? Zo’n onopgelost probleem kan werken als een blokkade, waardoor er niks anders meer binnenkomt. Ik kan dus beter eerst met haar over dat obstakel praten, voordat ik verderga over haar huiswerk.

Als ook dat niets oplevert, kan ik nog ‘de deur openzetten’ door te zeggen: ‘Mocht je mijn hulp kunnen gebruiken, ik ben vanavond thuis en kan best even met je naar je huiswerk kijken.’

Nu heb ik alles gedaan wat binnen mijn mogelijkheden ligt, maar de bal bij Liz gelaten.

‘Geef jezelf wat je aan je mobiel geeft.

Tijd, aandacht en tussendoor even aan de oplader.’

Karma

‘Aan het eind van een drukke dag ben ik meestal moe. Toch doe ik altijd mijn best om een goede maaltijd op tafel te zetten. Ik vind het avondeten een belangrijk moment van de dag, omdat we dan allemaal gezellig samen zijn en ik wil daar graag mijn steentje aan bijdragen. Soms lijkt het echter alsof ik de enige ben met die wens. Het begint al wanneer ik het eten op tafel zet: ‘Ik hou niet van boerenkool’, of: ‘Eten we nu alweer pasta?’ Mijn humeur is meteen al flink gedaald. Het volgende is dat de benen van Jannes en Liz elkaar onder tafel raken en die twee daar ruzie over krijgen, dan reageert mijn partner daar iets te fel op, waardoor Liz zich beledigd afdraait en begint te mokken, wat voor Ties weer aanleiding is om zijn kleine zusje te treiteren. Ten slotte val ik boos uit dat ik een halfuur in de keuken heb gestaan en het fijn zou vinden als iedereen gewoon even z’n mond hield! Vanaf dat moment is de sfeer natuurlijk voorgoed verpest. Gezellig zal het niet meer worden.’

Wat gaat hier mis?

Ik ben niet de enige die aan het eind van de dag moe is, ook mijn kinderen en mijn partner zijn dat. Een gezellige maaltijd is voor iedereen daarom best een opgave. Onze hersenen richten zich van nature nu eenmaal eerder op negatieve dan op positieve zaken, en dat geldt zeker aan het eind van de dag. Waarschijnlijk verlopen de maaltijden bij jou thuis ook niet altijd vlekkeloos. Logisch, het vereist extra inspanning om het samenzijn positief te houden en laat extra inspanning nu net iets zijn waar we geen zin in hebben als we moe zijn. Daarbij leg ik ook nog eens onbewust druk op de maaltijd, omdat ik vind dat het gezellig moet zijn en we weten allemaal dat als het gezellig moet zijn, het meestal fout gaat.

Hoe kan het ook?

Het vereist dus iets meer inspanning om je te richten op positieve dan op negatieve zaken. Maar positieve zaken leveren je energie op, terwijl negatieve zaken alleen maar energie kosten. Onderaan de streep ben je dus beter uit wanneer je het tafelgesprek zo weet te sturen dat het positief blijft. Dat geldt niet alleen voor het moment zelf, maar ook op langere termijn, wanneer uit die positieve invalshoek een bepaalde groei ontstaat. Het is dus verstandig om de opmerkingen over het eten gewoon even te laten voor wat ze zijn.

Buig het om en zeg: ‘Jammer, niet jouw favoriet dus vanavond’, of:

‘Een andere keer heb je meer geluk.’ Wees het gedoe met de benen onder de tafel voor en zeg: ‘Wie rustig zit, kan opscheppen.’ Vertel daarna iets leuks over de dag, iemand die je zag, iets wat je wilde doen wat gelukt is en vraag dan gericht naar positieve ervaringen van je tafelgenoten. ‘Wat ging goed vandaag?’ ‘Waar had je lol in?’

‘Wie zijn er vandaag aardig voor je geweest?’ Als je dit iedere maaltijd doet, wordt het een nieuwe gewoonte, niet alleen voor jou, maar ook voor je tafelgenoten. Je zult zien dat het jullie steeds minder moeite kost om het gezellig te houden.

Kortom

Opvoeden kost veel energie en een deel van die energie gaat verloren in de communicatie.

STAP 3 Laad je accu op

(19)

37 36

De drie belangrijkste energievreters zijn:

1. Blijven uitleggen wat je kind moet doen, zonder te checken of het bericht aankomt.

2. De problemen van je kind willen oplossen in plaats van je kind te leren problemen zelf op te lossen.

3. Aandacht geven aan en praten over wat er allemaal niet is, in plaats van wat er allemaal wel is.

1. Welk gedrag van je kind stoort je op het moment? Bekijk je kind en benoem wat je ziet: ‘Ik zie dat het niet gelukt is om je kamer op te ruimen, klopt dat?’ Kijk wat er komt en probeer te reageren zonder zelf van alles in te vullen. Laat je kind zelf nadenken over oplossingen en ondersteun door vragen te stellen als: ‘Wat kun je doen om je kamer een beetje netjes te houden?’, of: ‘Wat heb je nodig om jezelf daaraan te houden?’

2. Welke momenten kent jouw gezin waarin het negatieve de overhand krijgt op het positieve? Kies een moment met niet al te veel lading en bedenk vooraf hoe je de conversatie kunt sturen naar een positief gesprek. Oefen in je hoofd. Geef het niet te snel op, maar blijf het minimaal een week herhalen.

Bekijk de video ‘Opladers’ op mijn website. Ga naar https://

gezin.link/CdhHT0 om de video te bekijken, of scan onderstaande QR-code.

STAP 3

STAP 4

Hoor en word

gehoord

(20)

38 39

‘Hoe stiller je wordt, hoe meer je kan horen.’

Thich Nhat Hanh In contact blijven

Een van de kenmerken van de puberteit is dat kinderen meer en meer op zichzelf gericht raken. Dit is een biologisch gebeuren waar ze zelf niet veel aan kunnen doen, maar wat voor ouders soms wel zo kan voelen. Niet per se de allerleukste tijd dus, hoewel het natuurlijk ook kan meevallen. Vergeet niet dat je het meeste kunt betekenen voor je kind én het meeste kunt bereiken in de opvoeding door goed te blijven luisteren. Ook voor de sfeer in huis helpt het als je echt kunt horen wat je kind zegt. Minstens zo belangrijk is het dat je de oren van je kind openhoudt. Horen en gehoord worden, daar draait het om. Alleen zo blijf je in contact en kunnen jullie samen problemen oplossen. In deze stap lees je hoe dat gaat.

‘Voor zijn negende verjaardag geven we Ties een rood katertje cadeau. Ties is meteen verkocht en noemt het beestje Karel. Karel is ook gek op Ties, iedere dag rond een uurtje of vier zit hij voor het raam te wachten tot Ties uit school komt. ’s Nachts slaapt hij bij hem op bed. Ties is net tien als Karel ineens een hele dag wegblijft. Ook ’s nachts komt hij niet thuis. De volgende dag komt de buurvrouw vertellen dat ze een rode kater langs de weg heeft zien liggen. Missen we Karel misschien? Ties zegt niets, valt in mijn armen en begint hartverscheurend te huilen. Ik krijg er zelf tranen van in mijn ogen. Alles in mij roept dat ik de pijn van mijn kind moet verzachten, dus zeg ik: ‘Kom we drogen onze tranen af en gaan eens kijken of we een nieuw katje voor je kunnen vinden, goed?’ Ties maakt zich los en zet een stap achteruit. In zijn ogen zie ik hoe hij ‘de verbinding’ verbreekt.’

Wat gaat hier mis?

Als moeder ben ik erop gericht mijn kinderen zoveel mogelijk te beschermen. Als ik zie dat ze verdriet hebben, doet dat pijn. Ik voel me verantwoordelijk en wil Ties’ verdriet zo snel mogelijk wegnemen.

Wat ik vergeet, is dat Ties recht heeft op zijn eigen verdriet. Zijn kat is dood, natuurlijk moet hij huilen. Het is bovendien voor het eerst dat hij meemaakt dat de dood onomkeerbaar iets dierbaars van hem wegneemt. Dat is nogal wat. Doordat ik meteen over een nieuw katje begin, vertel ik eigenlijk dat Ties’ verdriet er niet mag zijn, waardoor hij zich niet gezien en niet gehoord voelt. Het is mijn ambitie om Ties zo goed mogelijk te helpen, maar feitelijk laat ik hem dus in de steek.

Hoe kan het ook?

Het is goed om te beseffen dat het verdriet van Ties iets anders is dan de pijn die ik voel vanwege zijn verdriet. Door die emoties van elkaar te scheiden, kan ik echt naar Ties kijken en zien wat hij nodig heeft.

In eerste instantie is dat lichamelijke troost, hij werpt zich in mijn armen en ik hoef hem alleen maar op te vangen. Ik hoef zelfs niets te zeggen. Ik kan hem gewoon vasthouden en laten huilen, totdat hij het initiatief neemt om mij los te laten. Op dat moment kan ik hem teruggeven wat ik zie: ‘Je bent echt heel verdrietig, hè.’ Ties weet nu dat zijn verdriet wordt gezien. Hierdoor ontstaat bij hem de rust en ruimte om zelf te voelen welke volgende stap hij zetten wil. ‘Ik wil kijken mam. Ga je mee?’ Ik zie dat hij vastbesloten is, maar ook een beetje angstig. Opnieuw hoef ik niet meer te doen dan te vertalen wat hij zelf heeft gezegd: ‘Je wilt met je eigen ogen zien dat het echt Karel is en niet een andere rode kat.’ Hier begint het deel waarom het belangrijk is dat de oren van Ties open zijn. Ik ga hem een gewichtige keuze laten maken. Ik leg uit dat het zien van Karel een beeld kan geven dat hij nooit meer vergeet. Wil hij dat? Hij kan er ook voor kiezen om niet te gaan kijken en dat deel aan mij over te laten. Ties kiest het eerste. We gaan kijken en het is inderdaad Karel.

Hij ligt vredig langs de kant van de weg, het is net alsof hij slaapt, maar voor Ties zal het leven hierna nooit meer hetzelfde worden.

STAP 4 Hoor en word gehoord

(21)

40 41

‘Doordeweeks zijn de ochtenden met drie puberende kinderen een ramp. We maken allemaal gebruik van dezelfde badkamer en hoewel we kortgeleden nog gewoon door elkaar heen liepen, doet ieder kind tegenwoordig de deur op slot en blijft veel langer binnen dan nodig is. Tegen de tijd dat ik er eindelijk in kan, ligt de vloer bezaaid met handdoeken, ondanks de regel in huis dat ze die moeten ophangen. Omdat schoon niet meer te onderscheiden is van vies of gebruikt, heb ik iedere dag een berg wasgoed. Ik heb er echt genoeg van. De eerstvolgende keer dat het weer gebeurt, ontplof ik en laat ik ieder kind terugkomen om zijn handdoek op te hangen. Liz, Ties en Jannes kijken me aan alsof ik gek ben geworden. Hun reacties variëren van: ‘Slecht geslapen mam?’, tot: ‘Je denkt toch niet dat ik twee dagen dezelfde handdoek ga gebruiken?’ De jongste hangt alleen maar demonstratief haar handdoek op en zegt: ‘Nou blij?’ Ik heb nog uren nodig om mijn goeie humeur terug te krijgen. De volgende ochtend is het weer het oude liedje en ligt alles gewoon weer op de grond.’

Wat gaat hier mis?

Liz, Jannes en Ties zijn pubers. Op die leeftijd lijkt het alsof ze alles wat ze ooit geleerd hebben op het gebied van plannen en organiseren vergeten zijn en in zekere zin is dat ook zo. Sterker nog, ze hebben mijn regels over opruimen nooit echt onthouden. Ze deden het alleen maar omdat ik (de liefste mama van de wereld) dat wilde. Nu ze steeds meer op zichzelf gericht zijn, gaat die vlieger niet meer op.

Het deel van de hersenen dat gaat over plannen en organiseren wordt later pas ontwikkeld. Jij en ik kunnen daarin een rol spelen door onze kinderen het nut van plannen en organiseren uit te leggen en hen te laten zien hoe dat in zijn werk gaat. Voer dat gesprek alleen nooit in the heat of the moment zoals ik dat deed. De kans dat kinderen dan luisteren, laat staan onthouden wat je zegt, is nihil. Bovendien ben je als ouder waarschijnlijk al zo geïrriteerd dat de boodschap sowieso niet overkomt. Voor mij waren de rondslingerende handdoeken zo’n

bron van ergernis, dat ik echt boos was toen ik mijn kinderen een voor een terugriep om ze op te ruimen. Voor Liz, Jannes en Ties was mijn boosheid de ideale afleidingsmanoeuvre. Nu konden ze daar lekker op reageren en hoefden ze zich niks aan te trekken van het onderwerp waarover het werkelijk ging.

Hoe kan het ook?

Als ik dit punt van handdoeken ophangen echt op de agenda wil krijgen, kan ik er dus beter over beginnen op een moment dat iedereen rustig is en tijd heeft. Want ook al denk ik als moeder dat het de gewoonste zaak van de wereld is dat iedereen zijn eigen handdoek ophangt, het kan zomaar zijn dat mijn kinderen daar iets anders over te zeggen hebben. En dan is het belangrijk dat ik daar echt naar luister, want als ik wil dat de kinderen mij horen, moet ik hen natuurlijk ook horen.

Er blijken tal van redenen te zijn waarom ze de handdoeken niet ophangen. Geen lusje, te veel mensen in de badkamer, niet genoeg haakjes, de handdoek maar één keer willen gebruiken, etc. Ik luister rustig en geef ieder de kans zijn zegje te doen. Daarna vat ik alles nog even in mijn eigen woorden samen, zodat ze er zeker van zijn dat ik alles gehoord en begrepen heb: ‘Dus het is lastig om de handdoeken op te hangen omdat ze geen lusjes hebben, de haakjes te vol zijn en er te veel mensen tegelijk in de badkamer zijn, klopt

STAP 4 Hoor en word gehoord

(22)

42 43 dat?’ Daarna pas kom ik met mijn eigen boodschap. Ik heb daar van

tevoren goed over nagedacht en weet precies wat ik wil zeggen: ‘Als ik ‘s morgens in de badkamer kom, liggen er drie of vier handdoeken op de grond, allemaal vies omdat er ook nog overheen is gelopen. Ik baal daarvan, omdat ik iedere dag bergen was heb, wat me extra tijd én geld kost en bovendien slecht is voor het milieu.’

Door precies te benoemen waar het over gaat, welke consequenties dat voor mij heeft en hoe dat voelt, wordt mijn probleem zichtbaar. Op die manier spreek ik mijn kinderen aan op hun verantwoordelijkheid en leer ik ze rekening te houden met de wensen van een ander.

Kortom

In de puberteit raakt je kind steeds meer op zichzelf gericht. Als je deze periode zonder al te veel kleerscheuren wilt doorkomen, moet je ervoor zorgen dat je kind naar je blijft luisteren. Dat doe je door te horen en gehoord te worden:

1. Kies een rustig moment om met je kind in gesprek te gaan.

2. Vat de situatie waarover je wilt praten kort samen, zonder deze in te vullen met eigen meningen en emoties.

3. Laat eerst je kind aan het woord en zorg ervoor dat je zelf goed luistert. Laat emoties bestaan.

4. Geef terug wat je hoort en eventueel ook wat je ziet: ‘Je bent nog steeds boos hè?’, Je kind voelt zich hierdoor gehoord en gezien, wat voor alle kinderen een basisbehoefte is.

Oefen bovenstaande stappen een aantal keer door ze toe te passen. In het begin voelt het misschien onwennig, maar herhaling gewent.

Vaak komen kinderen meteen met weerstand en redenen waarom ze niet doen wat je vraagt. Maak in dat geval een tussenstap. Luister goed naar de weerstand, herhaal in één zin wat ze zeggen en vraag of je het goed begrepen hebt. Wees een paar seconden stil.

Let op wat er daarna anders gaat.

Bekijk de video ‘Horen 2.0’ op mijn website. Ga naar https://

gezin.link/rNzwFe om de video te bekijken, of scan onderstaande QR-code.

STAP 4 Hoor en word gehoord

(23)

45

STAP 5

Kijk achter het

gedrag

(24)

46 47 Non-verbale communicatie

In het contact met je kind kun je meer waarnemen dan wat alleen met woorden gezegd wordt. Non-verbaal gebeurt er namelijk ook heel veel. Denk bijvoorbeeld aan de toon waarop je kind spreekt. Maar ook met mimiek en lichaamshouding wordt van alles uitgedragen.

Door goed te kijken, krijg je veel informatie die je helpt om je kind beter te begrijpen, of de angel uit een gesprek te halen.

Als die non-verbale communicatie negatief is, hebben we de neiging dit op onszelf te betrekken, dan kan het voelen als een persoonlijke afwijzing. Wees je er in zo’n geval van bewust dat de onuitgesproken boodschap niet over jou gaat, maar over het welbevinden van je kind.

‘Ik zit rustig te werken als het tuinhek openzwaait. Jannes komt thuis. Hij kwakt zijn fiets in het gras, loopt naar binnen en laat de achterdeur met een klap achter zich dichtvallen, allemaal dingen die ik onprettig vind. ‘Ook goedemiddag’, zeg ik, maar Jannes doet net alsof ik niet besta, smijt zijn tas in een hoek en loopt in één keer door naar boven. ‘Hé!’, roep ik hem na: ‘Zeggen we geen gedag meer? En ruim je tas even op ja?’ ‘Begin jij nou ook al!’, roept hij woedend terug en hij smijt zijn kamerdeur dicht. Nu ben ik ook mijn humeur kwijt. Boos sta ik op en loop naar boven om hem eens goed uit te leggen dat hij op die manier niet kan thuiskomen en dat hij al helemaal niet zo tegen mij kan schreeuwen. Ja zeg, ik heb hem toch niets misdaan?’

Wat gaat hier mis?

Het was duidelijk dat Jannes’ humeur al beneden nul was nog voordat hij het huis in kwam. Ik had dus kunnen weten dat het niks met mij te maken had. Maar ik zat rustig te werken en raakte verstoord door zijn gedrag en daardoor voelde het toch persoonlijk. In een poging het luchtig te houden, zei ik: ‘Ook goedemiddag.’ Maar door Jannes werd dat opgevangen als ‘ik word niet serieus genomen’. Hij had immers

duidelijk laten merken dat er iets aan de hand was en ik reageerde daar niet op. Ik liet alleen mijn ergernis blijken. Dus zei hij opzettelijk geen gedag en smeet zijn tas in de hoek. Ik wás al geprikkeld en dit maakte het nog erger. En zo stapelden we lekker door, met maar één mogelijke uitkomst: ruzie.

Hoe kan het ook?

Jannes doet dingen die ik niet leuk vind. Het klopt dat ik daar iets van mag zeggen, alleen niet op dat moment. Er is overduidelijk iets waar hij mee zit en dat heeft aandacht nodig voordat hij überhaupt kan horen wat ik te melden heb. Dit betekent overigens niet dat ik klakkeloos moet meewaaien met iedere bui die mijn kind heeft; een weerwoord dat ik in mijn praktijk vaak krijg van ouders. Door alleen maar te benoemen wat ik zie, blijf ik neutraal, terwijl ik Jannes de kans geef over zijn probleem te praten en stoom af te blazen. ‘Zit het niet mee vandaag?’ Grote kans dat hij meteen van wal steekt:

‘Die stomme docent gaf onverwachts een toets en niemand van de klas wist het!’ Het enige wat ik hoef te doen, is teruggeven wat ik hoor en zie. ‘Je bent daar echt heel boos over zie ik.’ Of het honderd procent waar is wat Jannes zegt, of dat hij zelf ook iets is vergeten, is op dat moment niet van belang. Er hoeft ook nog helemaal niet over oplossingen gesproken te worden. Hij heeft een probleem, niet ik. Dat Jannes zijn fiets in het gras kwakte en met deuren sloeg, zal ik later bespreken, wanneer Jannes weer rustig is en kan luisteren.

‘Liz heeft haar kleedgeld gespaard en wil vandaag een nieuwe broek kopen. Ik ben mee om te helpen zoeken. Na een halfuurtje hebben we een hele stapel verzameld, waarmee ze in het pashokje verdwijnt. Terwijl ik wacht, hoor ik haar achter het gordijntje druk in de weer. ‘Gaat het?’, vraag ik na een tijdje. ‘Ja hoor’, zegt ze: ‘maar wat echt debiel staat, laat ik niet zien.’ Dan stapt ze ineens het kledinghokje uit met een grijns van oor tot en showt ze een broek alsof ze zojuist Amerika ontdekt heeft. Ik zie dat de tailleband van de broek wel erg laag zit. ‘Leuk’, zeg ik: ‘Heb je alles al gepast, of is er nog meer?’ ‘Hoezo?’, vraagt ze argwanend. Ik begrijp dat mijn

STAP 5 Kijk achter het gedrag

(25)

48 49 opmerking niet goed valt en probeer het nog met: ‘Nou, het zou

kunnen zijn dat er eentje is die je nóg beter staat.’ Maar het kwaad is al geschied. Liz kent me langer dan vandaag. Zwijgend past ze nog wat broeken, maar de intens tevreden glimlach komt niet meer terug. Zonder iets te kopen, verlaten we even later de winkel.’

Wat gaat hier mis?

Liz straalt van oor tot oor als ze met haar gedroomde broek het pashokje uitkomt. Blijkbaar heeft ze in de spiegel iets gezien wat perfect overeenkwam met haar verwachtingen. Ze is dertien en onzeker. Lichamelijk verandert er van alles en haar hormonen spatten alle kanten op. Leuk gekleed gaan, is zo’n beetje het enige waar ze nog vat op heeft.

Nooit eerder was ze zo gevoelig voor de mening van anderen, vooral die van haar vriendinnen is belangrijk. Zij hebben waarschijnlijk precies zo’n broek. Ik kan daar van alles van vinden, zoals; ‘kinderen moeten zichzelf zijn en autonome keuzes maken’, maar daar heeft Liz niet zoveel aan nu haar lichaam en haar hormonen haar onzeker maken.

Juist op het moment dat Liz weer even het gevoel heeft controle te hebben, laat ik mijn afkeuring doorschemeren. Bovendien spreek ik die afkeuring niet uit, maar verberg ik hem achter een zogenaamd argeloze opmerking, waardoor er ruimte ontstaat voor Liz om zelf in te vullen. Daarmee maak ik haar onbedoeld onzeker.

Hoe kan het ook?

Dat Liz dolgelukkig is met de broek kan ik meteen zien aan haar ogen, haar lach en aan de manier waarop ze voor me gaat staan en de broek showt. Zo stralend heeft ze er lange tijd niet uitgezien. Het is een moment dat ik als ouder niet kán en niet wil missen.

Zelfvertrouwen is de basis, al het andere komt daarna. Om Liz zelfvertrouwen te geven, hoef ik geen onwaarheden te verkondigen of te pas en te onpas allerlei eigenschappen op te sommen die ik

geweldig aan haar vindt. Soms hoef ik alleen maar te benoemen wat ik zie wanneer ze zich goed voelt over zichzelf: ‘Je bent echt heel blij met deze broek hè?’ Door Liz bewust te maken van haar eigen positieve gevoelens krijgen die haar aandacht en mogen ze er zijn.

Kortom

Als ouder ben je soms geneigd om de negatieve stemming van je kind op jezelf te betrekken, terwijl het bijna altijd iets zegt over het welbevinden van je kind. Door goed te kijken en te luisteren naar de non-verbale communicatie ga je je kind beter begrijpen en haal je de angel uit het gesprek.

Benoem wat je ziet. Daarmee geef je ruimte aan je kind om het hart te luchten. Pas daarna heeft het zin om te zeggen wat jij te melden hebt. Vergeet ook niet te benoemen wat je ziet wanneer je kind zich goed voelt over zichzelf. Alles wat aandacht krijgt, groeit. Op die manier help je je kind meer en meer op zichzelf te vertrouwen.

‘Het enige wat we hoeven te doen is actief te kijken en te luisteren naar kinderen.’

Berthold Gunster

STAP 5 Kijk achter het gedrag

‘Je bent blij, hè?’

(26)

51

50 STAP 5

Kies een moment van de dag om je kind te observeren op non- verbale communicatie. Dat kan zijn wanneer het uit school komt of plaatsneemt aan tafel, als het maar een moment is waarop je jezelf vrij kan roosteren van andere taken, waardoor je tijd en aandacht hebt.

• Probeer terug te geven wat je ziet op een manier die het beste bij je past. Kies woorden waar jij je prettig bij voelt.

• Let niet alleen op boze, verdrietige of teleurgestelde stemmingen, maar ook op blije en vrolijke.

• En vergeet vooral niet de momenten mee te nemen dat je zelf in een negatieve stemming dreigt te komen vanwege het gedrag van je kind. Probeer juist dan objectief te blijven en alleen te benoemen wat je ziet, zonder je eigen emoties mee te nemen.

• Neem in alle gevallen waar wat dat oplevert.

• Herhaal dit een aantal dagen achter elkaar.

Bekijk de video ‘Gedrag als signaal’ op mijn website. Ga naar https://gezin.link/yp6YEQ om de video te bekijken, of scan onderstaande QR-code.

STAP 6

Communiceer

met je kind

(27)

52 53 Deelgenoot maken

Jouw brein doet al een aantal decennia mee. Je hebt kennis en ervaring opgedaan en bent door schade en schande wijzer geworden. Voor je kind geldt dat nog niet, dat komt net pas kijken.

En hoe slim en bijdehand het misschien soms overkomt, je kind mist nog heel wat ‘haakjes’ in zijn brein om nieuwe informatie aan op te hangen. Het is dus goed om te beseffen dat alles wat voor jou zonneklaar is, niet per se duidelijk is voor je kind. 

In de drukte van alledag gaat het daar nogal eens mis. We denken dat ons kind onze boodschap heeft begrepen, maar vergeten te checken of dat wel zo is, met alle consequenties van dien. Door je kind deelgenoot te maken van jouw achterliggende gedachten gaat het beter begrijpen waarom sommige dingen nodig zijn. Hiermee voorkom je veel onrust en wrevel en kun je ingewikkelde situaties samen beter aan.

In deze stap lees je hoe je door middel van preventieve, verduidelijkende en positieve boodschappen zelf aan de slag kunt.

‘Jannes is acht jaar en kan goed fietsen. We vinden dat hij er klaar voor is om op zijn eigen fiets naar school te gaan. Dit scheelt voor mij een hoop gewicht in de bakfiets, want Jannes groeit als kool.

We zijn nog maar net onderweg als hij ineens voor een kruising op zijn rem staat. Ik was al begonnen met oversteken en moet, met Ties en Liz in de bakfiets, achterstevoren terug om me weer bij hem te voegen. Een gevaarlijke situatie. ‘Niet ineens op je rem gaan staan Jannes!’, roep ik. ‘Goed bij me blijven!’ Jannes kijkt me gekwetst aan, alsof ik het ben die gevaarlijke dingen doet en niet hij. Terwijl we verder fietsen, wil ik voor de veiligheid mijn hand in Jannes’ nek leggen, maar hij fietst steeds net iets te ver van me af om erbij te kunnen. Dus begin ik hem te corrigeren. ‘Aan de kant rijden Jannes’, ‘Pas op, daar komt een auto aan’, ‘Niet zo slingeren’.

In mijn ogen gaat hij steeds gevaarlijker rijden. Dan zie ik dat hij huilt.’

Wat gaat hier mis?

Goed kunnen fietsen is iets anders dan deelnemen aan het verkeer.

Ik ben me daarvan bewust, vandaar dat ik Jannes vooraf zeg dat hij naast me moet blijven rijden en goed naar me moet luisteren.

Ik vergeet alleen ook iets te zeggen over de ervaring die hij gaat krijgen. Voor Jannes lijkt het tochtje naar school in eerste instantie niet anders dan de rondjes die hij op het pleintje voor ons huis fietst, totdat we een kruising moeten oversteken en hij van links en rechts verkeer ziet aankomen. Ik heb hem niet verteld dat deelnemen aan het verkeer best ingewikkeld is en dat hij daarin nog een hoop moet leren. Het kan daarom best spannend worden, niet alleen voor hem maar ook voor mij. Doordat hij onverwachts op zijn rem gaat staan, schrik ik. Vanaf dat moment ben ik gespannen en corrigeer ik Jannes aan de lopende band. Ik doe dat met de beste bedoelingen. Ik wil immers niet dat hem iets overkomt, maar dat weet Jannes niet. Op hem komt het over alsof hij alles fout doet.

Hoe kan het ook?

Bovenstaande is een duidelijk voorbeeld van hoe ik preventief een en ander voor had kunnen zijn. Ik had Jannes vooraf niet alleen moeten zeggen dat hij onderweg naast mij moest blijven rijden en goed moest luisteren, maar ook waarom ik dat wilde. ‘Jannes, ik vind dat je heel goed kan fietsen, daarom mag je op je eigen fiets naar school.

Deelnemen aan het verkeer is alleen best moeilijk en dat heb je nog

STAP 6 Communiceer met je kind

(28)

54 55 nooit gedaan. Daarom doen we het samen en moet je goed naar

me luisteren, want op die manier is het veilig en leer je er ook van.’

Vervolgens had ik hem precies kunnen vertellen hoe we het gingen aanpakken en wat ik van hem verwachtte: ‘Ik wil dat jij tussen mij en de stoeprand blijft fietsen, wat er ook gebeurt. Ik zal steeds zeggen wat je moet doen, want in het verkeer zijn bepaalde regels en die heb ik nog niet allemaal verteld. Als ik onderweg onverwachts iets roep, dan is dat niet omdat ik vind dat je het niet goed doet, maar omdat ik het zelf ook een beetje spannend vind.’

‘Je hebt maar één persoon nodig om je gezinsleven te veranderen.’

Maria Simons

‘We wonen in het buitengebied. De basisschool van Jannes, Ties en Liz ligt zes kilometer van ons vandaan, wat nog meevalt in vergelijking tot de afstand die veel andere klasgenootjes moeten reizen. Omdat iedereen zo ver van elkaar af woont, zijn de speelafspraakjes na school soms lastig te organiseren. ’s Middags sta ik geregeld op het schoolplein met drie ‘jengelende’ kinderen om me heen die allemaal bij iemand anders willen spelen. Soms kan dat betekenen dat ik aan het eind van de middag nog een ronde moet rijden van meer dan 20 kilometer om ze allemaal op te halen. Als ik ’s avonds moet werken en voor die tijd nog een maaltijd op tafel moet krijgen, is dat qua planning en organisatie best een uitdaging. Maar terwijl ik in mijn hoofd sta uit te dokteren hoe ik dat allemaal moet regelen, tonen mijn kinderen weinig geduld. De stoom komt soms uit mijn oren. En dat terwijl ik alleen maar mijn best doe om het iedereen naar de zin te maken!’

Wat gaat hier mis?

Mijn kinderen tonen weinig geduld, terwijl ik in mijn hoofd juist zo hard bezig ben het ze naar de zin te maken. Begrijpelijk dat dit ondankbaar voelt. Maar mijn kinderen kan ik het niet kwalijk nemen. Zij jengelen en zeuren alleen maar omdat ze niet begrijpen wat er aan de hand is. Ze hebben een hele duidelijke vraag gesteld en ik geef geen antwoord. Zij weten niet dat ik in mijn hoofd druk bezig ben met een logistiek probleem, zodat zij kunnen doen wat ze willen, want dat heb ik ze niet verteld. Naarmate mijn kinderen ongeduldiger worden, kost het mij meer moeite om mijn gedachten rond te breien, waardoor het allemaal nog langer duurt en zij nog ongeduldiger worden. Grote kans dat ik op een gegeven moment de druk niet meer aankan en ontplof, terwijl mijn kinderen niet begrijpen waar ze zo’n boze moeder aan verdiend hebben.

Hoe kan het ook?

Bovenstaand is een goed voorbeeld waarbij een verduidelijkende boodschap had geholpen. Kinderen willen graag weten waar ze aan toe zijn. Als je daar niet meteen een helder antwoord op hebt, laat dan in ieder geval weten dat je hun vraag gehoord hebt en vertel wat je nodig hebt om wel met een antwoord te komen: ‘Ik heb gehoord dat jullie willen spelen. Geef mij even een paar minuten de tijd om na te denken hoe ik het zo kan organiseren dat ik jullie allemaal aan

STAP 6 Communiceer met je kind

Mag ik spelen?

(29)

56 57 het eind van de middag kan ophalen, zonder dat ik te laat ben voor

mijn werk.’

Ik koos er uiteindelijk voor om voortaan preventief te handelen.

Op de maandagavonden riep ik steevast mijn kinderen bij elkaar en zei: ‘Morgen is het weer dinsdag, dan geef ik ’s avonds cursus.

Ik wil daarom dat jullie allemaal om vijf uur thuis zijn, zodat we op tijd kunnen eten. Als je wilt spelen kan dat, maar houd daar dan wel rekening mee.’ Het gevolg was dat mijn kinderen uiteindelijk zelf allerlei oplossingen gingen bedenken. Ze nodigden op dinsdag vriendjes bij ons thuis uit, of kregen andere ouders zo ver om hen naar huis te brengen. Omdat ze het zelf bedacht hadden, waren ze extra gemotiveerd om het goed te laten verlopen. Dat bracht mij weer in de gelegenheid om ze heel gericht een compliment te geven.

‘Je was gisteren om vijf uur thuis. Dat was echt fijn, daardoor konden we rustig samen eten en was ik toch op tijd voor mijn werk.’ Doordat ze werden beloond voor hun inzet voelden ze zich gemotiveerd om het een volgende keer weer te doen.

Kortom

In de drukte van alledag ga je er soms onterecht van uit dat je kind je boodschap begrijpt. Hierdoor kan wrevel of onrust ontstaan, maar er kunnen ook situaties uit voortkomen die echt vervelend zijn, of zelfs gevaarlijk. Er zijn een paar communicatievaardigheden die je kunnen helpen je kind meer inzicht te geven in wat jouw bedoeling is. Je handelt preventief door vooraf te vertellen wat er te gebeuren staat en wat je van je kind verlangt. Je kan je kind een verduidelijkende boodschap geven, waarin je uitlegt waarom je op een bepaalde manier handelt. Ook kun je werken met positieve boodschappen waarin je heel precies verwoordt welk gedrag je beloont, waardoor de kans groot is dat je kind dit zal herhalen.

• Kies een situatie die vaker terugkeert, waarin jij en je kind elkaar maar niet lijken te begrijpen.

• Bedenk goed welk gedrag je verlangt van je kind en waarom je dat wilt.

• Kies de communicatievorm die je wilt oefenen. Preventief, verduidelijkend of positief.

• Oefen met iedere vorm apart, alle drie, na elkaar.

• Welke manier hoort het meest bij jou?

• Op welke manier reageert jouw kind het best?

Bekijk de video ‘Leiding nemen’ op mijn website. Ga naar https://gezin.link/xVLxsj om de video te bekijken, of scan onderstaande QR-code.

STAP 6 Communiceer met je kind

(30)

59

STAP 7

Herken jullie

patroon

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

PED: We hebben alle suggesties zorgvuldig doorgenomen en sommige spreken elkaar tegen. Een aantal van de suggesties is ook teruggekomen in het uiteindelijke plan. BAM: We hebben

• We hopen dat er in andere wijken en dorpen een vergelijkbare beweging op gang komt. De rol van de gemeente zit in het stimuleren, inspireren en ondersteunen van deze beweging.

Eén van jouw obstakels is dat je niet kiest voor jezelf en dus geen JA zegt tegen jezelf.. Met alle ballen in de lucht houden, geen nee zeggen, kun je immers de hele

Een nationaal platform voor het praktijkgericht onderzoek, waar de hogescholen, SIA, HKI en SURF nu samen aan willen gaan werken, is een goede eerste stap.. Dat vergt ook wel wat

selecteer het volgende begrip (door erop te klikken) en vul de sleutel in.. Doe dit tot je alle sleutels

De ambitie van Studentenstad is hoe Maastricht zich als oudste stad van Nederland met de jongste universiteit in Nederland zich kan ontwikkelen tot een echte studentenstad

Daarom deze 10 tips voor burgers en hun verenigingen die hun solidariteit naar asielzoekers, vluchtelingen en nieuwe migranten concreet willen maken.. We verwijzen telkens naar

Door de combinatie van financial audit binnen een interne auditfunc- tie voel ik mij niet alleen vertegenwoordigd door het IIA, maar ook door de NBA.. Ik heb niet het gevoel dat