GEMEENTELIJK REGLEMENT LAGE-EMISSIEZONE ANTWERPEN
Hoofdstuk 1. Invoering, defniies en termijnen
Arikel 1.1. Invoering lage-emissiezone
De stad voert in toepassing van het Vlaamse decreet betrefende lage-emissiezones van 27 november 2015 en in toepassing van het besluit van de Vlaamse regering betrefende de lage- emissiezones van 26 februari 2016 op 1 februari 2017 een lage-emissiezone in op haar grondgebied.
Arikel 1.2 Afakening lage-emissiezone
Vanaf 1 februari 2017 wordt er een lage-emissiezone ingevoerd op de gemeente- en gewestwegen in het gebied zoals ingekleurd op de kaart in bijlage 1.
Op rechteroever bestaat de lage-emissiezone uit de gemeente- en gewestwegen
- binnen de R1, zoals ingekleurd op de kaart in bijlage 1, uitgebreid met (tot buiten de R1):
o deel Schijnpoortweg;
o deel Posthofrug;
o Zurenborgbrug;
o Borsbeeksebrug,
zoals ingekleurd op de kaart in bijlage 1.
- in het noorden begrensd door Katendijkbrug, Mexicobruggen, Noorderlaan ten zuiden Groenendaallaan en de oever van Albertkanaal tot Lobroekdok, telkens zoals ingekleurd op de kaart in bijlage 1;
- in het zuiden begrensd door D’Herbouvillekaai ten noorden van Generaal Armstrongweg, zoals ingekleurd op de kaart in bijlage 1;
- en met uitzondering van volgende wegvakkken van de Singel (R10):
o tussen afrit Zuid en Kolonel Silvertopstraat voor verkeer rijdend richtng Kiel;
o tussen Jan Van Rijswijcklaan en Generaal Lemanstraat in beide richtngen;
o tussen Turnhoutsebaan en Stenenbrug/Herentalsebaan in beide richtngen.
Op linkeroever bestaat de lage-emissiezone uit de gemeente- en gewestwegen gelegen tussen R1, afrit Antwerpen Linkeroever, Blancefoerlaan vanaf afrit Antwerpen Linkeroever exclusief het kruispunt en P&R Linkeroever en Charles de Costerlaan vanaf afrit R1, telkens zoals ingekleurd op de kaart in bijlage 1.
De plaatsing van de verkeersborden die het begin en het einde van de lage-emissiezone aanduiden wordt vastgesteld in een aanvullend verkeersreglement.
Arikel 1.3. Defniies
Voor de toepassing van dit reglement (LEZ-reglement) wordt verstaan onder:
1° LEZ-decreet: het Vlaamse decreet betrefende de lage-emissiezones van 27 november 2015 en latere wijzigingen van dit decreet.
2° LEZ-besluit: het besluit van de Vlaamse regering betrefende lage-emissiezones van 26 februari 2016 en latere wijzigingen van dit besluit.
3° Verhoogde tegemoetkoming: de verhoogde tegemoetkoming, vermeld in artkel 37, §19, van de wet betrefende de verplichte verzekering voor geneeskundige zorgen en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
4° LEZ-toelatng: een betalende tjdelijke toelatng die een specifek motorvoertuig toegang verschaf tot de LEZ. De retributetarieven worden door de gemeenteraad vastgesteld in het retributereglement op de lage-emissiezone.
5° LEZ-dagpas: een betalende toelatng die een specifek motorvoertuig toegang verschaf tot de lage-emissiezone en enkel geldig is op de kalenderdag waarvoor de LEZ-dagpas werd aangekocht tot en met 6.00 uur van de kalenderdag nadien. Het retributetarief wordt door de gemeenteraad vastgesteld in het retributereglement op de lage-emissiezone.
6° LEZ-toezichthouder: de persoon zoals gedefnieerd in artkel 2 van het LEZ-decreet.
7° LEZ-beheerder: de entteit waaraan de stad Antwerpen bepaalde taken zoals voorzien in artkel 11 van het LEZ-decreet toevertrouwd heef.
8° LEZ-databank: de databank zoals bedoeld in artkel 5 van het LEZ-decreet die beheerd wordt door een door de Vlaamse regering aangeduide gemachtgde dienst.
9° Motorvoertuigen van de categorie M: de motorvoertuigen die vallen onder de categorie M zoals bedoeld in het LEZ-besluit.
10° Motorvoertuigen van de categorie N: de motorvoertuigen die vallen onder de categorie N zoals bedoeld en gedefnieerd in het LEZ-besluit.
11° Motorvoertuigen van de categorie T: de motorvoertuigen die vallen onder de categorie T zoals bedoeld in het LEZ-besluit.
12° Beveiligde zending: een zending zoals bedoeld in artkel 2 van het LEZ-decreet.
Arikel 1.4. Termijnen
§1. Onder een kalenderdag wordt in dit reglement begrepen: een kalenderdag van 0.00 uur tot en met 23.59 uur.
§2. Onder een week wordt in dit reglement begrepen: de periode van 7 opeenvolgende kalenderdagen.
§3. Elke termijn die in dit reglement in maanden of in jaren uitgedrukt wordt, wordt gerekend van de zoveelste tot en met de dag vóór de zoveelste.
Bijvoorbeeld: een LEZ-toelatnn met een neldinheidsduur van 1 maand die innaat op 15/03/2020, zal neldin zijn tot en met 14/04/2020. Een LEZ-toelatnn met een neldinheidsduur van 4 maanden die innaat op 15/03/2020, zal neldin zijn tot en met 14/07/2020, enz.
Hoofdstuk 2. Toegelaten en niet-toegelaten motorvoertuigen
Arikel 2.1. Toegelaten motorvoertuigen zonder bijkomende formaliteiten
De motorvoertuigen die vallen onder één of meer van de categorieën zoals opgesomd in artkel 2, §1 van het LEZ-besluit zijn zonder bijkomende formaliteiten toegelaten tot de LEZ, op voorwaarde dat zij niet onderworpen zijn aan de registrateplicht zoals bedoeld in artkel 4 van het LEZ-besluit.
Arikel 2.2. Toegelaten motorvoertuigen mits registraie, toelaing of dagpas
Tot de lage-emissiezone zijn de volgende motorvoertuigen toegelaten mits aan de vooropgestelde verplichtngen wordt voldaan:
1° de motorvoertuigen die vallen onder één of meer van de categorieën zoals opgesomd in artkel 2 van het LEZ-besluit en die zich in toepassing van artkel 4 van het LEZ-besluit verplicht en binnen de in het LEZ-besluit voorgeschreven termijn na het betreden van de LEZ moeten registreren, op voorwaarde dat zij aan deze registrateplicht voldaan hebben en de registrate daadwerkelijk wordt goedgekeurd. De registrateprocedure en registratevoorwaarden worden vastgesteld in hoofdstuk 3 van dit reglement;
2° de motorvoertuigen die beschikken over een LEZ-toelatng. De voorwaarden voor het verkrijgen van een LEZ-toelatng worden vastgesteld in hoofdstuk 4 van dit reglement;
3° de motorvoertuigen die beschikken over een LEZ-dagpas. De voorwaarden voor het verkrijgen van een LEZ-dagpas worden vastgesteld in hoofdstuk 5 van dit reglement.
4° de motorvoertuigen die vallen onder één of meer van de categorieën zoals opgesomd in artkel 2, §1, 2° tot en met 4° van het LEZ-besluit en die zich in toepassing van artkel 4 van het LEZ-besluit verplicht en binnen de in het LEZ-besluit voorgeschreven termijn na het betreden van de LEZ moeten registreren, maar deze registrateplicht pas vervullen na deze termijn. Deze voertuigen worden toegelaten op voorwaarde dat voldaan is aan de registrateprocedure en registratevoorwaarden zoals vastgesteld in artkel 3.2, §2 van dit reglement.
5° de motorvoertuigen vermeld in artkel 2, §1, 2° en 3° van het LEZ-besluit die zich in toepassing van artkel 2, §5 van het LEZ-besluit binnen de in het LEZ-besluit voorgeschreven termijn na het betreden van de LEZ moeten registreren, maar deze registrateplicht pas vervullen na deze termijn. Deze voertuigen worden toegelaten op voorwaarde dat voldaan is aan de registrateprocedure en registratevoorwaarden zoals vastgesteld in artkel 6.2, §2 van dit reglement.
Arikel 2.3. Niet-toegelaten motorvoertuigen
De motorvoertuigen die niet onder het toepassingsgebied van artkel 2.1. of artkel 2.2. vallen, zijn niet toegelaten tot de LEZ. Ingeval van overtreding zijn deze motorvoertuigen onderworpen aan de sanctes zoals bepaald in hoofdstuk 7 van dit reglement.
Hoofdstuk 3. Toegelaten motorvoertuigen mits registraie
Arikel 3.1. Motorvoertuigen die zich dienen te registreren
De motorvoertuigen die vallen onder één of meer van de categorieën zoals opgesomd in artkel 2 van het LEZ-besluit en die zich in toepassing van artkel 4 van het LEZ-besluit verplicht moeten registreren.
Arikel 3.2. Registraieprocedure en -vooraaarden
§1. De registrate bedoeld in artkel 2.2, 1° van dit reglement moet ten laatste binnen de termijn voorgeschreven in het LEZ-besluit uitgevoerd zijn. De registrateprocedure kan ten vroegste 4 maanden voor het betreden van de lage-emissiezone opgestart worden. De registrate kan gebeuren via een e-loket of via een fysiek loket.
§2. De registrate bedoeld in artkel 2.2, 4° van dit reglement moet ten laatste binnen de 30 kalenderdagen na de kennisgeving van de administrateve geldboete bedoeld in artkel 7.2. van dit reglement, uitgevoerd zijn. De aanvrager dient het bewijs van de goedgekeurde registrate en het bewijs van betaling van de in het retributereglement op de lage-emissiezone vastgestelde retribute voor laatjdige registrate uiterlijk binnen voormelde periode van 30 kalenderdagen met een beveiligde zending te bezorgen aan de beboetngsambtenaar bedoeld in artkel 7.2. van dit reglement. Wanneer aan deze voorwaarden cumulatef is voldaan, wordt het voertuig alsnog als een toegelaten voertuig beschouwd en vervalt de administrateve geldboete, wat zal worden vastgesteld door de beboetngsambtenaar. De registrate kan gebeuren via een specifek hiervoor voorzien e- loket.
§3. Om een motorvoertuig geldig te kunnen registreren, moet de aanvrager bewijzen dat het betrefende motorvoertuig waarvoor de aanvraag gebeurt onder één of meer van de categorieën van artkel 2 van het LEZ-besluit valt. De aanvrager maakt bij zijn aanvraag alle relevante (bewijs)stukken over.
De lijst met relevante bewijsstukken voor de periode tot en met 31 december 2019 is opgenomen in bijlage 2 van dit reglement. De lijst met relevante bewijsstukken voor registrates die geldig zijn vanaf 1 januari 2020 is opgenomen in bijlage 3 van dit reglement. Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om deze lijst te wijzigen en/of aan te vullen.
Arikel 3.3. Geldigheidsduur van de registraie
§1. De registrate van het motorvoertuig is defnitef vanaf de uitdrukkelijke goedkeuring ervan door de LEZ-beheerder.
§2. De registrate is geldig zolang het geregistreerde motorvoertuig met de nummerplaat waaronder het geregistreerd werd, voldoet aan de toegangsvoorwaarden zoals vastgelegd in artkel 2 van het LEZ-besluit.
§3. Elke mogelijke wijziging met betrekking tot een goedgekeurde registrate moet door de ttularis van de nummerplaat of de aanvrager binnen de 3 kalenderdagen aan de LEZ-beheerder schrifelijk (bij voorkeur via e-mail) worden gemeld.
Arikel 3.4. Vergoeding registraie
§1. De registrate bedoeld in artkel 3.2, §1 van dit reglement is kosteloos.
§2. Het retributetarief voor de registrate bedoeld in artkel 3.2, §2 van dit reglement wordt door de gemeenteraad vastgesteld in het retributereglement op de lage-emissiezone.
§3. De tenuitvoerlegging, met inbegrip van de oplegging en de inning van de in §2 bedoelde retribute, wordt in overeenstemming met artkel 11, 1° van het LEZ-decreet toevertrouwd aan de LEZ-beheerder. Deze zal de retribute voor de laatjdige registrate innen in naam en voor rekening van de stad Antwerpen.
Hoofdstuk 4. Toegelaten motorvoertuigen mits LEZ-toelaing
Arikel 4.1. Motorvoertuigen die in aanmerking komen voor een LEZ-toelaing
§1. In toepassing van artkel 4, §2 van het LEZ-decreet komen bepaalde motorvoertuigen, die niet vallen onder de registrateplicht zoals bepaald in hoofdstuk 3, in aanmerking voor een LEZ-toelatng.
De motorvoertuigen die in aanmerking komen worden opgesomd in paragraaf 2 van dit artkel.
§2. Volgende motorvoertuigen komen tot en met 31 december 2019 in aanmerking voor een LEZ- toelatng:
1° de motorvoertuigen die vallen onder de categorie M of N met een dieselmotor die voldoet aan Euronorm 3 of III en die niet beschikken over een roetilter;
2° de motorvoertuigen die vallen onder categorie M, N of T en die op de ingangsdatum van de LEZ-toelatng ouder zijn dan 40 jaar blijkens de datum van eerste inschrijving;
3° de motorvoertuigen die vallen onder de categorie M of N met een dieselmotor die voldoet aan Euronorm 2 of II, én:
- die blijkens bouw, uitrustng of andere permanente kenmerken speciaal zijn uitgerust voor toezicht, controle en onderhoud van infrastructuur en installates van algemeen belang;
- die, door of in opdracht van het leger, de politediensten, de wegbeheerder, de civiele bescherming of de brandweer, gebruikt worden voor noodsituates of voor reddingsoperates;
- die bedoeld zijn voor ambulante handel en foren en waarvan het verkoop- en motorgedeelte onafscheidbaar zijn.
Volgende motorvoertuigen komen vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024 in aanmerking voor een LEZ-toelatng:
1° de motorvoertuigen die vallen onder de categorie M of N met een dieselmotor die voldoet aan Euronorm 4 of IV;
2° de motorvoertuigen die vallen onder categorie M, N of T en die op de ingangsdatum van de LEZ-toelatng ouder zijn dan 40 jaar blijkens de datum van eerste inschrijving;
3° de motorvoertuigen die vallen onder de categorie M of N met een dieselmotor die voldoet aan Euronorm 3 of III, én:
- die blijkens bouw, uitrustng of andere permanente kenmerken speciaal zijn uitgerust voor toezicht, controle en onderhoud van infrastructuur en installates van algemeen belang;
- die, door of in opdracht van het leger, de politediensten, de wegbeheerder, de civiele bescherming of de brandweer, gebruikt worden voor noodsituates of voor reddingsoperates;
- die bedoeld zijn voor ambulante handel en foren en waarvan het verkoop- en motorgedeelte onafscheidbaar zijn.
Volgende motorvoertuigen komen vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 augustus in aanmerking voor een LEZ-toelatng:
1° de motorvoertuigen die vallen onder de categorie M of N met een dieselmotor die voldoet aan Euronorm 5 of V;
2° de motorvoertuigen die vallen onder categorie M, N of T en die op de ingangsdatum van de LEZ-toelatng ouder zijn dan 40 jaar blijkens de datum van eerste inschrijving;
3° de motorvoertuigen die vallen onder de categorie M of N met een dieselmotor die voldoet aan Euronorm 4 of IV, én:
- die blijkens bouw, uitrustng of andere permanente kenmerken speciaal zijn uitgerust voor toezicht, controle en onderhoud van infrastructuur en installates van algemeen belang;
- die, door of in opdracht van het leger, de politediensten, de wegbeheerder, de civiele bescherming of de brandweer, gebruikt worden voor noodsituates of voor reddingsoperates;
- die bedoeld zijn voor ambulante handel en foren en waarvan het verkoop- en motorgedeelte onafscheidbaar zijn.
Volgende motorvoertuigen komen vanaf 1 september 2027 in aanmerking voor een LEZ-toelatng:
1° de motorvoertuigen die vallen onder de categorie M of N met een dieselmotor die voldoet aan Euronorm 6a, 6b, 6c of 6d-temp;
2° de motorvoertuigen die vallen onder categorie M, N of T en die op de ingangsdatum van de LEZ-toelatng ouder zijn dan 40 jaar blijkens de datum van eerste inschrijving;
3° de motorvoertuigen die vallen onder de categorie M of N met een dieselmotor die voldoet aan Euronorm 5 of V, én:
- die blijkens bouw, uitrustng of andere permanente kenmerken speciaal zijn uitgerust voor toezicht, controle en onderhoud van infrastructuur en installates van algemeen belang;
- die, door of in opdracht van het leger, de politediensten, de wegbeheerder, de civiele bescherming of de brandweer, gebruikt worden voor noodsituates of voor reddingsoperates;
- die bedoeld zijn voor ambulante handel en foren en waarvan het verkoop- en motorgedeelte onafscheidbaar zijn.
Arikel 4.2. Procedure en vooraaarden
§1. De LEZ-toelatng kan ten vroegste 4 maanden vóór het betreden van de lage-emissiezone en uiterlijk de kalenderdag na het betreden van de lage-emissiezone aangevraagd worden.
§2. De aanvraag kan gebeuren via het e-loket of via een fysiek loket. Om op geldige wijze een LEZ- toelatng aan te vragen, moet:
- de aanvrager bewijzen dat het betrefende motorvoertuig waarvoor de aanvraag gebeurt onder één van de categorieën van artkel 4.1. van dit reglement valt. De aanvrager voegt bij zijn aanvraag alle relevante bewijsstukken toe.
- de vergoeding bedoeld in het retributereglement op de lage-emissiezone van de stad Antwerpen betaald zijn binnen de 3 kalenderdagen vanaf de dag van de aanvraag en uiterlijk op de kalenderdag vóór het betreden van de lage-emissiezone.
De lijst met relevante bewijsstukken is opgenomen in bijlage 2 van dit reglement. Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om deze lijst te wijzigen en/of aan te vullen.
§3. De aanvraag van een LEZ-toelatng zal pas in behandeling worden genomen vanaf het moment dat de vergoeding bedoeld in artkel 4.4. van dit reglement ontvangen werd. Na ontvangst van de betaling zal de LEZ-beheerder binnen een termijn van 14 kalenderdagen aan de aanvrager meedelen of de LEZ-toelatng goedgekeurd dan wel afgekeurd werd.
§4. Onvolledige en fouteve aanvragen worden afgewezen. De reeds betaalde vergoeding wordt binnen de 30 kalenderdagen terugbetaald aan de persoon die de betaling verricht heef.
§5. Het betreden van de lage-emissiezone alvorens het bekomen van de LEZ-toelatng gebeurt op eigen risico.
Arikel 4.3. Geldigheidsduur van de LEZ-toelaing
§1. Een LEZ-toelatng kan in functe van de voertuigcategorie afgeleverd worden met een geldigheidsduur van een dag, een week, een maand, drie maanden, zes maanden of een jaar. De LEZ- toelatng met een geldigheidsduur van een dag geef het motorvoertuig waarvoor de LEZ-toelatng aangeschaf werd toegang tot de lage-emissiezone op de kalenderdag waarvoor de LEZ-toelatng werd aangekocht tot en met 6.00 uur van de kalenderdag nadien. Voor de toegangsvoorwaarden die gelden vanaf 1 januari 2020 kan in functe van de voertuigcategorie een LEZ-toelatng afgeleverd worden met een geldigheidsduur van een week, een maand, vier maanden of een jaar.
§2. De LEZ-toelatng is pas defnitef vanaf de uitdrukkelijke goedkeuring ervan door de LEZ- beheerder. De ingangs- en einddatum van de LEZ-toelatng worden vermeld in de defniteve goedkeuring. De geldigheidsduur van de LEZ-toelatng kan echter nooit langer zijn dan de periode waarbinnen het motorvoertuig in aanmerking komt voor een LEZ-toelatng zoals vermeld in paragraaf 2 van artkel 4.1. van dit reglement.
§3. De verleende LEZ-toelatng is niet overdraagbaar en niet-terugbetaalbaar behoudens in de gevallen bepaald in het retributereglement op de lage-emissiezone van de stad Antwerpen.
§4. Elke mogelijke wijziging met betrekking tot het geregistreerde voertuig of de toelatngsvoorwaarden moet door de ttularis van de nummerplaat of de aanvrager binnen de 3 kalenderdagen aan de LEZ-beheerder schrifelijk worden gemeld. Indien vastgesteld wordt dat niet meer aan de toelatngsvoorwaarden voldaan is, wordt de LEZ-toelatng ingetrokken zonder terugbetaling.
Arikel 4.4. Vergoeding LEZ-toelaing
De retributetarieven worden door de gemeenteraad vastgesteld in het retributereglement op de lage-emissiezone.
De tenuitvoerlegging, met inbegrip van de oplegging en de inning, wordt in overeenstemming met artkel 11, 1° van het LEZ-decreet toevertrouwd aan de LEZ-beheerder. Deze zal de retributes voor de LEZ-toelatngen in eigen naam en voor eigen rekening innen.
Hoofdstuk 5. Toegelaten motorvoertuigen mits LEZ-dagpas
Arikel 5.1. Motorvoertuigen die in aanmerking komen voor een LEZ-dagpas
Alle motorvoertuigen komen in aanmerking voor een LEZ-dagpas.
Arikel 5.2. Procedure en vooraaarden
§1. De LEZ-dagpas kan maximum 8 keer per kalenderjaar aangekocht worden voor de betrokken nummerplaat.
De LEZ-dagpas kan ten vroegste 4 maanden vóór het betreden van de lage-emissiezone en uiterlijk de kalenderdag na het betreden van de lage-emissiezone aangekocht worden.
§2. Bij het aankopen van een LEZ-dagpas worden de nummerplaat en het land van inschrijving aan de LEZ-beheerder bezorgd.
§3. De aanvraag kan gebeuren via een e-loket of via een fysiek loket.
Arikel 5.3. Geldigheidsduur van de LEZ-dagpas
§1. De LEZ-dagpas is geldig na betaling van de vergoeding bedoeld in het retributereglement op de lage-emissiezone van de stad Antwerpen en geef het motorvoertuig waarvoor de LEZ-dagpas aangeschaf werd toegang tot de lage-emissiezone op de kalenderdag waarvoor de LEZ-dagpas werd aangekocht tot en met 6.00 uur van de kalenderdag nadien.
§2. De verleende LEZ-dagpas is niet overdraagbaar en niet-terugbetaalbaar behoudens in de gevallen bepaald in het retributereglement op de lage-emissiezone van de stad Antwerpen.
Arikel 5.4. Vergoeding LEZ-dagpas
Het retributetarief wordt door de gemeenteraad vastgesteld in het retributereglement op de lage- emissiezone.
De tenuitvoerlegging, met inbegrip van de oplegging en de inning, wordt in overeenstemming met artkel 11, 1° van het LEZ-decreet toevertrouwd aan de LEZ-beheerder. Deze zal de retributes voor de LEZ-dagpas in eigen naam en voor eigen rekening innen.
Hoofdstuk 6. Aanpassing voertuiggegevens in LEZ-databank
Arikel 6.1. Motorvoertuigen die in aanmerking komen voor aanpassing voertuiggegevens Dit hoofdstuk regelt de registrateprocedure voor aanpassing van de voertuiggegevens in de LEZ- databank zoals bedoeld in artkel 2, §5 van het LEZ-besluit.
Arikel 6.2. Registraieprocedure en -vooraaarden
§1. De registrateaanvraag moet ten laatste binnen de termijn voorgeschreven in het LEZ-besluit uitgevoerd zijn. De aanvraag kan gebeuren via een e-loket of via een fysiek loket.
§2. De registrate bedoeld in artkel 2.2, 5° van dit reglement moet ten laatste binnen de 30 kalenderdagen na de kennisgeving van de administrateve geldboete bedoeld in artkel 7.2. van dit reglement, uitgevoerd zijn. De aanvrager dient het bewijs van de goedgekeurde registrate en het bewijs van betaling van de in het retributereglement op de lage-emissiezone vastgestelde retribute voor laatjdige registrate uiterlijk binnen voormelde periode van 30 kalenderdagen met een beveiligde zending te bezorgen aan de beboetngsambtenaar bedoeld in artkel 7.2. van dit reglement. Wanneer aan deze voorwaarden cumulatef is voldaan, wordt het voertuig alsnog als een toegelaten voertuig beschouwd en vervalt de administrateve geldboete, wat zal worden vastgesteld door de beboetngsambtenaar. De registrate kan gebeuren via een specifek hiervoor voorzien e- loket.
§3. Om een motorvoertuig geldig te kunnen registreren, moet de ttularis van de nummerplaat het EEG-certfcaat of andere relevante bewijsstukken bezorgen. Onvolledige aanvragen worden afgewezen. Bij laatjdige registrate, het gebrek aan registrate binnen de in §1 en §2 van dit artkel voorgeschreven termijn of in het geval de registrateaanvraag werd afgekeurd, zal de emissienorm zoals opgenomen in de LEZ-databank (op basis van de datum van eerste inschrijving) behouden blijven.
De lijst met relevante bewijsstukken voor de periode tot en met 31 december 2019 is opgenomen in bijlage 2 van dit reglement. De lijst met relevante bewijsstukken voor registrates die geldig zijn vanaf 1 januari 2020 is opgenomen in bijlage 3 van dit reglement. Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om deze lijst te wijzigen en/of aan te vullen.
Arikel 6.3. Vergoeding registraie
§1. De registrate bedoeld in artkel 6.2, §1 van dit reglement is kosteloos.
§2. Het retributetarief voor de registrate bedoeld in artkel 6.2, §2 van dit reglement wordt door de gemeenteraad vastgesteld in het retributereglement op de lage-emissiezone.
§3. De tenuitvoerlegging, met inbegrip van de oplegging en de inning van de in §2 bedoelde retribute, wordt in overeenstemming met artkel 11, 1° van het LEZ-decreet toevertrouwd aan de LEZ-beheerder. Deze zal de retribute voor de laatjdige registrate innen in naam en voor rekening van de stad Antwerpen.
Hoofdstuk 7. Overtredingen en sancies
Arikel 7.1. Toepassingsgebied
§1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de niet-toegelaten motorvoertuigen zoals bedoeld in artkel 2.3. van dit reglement.
§2. Een overtreding wordt gesanctoneerd met een administrateve geldboete of onmiddellijke inning zoals bedoeld in artkel 10 van het LEZ-decreet die ten laste wordt gelegd van de overtreder.
Arikel 7.2. Administraieve geldboete
§1. De administrateve geldboete wordt als volgt bepaald:
- voor de overtredingen begaan vanaf 1 februari 2017 tot en met 31 december 2017: 125,00 euro per overtreding;
- voor de overtredingen begaan vanaf 1 januari 2018:
o 150,00 euro voor de eerste overtreding;
o 250,00 euro voor de tweede overtreding begaan binnen een periode van 12 maanden na de eerste overtreding na 1 januari 2018;
o 350,00 euro voor de derde en volgende overtredingen begaan binnen een periode van 12 maanden na de vorige overtreding na 1 januari 2018.
§2. De administrateve geldboete wordt opgelegd door de beboetngsambtenaar, die hiertoe specifek door de gemeenteraad wordt aangesteld. De administrateve geldboete wordt geïnd in naam en voor rekening van de stad Antwerpen.
Arikel 7.3. Onmiddellijke inning en consignaie
De stad past de onmiddellijke inning zoals voorzien in artkel 10, §9 van het LEZ-decreet en in artkel 7 van het LEZ-besluit en de consignateregeling zoals voorzien in artkel 10, §10 van het LEZ-decreet toe. In overeenstemming met artkel 11, 2° van het LEZ-decreet worden deze taken toevertrouwd aan de LEZ-beheerder. De onmiddellijke inning en consignate worden uitgevoerd in naam en voor rekening van de stad Antwerpen.
Arikel 7.4 Calamiteiten en bijzondere omstandigheden
Indien er zich calamiteiten of bijzondere omstandigheden voordoen en er ten gevolge hiervan niet- toegelaten voertuigen de lage-emissiezone betreden, zullen deze geen administrateve geldboete verschuldigd zijn. De calamiteiten en bijzondere omstandigheden die beschouwd kunnen worden in de zin van dit artkel zijn:
- een operatonele coördinate of een administrateve fase die in het kader van het Koninklijk Besluit van 16 februari 2006 betrefende de nood- en interventeplannen afgekondigd wordt;
- een gemeentelijke, provinciale of federale inzetoefening die in het kader van hetzelfde Koninklijk Besluit op het grondgebied van de stad Antwerpen binnen de lage-emissiezone doorgaat en in de gemeentelijke veiligheidscel afgesproken werd;
- een monodisciplinair noodplan van een discipline dat conform hetzelfde Koninklijk Besluit geactveerd wordt en waarvoor voertuigen zich binnen het kader van het afgekondigde noodplan in de lage-emissiezone moeten begeven;
- een verkeersgeleiding of wegomleiding die door polite of wegbeheerder wordt opgelegd en waardoor doorgaand verkeer van buiten de lage-emissiezone verplicht afgeleid wordt via de lage-emissiezone;
- een evenement waarbij niet-toegelaten voertuigen zich onder begeleiding van de polite doorheen de lage-emissiezone verplaatsen;
- een pandemie waarbij niet-toegelaten voertuigen zich in de LEZ-zone begeven ingevolge een uitdrukkelijke schrifelijke oproep of vordering van de stedelijke, provinciale, Vlaamse of federale overheid of ingevolge een algemene beslissing van de stedelijke overheid om de lage-emissiezone tjdelijk buiten werking te stellen.
De calamiteiten of bijzondere omstandigheden zoals bedoeld in dit artkel worden uiterlijk binnen de week na de dag waarop de gebeurtenis zich voordeed door de verantwoordelijke instante gemeld aan de LEZ-beheerder en aan de beboetngsambtenaar. Bijkomend wordt naargelang de situate binnen dezelfde termijn:
- de inzet van niet-toegelaten voertuigen in het kader van een noodplan geatesteerd door het hoofd van de discipline die het monodisciplinair noodplan opstarte;
- na de actvate van de operatonele coördinate, de fase of de oefening een lijst van de nummerplaten van de niet-toegelaten motorvoertuigen die omwille van de intervente de lage-emissiezone binnenreden door de rampenambtenaar van de stad Antwerpen bezorgd.
In het geval van een monodisciplinair plan wordt deze lijst door het disciplinehoofd overgemaakt;
- door de polite een lijst bezorgd van de nummerplaten van niet-toegelaten voertuigen die zich in het kader van het evenement onder begeleiding van de polite doorheen de lage- emissiezone verplaatst hebben.
Hoofdstuk 8. Inaerkingtreding reglement en overgangsbepalingen
Het reglement, zoals vastgesteld door het gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2016, trad in werking op 1 oktober 2016, met uitzondering van hoofdstuk 7. Hoofdstuk 7 trad in werking op 1 februari 2017.
De wijziging van artkel 7.4, zoals vastgesteld door het gemeenteraadsbesluit van 26 juni 2017, trad in werking 5 dagen na publicate van het gemeenteraadsbesluit.
De wijzigingen, zoals vastgesteld door het gemeenteraadsbesluit van 24 juni 2019, traden in werking op 1 september 2019.
De wijzigingen, zoals vastgesteld door het gemeenteraadsbesluit van 21 oktober 2019, traden in werking op 1 januari 2020.
De wijzigingen, zoals vastgesteld door de gemeenteraad in april 2021, treden in werking op 1 juni 2021.
