Het vetrouwensbeginsel en de contractuele
gebondenheid : beschouwingen omtrent de
dogmatiek van het overeenkomstenrecht
Smits, J.M.Citation
Smits, J. M. (1995, November 14). Het vetrouwensbeginsel en de contractuele gebondenheid : beschouwingen omtrent de dogmatiek van het overeenkomstenrecht. Gouda Quint BV, Arnhem|Department of Private Law, Faculty of Law, Leiden University. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/12296
Version: Corrected Publisher’s Version License:
Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden
Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/12296
Het vertrouwensbeginsel
en de
contractuele
gebondenheid
Beschouwingen
omtrent de dognntiek van het
overeenkomstenrecht
Proefschrift
ter verkrijging van de graad
van Doctor
aan
de Rijl$universiteit
te Leiden,
op gezag
van de Rector
Magnificus
Dr. L, Leertouwer,
hoogleraar
in de faculteit
deÍ godgeleerdheid,
volgens
besluit
van het college
van dekanen
te veÍdedigel
op dinsdag
14 november
1995
te klokke
16.15
uur
door
Jan Martien Smits
geboren
te lJiden in 1967
Gouda
Quint BV
(S. Gouda Quint - D. Brouwer en Zoon)
Arnhem
Promotieconl.'Iissie
Èomotor:
PÍof. mr Jac. Hijma
R€ferent:
Mr J.H. Nieuu'eÍhuis
(Iloge Raad
der Nederlanden)
Overige
ledcni PÍof. mr H.J. StrijdeË
Inhoudsopgave
Lijst van aflortingen
Inleiding
I Oriëntatie op de pÍoblemaliek
I.l Tomtandkoming van de Íechtshandeling 1.2 Precontractuele fase
L3 Toezeggingen 1,4 Vervolg
Het te kiezen perspectief
2.I Vertrouwen op het grensvlak
2.2 Dè 'crisis' in het verbiÍtenissenrecht 2.3 NadeÍe bepaling van de opzet van de studie Methode van rechtsvergelijking
Verantwoording te behandelen materie Indeling van de studie
Regel en geval in het burgerlijk recht
Twee benaderingen: Íegel en geval in het recht Ll Inleiding
|.2 Het primaat van de norm 1.3 Het primaat van de feiten 2 Twee visies: een keuze mogelijk?
2.1 Inleiding
2.2 Een'posFrcvolutionair rcgelsysteem' 2.3 De opsrand der feit€n
2.4 De aard van de normatieve uitleg 3 De nomratieve uitleg als remedie
3.1 h eiding
3.2 Traditionele bezwaren
3.3 Normatieve uitleg als onvruchtbare oplossing
4 De taak van de rechtswetenschap 4.1 Algemeen
4.2 Consequenties 5 VeÍvolg
II Een dogmatische
benadering
t Dogmatiek op het grensvlak van noÍm en geval 1.1 Gang van het betoog
1.2 Dosmatiek: doel en toePassingsgebied 2 Enige do'gmatische opvattingen kÍitisch beschouwd
2.1 Inleiding
2.2 D€ dogmatische rechtswetenschap van E'M MeijeÍs 2.3 Nieuwenhuis' pleidooi voor een dogmatische
Íechtswetenschap 2.4 De topische benadering
2.4.1 Topiek als wijze van probleemdenken 2.4.2 Kritiek
3 Drieèrlei opvatting omtrent de íieuw opgekomen 'feitelijkheid' 3.1 Van Zaltbommels'feitelijkheid'
3.2 NieskeÍIs' 'fait accompli' 3.3 BarendÍechts 'scheÍPe normen' 4 De rol van beginselen in het recht
4.1 Inleiding
4.2 Het ondersoheid tussen Íegel en beginsel 4.3 Rechtsvinding
4.4 Vervolg
5 Een alternatÈve dogmatisohe benadering: het leerstuk als centrale figuur
5.1 Uilgangspunt
5.1.1 Algemeeni heuristiek en legitimatie als zinvol ond€rscheid
5.1.2 Het civielrechtelijk leerstuk als steen der wijzen 5.2 De betekenis van de regel als standaardsituatie 5.3 Recht als een systeem van gelijkenissen €n de
daaÍbij behorende interpretatiememode 6 Vervolgr h€l spooÍ terug
III Redelijkheid
en billijkheid en vertÍouwen
I lnleidinq
L I Di redelijkheid en billijkheid en de feiten van hel geval
1.2 Opbouw van het betoog
Redelijkheid en biuijkheid als rechtsfactor
2.1 Het standaatdbeeld van redelijkheid en billijkteid 2.1.1 RedelUkheid en biltijkheid als vage nolm 2.1.2 Beperkte betekenis voor de
redelijkleid en billijkteid
2.1.3 Redelijkàeid en billijkheid en goede rrouw 2.1.4 Het toepassingsgebied van de
redelijkheid en billUkJleid 2.1.5 Het srandaardbeetd op de helling 2.2 Funcdes van redelijkheid en bi ijkheid
2.2,I ExteÍne werking van de Íedelukteid en bi ijkheid 2.2.2 Interne werking van de redelijkheid en billijkieid 2,2.3 De dubbele Íol van de redelijkh€id en bi ijkheid 2.3 Het standaardbeeld bi.jgestetd
2,3.I De concretisering van de vage norm 2,3,2 De beperkte betekenis voor de
redelijkheid en billijkheid
2,3.3 Terminologie: redelijkleid en billijkheid en goede tÍouw
2.3.4 Het toepalsingsgebied en een hoogsr belangrijk gezichtspunt
2.4 Dit gezichtspunt als basis van het verdere betoog
3 De interne redelijkheid en billijkheid en de vertrouwensverhouding 3.I Inleiding
3.2 De rechtsverhouding
3.3 De'vertrouweosverhouding,
4 Vertrouwen als vangnet; 'absorberende werking, van het begrip 4.I Inleiding
4.2 Complementariteit van r€gel en vertrouwen; Romeins recht 4.3 Positiefrech!: absoÍberende werkitg van verÍouwen 5 Vervolg
IV Vertrouwen
als dragende
categorie?
Inleiding
Het vertrouwensbeginsel als beginsel 2.1 Vertrouwen als ethisch beginsel 2.2 VeÍrouwen als heuristische factor
2.3 Vertrouwen als in staat he! veÍbintenissenrecht te herschrijven
2.4 Op zoek naat criteria
Vertrouwen als dragende categorie? Het vertrouwen ontleed 3.1 Wat is een 'dragende categode'? Een uniek en
gemeenschappelijk criteÍium
3.2 Het vertÍouwen ontleed: het begip vertrouwen 3.2.I Inleiding
1.2.2 Hel begrip vertrouwen naar he gewone splaakgebÍuik
3.2.3 Hetjuridische beg p vertrouwen
Het veÍtrouweD ontleed: het object van het vertrouwen 4.1 Algemeen
4.2 Het object bij de rotstaldkoming van de overeenkonNt 4.3 Het object in de precontractuele fàse
4.4 He( object bij de loeTeggrnS
4.5 Het objeo van het vertrouwen: samenvalttng Het vertrouwen ontleed: de intensiteit van het vertÍouwen 5.I Inleiding
5.2 CriteÍia voor de intensiteit van het vertrouwen Het vertrouwen ontleed: de gerechtvaardigdheid 6.1 Algemeen
6.2 CriteÍia ler bepating van de Serechlvaardigdheid 6.2.I Von Craushaar en de 'Selbstschutz'
6.2.2 De toeÍekening van Canaris en Colijn 6.2.3 De geÍechtvaardigdheid van het vertrouwen
bepaald door de redelijke peÍsoon, door de onrstandigheden van het geval of door'toedoen
6.3 De g€Íechtvaardigdheid van hel veÍÍouwen als non-naatstaf
7 Het vertrouwensbeginsel als janushoofd
V De bronnen
van verbintenis
I tnleiding: schets van de problematiek l t 6ang van hêt betoog
1.2 De in bet BW neergelegde klassieke opvatting inzake veÍbintellis en bron
t24
t21
t25
t26
t21
127
t29
t 3 l
1 3 :
i 3 3
1 3 3
l 3 l I J ] t J l13;-r 3 E
I J1l t.l-t 1,15Nad€re bepaling van de verbintenls
2.1 lnleidinS. De eigen plaàts van de verbinÍenis 2.2 De nrate van verdichting àls bepalende factor 2.3 Individualisering der betrokken personen;
rechtsplicht en verbintenis
I J E l { 9
r19
2.4 Het subjectiev€ recht 2.4.I Inleiding
2.4.2 Het wezen van het subjectieve recht
2.4.3 Het subjectief rccht als voortvloeiend uit de bron De methode van de bronnen van verbintenis
3.I Gang van het betoog 3.2 De achtergrond
3.2.1 De sunma divisio obligationum van Gaius als uitgangspunt; twee benaderingen: gesloten en open systemen van verbintenissen
3.3 De ee$te wegr de redelijkheid en billijkheid als bron 3.3.1 Inleiding
3.3.2 De redelijkheid en billijkheid zonder meer als bron 3.3.3 Het vertrouwen als brcn van verbintenissen 3.4 Het BW van 1992
3.5 Een lweede weg
De aan de bÍonnen aan te leggen maatstaf
4.I Het onderscheid tussen vrij,tillig aangegane en opgelegde verbintenissen
4.2 Een anderê maatstafr de status quo als bepalend De bÍonnen van verbintenis verbonden
5.1 De bron onrechtÍnatige daad: ongeootloofde inbreuk op de setus quo
5 . 1 . 1 In l e i d i n g
5.1.2 Grondslag van de delicluele a.ansprakelijkheid 5.1.3 Cilerium voor de aansptakelijkheid
5.2 De bron oveÍeenkornst: geoorloofde inbreuk op de
status quo 176
5.3 Zaakwaarneming als Seoorloofde inbreuk op de status quo 178
5.3.1 Inleiding r78
5.3,2 Zaakwaarneming als rcden voor contractuele gebondenheid
5.4 OngeÍechtvaatdigde verÍijking als bron van veÍbintenissen?
6 De weg vervolgd
VI De contractuele
gebondenheid
gerechtvaardigd?
t54 t54 1 5 6 1 5 8 1 5 9 1 5 9 160
1 ó r
1 6 3 1 6 3 l o ) 166 167 1 6 8 1 6 8 t l l t12 t'72 t'72 l'74I Grondslag vrn en cÍiterium voor de oveÍeenkomst 1.1 Inleiding
L2 Grondslag vàn en criterium voor gebondenheid
Wil, verklaring en veÍtÍouwen 2.1 Inleiding
2.2 De negentiende-eeuwse wilsleeÍ
2.2.1 Algemeen: een consequente opvatting 2.2.2 Nadelen van de wilsleer
2.3 Van wilsleer naaÍ vertrouwensleer 2.4 De wils-vertrouwensleeÍ
2.5 Evaluatie; de bepeÍkte waarde van de geschetste discussie
Plaatsing vàn enkele modeÍne Nederlandse opvattingen 3.1 Inleiding
3.2 Nieuw€nhuis en de overeenkomst als
taalhand€ling en als bepaald door dÍie beginselen 3.3 Zwitser en de wilsleer als dialectisch paÍadigma 3.4 Hijma's nadÍuk op de verklaring
De belofle als grondslag en criterium 4.1 Inleiding
4.2 De belotleleer van Van Dunné 4.3 De belofte bij Fried
4.4 Atiyah's benadering van de belofte Evaluatie van de hier geschetste opvattingen
VII Contractuele
gebondenheid
en causa
I Inleiding
1.1 Gang van het betoog
L2 Het gemeenschappelijke aan de behandelde opvattingen: de persoon van cle contractant centraal
Een ahernatief uitgàngspunt
inhoud der verplichtingen: de utilistische benadering causa als toetssteen van verbindbaarheid
Inleiding
De opvatting van Cordley
De íechrvaardigjnB van de gebondenheid: causá en consideration
3.3.I De causa-eis in het Nederlandse recht 3.3.2 De causa-eis en de wilsleer
3.3.3 De considemtion en de wilsleer
4.3 Causa als wederk€rig verband tussen de prestaties 4.3.1 Het conditioneel en functioneel synallagma 4.3.2 Van condilioneel en functioneel naaÍ
genetisch synallagma
4.4 Nadere inwlling van het samenhang-criterium; samenhang en standaaÍdsituatie
4.5 WedeÍkerigheid brj de eenzijdige overeenkomst 4.ó Verhouding tussen causa en voordeel;
ongerechtvaardigde verrijking
4.7 VeÍhouding lussen causa en aulonomie 4.8 Ênige consequenties van de samenhang-leer 4.9 Wederkerige samenhang; synopsis
5 Het tot nu toe behaalde resultaat en verantwoording theoretisch gehalte voomfgaande
VIII Totstandkoming
van de overeenkomst
I Inleiding
2 Normalewederkerigheid 2.I Inleiding
2.2 De aard van de overeenkomst
2.3 De verhouding tussen contractspartijen 2.4 De voor- en nadeligheid der handeling 3 Abnormalewederkerigheid
3.1 Inleiding
3.2 De verrijkingsgedachte bij de oveÍeenkomst 3.3 De betekenis van de expliciet geuite wil
3.3.1 Algemeen: de wil als formele grond vooÍ gebondenieid
3.3.2 Tweeèrlei betekenis voor de wil 3.3.3 Betekenis van een schriftelijk sruk
of andere vorm
3.4 Zaakwaarneming als vorm van gerechtvaardigde velrijking
4 Drie contractstypen onderscheiden 4.I Inleiding
4.2 De reeds (gedeeltelijk) uitgevoerde overeenkomst 4.2. I Beide partijen geven uiÍvoering
aan de formele oveÍeenkomst 4.2.2 Slechts één Í,arrij Seefi uilvoering
aan d€ folmele overeenkomst
271'
27|'
27,!t
281
28
2K
2fi
2&6
2A'
292
2vt
gt
vx
2v
301
M,
w
N2
T2
3(x
3{E
3(E
NI
3lo
3lo
3lo
313
315
3t7
3lt
3lt
3lt
3 l E
I 24.3 De overeenkonst waaGan nog geen uitvoering is gegeven 4.3.1 Ideiding
4.3.2 De wederzijdse pÍestaliebelofte 4.3.3 Het iustum pretium en
de wederzijdse prestatiebeloft e 4.3.4 VoortbouweÍr op het 'veÍrouwen' 4.4 Vervolg
De precontractuele fase 5.1 Algemeen
5.2 De precoffractuele fase als vmag van totstandkoming ener overe€nkomst
5.3 De 'deÍds fase': veÍtÍouwen op de totrtandkoming van de oveÍeenkoÍnst
5.4 De 'tweede fase'r de schadevergoedingsplicht Een inhoudelijke r€.htvaardiging
6.1 Inleiding
6.2 Consequenties van de wederkerige samenhang-leer 6.2.1 Dwaling. misversrand en uirle!
ó.2.2 Onrechtrnatige rotstandkoming,
imprévision
en uitlêg
29
IX De eeMijdige
prestatiebelofte:
schenking
en loezegging
ldeiding
De schenkingsoveÍeenkomst
2.1 Inleiding
2.2 Schenking
als bevoordel€ndê
overeenkomst
2.2.1 Alge'JJ.Ê€.Í
2.2.2 Schenking
en causa
2.3 Schenking
en wederkerigheid
2.3.1 Schenking
als overeênkomst
2.3.2 Schenking
en altruisme
Samenhang
in prestaties
bij schenking
3.1 Ínleiding
3,2 Het verrichten
van de prestatie
3.3 De veÍhouding
tussen
paÍtijen
3.4 De báekenic
van de expliciete
belofte (alde)
3.5 De schenkingstoezêgging:
ten slotte
De eenzUdige
toezegging
4.1 Inleiding
4.2 ParliculieÍe
toezegging
en overheidstoez€gging
4.2.1 AleemeeÍr
2Et
4.2.2 De bijzonderc
positie
van de overheid,
behartiger
van algemeen
belang
4.3 De toezêgging
alc overeenkomrt
4.3.1 De grondslag
der gebondenheid
4.3.2 De offechtrnatige
daad
veÍwolpen?
5 samenhang
in prcstaties
bij de overheidstoezegging
5. 1 Expliciere
wilsuiting
en concretisering
der relatie overheid-buÍgeÍ
5.1.1 De to€zegging
als weloveÍwogcn
beleidsmatige
wilsverklaring
5.1.2 Aanvaarding
varl het oveÍheidsbeleid;
de toczegging
in concÍeio
5.2 Onbevoegde
toezegging
en beleidswijziging
5,2,1 Inleiditrg
5,2,2 De onÍechtrnatige
daad
als gronddag
5,2.3 Nadere
criteÍia
6 TeII slotte
Slotbeschouwing
S.menvatting
Sttl|tnaÍy
Lijst van afkortingen
AA
Art Aeqai
|rtrt.
aantckcning
AB
AdninisnatieÍrechteliike
BeslissinSen
Ac
law Repons,
Appeal cases
AcP
Archívflr die ciilistische Praxis
A-G
Advocaat-Gancraal
tulER
All Ettgl4rtd
Lg'/, Rêportt
A.ICL
The Amcrlcat townal oÍ cornpLrative
Low
A,lJ
Ih. Am.ricLtt Jounal oÍ,Iurlsprudercê
,fSP
Archív
fr Rechts-
und Sozíalphilosophie
rÍt(t)
artikcl(en)
AWB
Algamerc
Wet B€stuursrecht
1994
BGB
B{irge iches
Gesetzbuch
1900
BGH
Bundesgericht8hof
BGIZ
Entscheiàngen des BwdetSerichrshoÍes
in
Zvílsochen
bijv.
bijvoorbeeld
AR
Bouwrechl
Bw
Bulgellijk lvetboek 1992
BW (oud)
BuÍgerlÍk Wetboêk
1838
CA
CouÍ ofAppcd
Canb dgeu
Carnbridge
Law Jownal
cc
code Civil 1804
An
Currett Legal Prcblems
ColwnbicLR
Colutrbia
low Reviev)
D
Digesten
&2.
d€zelfde
auteuÍ
diss.
dissèrtetie
DóV
Die ófentliche
Verualtung
e.a.
en anderen
ed.
edition, edito!(s)
etc.
et cetera
EV
GO
Hand. N.lY
Eanard LR
HL
HR
Hrsg.
HR
IECL
IO,Q
Inv
JBI
JurA
JZ
Ktr.
KwNBW
LI
LQR
MDR
Michiqa l,R
MLR
m,nl,
MO
MvA
MvT
NBW
NJ
NJB
NJV
NJW
nr.
ÀIBR
oorÊpr.
o,c.
oo
Eindverslag van de bijmndere cie. vor ziening vaÍr het Brff
GeÍijzigd oÍrtwerp
Handetingen der Nederlandse Juristen-qin8
Harvard law Review House of Lords
Hoge Raad der Nederland€n Herausgabe, Hemusgeber Hoge Raad der Ne.deÍIanden InteÍnational Encyclopedia of Law
Intenational and Cow^ratiYe law
lnvoeringswe! Nieuw BurgeÍlijk wetboek
Juristitche
Blàtter
,1
ur i s t i s c h e Aus
bi MtnE
Juristische
Schulung
Juristetr
Zêítung
Kantongerecht
Keaftdalbeficht
NBW
LoÍd tustice
Ihe law Quaftê yRe ew
Morctsschrti
Íb Deuttches
Recht
Míchigan
lav Revie,,r
Ihe Modern
I-ov'/
Revievr
mel nool
Mondeling
Overleg
vast€ Cie voor
met de Minister
van Justitie
MemoÍie van Antwoord
Memolie
van Toelichting
Nieuw
BurgerlUk
Wetboek
N ede
r land
s e J u fi s
p r ude
níi e
N ê
d er landr J u fi s t enb
I ad
NedeÍland!€
Juristen
Vereniging
N e ue J uri s ti s ch
e wo c he
ns c hr ifr
nummer
, Pp partljen
Rabelsz Zeitschift fib ar$tàndisches and intenationa-les priratrecht
Rb Arrondissementsrechtbank
RCBJ Revue Citique de J rísprudence Betge RG Reichsgericht
RGZ Entschedungen deJ Reichsgerichts i Zvilsa chen
R&K Recht en Kriiek
RV Rechts geleeí.l Magazi n
R.lt'th Re.htsg?leerd Magazijn Theni:; Rn. Randnunrner
R&R Rechtsfrlo:oÍie ?n Rechtstheo ? RTD.iv Rewe Trimestielle de Droit cit'il RrdW Rechtspraakwn de Week Rll Rechtskuntli{ Weekblad
i I . s.a. zonder plaats, jaar van uitgave SDHI Stwlia et Do&menta Hístoriae et luris : i p ter aangehaalde plaatse
THRHR TydsktiÍ vir HedendaagÍe Romeins-Hollantlse Reg
TK Tweede Kamer deÍ Stàten-Generaal T\í Toelichring Meijers
Ti i ds ch I iÍt voo r P riytuttre. ht
f5,4R Tldskriï r die Suid Alrikaanse Reg 'gl. vergelijk
vJV Vlaamse Juristenvereniging lR Verkeèrsrcaht
\'\' Voorlopig Verslag ll Weekblall wn het Recht l+i\.otlsin LR Wisconsin Lav, ReyÍev)
IIPNR Weekblad wor Priraatrccht, Notaiaat en Registratie
lale IJ Yale Lt|t Joumul
ZE|P TaitschriÍÍiir Europàisches piratrc(ht 4RV Zeitschrif ÍAt Re.htsyer|leichung TJSR Zeischrifr ííir Sch\aeizeisches Recht
7.11R ZeitschriJi li:ir das gesamte HanAekrecht unal WirtschaÍsrecht
ZSS (K4N) Zeitschriít der Sayí8ry Stiftung rtir RechtsSe s chichte (katbni s tí s c he A b t e i I ut1 I )