• No results found

00R.tllKNUHET TERUt;WERKENDE.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "00R.tllKNUHET TERUt;WERKENDE. "

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

00R.tllKNUHET TERUt;WERKENDE.

KRt?nrr ror EEN

O~t;EWENST

KIND VE~KL~QRD '?

september 1972, 5e jaargang no. 6

(2)

officieel Òrgaan van de Politieke

~artij

Democraten '66 E indredakteur:

G. A. Spiering Bernweg 65 Vlaardingen

Telefoon: 010 - 353785 Redaktiekommissie:

J.J.

de Boer, Prinsengracht 241, Amsterdam, telefoon: 020-227296 Th. Essers, Officien:vliet 48, Zwijndrecht, telefoon: 01850-29006

J.

Essers-Coenen, Officiersvliet 48, Zwijndrecht, telefoon : 01850-29006 P.A. van Gent, Molenweg 40, Lunteren, telefoon: 08388-2831 J. J. D. Kardol, Albert Schweitzer- laan 44, Haarlem, telefoon:

023-335839

S. Venema-Noordhoff, Watermo- lendijk 10, Eelde, telefoon:

05907-2558 Administratie:

Keizersgracht 576 Amsterdam

Telefoon: 020 - 226996 Advertentietarieven:

Hele pagina: bij één plaatsing vier- honderd gulden, bij vijf plaatsingen 350 gulden, bij tien plaatsingen driehonderd gulden;

Halve pagina: bij één plaatsing 250 gulden, bij vijf plaatsingen 225 gul- den, bij tien plaatsingen tweehon- derd gulden;

Kwart pagina: bij één plaatsing honderdvijftig gulden, bij vijf plaatsingen 135 gulden, bij tien plaatsingen honderdtien gulden ; Acntste pagina: bij één plaatsing negentig gulden, bij vijf plaatsin- gen 87 gulden vijftig, bij tien plaat- singen 85 gulden.

Kopij

moet zijn getypt met een dubbele apatie en niet meer dan 45 aan- slagen per regel.

~

Luna, Delft.

WAAROM PLAATST U UW ADVERTENTIE EIGENLIJK (OOK) NIET

IN DE DEMOCRAAT?

DIE IS ER TOCH ZEKER VOOR

In het vorige nummer van de Democraat werd op deze plaats onder de titel "Men- taliteit en doelstellingen van 0'66 zijn niet veranderd" een stuk geplaatst dat was opgesteld door een aantal min of meer vooraanstaande leden van 0'66. Binnen een bepaalde kring van D'66 wordt over dat stuk gesproken als het "Stuk-Rood" omdat mr M. G. Rood, zelf één van de opstellers va n h et stuk, het initiatief nam voor de totstandkoming van het stuk.

Theoretische oplossing zonder kans van slagen

Stuk-Rood: Mislukte poging tot eenheid van de PVP-doorduwers

door K. P. BLOEMA (!id hoofdbestuur)

Van het lezen van het stuk-Rood krijgt een mens het aanvankelijk warm om het hart, In het stuk wordt duidelijk uiteengezet dat 0'66 met haar optre- den in de Nederlandse politiek al veel heeft bereikt en dat de leden van 0'66 zich gezamenlijk moeten inspannen om verder te gaan; zonder zichzelf daar- bij te verliezen in onderlinge twisten, zoals di e over de eigen identiteit.

Maar ctan komt -- verpakt in zacht fluweel -- de hard e konklusie: 0'66 moet polariseren en naar een pro- gressieve volkspartij toewerken die meer is dan een samenwerking tussen de drie progressieve partijen. Ous, de opstellers van het stuk-Rood stel- len zich in de diskussie over de eigen indentiteit op het standpunt van het ex- centrische punt en het in principe op- heffen van de drie progressieve par- tijen. Het standpunt dat binnen 0'66 al zo vaak is verdedigd en waartegen zoveel weerstand is.

Schijnoplossing

Maar mcn zou zich scherp moeten ke- rcn tegen de stellingname van de op- stellers van h et stuk-Rood, want het is een volkomen theoretische benade-

Bij de voorpagina

ONGEWENST

Zoals dat in vroeger jaren voor de geboorte (door een misrekening bij de periodieke onthouding) gebeurde zo gebeurt dat nu na de geboorte (door een misrekening bij de be- leidsbepaling): kinderen worden tot ongewenst verklaard . Volko- men buiten hun schuld om hebben ouders bijna geen andere keus; h et vormingswerk voor de werkende jeugd . is opgeschort, voor een aan- tal studierichtingen is een studen- tenstop ingesteld, een gedeelte va n de kinderbijslag is "bevroren", het kollegegeld is fors omhoog gegaan, het schoolgeld staat op het punt te worden verhoogd en de inflatie ver- hinderd kinderen een potje te kwe- ken om hun toekomst veilig te stel- len. Kinderen worden tot onge- wenst verklaard; de enigen di e da t zijn, zijn degenen die het tot zover hebben laten komen. (Tekening:

l

~~~ Essers~~ ---··- -- . . - - · _j

2

ring en een intellektualistische schi.jn- oplossi.ng van het (juiste) idee de po- litieke verhoudingen in Nederland te veranderen. Hoe stellen de opstellers van het stuk-Rood zich die Progres- sieve Volkspartij (PVP) voor?

In het hele land worden plaatselijke PVP-afdelingen gevormd. De PvdA komt binnen met ruim honderdduizend leden, 0'66 met vijfduizend en de PPR met nog minder. Wie worden afde- lingsvoorzitters: PvdA -mensen. Wie worden voorzitters van de gemeente- raadsfrakties: PvdA - mensen. Wie worden voorzitters van de provinciale statenfrakties: PvdA -mensen. Wie wordt voorzitter van de Tweede-Ka- merfraktie? Hans van Mierlo? Geen sprake van!

Waar blijft na korte tijd de 0'66-aan- hang : terug in de oude partijen of er wordt een nieuwe partij gesticht. Oan zit men weer op de oude toer; de tweede doorbraak van de socialisten is mislukt en de PVP valt terug op h et oude SDAP / PvdA -patroon m et sterke

in

v lo eden van links.

Ouderwets

Het denken in de richting van een PVP is erg ouderwets en konservatief. Het doet denken aan een ondernemer uit het jaar 1900 die een bedrijf op touw zet: één direktie, één staf en één gr o- te massa van werkvolk. Maar een mo- derne ondernemer heeft geleerd dat er voor een grote organisatie geheel andere organisatievormen zijn . Een moderne organisatie bestaat uit een kombinatie van samenwerkende ele- menten waarbij elk element een eigen werkwijze heeft. Oat geldt zowel voor grote bedrijfsorganisaties als voor vakbewegingen, sportfederaties en derge lijke.

In de politiek kan men iets leren van deze moderne organisatievormen en deze toepassen als men gaat denken over ee n gekombineerde progressieve politiek. Het behoud van de eigen sfeer en de cigen accenten in elk van de drie progressieve partijen is een element dat niet m_ ag worden wegge- vaagd.

Een ander argument is dat 0'66 bij

de presentatie van haar progressieve

politiek de kiezer een keuze moet la-

ten (een echt 0'66-beginsel) deze pro-

gressiviteit te kunnen nuanceren. Er

moet een nuance zijn voor degenen

die de nadruk leggcn op de loon- en

prijspolitiek en degenen die bijvo0r-

(3)

beeld de milieuzaken en internationa-

le oplossingen als het voornaamste

zien.

Komité van aanbeveling voor mr J. Mentink

Keuze

Er moet een keuze mogelijk zijn tus- sen progressief radikalisme en gema- tigde progressiviteit. Dit is niet mo- gelijk in een grote, rechtlijnig geor- ganiseerde PVP maar wel in een pro- gressief samenwerkingsverband, on- verschillig of hieraan de naam "fede- ratie" wordt ontleend of alleen wordt gesproken over "de progressieven".

Het stuk-R.ood heeft de zaken binnen D'66 niet verbeterd. Het is een mis- luktè poging tot eenheid in de lijn van PVP-doorduwers. Een theoretische oplossing die geen enige kans van sla- gen heeft -- al was het alleen al door het feit dat de meer praktisch inge- stelde PvdA en PPR. daarvoor niets voelen. D'66 zal na verloop van tijd ook wel wijzer worden.

Rijnmondgebied vvil eigen man in Tweede- Kamerfraktie hebben

Dertig leden van D'66 uit Zuid-Holland (het merendeel daarvan woont en werkt in het Rijnmondgebied) zijn veertien da- gen geleden begonnen met een kampagne die moet resulteren in de bezetting van een zetel in de Tweede Kamer door een inwoner van het Rijnmondgebied. De dertig leden vinden dat het R.ijnmond- gebied veel meer aandacht van de Twee- de-Kamerfraktie nodig heeft dan het ontvangt.

De kampagne is in eerste instantie op poten gezet door de acht kandidaat-Ka- merleden uit het R.ijnmondgebied. Zeven van die acht kandidaten hebben zichzelf naar de achtergrond verplaatst en mr

Ondanks gebrek aan tijd en inzet door verkiezingen

Projekt Samen-over-leven is te belangrijk om er mee te stoppen

door ALBERT VAN DER WEY (staffunktionaris nivon)

Hoe is het mogelijk dat juist nu - in de tijd van voorbereidingen van en kam- pagne-voeren voor de Tweede Kamer- verkiezingen van woensdag 29 novem- ber - PvdA, D'66 en PfR zijn gestart met het op grote schaal georganiseer- de projekt Samen-Over-Leven?

Zoals bekend verscheen in het voorjaar het advies van de kommissie-Mansholt.

Iedereen was het erover eens dat het een belangrijk advies was. te belang- rijk om het in de la te laten liggen.

Maar het denkwerk moet zich niet in kleine groepjes van deskundigen afspe- len. Alleen redden zij, redden wij, het nooit. Daarom is het noodzakelijk dat grote groepen mensen zich gaan bezig houden met die problemen en het zoeken naar oplossingen.

Kommissie

Daarom ook hebben PvdA, D'66 en PPR.

een kommissie gevraagd een brede dis- kussie te organiseren en te begeleiden met zo veel mogelijk mensen die de- zelfde zorgen hebben. De kommissie vindt het zeer belangrijk dat ook groe- pen van mensen en individuelen van buiten de politieke partijen zich gaan bezig houden met deze diskussie. Daar- om heeft de kommissie het Nederlands Instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk (NIVON) gevraagd de organisatie van het projekt te ver- zorgen.

Het zou te gek zijn, als D'66 mis- lukt omdat de 25-gulden-aktie mis- lukt.

Daarna is de hele organisatie van het projekt gestart. In het julinummer van de Democraat werd duidelijk gemaakt dat de wereldklok vijf voor twaalf aan- wijst. Veel maatschappelijke en kul- turele organisaties is gevraagd mede- werking te verlenen aan het projekt.

Tientallen organisaties hebben inmid- dels belangstelling getoond. Pas toen kwam het bericht van de Haagse Kome- die en werd bekend dat in november verkiezingen worden gehouden.

Verlenging

Natuurlijk is het ook in het permanent overlegorgaan van PvdA, D'66 en PPR bekend dat opnieuw een beroep op tijd en inzet van het kader van de drie par- tijen wordt gedaan. Ondanks deze be- zwaren vindt het overlegorgaan het projekt te belangrijk om ermee te stop- pen. Wel heeft de begeleidingskommis- sie van het projekt besloten de duur te verlengen tot 1 maart volgend jaar.

Dat betekent dat ook in de loop van de- cember of januari nog kan worden inge- haakt. Anderzijds zijn er zoveel niet- politiek-gebondenen ingeschakeld aan wie nu onmogelijk kan worden gevraagd ermee te stoppen.

Van alle kanten bereiken het NIVON nu reakties dat men graag wil inhaken op het projekt: van plaatselijke verenigin- gen, van vakbondsafdelingen, van milieugroepen, van verenigingen van huisvrouwen, van NIVON-afdelingen.

Een ruime kans de diskussiebewust- wording en mentaliteitsbeïnvloeding op lange termijn te stimuleren. En zelfs op korte termijn, persoonlijke benade- ring - ook via dit projekt - is nog altijd het meest zinvol.

.J.

Mentink uit Hotterdam naar de voor- grond geschoven. Bij die

ze~

en kandi- daten hebben zich later nog 23 mensen gevoegd en met z'n dertigen vormen zij nu een komité van aanbeveling'voor de heer Mentink.

Twee weken geleden heeft het komité van aanbeveling naar alle leden in het Hijnmondgebied een brief gestuurd, waarin zij worden gevraagd het komité te steunen in haar opzet. "Het Hiju- mondgebied is wat stemmenaantal betreft goed voor anderhalve Tweede-Kam€r- zetel maar toch is het gebied niet in de Kamer vertegenwoordigt", zo argumen- teert het komité haar kampagne.

Het komité vindt dat in het systeem-Van den Bergh -- dat door D'66 wordt toege- past voor de verkiezingen voor de lijst- volgorde -- de distriksgedachte, ook al is dat in die richting aangepast, volstrekt onvoldoende tot haar recht komt. Daar- om heeft het komité de leden in het Hiju- mondgebied gevraagd alle acht kandicta- ten uit het Rijnmondgebied hoog op het stembiljet te plaatsen. Om versnippe- ring te voorkomen vindt. het Jromité het bovendien gewenst dat één kandidaat massaal als eerste wordt gestemd.

Het komité heeft de leden in het Rijn-

~ondgebied

gevraagd. de naam van de heer Mentink als eerste te vermelden op het stembiljet voor de eerste ronde, eventueel uitsluitend gevolgd door de andere zeven kandidaten uit het Hiju- mondgebied.

De aktie van het komité van aanbeve- ling heeft er mede toe geleid, dat de heer Mentink bij de eerste stemming in zijn distrikt op de derde plaats eindigde. V:orige week heeft het komité van aanbeveling weer een brief naar de leden in het Rijnmondgebied gestuurd waarin werd gevraagd de heer Mentink ook bij de tweede stemming zoveel mo- gelijk op de eerste plaats te zetten.

GUILLAUME SPIERING

Afdelingsnieuws

Oldenzaal

Tot kontaktpersoon van de afdeling Ol- denzaal is benoemd: Mevrouw G. Hane- maayer- Bijlsma, Fonteinstraat 39, telefoon: 05410-3554.

3

Hebt u uw kontributie over 1972 nog niet betaald?

Doe het dan nu door overschrij- ving op gironummer 1304900 ten name van Politieke Partij Demo- craten '66, Keizersgracht 576, Amsterdam.

Voor het geval u het tegendeel

mocht denken, achterstallige kon-

tributies over voorgaande jaren

kunnen, mogen en moeten nog

steeds wo rel . .:on betaald.

(4)

Interview met drs M. Dijkstra uit Beetsterzwaag

11

lk heb in 1967 direkt gezegd, dat ik niet

mijn hele leven in de politiek wilde blijven''

door GUILLAUME SPIERING ( eindredakteur "democraat")

Geen enkel lid van D'66, dat zich kandidaat heeft gesteld voor de Tweede Kamer kan ervan zijn overtuigd ook in dat vertegenwoordigende lichaam te worden geko- zen. Eerst moet men zien door de selektie door wispelturige mede-leden te ko- men en dan moet men nog afwachten hoe gunstig de kiezers D'66 op woensdag 29 november gezind zijn. De 35-jarige drs M. (voor vrienden en kennissen "Minne") Dijkstra uit het Friese Beetsterzwaag is nu nog lid van de Tweede Kamer, maar hij is de enige die weet dat hij -- ondanks het feit dat hij goed in de (vooral noor- delijke) markt ligt -- niet opnieuw in dat lichaam zal worden gekozen om de dood- eenvoudige reden, dat hij zich -- als enige van de huidige elf Tweede-Kamerleden van D'66 -- niet op de kandidatenlijst heeft laten zetten.

GS : Waarom hebt u zich niet opnieuw kandidaat gesteld?

MD: Toen ik in 1967 in de Tweede Kamer kwam heb ik direkt ge- zegd, dat ik niet mijn hele leven in de politiek wilde blijven en niet langer dan twee perioden Tweede-Kamerlid wilde zijn.

Daarnaast wist ik toen dat mijn twee kinderen nu meer aanspraak maken op de aanwezigheid van hun vader. De derde reden is, dat ik doorstroming heel belang- rijk vind, vooral binnen een par- tij als D'66. Deze drie motieven, die ik dus in 1967 al naar voren heb gebracht, gelden nog steeds en nu misschien wel meer dan vijf jaar geleden. Daarbij komt nog dat ik vind, dat iemand niet te lang op één zetel moet blijven zitten. En het Tweede-Kamer- werk is zwaarder dan ik ooit had kunnen denken en het wordt nog steeds zwaarder. ·

Uitzondering

GS : Als de tussentijdse verkiezingen van 29 november niet noodzake- lijk waren geweest zou u om bo- venstaande redenen dan nu toch zijn afgetreden als Tweede-Ka- merlid?

MD: In principe vind ik, dat je als Tweede-Kamerlid nooit tussen- tijds mag aftreden. Er is slechts één uitzondering, namelijk wan- neer je een baan krijgt aangebo- den, die je nooit meer krijgt aan- geboden. Dan moet je die baan nemen, omdat ik vind dat je niet meer dan een bepaalde periode in de Tweede Kamer moet zitten.

Onenigheden

GS : Uw beslissing heeft niets te ma- ken met de vermeende onenig- heden binnen de fraktie, zowel op het politieke als op het per- soonlijke vlak?

MD: Mijn motieven zouden ook hebben gego.lden als de fraktie-bekend had gestaan als een voortreffe- lijk team. Het is inderdaad de laatste tijd niet zo geweldig ge- lopen en dat heeft het mij àlleen

maar gemakkelijker gemaakt bij het nemen van mijn beslissing.

Waar

GS : Wat is er waar van die vermeen- de onenigheden?

MD: De organisatie van de fraktie was verre van perfekt en het soepel laten verlopen van de fraktiever- gaderingen leverde de grootste problemen op. De diskussies over de politieke lijn verliepen uiterst moeizaam mede omdat de ge- dachten verre van eensluidend wa- ren. De frah.'tie was een moeilijk te hanteren team, dat niet opti- maal funktioneerde en waarbin- nen de stemming wel eens ver beneden peil was. Gelukkig heeft niemand hierin aanleiding gezien om te dreigen met vertrekken.

Fascinerend

GS : Hoe heeft u vijf jaar Tweede-Ka- merlidmaatschap ervaren?

MD: Als fascinerend werk, maar lichamelijk en geestelijk ont- stellend vermoeiend. Het is ook uniek werk, omelat je op een plaats zit waar je kunt begrijpen hoe een systeem werkt, je krijgt enorm veel informaties en je kunt je eigen interesses uitwer- ken. Het afschuwelijke van het Tweede-Kamerlidmaatschap is:

je werk komt nooit af omdat je van het één in het ander valt.

Je krijgt nooit de tijd iets gede- gen en op je gemak uit te werken.

Ambities

GS : Ambieert u nu andere funkties binnen D'66?

MD: Nee. Ik blijf meedraaien als lid van de partij, maar ik heb geen enige ambitie een funktie te krij- gen op afdelings-, regionaal- of hoofdbestuursniveau. Ik ben ook niet van plan om eventueel aan- geboden funkties binnen de partii te aanvaarden. Het werk dat no- dig is zal ik doen, meer niet.

Bijscholen

4

GS : U hebt uw baan verloren. Wat gaat u nu doen?

**MINNE DIJKSTRA **

MD: In elk geval niet links en rechts solliciteren.

Tot eind september volgend jaar ga ik mezelf een beetje bijscho- len, want als Tweede-Kamerlid verleer je je vak. Ik ga wat rond·- lopen in de Rijksuniversiteit in Groningen om enige gebieden te bekijken, maar welke gebieden dat zijn weet ik nog niet. Deze voor- stelling van zaken kan alleen wor- den doorbroken als ik een baan krijg aangeboden waarvan ik zeg:

zoiets krijg je van je leven niet weer. Volgend jaar september ga ik wel uitkijken naar een baan.

Die zal moeten liggen in de be- stuurlijke sektor. Ik denk daar- bij ook aan burgemeester; maar wat dat betreft acht ik mezelf weinig kansrijk. Die baan kan ook liggen in de semi-bestuurlijke sek- tor, dus iets wat heeft te maken met de ondersteuning van het be- stuur. De laatste sektor waar- naar mijn verlangen uitgaat is de sociaal-kulturele sektor, maar dan wel tegen het onderwijs aan.

Adviezen

GS : Welke adviezen zoudt u toekom- stige Tweede-Kamerleden willen geven?

MD: Ik zou ze eerst willen waarschu-

wen. Ze moeten zich geen illu-

sies maken over een nette werk-

wijze en een wetenschappelijke

benadering van de problemen. De

adviezen: ze moeten zich instel-

len op werk dat ze volkomen in

beslag neemt en ze moeten on-

middellijk trachten effektief te

zijn. Direkt in het begin moeten

ze rechtuit zeggen wat ze denken

en wat

''.c

ervan Yinclen, want la-

ter kan dat niet mcc·r

(5)

Verkorte notulen van het kongres in Den Bosch

Hetgeen hiernaast wordt gepubliceerd is een door de notulenkommissie opge- steld uittreksel van de notulen van de algemene ledenvergadering, die op zaterdag 6 mei j .l. in Den Bosch is gehouden. Er wordt een uittreksel gepubliceerd, omdat plaatsing van de hele notulen te veel ruimte in deze Democraat zou opeisen.

Degenen die de volledige notulen in hun bezit willen hebben kunnen die aanvragen bij het landelijk sekreta- riaat ( Keizersgracht 576, Amsterdam).

De notulen worden dan gratis toege- zonden.

Penningmeester

J.

Feenstra stelt dat de krantepublikaties in de voor- gaande dagen een vertroebeld beeld geven van de financWle situatie van D' 66. Volgens zijn verslag is de si- tuatie iets gunstiger, al moet de be- groting 1972 nog voor 75 procent worden uitgevoerd. Hij deelt mee dat op advies van de kaskommissie de afdrachten aan de afdelingen zijn ge- staakt. Naar aanleiding van de finan- cHln betreffende stukken adviseert hij stuk 35 aan te nemen. Over stuk 37 merkt hij op dat het hoofdbestuur de leden moet vragen dusdanige offers

D'66 is wachten moe ...

De fractie van D'66 in de Groninger gemeenteraad Is het wachten moe. Gisteren precies een jaar geleden dienden de beide fractieleden, de heren Drs. P. G.

Dekker en mr. A. A. F. M.

Staatsen, bij b. en w. vragen In over het fietsverkeer in de stad Groningen. Zoals bekend Is D'66 er overtuigd voorstander van In het verkeersbeleid een grotere plaats voor fletsers In te mimen.

Op die vraag kwam nooit antwoord. Op wat ludieke wijze hebben de D'66-ers er het Groninger cutlege nu aan her·

innerd met een briefje met de vol- gende Inhoud:

"BIJ voorbaat geven we graag toe dat een flets niet het allersnelste vervoermlddel Is. Dat hoeft echter geen reden voor U te zijn om het tempo van een slak aan te nemen bij het beantwoorden van vragen over fletsverkeer. Het Is vandaag preeles een jaar geleden dat wij dergelijke vragen aan U stelden.

Ongeveer een half jaar geleden

herinnerden we

U

daar aan. Bent U het met ons eens dat een spoedlg antwoord nu gewenst Is?"

En om het probleem van de

traae

beantwoording te IDWitreren verluchtigden de D'66-en hun vragen met boven afgebeelde tekening; het coUege van b. en w.

afgebeeld ais een zich traag voort·

bewegend gezelschapje slakken.

Naar wij vernemen gaat aan het hoofd van de slakkenkolonne (met pijp) bui'J!em. H. G. Bulter. De wethouders zijn iets minder goed herkenbaar. .Na een grondlge analyse kwamen we tot de ontdekking dat de slak, direct llnks boven burgemeester Bulter, wethouder mej. mr. A. A. C.

Nijhoff moet voorstellen. V oor zover ons bekend draagt geen der andere wethouden In dit coUege regelmatig halskettinkjes. En daar er ook slechts één wethouder met baard in het college Is te vinden, moet de slak linksonder wethouder drs. M. J. v.d. Berg wel zijn.

Uit "De Groninger Gezinsbode" van maandag 14 augustus 1972

te brengen dat de partij-organisatie draaiende kan worden gehouden. Van de 25-gulden-aktie hoopt hij dat het deze keer -- gezien de negatieve er- VGringen met het ongeveer gelijke voorstel van het kongres in Breda -- wel zal lukken. De voorgestelde ver- huizing van het landelijk sekretariaat naar Utrecht vindt hij gezien de finan- ciële situatie en de mening van het hoofdbestuur niet juist. Hij adviseert stuk 7 0 aan te nemen.

Akkoord

C. H. van der Tak verklaart uit stuk 35 te hebben begrepen dat de kaskom- missie akkoord gaat met het financi- eel verslag en dat in 1971 het penning- meesterschap onmogelijk op goede wijze was te vervullen. Hij vindt dat -- onder meer gezien de ongekende snel- le verslaggeving -- de heer Feenstra onrecht wordt aangedaan. Volgens hem legt dit voorstel een onnodig beslag op de nieuwe penningmeester omdat de- ze zich vooral moet bezig houden met de toekomstige situatie. Hij stelt voor het ten derde aan te nemen, de heer Feenstra met dank te déchargeren en een penningmeester te verplichten bij tussentijds aftreden verslag uit te brengen.

J. P.J. Hendrix (lid kaskommiss ie) verklaart dat er niet moet worden r;e- déchargeerd.

Mentaliteit

J. B. Caorengel gelooft dat het finan- cieel tekort een gevolg is van een mentaliteitskwestie. Uit de enquête van A. C. de Goederen blijkt immers dat de hogere inkomensgroepen sterk zijn vertegenwoordigd in D'66. Als deze groepen zouden overgaan tot een drastische verhoging van hun kontri- butie zou de partij uit de grootste fi- nanciële zorgen zijn geholpen. Hij pleit voor de 25-gulden-aktie.

R..

Waaker verdedigt de door hem en anderen voorgestelde verhuizing naar utrecht. Enkele leden hebben voor- gesteld zelf de verhuizing te willen uitvoeren. Zijn becijfering levert op dat de vergaderkosten van het hoofd- bestuur en de huur van het pand in Amsterdam gelijk zijn aan de huur van het in Utrecht beschikbare pand.

Onderbreking

De kongresleiding onderbreekt de ver- gadering voor het voorlezen van een telegram van voorzitter P.A. Burg- graaf van de PSP, die D'66 namens het bestuur van zijn partij een goed kongres wenst. Op voorstel van W. A. F. Wilhers wordt een telegra- fische solidariteitsbetuiging gezon- den aan de demonstranten tegen de sluiting van de ENKA-vestiging in Breda.

A. Martini maakt bezwaar tegen de in stuk 30 opgenomen zinssnede "een kompleet falen van de funktionaris in het voorafgaande jaar". Hij vraagt of het personeel van het landelijk se-

ZIE VERDER

VOLCf~'\'DE

PAGINA

5

(6)

kretariaat inspraak heeft gehad wat betreft de eventuele verhuizing naar

Utreeht.

H. Bloemhof en anderen pleiten naar aanleiding van de stukken 30 en 70 voor waarborgen tegen het gebruik maken door bijvoorbeeld reklame- buro' s van het adresseerbestand wan- neer dit wordt overgebracht op de computer.

De heer Feenstra verdedigt het be- sluit van het hoofdbestuur neergelegd in stuk 30a naar aanleiding van het advies van W. Kingma en H.

J.

van Lookeren Campagne. Het gaat hier om het bepalen van een minimum- kontributie op basis van de werkelij- ke kosten. Een uitg2werkt voorstel daarover zal worden voorgelegd aan het najaarskongres. Het hoofdbestuur geeft de voorkeur aan een glijdende schaal. Hij heeft geen behoefte aan déchargever lening voordat de kas- kommissie de financiële stukken heeft gekontroleerd. Het principebesluit om naar een meer centrale plaats te verhuizen is genomen door het hoofd- bestuur. Het huurkontrakt van het pand in Amsterdam was per 1 febru- ari 1972 afgelopen. Gezien de finan- cHlle omstandigheden heeft het hoofd- bestuur besloten het kontrakt met één jaar te verlengen. De suggestie om te trachten administratief-technisch samen te werken met PvdA en PPR wordt door het hoofdbestuur gaarne aanvaard. Een toezegging op dit punt kan hij niet doen. Ook het aanbod de verhuizing te laten uitvoeren door enkele leden wordt in dank geaksep- teerd. Er is met het personeel van het landelijk sekretariaat gesproken over de verhuizing, maar hij neemt niet aan dat de heer Martini, de be- slissing wil laten afhangen van het personeel. Er zijn offertes gevraagd voor het overzetten van de ledenad- ministratie op de computer. Ondanks de kosten van ongeveer veertiendui- zend gulden heeft het hoofdbestuur hiertoe besloten mede in verband met de kontinuiteit in de administratie.

Hij ontraadt de aanneming van de stukken 32 en 74 en vraagt aanvaar- ding van de stukken 31, 35 en 37.

Onderzoek

De heer Kingma zegt het niet als taak van hem en de heer Van Looke- ren Campagne te zien het door hen opgestelde advies te verdedigen, De tijd en gelegenheid hebben ontbroken een diepgaand onderzoek in te stellen naar het funktioneren van de desbetref- fende penningmeester. De heer Van Lookeren Campagne en hij hebben echter kunnen constateren dat deze heeft gefaald. De andere hoofdbe- stuursleden zijn gedeeltelijk verant- woordelijk. Hij acht een diepgaand onderzoek alsnog nuttig.

H.L. Verhaar onderstreept de kol- lektieve verantwoordelijkheid van het hoofdbestuur. Hij vervolgt met: "De beslissing over de kontinuiteit is primair noodzakelijk. We moeten ons nu met enthousiasme zetten achter het doel: een bijdrage van 25 gulden per lid, en alle verdere beslissingen overlaten aan een volgend moment".

De heer Martini stelt voor in het ad-

vies van de heren Kingma en Van Loo- keren Campagne de woorden "van de funktionaris in het voorafgaande jaar"

te schrappen.

De heer Feenstra vindt dat de nieuwe penningmeester niets heeft te maken met de décharge van zijn voorganger.

Volgens hem is in het voorstel van het hoofdbestuur wel rekening gehouden met leden met een minimum-inkomen.

Motie

De heer Van Lookeren Campagne dient een motie van orde in om niet nu te stemmen over de verhuizing naar Utrecht. De stemming door handop- steken over deze motie geeft geen duidelijk beeld. Er wordt vervolgens gestemd met de votometer: 65 pro- cent is voor het niet nu beslissen en 38 procent is tegen.

G. A. Spiering vraagt wat er gaat ge- beuren met de motie over de verhui- zing naar Utrecht. De kongresvoor- zitter zegt dat dat na de middagpauze zal worden bekend gemaakt.

Hierna worden de stukken 30, 30a en 36 voor kennisgeving aangenomen.

De kongresvoorzitter stelt na enige diskussie over stuk 35 voor met hand- opsteken over dit stuk te stemmen.

De vergadering meent echter dat eerst de oude penningmeester moet worden gedéchargeerd. De kandidaat-penning- meester moet hierover ook een uit- spraak doen.

P.P.A. van Rossum (kandidaat-pen- ningmeester) verklaart niet bereid te zijn zijn kandidatuur te handhaven als niet eerst de aftredende penning- meester wordt gedéchargeerd.

Bij een stemming door handopsteken wordt stuk 35 verworpen; stuk 31 wordt met handopsteken aangenomen.

M.R.. van Gils geeft een toelichting op stuk 10. Het hoofdbestuur verwacht binnen afzienbare tijd de samenstel- ling van het verkenningskomité over- eenkomstig het advies van de kommis- sie-Mansholt te kunnen bekend maken.

Het komité zal bestaan uit vier tot zes personen van wie er één of twee niet afkomstig zijn uit PvdA, D' 66 en PPR. Het komité zal zich bezig hou- den met de samenstelling van de pro- grammakommissie, die zal moeten aangeven hoe een op de voorstellen van de kommissie-Mansholt geba- seerd regeringsprogramma er zal moeten uitzien.

Uittreksel

M.N. J.A.M. van den Wildenberg geeft.

een toelichting op stuk 40.

C. Mertens heeft enige moeite met de benaming van de diverse onderdelen van het voorstel van het hoofdbestuur en hij vraagt zich af of het voorstel betekent dat uit het "oude" program- ma een uittreksel wordt gemaakt, dat moet dienen als inleiding voor het be- leidsplan.

De heer Van den Wildenberg stelt dat de essentiële punten worden vastge- legd in het kernprogramma, de rest komt in het beleidsplan.

W. Nieuwenhuis vraagt of het kern- programma een beginselprogramma wordt en uitgangspunten voor het be- leidsplan bevat, die op langere ter-

6

mij11 geldend zijn. Zijn vraag wordt bevestigend beantwoord.

J. Jansen vraagt of de uitgangspun- ten van de kommissie-Mansholt in het kernprogramma worden opgeno- men. Hem wordt geantwoord dat niet de programmakommissie zelf het politieke programma schrijft maar dat de werkgroepen het materiaal moe- ten aandragen en dat de algemene le- denvergadering het moet goedkeuren.

Hierna wordt stuk 40 met handopste- ken aangenomen.

Verhuizing

De kongresvoorzitter stelt stuk 32 over de verhuizing van het landelijk sekretariaat naar Utrecht aan de orde.

De heer Waaker onderstreept nog- maals de aantrekkelijkheid van het aanbod van de gemeente Utrecht.

A.

J.

Meerburg zegt namens het hoofdbestuur dat niet alleen de hoge- re huur van het pand in Utrecht maar ook de ingrijpende verbouwings- kosten hebben geleid tot het door het hoofdbestuur ingenomen standpunt: het is gezien de huidige slechte financiële situatie onverantwoord nu te gaan ver- huizen.

A.M. A. Ehren deelt mee dat het aan- bod van de gemeente Utrecht in feite niet meer geldt. Ten aanzien van het argument van verbreking van de kon- tinuiteit zegt hij: "Kontinuiteit is goed, maar niet de kontinuiteit van een puin- hoop".

De heer Van der Tak dient een motie van orde in behelzende dat dit kongres niet kan beslissen over de verhuizing.

M. P. H. Strijers onderschrijft deze motie en merkt op dat het hoofdbe- stuur heeft beslist niet nu te moeten verhuizen. De leden hebben dit on- derwerp tijdens de algemene leden- vergadering aanhangig gemaakt.

De heer Meerburg vindt het niet juist om de houding van het personeel in Amsterdam in het geding te brengen.

Vervolgens wordt stuk 32 met hand- opsteken verworpen.

Décharge

Het kongres besluit stuk 76 in be- handeling te nemen.

De heer Hendrix stelt voor in dit stuk het woord "décharge" te veranderen in "goedkeuring".

De heer Van der Tak is hier tegen.

Hij vindt het essentieel dat de nieuwe penningmeester een start kan maken en zich niet met hefverleden behoeft bezig te houden. Door décharge te verlenen wordt de nieuwe penning- meester de handen vrijgemaakt voor de toekomst.

De heer Kingma wijst erop dat alleen aan de orde is de décharge van de heer Feenstra. Hij acht dit een ongevaar- lijke blijk van bijval voor de heer Feenstra.

De heer Hendrix sluit zich hierbij aan.

Stuk 76 wordt met handopsteken aan- genomen.

Het kongres besluit alle stukken die

betrekking hebben op de agendapunten

9, 10 en 11, ook die stukken die te

laat zijn binJJ('ngekomen in behande-

ling te nemen.

(7)

R.P. ten Have laat aantekenen dat hij tegen de behandeling van stuk 5b is.

N. F. I. Schwarz opent namens de Eerste-Kamerfraktie de sprekersrij.

Zijn redevoering is gepublieeerd in het juninummer van de Democraat.

H, J. Ovezall stelt dat de grote ver- anderingen die nodig zijn een ruime meerderheid noodzakelijk maken.

Daarom is een bondgenootschap no- dig met hen die progressief denken, maar geen lid van de Progressieve Volkspartij (PVP) willen worden. De konfessionele partijen bestaan niet alleen uit konservatieven, getuige bij- voorbeeld de provinciale staten van

Ge~derland.

Hierin is juist de PvdA vaak een tegenstander van een ander beleid. Daarom moeten de tegenstel··

1ingen niet worden verscherpt en is overleg met de drie konfessionele partijen op basis van het advies van de kommissie-Mansholt noodzakelijk.

De politiek van D' 66 moet erop zijn gericht een tweederde meerderheid te krijgen voor een progressief pro- gramma.

Amendement

A. de Goede licht zijn amendement toe. Hoewel de publikaties doen ver- moeden dat D'66 een faillisement te- gemoet gaat en het kongres de moei-

lijke situatie niet ernstig genoeg kan nemen, moet worden vastgesteld dat de grote lijn in het beleid door::alle kongressen wordt ondersteund. Hij stelt dat er bij hem geen twijfels over het advies van de kommissie-Mans- holt bestaan behalve op het punt van de demokratisering en de ontwikke- lingsproblematiek. Daarom heeft de samenwerking ook zijn instemming, maar hij vindt dat een verscherping van het profiel van D' 66 wel belang- rijk is. Een herkenbaar D' 66 is van belang voor de kiezers. Met H.A.F.

M. 0. van Mierlo stelt hij dat een PVP niet ontstaat op papier, maar alleen door met elkaar samen te wer- ken. Daarom moet snel en op een breed front worden gewerkt aan een nieuw programma. Hij vraagt zich nu af waarom het advies van de kommis- sie-Mansholt niet een advies is ge- worden van een kommissie waarin de fraktievoorzitters geen zitting hadden.

Hierdoor is het voor de andere par- tijen een moeilijk stuk geworden. De programmakommissie moet wel op basis van het advies gaan werken, maar van die kommissie moeten ook personen uit andere partijen, onaf- hankelijk van die partijen, deel uit maken. Het gaat hierbij niet om die andere partijen, maar om gelijkgerich- te personen daaruit. In dit licht zet

K.ONCRE55lN

!{;: 1. 0 k f 0 b e R I(). () 0 1.1 u ({

1:r:r maR ~R itt haL

\ a::1 )à à a be

C.,L

a5 rebou W- C.t7Hr;e~ c.eNfRu m

~ UTREGHT

- ----

• 7 oufobeR 10 uuR

c:r A mi ,;fid

hij een vraagteken achter het verken- ningskomité. Bij hem rijst de vraag of de tot nu toe gebruikte middelen wel toereikend zijn. Deze wijze van werken biedt te weinig uitzicht op de zo noodzakelijke parlementaire meer- derheid. Ook ziet hij niet dat andere p::trtijen meer gaan doen, maar mis- schien vallen dan wel groepen of per- sonen uit die partijen. Volgens hem is het volstrekt niet erg als er span- ningen binnen die partijen gaan op- treden. De problematiek is te ernstig om geen middel onbeproefd te laten.

Ondoelmatig

J. P.A. Gruyters acht dit middel om het profiel van D'66 te verscherpen ondoelmatig. De konfessionele par- tijen zullen het overleg gebruiken om de ontwikkeling op te schorten en het zolang weten te rekken dat we nooit tot iets komen. KVP-voorzitter dr

D, de Zeeuw alleen vormt volgens hem geen stroming. De partijen zelf zijn voor hem onverteerbaar. Alleen met personen zal het misschien luk- ken.

7

F. W. M. van der Ven vraagt zich af hoe de mensen zover zijn te krijgen als volgens het advies van de kommis- sie-Mansholt nodig is. In dit advies staat niets over een rechtvaardige welzi.insverdeling, over het kultuur- beleid en over het onderwijs. Uit het advies blijkt dat een sterke centrale planning nodig is, maar hij vraagt zich af hoe deze planning is te koppelen aan het streven naar demokratisering, want het advies zelf geeft hiervoor geen op- lossing. De sleutel voor deze koppeling ligt volgens hem misschien in de koöpe-

rati~vorm.

Het advies ontbreekt het aan veel wat toch van essentHlle betekenis is.

Daarom is nog veel diskussie nodig en moet men oppassen om het als uitgangs- punt te gebruiken. Het is van belang dat de programmakommissie ruimte krijgt de zaken ook in andere kringen grondig te onderzoeken en pas daarna een kon- kreet programma te maken.

H. Geelen uit zijn zorgen over, gezien de afname van het ledental, de basis van de partij. Volgens hem krijgen de gewone leden niet meer de kans in de partij mee te spelen.

Irritatiepunten

De heer Mertens maakt weer enkele irritatiepunten bekend. Hij erkent dat de samenwerking met dePvdA noodza- kelijk is en dat het heil niet ergens an- ders ligt, maar de irritatiepunten moe- ten wel bekend worden gemaakt. Dit zijn volgens hem :

1.

Van Darn's uitlatingen over de KVP;

2. Het interview van Han Lamroers;

3. Het optreden van Van den Doel;

4. De strijd over de taak van de kom- missie-Mansholt;

5. De gang van zaken rond de publika- tie van het advies van de kommissie- Mansholt;

6 .. Het optreden van het kommissielid Pronk;

7. De resultaten van de diskussies over

"Socialisme Nu". Hieruit blijkt dat

ZIE VERDER VOLGF!:\'DF PAGINA

(8)

een kwart van de Pvda vindt dat de- ze partij al een progressieve partij is;

8. Frikties die bestaan in de samen- werking van de

Kamerfr~;tkties;

9. De reaktie van Van der Louw op de uitlating van Van Mierlo dat hij geen bal met het socialisme heeft te ma- ken.

10. De diskussies over het verkennings- komité;

11. Frustraties van de afdelingen om- trent de samenwerking aldaar.

Hij noemt hier ondermeer de situatie in Noord-Holland en Amsterdam. Hij stelt dat de noodzakelijke radikaliteit wel aan- wezig is, maar dat het sukses van de he- le operatie afhangt van het bereiken van een meerderheid en hiervoor is nodig dat andere personen en groeperingen bij het overleg worden betrokken.

Mevrouw H.M. Gelderblom-Lankhout vraagt zich af, of het hoofdbestuur en de Tweede-Kamerfraktie wel een juist beeld hebben van de partijen en hun kie- zers. De situatie is voor de kiezers vol- strekt onduidelijk. Om dit op te heffen is een partij met een duidelijk gezicht en dus een groter aantalleden nodig. Ver- der vraagt zij zich af welke vorm de pro- grammakommissie zal krijgen en hoe de invloed van de algemene ledenvergade- ring hierop zal zijn. Zij uit de vrees dat over een jaar de algemene leden- vergadering niets anders te doen staat dan een regeerakkoord goed te keuren.

Kontinuiteit

K. Heller verklaart de kontinuiteit een eerste vereiste te vinden. Het kongres in de Flevohof vond een ontmoetingspunt buiten de partijen noodzakelijk. Van de- ze lijn is D'66 nu afgeweken, hetgeen hij onjuist acht. Hij vraagt zich af of we nu van de andere partijen een soortge- lijk advies als dat van de kommissie- Mansholt verwachten. Dit resulteert vol- gens hem alleen maar in kompromissen die wij niet willen (vergelijk de gang van zaken rond het programma van Steen- kamp)·. Hij dringt aan op wat geduld zo- dat een volgend kongres misschien een duidelijk beeld geeft.

J. A. Nagtegaal onderscheidt drie rich- tingen:

1. De richting van het hoofdbestuur dat het resultaat is van één jaar onder- handelen;

2. De richting van de heer De Goede, welke hij als een wezenlijk alterna- tief beschouwt;

3. De richting die doorklonk in de vra- gen van de heer Mertens en mevrouw Gelderblom maar die volgens hem tot een regelrecht isolement leidt.

Naar zijn idee vereist het politieke pro- gramma een fundamentele verandering, hetgeen iets anders is dan het zoeken naar samenwerking met de regerings- partijen wier beleid wij fundamenteel onjuist vinden. Hij erkent dat samen- werken met de PvdA moeilijk is, maar vindt dat een andere weg tot een nieuw beleid niet aanwezig is. Volgens hem be- tekent een samenwerken van PvdA en KVP het einde van het streven naar nieu- we politieke verhoudingen.

De heer Van Gils beantwoordt vervolgens de vragen van de heer Schwarz. Die antwoorden zijn ook gepubliceerd in het juninummer van de Democraat.

Hij vraagt zich ar or :-;tuk 7b een amen- dement kan zijn op heL besluit van het hoofdbestuur (stuk 7). Het amendement gaat wezenlijk een andere kant op, na- melijk een afbreken van het initiatief van het hoofdbestuur. Alleen wanneer de partij helemaal in het slop zit is het plan van de heer De Goede juist. De prakti- sche konsekwentie van het amendement- De Goede zou een jarenlang onderhande- len met als mogelijk gevolg een kompro- mis kunnen zijn. Het hoofdbestuur wil tot partijvernieuwing komen door dis- kussies aan de basis. Of dit sukses zal hebben weet het hoofdbestuur niet, maar de heer De Goede evenmin ten aanzien van de door hem voorgestelde proce- dure. De nu door het hoofdbestuur uitge- stippelde lijn is al voor het kongres in Biddinghuizen opgepakt. In antwoord op de opmerkingen van de heer Van der Ven stelt hij dat de programmakommis- sie zeer nauw kontakt zal onderhouden met de diskussies aan de basis.

Interruptie

De heer Van der Ven interrumpeert met te zeggen dat aan de diskussies aan de basis geen ruimte wordt gegeven aange- zien het formuleren van de programma- voorstellen al is gedaan in het rapport van de kommissie-Mansholt.

De heer Van Gils spreekt dit tegen.

Hij zegt toe dat binnen afzienbare tijd een verslag voor deze diskussies zal verschijnen. Hij is het met de heer Mertens eens dat er een inventarisa- tie moet komen van de tot nu toe met de PvdA en de PPH gevoerde gesprek- ken aan de basis.

De heer Van der Ven en anderen willen in stuk 4 een vierde krisis zien opge- nomen en wel de problematiek van de vervreemding. Deze moet gelijktijdig met de andere drie krises worden ge- analyseerd en aangepakt.

Een desbetreffend amendement van de heer Van der Ven neergelegd in stuk 4b en mede-ondertekend door één van de opstellers van stuk 4 wordt door het kongres met handopsteken aangenomen.

Stuk 4 met de bovengenoemde uitbrei- ding wordt ook met handopsteken aan- genomen.

J. G. Meijer vindt het kommentaar van het hoofdbestuur in stuk 5a op de motie van het voorkongres in Eindhoven (stuk 5) niet juist. De indieners van de motie wensen een advies in de trant van dat van de kommissie-Mansholt, maar an- ders geschreven.

De heer Van der Ven gelooft dat zijn amendement 5c alle problemen oplost.

De heer Van den Wildenberg ontkent dit. Hij stelt dat het diskussierapport niet moet worden gemaakt door het hoofdbestuur. Voorlopig wordt 15 no- vember 1972 aangehouden als datum waarop het diskussierapport tot stand moet zijn gekomen.

Mevrouw R.. E. van der Scheer -van Essen zet uiteen dat het advies van de kommissie-Mansholt uit twee delen be- staat: analyse en aanbevelingen. Een vaktechnische klub (sociologen, vor- mingsleiders en dergelijke) moet het proces van mentaliteitsverandering be- geleiden dat ligt verankerd in de a na- lyse; de programmakommissie nwt't het programma formuleren op bas is van de aanbevelingen. Er moet

<'On

8

voortdurende wissel werking zijn tussen wat men in het land wil en hetgeen de programmakommissie g·aat opstellen.

Resultaat

De heer Van der Ven interrumpeert met de vraag of het de bedoeling is dat de we-rkzaamheden van de vaktechnische klub eerst resultaat moeten hebben ge- had om de weg vrij te maken voor de programmakom missie.

Mevrouw Van der Scheer ontkent dit.

De beide kommissies zullen gelijk-tijdig werkzaam zijn en hun resultaten ge za- menlijk publiceren. Hond 15 mei aan- staande wordt het schema van de werk- zaamheden van de vaktechnische klub uitvoerig bekend gemaakt via partij-- organen, radio en televisie.

Hierna wordt stuk 5a met handopsteken aangenomen.

De heer Van der Ven trekt stuk 5c in.

Het amendement op stuk 5, neergelegd in stuk 5b, wordt met handopsteken aan- genomen. Het aldus gewijzigde stuk 5 wordt ook zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

Mevrouw Van der Scheer stelt bij de behandeling van de stukken 7 en 7b dat het hoofdbestuur heeft gekozen voor de programmakommissie. Het voorstel van de heer De Goede (stuk 7b) is hiermee in strijd en wijkt af van de tijdens het kongres in Biddinghuizen uitgestippelde lijn. De suggestie dat het amendement- De Goede een toevoeging is vindt zij gevaarlijk. Zij ziet hierin een voorstel om te onderhandelen, terwijl het hoofd- bestuur een diskussie vanuit de basis wil. Daarmee neemt het hoofdbestuur de aanbevelingen uit het advies van de kommissie-Mansholt over.

Verdediging

De heer De Goede stelt ter verdediging van zijn amendement dat hij weet dat van het kongres een belangrijke uit- spraak wordt gevraagd. Zijn motieven die hebben geleid tot indiening van zijn amendement zijn door de vorige spre- kers niet weggenomen. Volgens hem is tijdens de langdurige gedachtenwisse- ling met de PvdA door D'66 hard gevoch- ten, maar te weinig bereikt. De drie fraktievoorzitters hadden geen zitting moeten hebben in de kommissie-Mans- holt; dat geeft een te grote afweer te- gen de andere partijen. Het verkennings- komité moet de leden van de program- rnakommissie bij elkaar zien te vinden.

Het hoofdbestuur staat daarbij voor ogen: een vertegenwoordiging uit de drie progressieve partijen plus enkele mensen van buiten die partijen. Daar- uit komt volgens hem geen meerder- heid voort. Andere groepen uit die an- dere partijen moeten erbij worden be- trokken om die meerderheid te krijgen.

Daarom moeten die andere partijen worden uitgenodigd om mee te komen praten. Dat geeft spanningen in die partijen en daardoor worden de be- treffende groepen losgeweekt. Een be-

langrijk argument is dat die andere

partijen zich dan ook zullen moeten uit-

spreken. Als daarbij standpunten naar

voren komen kunnen de verschillen wor-

den ge!'valueerd. Alle methoden moe-

ten worden geprobeerd; dit is geen

doorkruising 1·an het beleid van het

hoofdbestuur.

(9)

De heer Cruyters omschrijft waarom hij het niet eens is met de heer De Goe- de.

De heer Van der Ven vindt het amen- dement van de heer De Goede ook een aanvulling op het beleid van het hoofd- bestuur. Ook zijn stuk 7c ziet hij als zodanig. In dit stuk pleit hij ervoor de ontwikkeling te laten verlopen in twee fasen: eerst een open diskussie en pas daarna de programmakommissie in wisselwerking met de diskussies aan de basis.

Beneden peil

Mevrouw P.C. J. Wassen--van Schave- ren vindt het betoog van de heer Cruy- ters tegen het amendement van de heer De Goede beneden peil. Niet iedereen is het eens over de wijze waarop een elektorale zege kan worden behaald_

Voor het bereiken van zo'n meerder-

heid leent zich een deel van de PvdA.

Daarom is D'66 begonnen met de PvdA en de PPR. Maar zij vindt dat we ons niet tot die twee hadden mogen beper- ken. Het verkenningskomité moet pro- beren ook mensen uit de konfessionele partijen bij de diskussie over het ad- vies van de kommissie-Mansholt te be- trekken_

De heer Van Mierlo zet uiteen dat de grondgedachte van de kommissie-Mans- holt was het denkwerk van onderop te laten beginnen en daarmee stromingen in de konfessionele partijen los te we- ken. De weg, uitgestippeld in het amen- dement van de heer De Goede, ziet hij als een praten door de drie progres- sieve partijen, een praten door de kon- fessionele partijen en daarna een samen praten van beide groeperingen. D'66 kan echter niet twee wegen bewandelen.

Daarmee zouden we ons ongeloof uit- drukken in het advies van de kommis-

---~-~~---~~----~-~-~~--~---~-~~---~

TEGENSTRIJDIGE LIFTERS

Mr H.A. F.M.O. van Mierlo en A.

de Goede (respektievelijk voorzitr ter en vice-voorzitter van de Twee- de-Kamerfraktie van D' 66) zijn op weg naar een betere toekomst.

Halverwege hun reis krijgen ze on- enigheid over de richting daar naar

'---~----~ -~-~---

toe; een onenigheid, die leidt tot een verwijdering. En dan -- op de weg naar de betere toekomst -- staan ze te liften; Van Mierlo richting Partij van de Arbeid en De Goede richting Katholieke Volks- partij. (Tekening: Theo Essers).

---~~-~ -~ ----~---'

sie-Mansholt en in ons eigen beleid.

Hij vraagt het kongres zich voor te

stellen hoe woedend D' 66 zou zijn als

de PvdA tijdens een kongres besloot tot datgene wat de heer De Goede nu voorstelt.

De heer De Goede antwoordt op het verwijt, dat hij onverwachts met zijn amendement is gekomen, dat hij de resolutie pas woensdag jongstleden heeft ontvangen. Volgens hem was het hoofdbestuur ervan op de hoogte dat er in de fraktie andere gedachten leven op dit punt. Hij stelt dat de PvdA weet dat de grote lijn voor hem akseptabel is, alleen zijn de instrumenten van het hoofdbestuur niet toereikend.

Patentrecht

De heer Ovezall waarschuwt ervoor dat D'66 niet --net als de VVD --bet pa- tentrecht op de Klub van Home claimt.

Dit houdt in dat de problematiek serieus wordt genomen en niet slechts als pu- bliciteitsstunt wordt gezien.

De heer Wilbers gelooft dat de KVP al- leen meer zal doen als deze partij bang is voor de komende verkiezingen. Hij heeft er geen behoefte aan de PvdA nu al een trap na te geven.

D. Bark wil de twee alternatieven dui- delijk onderscheiden: of de drie pro- gressieve partijen werken gezamenlijk door en maken een programma of de problematiek wordt algemeen ter dis- kussie gesteld en D'66, PvdA en PPR brengen een eigen rapport in.

G. Mik roept uit: Wij willen openheid, werken aan de basis, loswikken van bestaande strukturen, loswikken van progressieve krachten; wat wil de heer De Goede anders?

De heer Van Gils zegt dat de namen van de leden van de programmakommissie nog niet bekend zijn. Tezijnertijd zal worden gevraagd wie van D'66 erin moet komen.

Mevrouw Van der Scheer noemt het aan- nemen van het amendement van de heer De Goede een spaak in het wiel steken.

De onderhandelingen met PvdA en PPR.

zijn aan de gang. D'66 kan daarnaast geen tweede wiel laten draaien.

Gelijkheid

Mejuffrouw A.M. Goudsmit vraagt of, als er een dergelijk rapport van de VVD komt, samenwerking mogelijk is op voet van gelijkheid en niet als een gunst van de drie progressieve partijen.

Mevrouw Van der Scheer vindt dat dit een andere situatie zou scheppen.

De heer Van Mierlo stelt dat tijdens de bespreking van het permanent overleg- orgaan van de drie progressieve par- tijen de vraag naar voren kwam hoe de impasse kon worden doorbroken. D'66 heeft toen gezegd dat de fraktievoor- zitters moesten toetreden tot de kom- missie-Mansholt.

E. H. Schuyer merkt op dat de Tweede- Kamerfraktie daar tegen was.

De heer Van Mierlo beroept zich erop dat het idee de fraktievoorzitters in de kommissie op te nemen pas de avond voor de desbetreffende bespreking is opgeko- men.

9

(10)

Een soort samenspraak over de samenwerking

Laat KVP de progressieve drie voorlopig belangeloos steunen

door LOUIS SINNER (gemeenteraadslid terheyden)

Laten de progressieve drie in deze zo spannende tijd in vredesnaam geen problemen maken, die er niet zijn.

Natuurlijk is het onmogelijk, dat de progressieve drie voor de Tweede- Kamerverkiezingen op 29 november een stembusakkoord sluiten met de Katholieke Volkspartij (KVP) en/of andere konfessionele partijen.

Maar zonder de KVP krijgen de pro- gressieve drie geen meerderheid en kun- nen ze niet regeren.

De progressieve drie gaan al aardig naar die meerderheid toe en hun poli- tieke tegenstanders raken steeds ver- der van die meerderheid verwijderd.

Onbestuurbaar

Maar ondertussen wordt het land onbe- stuurbaar.

Beter voorlopig met wat grotere regel- maat naar het stemhokje dan wachten tot de maatschappelijke problemen zo nijpend zijn geworden dat men oplos- singen gaat zoeken in straatgevechten en andere geweldmiddelen.

Unieke kans

Maar de KVP wil zo graag: de partij is echt progressief en radikaal geworden.

Dat is dan mooi. De KVP krijgt na de verkiezingen een unieke kans dat aan de progressieve drie en aan heel Ne- derland duidelijk te maken: de pro- gressieve drie vormen een minder- heidskabinet en de radikaal-progres- sief geworden KVP steunt deze min- derheidsregering met alle geestdrift waarover zo'n radikaal veranderde partij beschikt. Na verloop van tijd - dat hoeft geen vier jaar te duren - is iedereen zo vertrouwd met de nieuwe geest in de KVP, dat er nieuwe ver- kiezingen worden gehouden. Voor die verkiezingen wordt de KVP van harte welkom geheten in de Progressieve Volkspartij (PVP) die dan inmiddels uit de progressieve drie is gegroeid.

Gek

De KVP zal wel gek zijn!

Daarvoor moeten de progressieve drie ook zo bang zijn en daarom moeten de progressieve drie nu voorkomen dat de KVP hun partner wordt. Immers, een partij is radikaal-progressief of zij is dat niet. Een partij die louter uit teleurstelling omdat "zij niet mag meedoen" van een pas veroverde radi- kaal-progressieve instelling weer te- rugzwaait naar de bestrijders van een radikaal-progressieve regering, is in wezen nooit echt een radikaal-progres- sieve partij geweest, maar een kamele- onpartij die de kleur-met-de-meeste- partijwinst kiest. Zo'n partij kan nooit - ook niet om taktische redenen - de partner zijn van de progressieve drie. Terecht zou er een hoongelach over de progressieve drie komen als de progressieve drie tot de dag Vfill de verkiezingen de konfessionele politiek

bestreden en ondertussen vertelden dat dit na de verkiezingen ineens hele- maal anders zou worden.

Teleurstellen

Maar moet je de progressieven in de KVP dan zo teleurstellen?

De KVP heeft in de afgelopen jaren geen enig wezenlijk teken gegeven dat zij het systeem van twee walletjes te eten heeft verlaten. Met perfekte timing laat zij zo nu en dan enkele zo- geheten progressieven in de piste op- draven die tijdens de pauze hun kunstjes mogen - of moeten - vertonen, maar die weer braaf in de rij moeten zitten als het echte circus begint. Dit is nu juist de politieke zwendel waartegen D'66 zes jaar geleden in verzet is ge- komen. En als er werkelijk progres- sieven in de KVP zitten, dan zal het hun weinig moeite kosten een progres- sief minderheidskabinet te steunen ook al zitten er geen KVP-ministers in de regering.

Ongebruikelijk

Het klinkt misschien wel leuk, maar het getuigt niet van politieke realiteits- zin.

Het op deze manier eisen van duide- lijkheid is misschien wat ongebruike- lijk in de politiek. Maar als de pro- gressieve drie werkelijk zijn begaan met het lot van de mensheid van morgen, als de progressieve drie een - bescheiden - bijdrage willen leveren aan de zeer radikale en zeer fundamen- tele maatschappijhervormingen die mondiaal en in eigen kring noodzake- lijk zijn dan moeten de progressieve drie nu zelfbeheersing betrachten.

Chaos

Die zelfbeheersing voert naar een politieke chaos.

Op korte termijn kan deze taktiek wat chaotische konsekwenties hebben: de progressieve drie vormen een min- derheidsregering en worden na een tijd(je) gewipt door de KVP c.s. Als de progressieve drie het dan eerlijker en opener hebben gespeeld dan gooche-- laar Biesheuvel c.s., dan zal het voor de kiezer duidelijk zijn waarom de KVP de progressieve drie liet strui- kelen. Bij de (jaarlijkse) tocht naar het stemlokaal zullen steeds meer kiezers steeds duidelijker inzien waar- voor zij stemmen. Zij zullen steeds meer bewust kiezen voor de behouden- de partijen met hun vluchtige EHBO- oplossingen of voor de progressieve drie, die geen doekjes voor het bloe- den willen maar desnoods diep in ei- gen vlees durven snijden om een sa- menleving te vormen waarin mensen- recht en mensengeluk voor het eerst in de mensengeschiedenis een rede- lijke kans zullen krijgen. En dat is nu precies de scheiding der geesten, waarom het D'66 zes jaar geleden was begonnen.

Politiek voor de &ekenplank

"

.

'

Vrede

Niemand wil oorlog. Toch is de kans dat de mensheid zich een atoomoorlog (of erger) op de hals haalt niet gering.

Voor een belangrijk deel is dit een ge- volg van het feit dat onze denk- en op- voedingspatronen nog altijd meer op agressie en oorlog dan op vrede zijn gericht.

Dat zegt drs S. C. Derksen, docent aan de pedagogische akademie in

~eppel,

in zijn boek "Hoe leren we de vrede"

(Wolters-Noordhoff N. V., twaalf gul- den 75) als een poging dit oorlogsden- ken te onderbreken.

Gewestvorming

In het boek "Gewestvorming" (De les van Rijnmond) wordt de aktuele pro- blematiek van de gewestvorming be- handeld door drs L. van Leeuwen en mr E. J. J. E. van Leeuwen-Schut.

Het is verschenen bij de Universitaire Pers in Rotterdam en kost twaalf gul- den vijftig.

De schrijvers noemen hun produkt geen wetenschappelijk werk, maar een in- formatief, opinievormend geheel dat is bedoeld de lezer inzicht te geven in de talrijke benaderingen die mogelijk zijn bij de gewestvorming. Volledig- heidshalve zijn in kort bestek de be- langrijkste publikaties van regering, politieke instellingen en dergelijke over dit onderwerp besproken.

Welzijnsbeleid

Bij Boom-Pers in Meppel is voor negentien gulden negentig verschenen het boek "Vorming van welzijns beleid", dat is geschreven door Bram Peper.

Het is bedoeld als een bijdrage tot be- studering van beleidsprocessen. In detail wordt een beleidsproces geana- lyseerd.

Doelstellingen en middelen van het be- leid met betrekking tot het opbouw- werk worden onderzocht en gewaar-- deerd. De kritiek die op het opbouw- werk (-beleid) wordt geleverd, mondt uit in suggesties voor veranderingen in het algemeen welzijnsbeleid.

De auteur studeerde sociale geografie en is lector in de beleidssociologie aan de fakulteit der sociale weten- schappen van de Nederlandse Ekono- mische Hogeschool (NEH) in Rotter-

dam. ·

Bermbeschaving

Henk Bakker en Marten Bierman heb- ben voor Van Gennep in Amsterdam het boek "Op weg naar de bermbe- schaving" (zeven gulden negentig) ge- schreven. Geen uitsluitend planolo- gische of stedebouwkundige verhan- deling, maar een uitstrekking over het terrein van de samenleving in zijn totaliteit.

Met bermbeschaving bedoelen de auteurs de samenleving waarin steeds meer menselijke activiteiten - wonen, werken, kinderen opvoeden - worden

aan~cpast

aan de behoeften van een

l.ot~vallig

ver!Jiaatsingsmirldel: de

part ikuliere auto.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

“Ik vond het fijn om te merken dat ik het in mijn sollicitatiegesprek open kon hebben over mijn arbeidsbeperking en over wat ik nodig heb: zo weten ik en mijn toekomstige.

We kunnen stellen dat alle partijen op dit gebied wijzer zijn geworden en hun best doen om zo goed en snel als mogelijk het proces van bouwrijp maken te starten. Naar

Onderzocht wordt of er een natuureilandje in de Gouwzee gecreëerd kan worden, dat extra mogelijkheden biedt voor verbetering van de kwaliteit van natuur en water en aantrekkelijk

met eventuele verbinding van lijsten, zou wezen een duidelijke rechtse meerderheid: sluiten de drie grote rechtse partijen zich allen tezamen dan is het

Die memoires wa- ren niet voor publicatie bestemd (Donner vond het publiceren van memoires ‘gewichtigdoenerij’), maar De Ruiter kon er veel uit put- ten dat met andere

Volgens diezelfde Volkskrant had de PvdA in Rotterdam het zelfs als expliciete strategie: zo veel moge- lijk stemmen van de allochtone kiezer trekken: ‘We zijn bijvoorbeeld naar

De argumentatie voor legalisering is doorgaans dat er wel meer zaken zijn die we maar beter niet hadden (alcohol, ro- ken), maar dat dat geen argument is om die tegen te gaan en

&amp;II Met de adviesaanvraag aan de Stichting van de Arbeid van 3 juli 2007 waarmee in aansluiting op de Par- ticipatietop voorsteilen worden gedaan voor een ingrij-