• No results found

Hoorzitting in het kader van de marktanalyses 2008. Deel 2: omroep

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hoorzitting in het kader van de marktanalyses 2008. Deel 2: omroep "

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uitwerking hoorzitting Zienswijzen marktpartijen omroep & FTA d.d. 18 september 2008. Afdeling Markten

Hoorzitting in het kader van de marktanalyses 2008. Deel 2: omroep

Opta

Mevrouw M. Appelman (extern adviseur)

De heer J. Keetelaar (afdeling markten, voorzitter) Mevrouw E. Oltmann (afdeling markten)

Mevrouw J. Senior (afdeling markten) KPN

De heer M. Prinsen Geerligs NL Kabel

De heer R. van Esch Online breedband De heer B. Heinink RTL

De heer J. de Jong SBS6

De heer E. Eljon SPOT

De heer P. van Niekerk Tele2

Mevrouw J. van den Berg De heer R. Polmans YouCa

De heer H. Kramer Vestra

De heer P. Arnold

Voorzitter

Voor degenen die zojuist zijn binnengekomen, hartelijk welkom deze middag bij de

hoorzitting bij Opta. Zojuist hebben we gesproken over de FTA markten. We gaan nu verder met de behandeling van de ontwerpbesluiten omroep die Opta onlangs heeft gepubliceerd.

Ook voor de nieuwkomers. Ik herhaal even waar deze procedure, deze hoorzitting toe dient.

Het is onderdeel van de nationale consultatieprocedure die Opta heeft te doorlopen. Daarin kunnen partijen bedenkingen uiten. Dit kan schriftelijk en het kan in deze sessie. De

schriftelijke bedenkingen moeten uiterlijk 29 september binnen zijn, dat is ook bekend, neem

ik aan. Datgene wat vandaag door de sprekers of door anderen wordt gezegd, geldt ook als

ingebracht in deze procedure en zal door Opta worden meegenomen in het realiseren van

het definitieve besluit.

(2)

Voor vanmiddag hebben zich negen sprekers opgegeven voor zover mij bekend.

Van deze bijeenkomst wordt een verslag gemaakt dat bij de definitieve besluiten van Opta gevoegd wordt.

David de Jong, is die aanwezig of niet? Nee? Die zou aanwezig zijn. Sommige van jullie kennen deze persoon als journalist. Met hem, mocht hij nog binnen komen, maar dan heb ik het in ieder geval gezegd, als hij binnen komt zal ik het herhalen, is de afspraak gemaakt dat hij zich niet als journalist gedraagt en dat hij zich houdt aan wat volgens mij de Nieuwspoort code heet. Dat hij geen aantekeningen maakt en daar ook geen verslag van zal doen.

Mochten mensen daar bang voor zijn. Hij is namelijk ook ondernemer en heeft vanuit die functie ook input gebracht in de procedure. Hij is in ieder geval te laat, daar zal ik hem ook op wijzen als hij zo dadelijk binnen komt. Dan zal ik zeggen dat we al een minuut aan hem hebben gewijd.

De planning van het finale besluit voor FTA dat vergat ik nog te zeggen zojuist, zal dat in december zijn, dat weten jullie ook volgens mij. Voor de omroep marktbesluiten streven we naar finalisering in de loop van januari.

Van Niekerk

Ik ben Paul van Niekerk, directeur van SPOT. Op de eerste plaats bedankt dat ik hier mag spreken. Omdat SPOT inderdaad een relatief nieuw gezicht is in deze contreien is het misschien aardig voor u maar ook voor de zaal om even uit te leggen wie wij

vertegenwoordigen. SPOT is de stichting voor de promotie van televisiereclame. Daar zijn alle televisiezenders bij aangesloten, die zijn deelnemer in de Stichting SPOT.

Televisiezenders moet ik misschien nog iets specificeren, want het is ontstaan uit de televisiereclamebedrijven. Voorheen waren dat in veel gevallen nog aparte bedrijven, maar bij de commerciële zenders zijn die allemaal helemaal geïncorporeerd in de televisie organisaties zelf. Op één uitzondering na en dat is de STER. De STER neemt ook deel in onze organisatie. In die zin kan ik ook spreken namens de hele televisiemarkt. De STER die geeft heel goed aan wat wij zijn, de vertegenwoordiger van de televisiereclamebedrijven.

Door tussenkomst van de STER zou je kunnen zeggen dat wij ook in dit geval het belang van de hele omroep vertegenwoordigen. Wij zijn actief op veel gebieden. Dit is er eentje van, maar eigenlijk is het ontstaan van SPOT voor een belangrijk deel gebaseerd in de start van de kijk rating, de kijkcijfers. SPOT is de initiatiefnemer van het kijkonderzoek, de dagelijkse rapportage van de grote hoeveelheden kijkers van gisteren. Dat is één van onze activiteiten.

Bij elkaar proberen wij een kenniscentrum te vormen op het gebied van televisie en

televisiereclame. We publiceren veel over dit onderwerp. Eén van de dingen die we doen is jaarlijks aan het begin van het jaar een financieel verslag geven over de markt. Daarmee publiceren we ook de omzet op de televisiereclamemarkt. Dat is altijd een belangrijke input om aan te geven wat die markt nu eigenlijk doet. Daarnaast zijn we natuurlijk een soort dienstverlener voor adverteerders. We geven services aan adverteerders. Eén van de relatief nieuwe dingen waar wij ons op begeven is public affairs. Dat is ook de reden dat wij hier mogen zitten. Die achtergrond en dan komen we to the point, die wil ik hier ook

benadrukken, want in de stukken die ik heb gelezen daar was betrekkelijk weinig aandacht voor de adverteerders en de adverteerders wereld in deze materie. Ik wilde vandaag kort commentaar geven op de stukken die voorliggen vanuit het perspectief van de adverteerder, maar natuurlijk ook vanuit het belang van de omroep daarin.

Misschien moet ik dan beginnen met hoe de relatie tussen de zenders en de adverteerders

is. Die is simpel. Adverteerders kopen de zendtijd. Die betalen daarvoor. De zender voert

daarvoor een aantal dingen uit. Die zorgt dat de commercials in het programma schema

zitten. Ze zorgt ook dat die als het ware weer uitgezonden wordt. Soms wordt er ook wel

eens gezegd dat de zenders zorgen voor bemiddeling tussen de adverteerder en de

(3)

consument. Die stelt eigenlijk de adverteerder in staat om een contact te leggen met de consument en de adverteerder betaalt ervoor. Wat voor vanmiddag relevant is, dat is dat in die relatie, dat is een één op één relatie, daar speelt kabel geen rol in. Kabel is natuurlijk het onderwerp van vanmiddag. De relatie van de adverteerder naar de consument gaat door tussenkomst van de zenders en daar zijn verder geen andere partijen bij betrokken. Tot nu toe, want daar gebeurt wat in die markt. Op de eerste plaats was de dekking van de zenders nagenoeg 100%. Niet helemaal, maar wel bijna compleet. Dat geldt voor bijna alle zenders in Nederland. Dat betekent dat er in de discussie tussen de adverteerders en de zenders nooit discussie is geweest of nooit onderhandeling over hoe groot is dat bereik nou. Ervan

uitgaande dat heel Nederland daarmee bereikt wordt. Met de digitalisering komt daar wat verandering in omdat de digitale distributie niet 100% is.

Op de tweede plaats en dat is mijn aandachtspunt voor vanmiddag, een andere

consequentie van de digitalisering is dat er een mogelijkheid wordt geschapen voor een retourpad. Dat is cruciaal voor de discussie die ik hier wil voeren. Interactiviteit, het is niet een nieuw woord, maar wel actueel omdat de technologie zodanig is gevorderd in Nederland dat die interactiviteit nu ook daadwerkelijk fysiek beschikbaar is. Adverteerders zoeken dat ook te gaan gebruiken. Adverteerders, ik zei net al zoeken contact met de consument.

Steeds vaker wordt er gesproken over gesprek met de consument. Dat betekent dat er een retourpad gevormd wordt. Doordat de consument terug kan praten, bekende applicaties zijn de red button applicatie, maar het is goed om hier er nog bij te zeggen dat het niet alleen voor commercials geldt maar soms ook in programma concepten, dat het retourpad gebruikt wordt. Gewoon in quizzen of, ik weet niet misschien hebben jullie de IQ-test gedaan bij BNN.

Daar zat geloof ik ook een retourpad in. Bij dat retourpad, daar komt de kabelaar in beeld.

De relatie, die verandert daardoor. De relatie tussen de adverteerder en de zender wat een duale relatie was, die verandert in een tri partite overleg omdat de kabelaar een intermediair is bij het interactieve gedeelte. Daarmee komt een markt in beeld, probeer ik in beeld te brengen, waar ook de adverteerder en daarmee de zender als vertegenwoordiger weer van die adverteerder, een afhankelijkheidsrelatie of een relatie heeft met de kabelaar. Die relatie is ingewikkeld. Om het heel kort aan te geven, vaak wordt er gecommuniceerd via een commercial. Daar zit een interactieve code in. De zender moet hem uitzenden. De kabelaar moet het pad gaan invullen. Die zit daar in de techniek. Vaak zit daarachter dan nog een hele interactieve content die iemand moet beheren. Soms wordt er dan weer doorgeschakeld nog naar websites. Kortom, dat is een ingewikkeld proces. Als iets ingewikkeld is en schaars, dan is het normaal om daarvoor te betalen. De adverteerder moet in dit geval ook een

commerciële relatie aangaan met de kabelaar omdat die een deel van het proces handelt.

Hoewel deze markt nog helemaal aan het begin staat, hij komt eigenlijk niet zo goed van de grond, en dat komt omdat het proces ingewikkeld is. Veel mensen zijn erbij betrokken. En een soort 100% afhankelijkheid ook in commerciële zin, in dit geval van de kabelaar, omdat die ook voor deze markt een monopolie heeft. Dat leidt er toe dat er in Nederland niet een mooi voortvarende ontwikkeling is in die markt. In Engeland waar die red button volop is ingevoerd, die is beschikbaar, adverteerders kennen het, er wordt veel gebruik van gemaakt.

Het is een groot succes. In Nederland zie je dat het al een tijdje beschikbaar is op de markt, maar die markt ontwikkelt zich niet omdat het zo ingewikkeld is en er een grote

afhankelijkheidspositie is. Daarom wil ik een krachtig pleidooi houden om ook op dat gebied de markt wat meer open te gooien. Dat er meer alternatieven beschikbaar komen. Dat er een eerlijker onderhandeling of in ieder geval een opener onderhandeling plaats vindt. Dat er een goede prijsstelling gevonden kan worden. En ook dat er een nieuwe stimulans wordt

gegeven aan de technische ontwikkeling. We denken dat voor al die punten concurrentie de voortvarendheid en de ontwikkeling van die markt erg kan steunen en dat we daarmee iedereen een plezier doen. Niet alleen de adverteerders, maar ook de hele markt als

zodanig. Misschien moet ik het daar even bij houden, want er komen nog zoveel sprekers na

mij die dat nog verder kunnen aanvullen. Dank u wel.

(4)

Voorzitter

Dank u wel. Het is goed om ook vanuit de advertentie wereld input te verkrijgen. Voordat ik naar de hoorcommissie kijk of er vragen zijn, welkom, Ziggo zag ik binnenkomen en David de Jong. David, we hadden het net al heel even over je. Ik had de mensen mede gedeeld dat jij je zou houden aan de jouw bekende Nieuwspoort code, dat klopt? Oké, dan laat ik het daarbij. Hoorcommissie, zijn er vragen aan de heer Van Nieuwkerk?

Oltmann

Ja, ik had een vraag. U zegt dat u graag zou zien dat de markt tussen kabel en

adverteerders ook opengegooid zou worden. Zou u iets concreter kunnen maken op wat voor punten zich dat zou bevinden. Aan wat voor een type problemen en oplossingen vooral denkt u dan?

Van Nieuwkerk

Waar het om gaat is dat er, die markt moet nog helemaal tot ontwikkeling komen. Dat

betekent dat er nieuwe aanbieders moeten komen die zoeken naar nieuwe technische opties om dat tweeweg verkeer zo makkelijk mogelijk te laten verlopen. Dat is een combinatie van creatieve concepten, hoe je dat zou kunnen laten verlopen, en de technische handeling. Er zijn een paar voorbeelden in de wereld, met name in Engeland omdat daar de constructie makkelijker is omdat daar de distributeur en de content provider bij Sky in één hand ligt. Dat is één link en daar heeft de adverteerder ook maar met één partij te maken. Die concepten die zijn daar volop op de markt aanwezig. In Nederland zijn er als het ware geen aanbieders, eigenlijk alleen UPC op dit moment, die dat product aanbiedt. Die markt die komt ook niet tot stand omdat het proces te ingewikkeld is.

Oltmann

Misschien voor mijn begrip dan. Waar zit de bottleneck nu in dat proces? Wat gebeurt er bij kabel wat een probleem is en waar Opta een rol zou moeten hebben. IPTV kan volgens mij ook interactieve diensten aanbieden. In hoeverre wordt er gesproken met die partijen over deze onderwerpen?

Van Nieuwkerk

Dat is een andere markt. Het gaat hier om de open televisie markt, maar dan wel specifiek in de digitale omgeving. Het tweeweg verkeer dat kan natuurlijk alleen maar in een digitale omgeving voorkomen. De IPTV markt, dat is eigenlijk een hele andere, nog veel kleinere markt op dit moment, die niet in verhouding staat tot de markt van de grote kabelaars waar we het nu over hebben. Je kunt ook gewoon zeggen: we gebruiken Internet. Daar heb je dat tweeweg verkeer natuurlijk helemaal. Maar Internet is natuurlijk een hele andere entree in de markt dan wanneer je mee kan liften op de grote kijkdichtheid van televisie. Is dat voldoende antwoord?

Appelman

Ik heb dan nog een vervolg vraag. Kunt u concrete voorbeelden geven van dingen die gebeurd zijn of de gesprekken die plaats hebben gevonden of technische problemen die er zijn geweest die de totstandkoming belemmerden in de relatie tussen de adverteerder en de kabel waar u net over sprak.

Van Nieuwkerk

Er zijn in Nederland tests gedaan, een stuk of tien, die daar gelopen hebben met die red

button applicatie, waar adverteerders bij zijn betrokken. Wat je ziet is dat het daar een beetje

bij blijft. De hele markt die stokt eigenlijk. Het staat gewoon stil. Dat is gek, want interactiviteit

is het gesprek van de dag maar je ziet dat die markt niet op gang komt. Er wordt ook geen

aanbod gecreëerd. Er is geen enkele exploitant die actief die markt op gaat omdat niemand

goed de touwtjes in handen heeft of in ieder geval in een beheersproces dat kan aanbieden

aan de markt. Dat betekent dat adverteerders ad hoc, één op één, met iedereen zelf dat

(5)

gesprek moeten gaan openen. En dan zelf de hele zoektocht moeten gaan uitvoeren om dat proces te gaan realiseren. Als het al kan.

Appelman

Die één op één gesprekken, heeft u. Ik kan me voorstellen dat u het niet allemaal paraat heeft, maar misschien kunt u het dan laten toesturen. Hoe gaat dat dan? Waar stokt het dan?

Van Nieuwkerk

Ik spreek niet namens de adverteerders, maar namens de zenders. Ik kan wel vragen aan de adverteerders om nog eens een keer in het verlengde hiervan een eigen uitspraak te doen over deze materie vanuit hun perspectief. Ik weet niet, als er behoefte is aan concrete cases, dat vind ik lastig om daar voor hen over te spreken. Vanuit de zenders, die zitten niet weer bij dat gesprek met de kabelaars, maar we zien wel dat die constructie, dat dat een hoop

geharrewar oplevert en daardoor heel die ontwikkeling belemmert. Ik wil met alle plezier nog een keer na de vergadering proberen daar concreter in te zijn, want dat is jullie vraag denk ik? Ja.

Senior

Aanvullend daarop. Als u inderdaad meer informatie zou kunnen verschaffen, is het voor ons wel noodzakelijk om dan het verband te zien van welke informatiestroom wordt er dan in de zender meegegeven bijvoorbeeld als doorgifte van de RTV signalen en wat is dan een aparte informatiestroom die helemaal los van de zenders misschien wordt gecommuniceerd.

Dat is echt waar het bij ons toch wel ook om draait. Waar gaan wij wel over en waar gaan wij niet over.

Van Nieuwkerk

Oké, dat is wel goed te doen.

Voorzitter

Hartelijk dank nogmaals, dan stel ik voor dat we naar de volgende spreker gaan. Bart Heinink van Online Breedband.

Heinink

Hartelijk dank, mijn naam is Bart Heinink van Online. Voor degenen die ons niet kennen, Online is wat voorheen in het verre verleden nog Wanadoo was en hiervoor Orange. Online is eigendom van T-mobile in Nederland en wij richten ons op breedbanddiensten aan

consumenten. Ik ga het kort houden. Ik heb twee slides. Eén slide van het belang van TV en de plannen van Online met TV. En een andere slide over wat vinden wij van de voorgestelde regulering.

Wij zijn op dit moment geen actieve speler in de tv markt. Wij bieden breedband Internet verbindingen aan, aan klanten en bieden daar overheen ook telefonie aan. De reden daarvoor is dat de toegangsbarrières tot de markt erg hoog zijn. Als je IPTV zelf zou willen aanbieden, dan wordt je geconfronteerd met hoge aanloop investeringen. Je moet een hoop doen met set top boxen, vervanging van modems, upgrade van je netwerk. Een investering waar je de nodige schaalgrootte voor nodig hebt en ook een aanzienlijke dekkingsgraad. De beslissing tot nu toe bij ons is geweest om op basis van de huidige marktomstandigheden niet in IPTV te investeren. Een ander relevante factor is dat er eigenlijk ook geen goed alternatief op dit moment is om tot die tv markt toe te treden. Naast een mogelijke

verplichting voor wederverkoop van het analoge pakket op de kabel zijn er geen beschikbare wholesale alternatieven op de markt aanwezig.

Wij zien nu een verandering in de markt aan het optreden waardoor wij onze positie ten

opzichte van tv sterk aan het heroverwegen zijn. We zien dat het tv aanbod, de

(6)

beschikbaarheid van het tv aanbod in combinatie met breedband en telefonie, steeds vaker voor de klant een criterium is om wel of niet voor een partij te kiezen. Dat is ook de reden waarom wij op dit moment bezig zijn met het bestuderen van de mogelijkheden om in 2009 een tv aanbod in de markt te zetten. We zien daarin duidelijk een tendens naar digitalisering, wat natuurlijk de vraag oproept: wat hebben we nu nog aan toegang tot het analoge pakket?

We zien absoluut dat de komende jaren toegang tot het analoge pakket voor ons van groot belang zal blijven omdat de markt ook van groot belang zal blijven. Het is daarbij ook

tekenend dat bijvoorbeeld een partij als Reggefiber die glasvezelnetwerken aanlegt, zelf ook de mogelijkheid biedt door de aanleg van een tweede fiber naar een huis ook analoge tv via fiber to the home aan te bieden.

Een gereguleerd aanbod tot het analoge pakket kan van grote toegevoegde waarde voor ons zijn. We zijn dan ook blij met de analyse van Opta. Wij delen die analyse met betrekking tot de marktafbakening en de dominantie. De toegangsverplichting achten wij absoluut passend, zeker bij gebrek aan een alternatief en de reële mogelijkheid tot echte infrastructuur

concurrentie op dit moment. Wat voor ons wel van groot belang is, is één, de specifieke invulling van de verplichting. Dan doel ik met name op tarifering, maar ook hoe ga je om met rechten. Moet je die als afnemer van toegang tot de kabel zelf regelen met de omroepen of kan het op een andere manier? Hoe stellen kabelaanbieders zich daarin op? Hoe kan Opta zich daarin opstellen ten opzichte van die kabelaanbieders? Die specifieke invulling is van groot belang om uiteindelijk te beslissen of er een business case is om deze vorm van toegang af te gaan nemen.

Een tweede element wat voor ons heel erg van belang is, is de snelheid. Ik denk dat de mogelijkheid om nog van deze vorm van toegang gebruik te maken, dat die echt nog wel een aantal jaren zal duren, maar we zullen de komende jaren snelle marktontwikkelingen zien en daarom is het ook van groot belang dat er snel duidelijkheid komt over de voorwaarden, over het referentie aanbod. Als op basis van het referentie aanbod blijkt dat het een interessant alternatief is, dat je ook daadwerkelijk snel toegang tot de kabel kan afnemen. Tot zover.

Voorzitter

Dank je wel voor deze korte, heldere presentatie. Zijn hier vragen over? Ik heb er zelf wel eentje. DVB-T, beschouwen jullie dat ook als een aanvulling op jullie huidige portfolio? Zijn jullie daar over in gesprek geweest ooit met KPN om dat mogelijk gebundeld aan te bieden?

Heinink

Ja, in theorie is dat absoluut een mogelijkheid. Het commerciële model daarvoor is voor ons niet interessant zoals dat er op dit moment ligt.

Voorzitter

Kun je dat toelichten?

Heinink

Ja, zonder al te veel in detail te kunnen omdat het over gesprekken tussen ons en KPN gaat, het heeft met name met de tarifering te maken. De tarieven zijn dusdanig hoog dat je er geen commercieel interessant aanbod op kunt doen.

Oltmann

Ik had nog een vraag. Je zei: we overwegen in 2009 wel met een televisie product te komen.

Voor mijn begrip: dat is dan een IPTV product?

Heinink

Dat kan in welke vorm dan ook. Dat kan via ons eigen netwerk via IPTV. Dat kan via een vorm van wholesale toegang via DSL. Wij zien deze optie als één van de meest reële opties.

Dat kan ook via toegang tot de kabel.

(7)

Voorzitter

Zijn er nog meer vragen? Oke. Dan gaan we over naar de volgende spreker. Dat is Michiel Prinsen Geerligs van KPN.

Prinsen Geerligs

Wholesale line rental over de kabel. Wij gaan uiteraard een schriftelijke zienswijze ook inbrengen. Ik wil de hoorzitting gebruiken om een drietal punten eruit te lichten die ons zijn opgevallen. Allereerst wil ik wat zeggen over de multiplay ontwikkeling. We hebben dit ook al genoemd bij de andere hoorzitting over de andere marktbesluiten, maar ik ga het hier

herhalen want er is ook een nieuwe hoorzitting. Het is toch weer een ander marktbesluit. Ik ga het punt nog een keer maken. Wij denken dat de multiplay ontwikkeling op de retailmarkt dat die onvoldoende wordt meegenomen in het totaal van marktbesluiten. Als je die multiplay ontwikkeling beter op zijn waarde schat, dan denken we dat je ook duidelijk zult zien dat er op dit moment nog geen sprake is van een level playing field op het gebied van regulering tussen aan de ene kant de kabel en de andere kant KPN.

Het tweede punt. Het meest opmerkelijke uit het ontwerpbesluit en wat natuurlijk vooral KPN aangaat, is dat voorgesteld wordt om KPN de toegang tot de kabel te ontzeggen. Opta constateert een tegenstelling tussen concurrentie in de tv markt op korte termijn en het stimuleren van investeringen in een alternatieve infrastructuur op een lange termijn. Wij denken dat die tegenstelling er niet is en dat die twee juist heel goed samen gaan.

Ten slotte een paar opmerkingen over de manier waarop het WLR, het kabel toegangstarief, wordt berekend. Dit plaatje hebben wij al eerder laten zien. De systematiek van het bepalen van wholesale markten is, dat je kijkt eerst naar de retailmarkt en vervolgens definieer je de wholesale markten aan de hand van die retailmarkt. Als je ziet dat op de retailmarkt multiplay de toon zet en een erg belangrijke ontwikkeling is en je gaat dan kijken naar wat zijn dan de wholesale markten die daarmee corresponderen, dan zie je dat die multiplay markt zowel via kabel als ook via FTTH kan worden geadresseerd. Dan zie je op verschillende niveaus van het kabelnetwerk en een FTTH netwerk daar zou je verschillende wholesale markten kunnen onderscheiden. Dan heb je steeds een FTTH en een kabel equivalent. Je ziet dan ook duidelijk dat kabel en glas in dezelfde markt zitten en dat het eigenlijk een andere markt is dan koper. Als je dan kijkt naar hoe het totaal van de marktbesluiten uitpakt, wat de verplichtingen betreft, dat is dit plaatje, dan zie je dat voor KPN zowel op het gebied van koper als op het gebied van glas op elk niveau van het netwerk wel een gereguleerde

wholesale dienst is. Daar steekt de kabel dan toch wel erg schril bij af. De kabel krijgt dan nu voor het eerst een wederverkoop-achtige verplichting, een verplichting op een heel hoog niveau van het netwerk en verder helemaal niets. Wat we hiermee willen zeggen, dat level playing field op het gebied van regulering, dat is er met de huidige marktbesluiten nog niet, uitgaande van de multiplay ontwikkeling.

Dat gezegd hebbende, dan meer ingaand op het huidige ontwerpbesluit omroep. De uitsluiting van KPN. Kabelbedrijven UPC en ZIGGO mogen niet discrimineren in het aanbieden van WLR, behalve KPN. Langs welke redenering komt Opta daar nu? In het ontwerpbesluit geeft Opta aan dat FTTH een volledige replicatie is van kabel. DVB-T en IPTV over DSL zijn dat in de ogen van Opta niet. Wij zijn het daarmee eens. Alleen met FTTH kun je ook analoge televisie bieden en dat kun je met die andere technieken niet. Juist analoge televisie heeft bepaalde kenmerken die een belangrijk concurrentievoordeel kunnen opleveren. We zijn het daarmee eens. Vervolgens staat in het ontwerpbesluit dat WLR over de kabel een opstap kan zijn naar de ontwikkeling van een alternatieve omroep

infrastructuur. Gelet op de constatering dat FTTH de replicatie van de omroep infrastructuur

is, is een logisch gevolg daarvan dat WLR over de kabel een opstap moet zijn naar de

(8)

investering in FTTH. Ook dat kunnen wij goed volgen. Maar de volgende stap, die kunnen wij niet volgen. Het ontwerpbesluit stelt ook dat voor KPN geldt dat, omdat het de combinatie heeft van DVB-T en IPTV over DSL, dat KPN al voldoende kan concurreren en daarom WLR-C niet nodig heeft. Dat roept de vraag op voor welke partij WLR dan een opstap kan zijn naar investeringen in een glasvezel infrastructuur naar het huis. Dat leidt dan tot de vraag, ook bij de vorige hoorzitting hebben wij gezegd ‘two is as good as it gets’. Je kunt je sterk afvragen of het realistisch is of er nog een derde aansluitnet bij komt. Ik denk, als het niet realistisch is dat er een andere partij dan KPN een derde aansluitnetwerk op basis van FTTH gaat aanleggen, dan vervalt het hele idee van de investeringsladder van WLR. Wij denken dat KPN het zeer goed kan gebruiken als opstap, maar ook voor KPN blijft het de vraag of een investering in glas zinvol is. Met WLR zou dat wel een stap dichterbij kunnen komen.

Dan iets over de investeringsprikkels. De uitsluiting van KPN wordt gebaseerd op de zorg van Opta dat de investeringsprikkel zou verdwijnen in een alternatieve infrastructuur. De wijze waarop dat wordt vormgegeven, is dat zodra partijen investeren in die alternatieve infrastructuur, dan kan hun recht op kabeltoegang kan vervallen. Wij kunnen niet goed begrijpen hoe dat een investeringsprikkel kan zijn om in een alternatieve infrastructuur, hoe dat een prikkel kan zijn. Zodra je investeert, kan de kabel zeggen: wij hoeven geen WLR meer aan jou te bieden. Opta heeft in het context document aangegeven dat WLR in principe een tijdelijke maatregel is. Wij denken dat het feit dat die maatregel tijdelijk is, al garandeert dat er voor elke partij, dus ook voor KPN, altijd een investeringsprikkel zal zijn om toch echt in een eigen infrastructuur te investeren. Wij denken dat het beeld van investeringsprikkels dat als uitgangspunt wordt genomen in het Opta besluit, niet juist is. We zullen daar in onze schriftelijke reactie nog verder op ingaan.

Conclusies van ons zijn dat er op korte termijn een kans wordt gemist. Namelijk: KPN wil graag de concurrentie met de kabel aan op de tv markt, maar dat wordt op deze manier erg moeilijk. Op de lange termijn draagt het ontwerpbesluit ook niet bij aan een scenario van verglazing door KPN. Wij denken dat beide doelstellingen van WLR niet worden gehaald.

Dit was het belangrijkste punt, ik heb nu nog een opmerking over de wijze waarop het WLR tarief wordt berekend. Uiteraard heeft WLR alleen zin als het tarief ook een business case mogelijk maakt. Opta gaat uit van een retail minus methodiek. Het probleem is natuurlijk dat er geen bestaand retailproduct is voor alleen analoge televisie. Opta signaleert dat ook. Het analoge retailproduct wordt ontbundeld van de andere diensten die in het standaard kabel abonnement zitten. Dat is ook heel terecht, maar de wijze waarop dat gebeurt, laat naar ons idee wel erg veel ruimte aan de kabelbedrijven om toch met het WLR tarief te spelen doordat zij vrij zijn in het kiezen van de tarieven van de andere diensten dan analoge televisie en die zijn op dit moment ook al laag. We zullen dat ook verder toelichten, maar wij denken dat de huidige methodiek niet voldoende is om dat spelen met dat WLR tarief door de

kabelbedrijven om dat tegen te gaan. We denken dat ofwel die retail minus methodiek moet stevig worden aangescherpt, of je zou een hele andere methodiek moeten kiezen en dat is kostenoriëntatie. Daar wil ik het bij laten.

Voorzitter

Als je dat aanscherpen iets zou kunnen concretiseren. Heb je daar gedachten over?

Prinsen Geerligs

Nou ja, dan komt het al dicht tegen kostenoriëntatie aan. In het besluit wordt uitgegaan van het bestaande retailtarief, maar daar worden de tarieven die in de markt staan voor Internet via de kabel en voor digitale tv via de kabel en telefonie, die worden daar van afgetrokken.

Die tarieven, dat zijn ongereguleerde tarieven. Als je wilt dat er een reëel tarief van het

bestaande retailtarief wordt afgetrokken om een reële retailcomponent daaruit te destilleren,

dan zou je eigenlijk kostenoriëntatie voor de niet-gereguleerde diensten moeten gaan

(9)

toepassen. Ik denk dat dat een hele moeilijke stap is, dus dat je al vrij snel tot de conclusie komt dat kostenoriëntatie een beter idee is.

Oltmann

Ik vroeg me wel af bij de eerste figuur die je liet zien, is hoe jullie de positie van DVB-T zien.

Kijk het besluit zegt hier ook iets over investeringen in glas en investeringsprikkels, maar het zegt ook dat KPN beschikt over niet alleen een koperen aansluitnetwerk maar ook DVB-T en juist door die combinatie op dit moment een alternatief kan bieden. Als je kijkt naar de

groeicijfers van DVB-T dan gaat het vooralsnog optimistisch gezegd best heel goed.

Prinsen Geerligs

DVB-T is natuurlijk ook buitengewoon goedkoop. Het is veel en veel goedkoper dan de kabel. Als je dat meeneemt, dan valt het succes nog wel erg tegen. Bovendien is DVB-T, blijft een digitale techniek. Er zitten voordelen aan, maar er zit ook een heel belangrijk nadeel aan en dat is dat mensen nog steeds een kastje moeten aanschaffen. Met DVB-T kun je natuurlijk meerdere televisies in een huishouden bedienen, wat Opta ook constateert. Dat kun je ook doen op een manier dat je niet veel duurder uit bent dan via de kabel. Maar het is niet alleen een kostenkwestie. Het is ook een kwestie van dat het een hoop hassle is voor mensen die al bij de analoge kabel zitten om ineens die kastjes in huis te halen en daar ook nog bekabeling voor te moeten aanpassen. Het feit dat het een hoop hassle is, maakt dat DVB-T het toch erg moeilijk heeft tegenover de kabel.

Appelman

Kun je iets meer zeggen over de investeringsafwegingen voor glas. Kun je iets zeggen over wat voor overwegingen zijn voor waar en met welke snelheid glas zal worden aangelegd.

Prinsen Geerligs

Ik zit nu sterk te denken of deze hoorzitting daar het juiste podium voor is. Daar kan ik wel in de schriftelijke reactie op ingaan.

Oltmann

Je zegt net iets over DVB-T. KPN heeft ook al eerder gezegd dat er een natuurlijke grens zit aan DVB-T en dat die grens in eerste instantie zou die op volgens mij 5% van de markt liggen en daar zijn we nu voorbij. In het jaarverslag van vorig jaar werd er volgens mij gezegd in 2010, 10%. Op zich is er nog niet echt een afvlakking in groei te zien. Wat ziet KPN op dit moment, gegeven de groeicijfers en de trend in die groeicijfers nu als natuurlijke grens en waarom is die grens er. Zoals je zegt: er is wel een goedkoop aanbod voor één, twee of drie televisies wat qua prijs in principe met de kabel concurreert. Gaat het dan alleen om de hassle om die decoders neer te zetten?

Prinsen Geerligs

DVB-T spreekt voornamelijk huishoudens aan die maar beschikken over één televisie en huishoudens die nog helemaal geen kabel hadden. Daarvan kan DVB-T ook een alternatief zijn. En als aanvullende dienst naast analoog. Dat geeft ook de grens van de groei aan van digitenne. Huishoudens met meerdere tv’s, wat er een hele hoop zijn, ik heb niet paraat hoeveel dat er zijn, maar die worden toch minder aangesproken door DVB-T behalve als aanvulling op het bestaande kabelaanbod. Ik kan je niet precieze aantallen geven over waar wij denken dat die groei kan stoppen.

Oltmann

Maar als jullie in je schriftelijke reactie misschien inzicht zouden kunnen geven in de hoeveelheid smartcards die jullie afzetten per klant, dan zouden we daar zeer in geïnteresseerd zijn.

Prinsen Geerligs

(10)

Daar zal ik naar kijken.

Voorzitter

De volgende spreker is Roel Polmans van Tele2.

Polmans

Misschien even Ellen, voor jou begrip. Ik heb ook digitenne thuis en ik heb vier smartcards.

Roel Polmans, Tele2. De meeste van jullie kennen Tele2 wel. Tele2 is een bedrijf wat diensten biedt aan zowel consumenten als zakelijke klanten. Op de consumentenmarkt bieden wij zowel mobiele telefonie, telefonie, WLR, mobiel maar ook IPTV over DSL. Dat doen we al een aantal jaar. Wij hebben dat platform staan in Nederland. Ik heb een paar korte opmerkingen over het marktanalysebesluit van Opta inzake omroep.

Allereerst zijn wij als Tele2 erg blij met het besluit. We zijn het eens met de analyse van Opta en onderschrijven de beschreven concurrentiesituatie. Wij zien ook dat er een trend gaande is naar digitalisering, dat is niets nieuws. Wij zien ook en dat ondervinden wij aan den lijve, dat er door consumenten, ook onze klanten, nog steeds waarde wordt gehecht aan het hebben van analoge tv. We zien dat een groot deel van onze IPTV klanten nog steeds een analoog abonnement heeft. Daar kunnen we alleen maar mee instemmen. Tele2 als aanbieder van IPTV over DSL herkent dit als een belangrijke bottleneck. Je ziet dat wij ook vaak klanten hebben die tv bij ons nemen die één tv hebben. Die zien het als een behoorlijke drempel om hun kabel op te zeggen en dan helemaal over te stappen naar Tele2, want wat doe je met die andere tv’s? Dat maakt het lastig. Dat maakt het ook lastiger voor ons om verder door te groeien. De opgelegde verplichting in het conceptbesluit tot wederverkoop wordt bij ons als zeer positief ervaren binnen Tele2 en zal naar ons oordeel ook kunnen bijdragen aan een verdere doorgroei naar totale digitale doorgifte. Zoals KPN al aangaf: wij zijn een partij die graag ook WLR-C willen gebruiken als opstap naar fiber to the home. Wij zullen ook, net als KPN, bij Reggefiber ODF toegang afnemen om fiber to the home te bewerkstelligen. Wat dat betreft is die vraag dan beantwoord. In dat geval zijn we niet anders dan KPN in dat verhaal. Bij ons staan ze te springen om te beginnen zou ik bijna willen zeggen. We zien wel nog een aantal kanttekeningen. Een aantal praktische issues die hopelijk snel opgelost kunnen worden in het definitieve besluit voordat het daadwerkelijk van de grond komt. Bart van Online noemde er al een paar. Het gaat om de praktische

uitvoerbaarheid. Het gaat in eerste instantie over het zelf regelen van die tv rechten. Is dat iets wat je wel daadwerkelijk moet doen? Is het een nieuwe openbaarmaking, ja of nee?

Daar kunnen we heel juridische verhandelingen over voeren, dat zullen we hier niet doen, maar daar komen we in de schriftelijke reactie nog wel op terug. We maken ons ook zorgen over de mogelijkheid van kabelaars om WLR-C bijvoorbeeld aan ons te weigeren als wij niet al die zenders geregeld hebben. Stel dat eentje niet wil en we kunnen niet het hele pakket aanbieden, wat gaat er dan gebeuren? Filtering is geen optie. Zijn we ook geen voorstander van. We moeten kijken hoe dat uitpakt. We hebben geen mogelijkheid om deel te nemen in NL kabel regelingen. NL kabel weigert ons op te nemen als lid. NL kabel regelingen hebben voordelen met bijvoorbeeld BBC-achtige constructies. Daarnaast maken we ons ook zorgen omdat Opta nu niet bevoegd is om aan programma-aanbieders verplichtingen op te leggen.

Bijvoorbeeld een verbod op weigering om een contract bij ons af te sluiten. Hoe gaat dat in de praktijk werken? Ook, net als KPN en Online, maken we ons zorgen over de tarifering.

Die biedt wellicht te weinig mogelijkheden voor een positieve dan wel neutrale business case. Dit zijn allemaal punten die wij ook zullen adresseren in onze schriftelijke reactie. Ik denk, voordat wij daadwerkelijk van start zouden willen binnen Tele2, moet er wel meer duidelijkheid zijn over dit soort dingen. Ook van onze kant af vergt het een hoop

investeringen en efforts om WLR van de grond te krijgen. Wij zijn een partij die WLR via KPN

ook afnemen en dat heeft een hele hoop hassle gekost kan ik jullie vertellen. Voordat we dat

opnieuw gaan doen met een partij als UPC en ZIGGO, dan moeten we daar wel enige

duidelijkheid in hebben. Ik denk wel dat Tele2 hoopt dat WLR-C op een plezierige en

(11)

constructieve wijze geregeld kan worden met UPC en ZIGGO in samenwerking met Opta en de industry group. Wij zullen als Tele2 ook met de andere kabelaars gaan praten over vrijwillige toegang tot die kabelnetten om zo ook landelijk WLR-C te kunnen afnemen. Tot zover.

Voorzitter

Dank je wel voor dit korte, heldere betoog. Zijn hier vragen over. Nee, het woord hassle is al meermalen gevallen, daar zullen we iets mee moeten denk ik.

Senior

Er zijn een hoop details inderdaad nog te regelen in een implementatiefase, maar wat stel je voor dat er al helemaal kant en klaar staat in de definitieve versie van dit besluit bijvoorbeeld.

Een implementatie traject zal inderdaad effort kosten, dat snap ik.

Polmans

Ik denk dat vanuit Tele2 we nog een discussie kunnen voeren met jullie over de wijze waarop jullie nu omgaan met de hele uitzendrechten problematiek. Hoe je omgaat als een bedrijf als Tele2 niet alle rechten kan regelen. Is het wel nodig om die rechten te regelen. Dat soort discussies hoop ik dat we dat kunnen oplossen in een definitief besluit. Ik snap

natuurlijk dat de implementatie zelf nog niet geregeld is in een dergelijk besluit. Dan gaat het ook om praktische zaken als orderingsystemen en hoe ga je om met dat soort dingen, dat is logisch. Maar goed, wij hebben wat meer ervaring daarmee omdat we WLR bij KPN

afnemen. We zijn ook bereid om daar met UPC en ZIGGO al te gaan praten over hoe wij dat zien en hoe we dat zouden kunnen oplossen. Ik snap heel goed dat jullie in een definitief besluit niet alles geregeld kunnen hebben. Het gaat met name denk ik om de zekerheid. De zekerheid van als ik het afneem, kan ik er dan weer afgegooid worden. Al dat soort dingen.

Voorzitter

Dan gaan we naar Eric Eljon van SBS.

Eljon

Ik ben Eric Eljon van SBS broadcasting. SBS broadcasting, even ter inleiding, is meer dan SBS6. Het is ook Net5 en Veronica om nog eens twee brede zenders te noemen. En een uitgeverij met Veronica magazine. Het grootste blad van Nederland, maar dat is hier wat minder relevant. Dank voor de mogelijkheid om hier een kort verhaal te komen doen. Ik zal het ook proberen kort te houden. SBS onderschrijft in hele grote lijnen de door de Opta geschetste marktanalyse en dominantieanalyse en ondersteunt de daarop gebaseerde besluiten. We zien die als een noodzakelijke stap om te komen tot een level playing field en vrije mededinging in de distributiemarkt. De distributiemarkt heb ik het hier natuurlijk over de omroep distributiemarkt. Voor ons zijn de belangrijkste elementen in de analyse van de Opta de geconstateerde aanmerkelijke marktmacht van kabelbedrijven, de verwachting dat de infrastructuurconcurrentie de komende jaren niet echt tot stand zal komen en de

consequenties die dit voor de consument heeft, namelijk het uitblijven van echte keuze uit verschillende analoge en digitale kabelpakketten. In het bijzonder onderschrijven wij het in de analyse gehechte belang aan analoge distributie. Ook SBS verwacht dat analoge verspreiding van televisie tenminste nog een jaar of vijf of misschien wel tien de dominante distributiemethode blijft.

Ik zei het al eerder, er zijn stappen nodig om te komen tot een echt level playing field. Dat

ontbreekt in de huidige situatie. Wat betekent die huidige situatie nu voor commerciële

omroepen zoals SBS? Kort gezegd betekent het volledige afhankelijkheid. Niet alleen van de

kabel, maar ook nog eens van een aantal kabelbedrijven die, zoals de Opta terecht stelt,

aanmerkelijke marktmacht bezitten. Voor exploitatie heeft SBS volledig of bijna volledige

dekking in Nederland nodig. SBS drijft ook verkoop van advertenties. Gelet op de meer dan

80% marktaandeel van de kabel in Nederland, zal het duidelijk zijn dat een volledige of bijna

(12)

volledige dekking niet zonder de kabel kan. Zonder kabeldistributie is er geen brede commerciële televisie. Zonder vrije mededinging op die kabel, komen er geen gezonde verhoudingen tussen omroepen en distributeurs. De huidige situatie betekent ook volledige afhankelijkheid bij het aanbieden van nieuwe diensten. Kabelexploitanten maken gebruik van die marktmacht waar we het over hadden om, als het gaat om nieuwe diensten zoals video on demand of HDTV, om eenzijdig voorwaarden op te leggen. Dat is nadelig voor SBS, maar niet alleen voor SBS. Het belemmert innovatie en daarmee is het schadelijk voor de hele televisiebranche en voor de Nederlandse economie daarmee. Voor de consument is het ook vervelend, want in een open markt valt er meer te kiezen. Een vrije kabel die leidt tot

verschillende pakketten van zenders, groter aanbod van nieuwe diensten en, ook heel wel mogelijk, lagere tarieven. Een level playing field in de distributiemarkt biedt omroepen en adverteerders bovendien meer mogelijkheden om in direct contact te komen met de

consument. Paul van Niekerk van SPOT had het er al eerder over. Dit contact zou niet meer het eenzijdig vastgestelde prerogatief van de kabelaanbieder zijn. Voor SBS is een directe relatie met de kijker in de toekomst cruciaal om eigen interactieve diensten aan te bieden of die van de adverteerder. De conclusie is helder. Ik zei het al aan het begin, we

onderschrijven de marktanalyse en de dominantieanalyse en de besluiten die erop gebaseerd zijn. We realiseren ons ook dat er nog een lange weg te gaan is voordat de gewenste situatie van een echt volledig level playing field, een echte open kabel, is

gerealiseerd. Daarvoor is een volledig doorgevoerde functionele splitsing tussen content en distributie wat ons betreft een noodzakelijke voorwaarde. Het werkt pas echt als nieuwe aanbieders op de kabel niet alleen in theorie, maar straks ook in de praktijk, echt hun werk kunnen doen en als er voor de consument voldoende flexibiliteit is om over te stappen van de ene aanbieder van kabeltelevisie naar de andere. Met het oog hierop vindt SBS en voor zover wij hebben begrepen met de Europese Commissie, dat een versterkte positie van de Opta ook een noodzaak is om te komen tot een werkelijk level playing field in de

distributiemarkt. Dat was het.

Voorzitter

Je weet meer van de Europese Commissie dan wij op dit moment, maar blij dat je optimistisch bent.

Eljon

We proberen inschattingen te maken en over het algemeen kloppen die.

Appelman

U sprak over het eenzijdig opleggen van voorwaarden bij de innovatieve diensten. Kunt u daar voorbeelden van geven?

Eljon

Ook wij zullen een schriftelijke reactie inbrengen, kunnen we daar wat nader op ingaan. Ik kan één voorbeeld noemen wat we wel eens eerder hebben genoemd. Op moment dat wij video on demand willen aanbieden, dan zijn we nu, gaan we in gesprek met

kabelmaatschappijen en dan hebben we te maken met het aanbod dat kabelmaatschappijen zelf doen. Als wij films on demand willen aanbieden en wij komen bij UPC binnen, dan hebben we te maken met een kabelbedrijf dat zelf films on demand aanbiedt. Die zitten niet te wachten op een concurrent van hun eigen filmaanbod. Dat merk je in gesprekken. Dat is één voorbeeld, we zullen er in de schriftelijke inbreng nog wat meer meenemen.

Appelman

Misschien moet dat dan ook schriftelijk, maar hoe merkt u dat? Merkt u dat in tarieven of in weigeringen. Graag heel concreet.

Eljon

(13)

Heel concreet, dat men daar geen behoefte aan heeft.

Senior

Is er bijvoorbeeld voor transmissiecapaciteit voor die on demand diensten echt wel eens gesproken over met de huidige besluiten bijvoorbeeld, is er met UPC en ZIGGO bijvoorbeeld gesproken over mogelijkheden voor kale transmissiecapaciteit voor het aanbieden van die diensten?

Eljon

De precieze inhoud van die gesprekken, daar wil ik liever hier niet op ingaan, maar het onderwerp van video on demand dat is aan de orde geweest en de resultaten zijn nog dagelijks voor de kijker op televisie zichtbaar, die zijn er namelijk niet.

Voorzitter

Misschien nog een laatste vraag van mijzelf. Als je de voorgaande sprekers hoort en zo dadelijk gaan er nog een aantal spreken denk je dan: nog meer concurrentie of denk je juist van daar wil ik samen iets mee doen of kun je daar ook niets over zeggen?

Eljon

De rol van SBS is, wij verzorgen zenders, wij verzorgen content en die willen we in beginsel bij de consument zien te krijgen. Of dat nu via kabel of via IPTV of satelliet gaat. Op zich zeggen wij: hoe meer aanbieders die allemaal hun eigen positie daarin kiezen, hoe meer mogelijkheden wij ook hebben om onze doelgroepen te bereiken en bijvoorbeeld de advertentievormen die wij willen introduceren ook daadwerkelijk te realiseren. Ik ben tot nu toe nog niet erg zenuwachtig geworden.

Voorzitter

Oke, helder. Dan gaan we door naar de volgende spreker Harry Kramer van YouCa.

Kramer

Mijn naam is Harry Kramer, ik vertegenwoordig YouCa. Zoals inmiddels wel bekend is, wil YouCa als nieuwe distributeur radio- en televisieprogramma’s doorgeven ten behoeve van de publieke en commerciële omroepen zowel analoog als digitaal. YouCa zal daarvoor zelf de distributierechten regelen en de toegang tot de kabel claimen door het huren van kabelruimte. Zeg ik met een vingertje omhoog, kale capaciteit. Ik kom daarop terug en de afname van transmissiediensten inclusief toegang tot alle netwerken en een decodersysteem om eindgebruikers te bereiken. Dat alles op grond van de toegangsverplichtingen en de toepasselijke telecomregelgeving. Wij danken de Opta hartelijk voor de mogelijkheid om onze zienswijze nu op een aantal punten mondeling naar voren te brengen en daarbij een aantal aandachtspunten aan te geven vooruitlopend op de schriftelijke reactie die wij nog zullen geven. Dan vragen we aandacht voor de volgende onderwerpen: marktanalyse, de toegangsverplichtingen zelf en de tarifering.

Eerst een paar opmerkingen over de marktanalyse. De door de Opta gemaakte

marktanalyse van de omroepmarkt, wordt door YouCa onderschreven. Wij onderschrijven eveneens de visie dat de concurrenten van kabelexploitanten in de komende jaren

onvoldoende in staat zullen zijn om eenzelfde brede aanbod van analoge en digitale radio en televisie, interactieve en on demand diensten en triple play aan te bieden. Nog vele jaren is geen serieuze concurrentie tussen de infrastructuren te verwachten daarom dient

concurrentie op de infrastructuur in casu de kabel te worden gereguleerd door het opleggen van toegangsverplichting. Daaraan voeg ik het volgende toe. Onder de huidige

marktomstandigheden zullen de klanten moeilijk van de kabel naar andere aanbieders over

stappen. Zoals wij reeds in eerdere stukken stelden, wil de consument niet alleen digitale

televisie aanschaffen. Daarom is er geen sprake van concurrentie tussen de analoge en

digitale televisie. Digitale televisie speelt geen concurrerende, maar een aanvullende rol

(14)

veelal op plaatsen waar de kabel niet aanwezig is. Verder zijn wij van mening dat er in de markt veel behoefte bestaat en zeker ook zou ontstaan, aan open toegang tot de kabel.

Zeker in het digitale tijdperk zullen er veel initiatieven komen om de veelzijdigheid van het aanbod te vergroten. Het is aan de kabelexploitanten te wijten dat YouCa nog geen officieel verzoek om toegang tot de kabel heeft kunnen indienen. Inmiddels hebben wij een geschil met UPC over de informatieverstrekking aan de Opta ter beslechting voorgelegd. Indien de door YouCa gevraagde informatie door de kabelexploitanten wordt verstrekt, zal zeer binnenkort een concreet toegangsverzoek kunnen worden ingediend. Onze algemene conclusie is, dat open toegang tot de kabel niet zal worden gerealiseerd zonder daarop gerichte overheidsmaatregelen en dito uitvoeringsbesluiten van de toezichthouders, in casu als eerste de Opta. Onze ervaringen tot nu toe zijn het tastbare bewijs dat ex ante regulering dringend nodig is. De toegangsverplichtingen zijn in de praktijk essentieel voor het bereiken van concurrentie op de kabel. Wij ondersteunen daarom zeer de voorgenomen besluiten van de Opta.

Vervolgens een paar opmerkingen over de toegangsverplichtingen zelf zoals die nu in het besluit zijn neergelegd. De Opta formuleert een pakket verplichtingen voor kabelexploitanten op de wholesale omroepmarkt. YouCa ondersteunt op zich dit pakket aan verplichtingen en acht het in principe geschikt om de doelen van YouCa te realiseren. Niettemin hebben wij op enkele onderdelen opmerkingen en vragen. Dat betreft in de eerste plaats de wederverkoop.

In het ontwerpbesluit van de Opta wordt de term wederverkoop gebruikt bij de formulering van de toegangsverplichtingen van de doorgifte van analoge radio en televisie signalen in de paragraven 13.2.1 en 13.2.2. Ik zal u de precieze formulering en randnummers besparen, maar er lijken nu drie opvattingen over wederverkoop in omloop te zijn geraakt. Ik noem ze.

Eén, de opvatting van de kabelexploitant. Wederverkoop is elke levering door een alternatieve pakketaanbieder onder eigen label van een pakket dat gelijk is aan het

standaard pakket van de kabelexploitant ongeacht wie de rechten van doorgifte regelt. Ten tweede is er de opvatting van de staatssecretaris van EZ en ik denk die van de Opta. Die luidt als volgt: van wederverkoop is sprake als een alternatieve aanbieder zonder zelf de rechten te regelen het standaardpakket eerst inkoopt bij de kabelexploitant om het

vervolgens te wederverkopen aan de consument. Er lijkt nog een derde, de opvatting van Opta zoals opgenomen in het ontwerpbesluit. Wederverkoop is de doorgifte van het identieke analoge standaardpakket van de kabelexploitant waarvoor de alternatieve

aanbieder de rechten heeft geregeld. Ik maak daarbij nog twee opmerkingen. Bijzonder aan de nieuwe invulling door Opta is enerzijds dat wederverkoop aan de orde is als een

alternatieve aanbieder zelf de rechten regelt en anderzijds dat er blijkbaar niet langer nadere regelgeving in de vorm van een algemene maatregel van bestuur op grond van de

Telecommunicatie Wet nodig is. In randnummer 784 spreekt de Opta van een pure wederverkoop variant wanneer een alternatieve aanbieder het hele identieke

standaardpakket aanbiedt aan zijn klant. Dit duidt erop dat er misschien nog andere, niet pure varianten zouden zijn. Deze worden overigens niet in het ontwerpbesluit verder aangeduid. Hoe het ook zei, YouCa bepleit de opheldering over, één, wat nu precies wederverkoop is in technische en juridische zin. Zoals uit juridische procedures blijkt, is dat van buitengewoon belang in relatie tot het begrip kale capaciteit. In de tweede plaats vraagt YouCa wat één en ander betekent voor de toepassing van de huidige marktanalysebesluiten van de Opta op basis waarvan YouCa een toegangsverzoek zal doen.

Dan maak ik twee kortere opmerkingen. Eén over de regeling in het ontwerpbesluit van de bijbehorende faciliteit. YouCa acht de uitgeschreven verduidelijking dat programmakanalen die kabelexploitanten zelf samenstellen en het standaardpakket leveren een bijbehorende faciliteit die geleverd moet worden. Randnummer 786 onder C. Wij achten dat zeer gewenst.

Wij gaan er ook van uit dat onder de huidige marktbesluiten deze invulling van bijbehorende faciliteiten al wordt gehanteerd. In de tweede plaats een opmerking over de redelijke termijn.

YouCa vindt de verplichting voor kabelexploitanten om binnen een redelijke termijn te

reageren op een toegangsverzoek, niet sterk genoeg, zie randnummer 787 onder D. Dit zal

(15)

nodeloos extra geschillen in de hand werken over de vraag wat een redelijke termijn is.

Hetzelfde geldt voor de verplichting om desgevraagd tijdig alle informatie te verstrekken die een alternatieve aanbieder nodig heeft om een toegangsverzoek te kunnen doen. Wij pleiten voor duidelijke en precieze termijnen dan weten alle partijen tevoren waar ze aan toe zijn.

Vervolgens kom ik bij het punt van de aansluiting. Een belangrijk nieuw element in de ontwerpbesluiten is de verplichting om, als een alternatieve aanbieder dat wenst, naast de doorgifte van het analoge standaardpakket, ook de aansluiting op het kabelnetwerk te leveren. Op zich is dit een belangrijke uitbreiding. YouCa vreest dat er onder de huidige marktanalysebesluiten onvoldoende ingegrepen kan worden als de kabelexploitant de kosten die hij aan alternatieve aanbieders in rekening brengt, op een zodanig niveau stelt dat

zinnige concurrentie op prijs wordt tegengehouden. De kabel is dan nog steeds niet open voor echte concurrentie. Het verplicht leveren van de aansluiting kan daarvoor een oplossing zijn, mits de tarifering daarvoor redelijk en transparant is en onder goed toezicht staat. Wij constateren dat het leveren van de aansluiting alleen wordt opgelegd in combinatie met doorgifte van het identieke analoge standaardpakket. In het geval dat om gewone doorgifte van tv signalen wordt verzocht, is het niet helder of de aansluiting en de tarifering daarvan voldoende geregeld zijn om het probleem op te lossen. Of valt de aansluiting onder de netwerkelementen en overige faciliteiten die nodig zijn om de signalen bij de klant te krijgen en daarmee onder de tarifering op basis van kostenoriëntatie. In het geval dat een

alternatieve aanbieder de aansluiting overneemt, zonder dat hij van plan is andere diensten, telefonie of Internet, aan zijn klanten aan te bieden, rijst de vraag in hoeverre de

kabelexploitant nog de mogelijkheid heeft via diezelfde aansluiting zelf andere digitale diensten te blijven aanbieden. Op al deze punten vinden wij meer duidelijkheid gewenst.

Dat brengt mij als vanzelf op het onderdeel van de tariefregulering. Zie ik het goed, dan kent Opta in principe twee berekeningsmethodes voor de berekening van tarieven voor gebruik van de middelen van de kabelexploitanten door derden. Een retail minus, al dan niet met een price cap en kosten plus een redelijk rendement. In het geval van de overdracht van de abonneeaansluiting en het analoge pakket, gaat de Opta uit van een retail minus berekening met, zo lijkt het, als belangrijkste argumentatie dat een verdergaande benadering op basis van kosten plus een zodanig laag tarief zou kunnen opleveren dat niet duurzame, unfaire concurrentie mogelijk zou worden. Bij het huren van capaciteit voor digitale distributie gaat Opta weer uit van het kosten plus model. Wij hebben daarop het volgende commentaar.

Anders dan bij de KPN waar het retail minus tarief toegepast wordt op een retail tarief wat al kostengeoriënteerd was, is bij de kabel het eindgebruikertarief nooit kostengeoriënteerd getoetst. De kernvraag is dan, of het retail minus model voor de kabel wel leidt tot een aanvaardbaar prijsniveau voor competitie. We zien hier twee problemen. Hoe wordt het retail minus tarief bepaald voor het analoge pakket plus de aansluiting? Dit tarief is namelijk geen feitelijk in de markt staand tarief en is daarom moeilijk vast te stellen. Ten tweede: worden wel alle kosten die samenhangen met de retailprijs, ook daadwerkelijk bij de aftrek in de beschouwing betrokken? Overigens zou het tarief voor een digitaal kanaal berekend via het kostprijs plus model ook omhoog gerekend kunnen worden naar de prijs van het analoge pakket omdat er een vaste verhouding bestaat tussen de kabelruimte die nodig is voor een digitaal en die voor een analoog kanaal. Meneer de voorzitter, wij beseffen dat de

berekening van een retail minus prijs evenals die van de statische en dynamische

markteffecten gecompliceerde berekeningen vragen waarvoor meer tijd voor studie vereist is dan u beschikbaar is. Wij wijzen in dit verband op de recente studie van TNO die daarvoor een aanzet geeft, maar wij vragen de Opta dringend bij zijn definitieve besluiten in te gaan op onze vragen omdat de markt zekerheid daarover nodig heeft. In dit verband wil ik

afsluiten met de volgende opmerking. De voorgestelde regulering van de kabel lijkt afgeleid te zijn van de regulering van de KPN voor wie de retail minus aanpak gefocust is op

kostengeoriënteerdheid en gescheiden boekhoudingen. Bij de kabel is de minus anders dan

kostenoriëntatie gebaseerd op markt retail en eindgebruikertarief. Dat roept de vraag op naar

de symmetrie van de regulering. Krijgen de kabelexploitanten in de voorliggende Opta

(16)

besluiten nu gelijke, of lichtere verplichtingen opgelegd dan de KPN? Het argument van techniekneutrale regeling, leidt toch naar gelijke strengheid van regulering zoals de kabelexploitanten met enige regelmaat naar voren brengen. Wij bepleiten daarom een navenante, kostprijsgeoriënteerde regulering van de kabelsector. Dat is ook noodzakelijk om een berekening voor analoge doorgifte als stand alone mogelijk te maken op basis van retail minus. Dat kan alleen wanneer voldoende wordt aangesloten bij kostenoriëntatie.

Tenslotte, met de techniekneutrale regulering wordt geanticipeerd op de verwachting dat in Nederland twee grote infrastructuren zullen ontstaan. Dan kan niet de ene een open en de andere een ontoegankelijk netwerk zijn. Ook hier is ex ante optreden van de Opta

maatschappelijk en economisch gewenst. Ik dank u wel.

Senior

Ik heb wel één vraag. U haalde regelmatig zowel het huidige besluit, of de huidig geldende regulering aan, als het nieuw voorliggende ontwerpbesluit. Daarin zijn inderdaad andere definities van zowel de producten als de terminologie, die zijn anders inderdaad. Wat ik heel erg verhelderend zou vinden in uw schriftelijke reactie, die wij vast ook ontvangen, is als er een duidelijk onderscheid wordt gemaakt welke punten van commentaar u op de huidige besluiten heeft, die eigenlijk voor het ontwerpbesluit wel ter informatie worden meegenomen ook, maar ook echt op het ontwerpbesluit, wat daar de kritiek op is. Het huidige

toegangsverzoek wat u zou willen doen met de huidige regulering dat ligt gewoon net iets anders dan wat wij nu voorstellen mogelijk te maken. Er is inderdaad een slag gemaakt in de precieze terminologie en de definities. Ik hoop dat we daar al in de goede richting zijn

gekomen op sommige punten van commentaar, maar nu haalde u enkele zaken denk ik misschien naast elkaar of door elkaar die het huidige en het komende besluit zijn.

Kramer

Het is naast elkaar en niet door elkaar. Het wordt zelfs in rechtszalen wel eens door elkaar gehaald door betreffende advocatuur daarom dring ik er zeer op aan om dat te verhelderen.

Wij zullen natuurlijk, als u dat vraagt, ik zal er rekening mee houden dat we in de definitieve reactie dat onderscheid goed maken. Dit is een verkort, maar dat kan beter uiteen gezet worden. Maar u moet zich wel realiseren dat u bij de nieuwe besluiten, zeker op de onderdelen van de tarifering en de wederverkoop, ook rekening moet houden met de terminologiëen in de huidige marktbesluiten, want die worden anders gewoon door elkaar gebruikt. Het antwoord op uw eerste vraag luidt: wij zullen dat zeker doen.

Voorzitter

Wij zullen die duidelijkheid ook proberen te verschaffen. Pieter Arnold van de firma Vestra.

Arnold

Mijn naam is Pieter Arnold van Vestra. Namens de vereniging voor commerciële omroepen,

Vestra, wil ik een korte reactie geven op het ontwerpbesluit omroep. Onze leden, SBS, RTL,

Discovery Networks, Eurosport, MTV Networks en Getics onderschrijven de conclusies en

aanbevelingen in de verschillende ontwerpbesluiten en kunnen zich herkennen in de door

Opta geschetste marktanalyses. De kabel en dan met name de analoge kabel, is door het

grote aantal abonnees essentieel voor de distributie van onze programma’s. Programma-

aanbieders die in meer of mindere mate aangewezen zijn op reclame-inkomsten hebben

geen reële keuzemogelijkheid tussen verschillende netwerken gezien het relatief geringe

aantal abonnees van andere infrastructuren. Voor een brede, landelijke verspreiding zijn

omroepen daarom nog steeds afhankelijk van één dominant netwerk, de analoge kabel. In

de verwachting van onze leden zal het belang van het analoge pakket en daarmee de

dominantie van de kabel, tenminste voor de komende vijf tot tien jaar niet veranderen. De

concurrentie tussen infrastructuren komt maar moeizaam op gang en beperkt zich tot het

digitale domein. Vanwege hun dominante positie op de analoge distributiemarkt hebben de

kabelexploitanten een belangrijk concurrentievoordeel ten opzichte van concurrerende

(17)

digitale infrastructuren. Zo heeft analoge distributie onder andere het voordeel van het eenvoudig aansluiten van tweede en derde toestellen. Mede als gevolg hiervan ontbreekt zoals gezegd voor de burger en voor programma-aanbieders elke vorm van concurrentie op de analoge omroepdistributiemarkt. Verder zien wij dat de kansen voor benutting van nieuwe mogelijkheden voor televisiedistributie worden beperkt doordat de kabelexploitanten

eenzijdig hun toegangsvoorwaarden bepalen voor nieuwe diensten en ook eenzijdig kunnen blokkeren dat omroepen een rechtstreekse relatie met de consument aangaan. De

consequentie is dat de kabelexploitanten hiermee het aanbod en de inhoud van nieuwe diensten volledig zelf kunnen bepalen en bovendien dit ook zelf aan de consument kunnen aanbieden. De door Opta voorgestelde maatregelen kunnen dan ook rekenen op de steun van onze leden. Zij behoren ons inziens tot de noodzakelijk structuurvoorwaarde van de omroepmarkt. Nodig voor een gezonde ontwikkeling van de markt en het leveren van voor de consument aantrekkelijke prestaties. Tenslotte willen wij opmerken dat wij hopen dat ook Brussel de visie van Opta deelt. Tot zover.

Voorzitter

Hartelijk dank. Dat hopen wij ook. Dan nog een commerciële omroep: RTL, John de Jong.

De Jong

Ik spreek hier vandaag namens CLT UFA dat is de uitzendgemachtigde van de programma’s RTL4, RTL5, RTL7, RTL8 en ook RTL24 in Nederland. Wij maken graag gebruik om ook te reageren vandaag. We zullen onze zienswijze ook, die wij hier vandaag voorlezen, ook schriftelijk nog indienen. Onze reactie richt zich ook niet specifiek op een van de

ontwerpbesluiten van een van de kabelbedrijven die genoemd zijn. Onze reactie richt zich op de besluitvorming in het algemeen.

CLT deelt de zienswijze van het College als het gaat om het belang van de analoge distributie. Er is in Nederland inderdaad een unieke omstandigheid zoals het College beschrijft. Ten eerste is het overgrote deel van de tv-kijkers aangesloten op de kabel. Ten tweede is de kabel, na de afschakeling van de analoge ether in Nederland, het enige belangrijke netwerk waarmee analoge televisie ontvangen kan worden. Als we kijken naar consumentengedrag, dan zien we dat abonnees die zowel digitaal als ook analoog

ontvangen, nog steeds veelvuldig gebruik maken van analoge ontvangst. Niet alleen op het hoofdtoestel, maar ook op zogenaamde tweede en derde toestellen elders in huis. Het feit dat vandaag de dag dat alle nieuwe televisietoestellen die verkocht worden, dat zijn plasma schermen en LCD schermen, HD ready of full HD, nog steeds voorzien zijn van een analoge tuner, geeft naar onze opinie aan dat het belang van analoge ontvangst nog jaren zal

voortduren. Als we weten dat de gemiddelde levensduur van een televisietoestel ongeveer zes tot acht jaar is, is het belang van analoge televisie wat ons betreft nog lang niet

afgelopen en zal dat nog geruime tijd belangrijk blijven.

Het analoge kabelnetwerk is nog steeds onmisbaar voor de distributie van onze programma’s. Technologische innovaties en toenemende uitwisselbaarheid van de netwerken, hebben de dominantie met een kabel en de afhankelijkheid voor ons niet verminderd. De analoge kabel is het enige belangrijke netwerk waarmee het bereik wordt gerealiseerd dat noodzakelijk is voor adverteerders waarmee de financiering van ons bedrijf door advertentie-inkomsten, mogelijk gemaakt kan worden. Door de verregaande

concentratie van de kabelsector is er niet alleen een groot verzorgingsgebied ontstaan, maar is ook de economische machtspositie van de twee grootste spelers toegenomen. De

concurrentie tussen de verschillende omroepdistributie-infrastructuren is naar ons idee nog onvoldoende effectief. Consumenten stappen immers niet snel over op een andere

infrastructuur. De maatregelen die Opta voorstelt om verplichtingen op te leggen waarbij

concurrenten worden toegelaten op de betreffende kabelnetwerken, zowel op de analoge

kabel als ook op de digitale kabel, kan inderdaad bijdragen tot meer concurrentie en wij

juichen dat toe. Ook onderschrijven wij de maatregel die Opta voorstelt om te voorkomen dat

(18)

er twee dominante omroepdistributienetwerken overblijven. Niet alleen vanuit het oogpunt vanuit de consument, zoals het College aangeeft, is dit ongewenst, ook voor programma- en dienstenaanbieders is een markt met twee dominante aansluitnetten van kabel enerzijds en KPN anderzijds ongewenst. De maatregel dat KPN en kabel beiden geen aanspraak kunnen maken op openstellen van elkaars netwerk, is in onze optiek een juiste beslissing. Wij hopen dat door de aangekondigde maatregelen die het College voorstelt, dat wij beter in staat zijn om de consument te bereiken en dat er meer mogelijkheden ontstaan om te innoveren op het gebied van nieuwe diensten. Tot zover.

Appelman

U gaf aan dat door verdergaande concentratie tussen de kabelbedrijven de macht is toegenomen, dat u dat zo ervaart. Kunt u daar voorbeelden van geven, hetzij hier, hetzij schriftelijk?

De Jong

Dat zullen we dan zeker ook schriftelijk doen. Wij ervaren in de praktijk in onderhandelingen dat het moeilijker praten is en lastiger praten is als het gaat over een positie verwerven bijvoorbeeld met nieuwe diensten of nieuwe projecten waar wij mee bezig zijn. Dat gaat makkelijker met kleinere partijen, maar goed, die zijn voor ons niet groot genoeg en niet belangrijk genoeg. Als wij iets nieuws willen in Nederland, dan heb je schaalgrootte nodig en dan heb je toch toestemming of in ieder geval de toegang nodig tot twee van die belangrijke netwerken. In dit geval UPC en ZIGGO. Dat merken wij aan den lijve. Ik kan in dit gremium geen directe voorbeelden geven, maar we zullen dat schriftelijk doen.

Voorzitter

De kabelaars zelf spreken niet individueel, naar ik heb begrepen. Volgens mij is UPC niet eens aanwezig door omstandigheden. Misschien is het goed, Rob van Esch van NL kabel, dat jij toelicht namens wie jij allemaal wel en eventueel niet spreekt.

Van Esch

Ik heb groot respect voor de vier personen aan tafel, maar ik heb het een beetje lastig om met iedereen tegen mensen te praten waarmee ik met mijn rug naar ze toe zit, dat vind ik een beetje lastig.

Tranen rollen over je wangen soms. Ik begrijp dat wij leden hebben geweigerd waarvan ik nooit een verzoek heb gehad om lid te gaan worden. Dat soort dingen, dat maakt het toch al een beetje ingewikkeld.

Ik zal vandaag een paar opmerkingen gaan maken over de marktanalyse, waarbij ik

tegelijkertijd, je zegt het al, namens wie praat je, ik praat namens NL kabel en je kunt ervan uitgaan dat mijn leden het eens zijn met wat ik zeg vandaag. 270 pagina’s besluiten per bedrijf. U zult mij misschien vergeven dat ik ze niet allemaal gelezen heb. De nuances tussen de verschillende bedrijven heb ik ook niet allemaal doorgrond. Wat wel duidelijk is, is dat er algemene lijnen zitten in het verhaal en ik concentreer me nu op die algemene lijnen.

Sommige maatregelen worden wel toegepast, sommige worden al dan niet tijdelijk niet toegepast op andere leden. Ik haal het nu in het algemene. Uiteraard zullen de leden van NL kabel een schriftelijke reactie gaan geven in de loop van september en ik begrijp 29

september als deadline. Dat zullen ze wel weten.

Er is veel gezegd over marktontwikkelingen. Ik ga toch nog een paar dingen op een rij zetten

over hoe wij die markt bekijken. Ik ga ik ook nog even aangeven hoe de kabelsector er nu uit

ziet. Daar begin ik mee. Uiteraard, die marktontwikkelingen, die beoordelen wij net wat

anders volgens mij, er zitten kleine nuances in, ten opzichte van wat ik net heb gehoord. Die

komen ook aan de orde. Ik zal afsluiten met een zestal ik denk heldere conclusies.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

“vertellen” blijven hangen (Vlaeminck, 2005). Verhalen in het sociaal werk worden in de eerste plaats verteld omdat men geraakt is en de primaire functie van het vertellen is

FTA KPN, de BULRIC tarieven voor 2009, 2011 die moeten zeer substantieel omlaag en voor FTA voor alternatieve operators probeer je dan een glijpad te definiëren naar een

Voor mijn gevoel heb ik best stilgestaan.” Ook was de vader van Aniek van mening: “maar kind, je moet gewoon gaan werken, dan is alles opgelost.” Aniek heeft haar vader op een

Wat verteld werd kan zeker niet in strijd zijn met wat de Bijbel leert over de hemel; niettegenstaande echter, louter omdat het gelijkluidend is met de Schrift bewijst nog niet dat

 Interventie ligt op dit moment voor ter beoordeling door de commissie NJI.

Wat ons echter bevreemdt is dat de onderzoekers enerzijds stellen dat de simulatie aantoont dat ex-delictplegers terecht voorvoelen dat ze waarschijnlijk geen VOG zullen krijgen

98 Suzanne Ruwaard, Rudy Douven, Jeroen Struijs en Johan Polder. De politieke economie van de betaalbaarheid en doelmatigheid

Veel effectiever voor het terugdringen van de collectieve lasten zou bijvoorbeeld zijn om 25% eigen bijdrage te heffen voor behandelingen waar- aan in Nederland