• No results found

In de schriftelijk vastgestelde voorwaarden wordt van de sollicitanten een goede kennis van het Frans gevraagd

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "In de schriftelijk vastgestelde voorwaarden wordt van de sollicitanten een goede kennis van het Frans gevraagd"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 16

van 27 november 1998

van de heer DOMINIEK LOOTENS-STAEL

De Vaartkapoen Molenbeek – Aanwervingsproce- dure

In Deze Week in Brussel van 21 oktober 1998 ver- scheen een advertentie vanwege het gemeen- schapscentrum De Vaartkapoen voor de aanwer- ving van een instructrice en een coördinatrice voor het Naaiatelier van Molenbeek. De sollicitanten moesten reageren vóór 26 oktober.

In VLAN van 28 oktober verschenen van hetzelfde centrum twee advertenties voor de aanwerving van respectievelijk een sociaal assistent voor opvolging administratie vrouwenatelier en een coördinatrice.

Deze advertentie was tweetalig opgevat. Boven- dien moesten de sollicitanten in het eerste geval reageren vóór ... 28 oktober.

In de schriftelijk vastgestelde voorwaarden wordt van de sollicitanten een goede kennis van het Frans gevraagd. Telefonisch kon bovendien worden ver- nomen dat de betrekkingen van instructrice en coördinatrice waren voorbehouden voor vrouwen.

Voor het invullen van deze betrekkingen werd bij- gevolg een loopje genomen met een aantal wette- lijke bepalingen.

Ten eerste mag een gemeenschapscentrum, waar- van de Vlaamse Gemeenschapscommissie de inrichtende overheid is, krachtens de gecoördineer- de wetten op het gebruik der talen in bestuursza- ken van 18 juli 1966 haar mededelingen aan het publiek uitsluitend in het Nederlands doen. Krach- tens dezelfde wetten kan van sollicitanten geen kennis van het Frans worden gevergd. Bovendien is het maar de vraag waarom deze sollicitanten ken- nis van het Frans moeten hebben, vermits tot nader order de enige doelstelling van de gemeenschaps- centra er volgens de beleidsbrief van de Vlaamse Gemeenschapscommissie met betrekking tot de gemeenschapscentra in bestaat "de identiteit van de Vlaamse gemeenschap en de kwaliteit van de Nederlandse cultuur in Brussel te bevorderen en te versterken".

Ten tweede mag volgens de artikels 116 tot 121 van de wet tot economische heroriëntering van 4 augustus 1978 geen discriminatie worden inge- voerd tussen mannen en vrouwen bij het sollicite- ren en tijdens de selectie voor betrekkingen.

Krachtens artikel 130 van dezelfde wet zijn bepa- lingen die strijdig zijn met het beginsel van gelijke behandeling tussen mannen en vrouwen, nietig.

Ten derde is het bijzonder eigenaardig dat de

advertenties in VLAN op 28 oktober verschijnen, en dat de sollicitanten vóór deze datum hun kandi- datuur moesten indienen. Zulks ruikt naar favori- tisme.

Heeft de minister maatregelen genomen om de aanwervingsprocedure, gezien de talrijke onregel- matigheden die hebben plaatsgevonden, nietig te verklaren en ze te laten herdoen volgens de wette- lijke procedures ?

Antwoord

Ik heb de Vlaamse volksvertegenwoordiger reeds meermaals gewezen op de institutionele bevoegd- heidsverdeling waardoor de organisatie en werking van de Brusselse gemeenschapscentra ressorteert onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeen- schapscommissie, die als rechtspersoon sui generis autonoom en als inrichtende macht kan optreden inzake Cultuur.

De Vlaamse Gemeenschap kan de inhoud en omvang van deze bevoegdheid noch verruimen, noch beperken.

Binnen het algemeen administratief toezicht kan ik bovendien slechts optreden indien de beslissingen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie een rechtsregel schenden of het algemeen belang scha- den. Dit is hier niet aan de orde.

De Vlaamse volksvertegenwoordiger zal zich bijge- volg moeten wenden tot het bevoegde collegelid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de heer Jos Chabert.

Niettemin heb ik inderdaad met de Vlaamse volks- vertegenwoordiger moeten vaststellen dat er zich bij de desbetreffende aanwervingsprocedure onre- gelmatigheden hebben voorgedaan op het vlak van de toepassing van de gecoördineerde wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken van 18 juli 1966 en op het vlak van de toepassing van de wet tot economische heroriëntering van 4 augustus 1978.

Evenwel sluit ik mij zeker niet aan bij de stelling dat de kennis van het Frans voor de werking van een gemeenschapscentrum in Brussel niet relevant zou zijn.

Dat aan een personeelslid de kennis van het Frans wordt gevraagd, lijkt mij, gezien de taalgemengde samenstelling van het Brusselse hoofdstedelijke gewest en de wijk waarin het gemeenschapscen- trum is gevestigd, veeleer evident en kan juist een meerwaarde betekenen voor het uitdragen en pro- moten van de Vlaamse cultuur, ook naar andersta- ligen toe.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Sollicitanten hebben recht op een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte reis- en eventuele verblijfskosten.. De vergoeding wordt uitbetaald op basis van

De gesprekstechniek is natuurlijk enkel een leidraad. De vrijwilliger mag hieraan zijn eigen draai geven. Wanneer de vrijwilliger bijvoorbeeld verschillende huisbezoeken wil

Het onderzoek van Filip Dewallens naar het statuut van de ziekenhuisarts kon niet op een beter moment komen. Het statuut bestaat nu bijna 30 jaar, maar grondig juridisch onderzoek

Het bevat een brede waaier aan rechten die vaak al in andere mensenrechtenverdra- gen voorkwamen, maar die nu voor het eerst met een specifi eke focus op personen met een

Daarbij koppelt de auteur de eigendomsexclusiviteit voor het eerst zeer expli- ciet aan de (actieve) elasticiteit van het eigendomsrecht. Hierdoor komen een aan- tal paradigma’s op

Opvallend is dat de moderne soft law-codifi caties die de bouwstenen kunnen worden van een toe- komstig Europees wetboek de leer van het verbod op rechtsmisbruik niet expliciet

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Dergelijke inbedding (a) onderstreept de relevantie van integriteit in het dagelijkse werk, (b) draagt bij aan verdere normalisering van het gesprek over integriteit, (c) kan