2 Mavo H3 Europa: van de bergen naar de zee. versie A.
toets par 4, 5 en 6.
1a. Welke drie soorten rivieren bestaan er?
b. Hoe komt een gemengde rivier aan zijn water?
2a. Het gebied dat afwatert op een bepaalde rivier en zijn zijrivieren heet … b. De hoeveelheid water die op een bepaald punt in de rivier passeert heet …
Figuur 1.
3. zin I: Figuur 1 laat het regiem zien van een gletsjerrivier.
zin II: Figuur 1 zou het regiem kunnen zijn van een gemengde rivier.
Kies één letter!
A. beide zinnen zijn juist.
B. beide zinnen zijn onjuist.
C. alleen zin I is juist.
D. alleen zin II is juist.
4. Kies en schrijf alleen de juiste woorden op.
Als de stroomsnelheid van het water hoog is neemt de rivier vooral zand en klei / zand en grind mee.
5. Vul het juiste woord in en kies uit:
afbraakkust, aanslibbingskust, fjordenkust, klifkust.
a. De Nederlandse kust is een goed voorbeeld van een … b. De Engelse kust is een …
c. Dat is een goed voorbeeld van een …
6. Zet letters A t/m F onder elkaar en schrijf er het juiste Romeinse cijfer achter.
Bijvoorbeeld A – III.
A. Gebergte. I. erosie.
B. Benedenloop. II. West-Nederland.
C. Delta. III. waterscheiding.
D. Regiem. IV. gletsjerrivier.
E. V-vormig dal. V. sedimentatie.
F. Bovenloop Rijn. VI. verschilt per seizoen.
lees verder
7. Kies en schrijf alleen het juiste woord op.
a. Als je lekker hard met je kano over de rivier wil gaan, kies je voor de buitenbocht / binnenbocht.
b. Als je daar omslaat met de kano, merk je dat de rivier er diep / ondiep is.
c. Dat komt door de erosie / sedimentatie.
8. Waarom is de bovenloop van een rivier onbevaarbaar? Noem twee redenen!
9. Waarom zijn rivierdelta’s vaak dichtbevolkt?
Figuur 2: De Rijn stroomt in de richting van de pijl.
10. Bekijk figuur 2.
a. Zet de letters a, b en c onder elkaar op je blad en schrijf er de juiste woorden achter. Kies uit: slenk of, horst
b. Schrijf nogmaals de juiste woorden erachter, maar kies nu uit:
Zwarte Woud, Hunsrück, Vogezen, Eifel, Bovenrijnse Laagvlakte.
11. Kies en schrijf alleen de juiste woorden op.
De Rijn vormt een onderdeel van de lange kringloop / korte kringloop.
12. Kies: De sedimentatie is het grootst in de bovenloop / middenloop / benedenloop .
13a. Welke drie materialen zet een rivier bij sedimentatie af?
Schrijf ze in de goede volgorde!
b. Waarom juist in déze volgorde?
14.
Atlasvraag: verwijderd uit de toets.
15. Water uit de Rijn vormt de grondstof voor ons drinkwater.
Leg uit dat internationale samenwerking van groot belang is voor de kwaliteit van ons drinkwater.
lees verder
16. Welke drie factoren bepalen de hoogte van een golf?
17. Schrijf alleen de juiste letter(s) op.
Wat hoort duidelijk bij aanslibbingskusten?
a. Strandwallen.
b. Rotsen.
c. Grindstranden.
d. Kliffen.
e Sedimentatie.
f Erosie.
Figuur 3: kust met steile helling.
18. zin I: Figuur 3 laat een klifkust zien.
zin II: De golven bij figuur 3 zijn hoog doordat er sprake is van een steile helling.
Kies één letter!
A. beide zinnen zijn juist.
B. beide zinnen zijn onjuist.
C. alleen zin I is juist.
D. alleen zin II is juist.
Figuur 4
19. Bekijk figuur 4 en kies.
Door afbraak zal het aangewezen rotsdeel als eerste in zee verdwijnen.
Juist / onjuist.
20. Welke factoren zijn van belang voor de vorming van de duinen in ons land?
Schrijf alleen de juiste letter(s) op.
a. De zee.
b. De rivieren.
c. De planten.
d. De wind.
Einde
2 Mavo H3 Europa: van de bergen naar de zee. versie A.
toets par 4, 5 en 6.
antwoorden
1a - regenrivier - smeltwaterrivier - gemengde rivier
b smeltwater en regenwater 2a stroomgebied
b debiet
3 C
4 zand en grind 5a aanslibbingskust b klifkust
c afbraakkust 6 A – III
B – V C – II D – VI E – I F – IV 7a buitenbocht b diep
c erosie
8 - groot hoogte verschil / snelstromend water - veel brokstukken in de rivier /ondiep
9 - vlak gebied - vruchtbaar
10 a = horst, Vogezen
b = slenk, Bovenrijnse Laagvlakte c = horst, Zwarte Woud
11 lange kringloop 12 benedenloop 13a grind, zand, klei
b van zwaar naar licht materiaal Vraag 14 ontbreekt.
15 in verband met de de kwaliteit van ons drinkwater / om grensoverschrijdende vervuiling tegen te gaan /
de Rijn stroomt door verschillende landen en je moet het water samen schoonhouden
16. - de kracht van de wind - hoe lang de wind waait
- de afstand die de golven hebben afgelegd
17 a, e
18 C
19 onjuist 20 a, c en d
maximaal punten