• No results found

▬ www.havovwo.nl www.examen-cd.nl ▬

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "▬ www.havovwo.nl www.examen-cd.nl ▬"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eindexamen wiskunde A vwo 2010 - I

© havovwo.nl

▬ www.havovwo.nl www.examen-cd.nl ▬

Verzekering

17. Elk jaar stijgen de kosten 4.5%. De uitgaven worden dus elk jaar ver- menigvuldigd met 1.045. Als in 2004 de kosten gelijk zijn aan 4700 euro, zijn de kosten 40 jaar later gelijk aan 4700 · 1.045 40 ≈ 27337 euro.

18. De procentuele groei van de uitvaartkosten is 1.5 keer groter dan de pro- centuele groei van de kosten voor het levensonderhoud. De procentuele groei van de kosten voor het levensonderhoud is dus 4.5% 1.5 ≈ 3%. De groeifactor voor het levensonderhoud is dus 1.03, en na 40 jaar zijn deze kosten dus 1.03 40 ≈ 3.262 keer zo groot als ze nu zijn. Ze zijn dus 3.262 · 100% ≈ 326.2% zo groot als ze nu zijn, en dit is een toename van 226.2%.

19. Je begint door de volgende formule in te vullen:

opbrengst = b · r n − 1 r − 1

De opbrengst is 27000 euro, en de maandelijkse premie b is 4.79. n is het aantal maanden dat er premie moet worden bepaald. Dit is 40 jaar, oftewel 40 · 12 = 480 maanden. Als je dit allemaal invult in de formule krijg je het volgende:

27000 = 4.79 · r 480 − 1 r − 1

Uit deze vergelijking kun je r, de maandelijkse groeifactor, halen. Dit doe je met de GR. Op de Ti-84 plus vul je de volgende twee formules in:

y 1 = 27000

y 2 = 4.79 · r 480 − 1 r − 1

Nu kun je met calc intersect uitrekenen voor welke r deze twee grafieken elkaar snijden. Dit is voor r = 1.008. Dit is maandelijkse groeifactor. De jaarlijkse groeifactor is dan 1.008 12 ≈ 1.10, en het jaarlijkse rendement is dus 10%.

20. Eerst ga je testen of bewering I juist is. Bij deze bewering blijven r en n gelijk. Dit betekent dat r r−1

n

−1 ook gelijk blijft. Als b dan toeneemt, moet b · r r−1

n

−1 dus ook toenemen.

Nu ga je testen of bewering II juist is. Bij deze bewering blijven b en r

gelijk. Dit betekent dat b · r−1 1 ook gelijk blijft. Als n toeneemt, zal bij

r > 1 een toename zijn van r n , en dus ook van r n − 1. In dit geval zal

b · r r−1

n

−1 dus ook toenemen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

U kunt een afspraak maken voor een gesprek binnen deze tijden met een medewerker van de afdeling vergunningen voor uw vragen over bouwen en vergun- ningen.. Op grond van artikel

Voor meer informatie bel gemeente Aalsmeer 0297-387575 en vraag naar mevrouw Caroline Jan- sen.. Masterplan vrouwentroost vrijgegeven voor

Verder zorgt de aanwezigheid van werkloosheidsklasse 4 voor een grotere kans dan 1 op banengroei, de kans is maar liefst 22 maal groter dan wanneer deze omstandigheden niet

De procentuele groei van de uitvaartkosten is 1,5 keer groter dan de procentuele groei van de kosten voor

5 Door te kijken naar succesvolle bedrijven die zich in een vergelijkbare positie als Mos bevinden zijn verschillende ideeën opgedaan op welke manier omgegaan kan worden met

De formule voor T benaderd kan worden gebruikt om de prijs per stuk die betaald moet worden voor de exemplaren 10 001 tot en met 20 000 te benaderen. Hiervoor gebruik je

staffelkorting volgens tabel 2. Hierin zie je dat de eerste 5000 exemplaren 7,50 euro per stuk kosten en dat de volgende 5000 exemplaren 5 euro per stuk kosten. Daarna

Steeds grotere aantallen professionele welzijns- werkers zijn nodig om de schaduwzijden van de immateriele vooruitgang weg te poetsen; geluk- kig kan al het gebrekkige