• No results found

ZEDE-ZANGEN ZIEL-TOC

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "ZEDE-ZANGEN ZIEL-TOC"

Copied!
247
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

^^^

^

^ ^

(2)
(3)

I N N E R L Y C K E

ZIEL-TOC

H. A V O N T M A-A L

cn andere voorvallende geiegentheden ^ IScbcn^ ectiige

S T I C H T E L Y C K E

Z E D E - Z A N G E N

T die op d'äangenaamfte Voizen der Pfalinen en andere

Liederen gepall zijn.

H I E R O N Y M U S S W E E R T S .

T ' A M S T E R D A M

G e d r u k t by H i E R o N Y XM u s S v; E E R x s ; op den Dam , in den Wackeren Hont, 1 6 7 3 .

met p?ibilcßt\

(4)
(5)

P R I V I L E G I E .

E Staten van Boïlant ende JVefl* Vrießant) Doen te

weten. ^Ifioons vertoont ts by B.icnovi'^mmSwtZXts. 'Boek^

driicker, wonende tot ^mßerdam, dat hy Suppliant veor defin hebben- de tngeflelt/eker l^eyn Tra£f aatje op hetfubjeSi van de vernchtinge des H, yAvontmaals.geintitKleert Ziel-tochten,ende'tfelveby verfihey- de perfinen zwijndenagedrukl, ^"'•^ *"'^'f/ß rcfpeSien vitieits en veornamentlikontrent dtgealUgeerde paffagies vande H, Schriftuer, foofiude hy Suppliant 'welgenegen pjn

'tfeive'watgedrejjeert endegeaugr/jenteert in het lickt Je geven, daar by gevoegtmch een arider Tratfaatje geintitttleert Zede-zangen, en alfo hy Suppliant beducht 'aas

dat het een ende 't andere (daar van het laefte tot noch toe niet m was gemeen gemaakt) Tnachte werden nagedrukl, fio keerde hy Suppliant z,ig tot Ons , verdeckende dat het Onfegoedegeliefte Ttjn mochte hem Suppliant te vergunnen OSlroy tot het drucken vatt devoorßj, Ziel-tochten en Zede-zangen voor dentijt van vijftien laren ende voorts in optima forma. Z o ift. Dat Wy de fake ende 't verfoeckyoorf^ overgemerkt hebbende ende genegen wefende ter bede van den Suppliant uyi Onfe rechte 'aetenfchap, fouvcraine macht en auä-horiteyt den Suppi.ant geconfenteert endegeoSfroyeert hebben,- confenteren ende oSf royeren denfelven by defen teneyndehy het vootf'r^ 'Boeck^ geiittilfi- leert Ziel-tochten en Zede-zangen, gedurende dentijt van vijftien eerß-kor/ten'

de laren binnen Onfen Lande van Hollant ende Wefl-Vrieflant,alleen fal mogen druc- ken, doen drucken, uytgeven ende verl^open. Verbiedende allen ende eencn yegelijcken betfelve Hoeck^in eeniger manier en naar te drucken , ofte elders naargedruckt, in den felven Onfen Lande te brengen, te verhandelen ofte verkoopen, op verbeurte van de naar

gedruckte ingebrachte ofte verhandelde exemplaren, ende daerenboven een boete van drie hondertguldens, Ie appliceren een derde part voor den Officier die de calange doen fd, het tweede derde part voor den ^rme daar de rake ral voorvallen, ende het ove-

rige derdepart voor den Suppliant. ^Alles in dien verflande,datWy den Suppliant met defen Onfen OSfroye willende gratificeren tot verhoedmgc vanfijne fchade , door hst na- drueken van het voorfc. "Boeck, daar door in eenigen deelen verßaan den inhouden van dienteauEihorifcrenofte te advouéren. Ende veel min betfelve onder Onfe prote£fie eade beßherminge. eenig meerder credit^ aanfien ofte reputatie te geven ; K^maar den Suppliant in cas daar tnyets onbehoorlijks foude mo^en influércn, alle hetfelve tot fij- ven laße fal gehouden'aefen te verantwoorden < Tot dien eynde wel evprejjllijck^bc'ge- Ytnde dat by aldien hy defen Onfen Ocfroye veor het felve 'Boeck^z^al willen ßellen, daar van gene geabbrevteerde ofte gecontraheerde mentie fal mogen maken, »ernaar gehouden fal wefen, hetfelve O ïfroy in'tgeheel ende fonder omiffie daar voor te drucken

ofte doen drucken, op pcene van het effect van dien ie verliefe??, Ende ten eynde den Suppliant defen Onfen confnte ende O Sroye moge genieten als naar bchoorm ; Laßen Wy tillen ende eenen yegeltjcken die defen aangaan mach, dat fy den Suppliant vmi den inhoude van defen doen laten endegedoogen rußelijck^, vrcdelijckj, ende voll<pment~

luck^genieten ende gcbruycken, cefferende alle beletb ende wederfeggen ter contrarie.

Gedaan in dm tfage onder Onfen Grooten Z^gcle hier aan dom hangen den 17, J^aert inU laar Ons Heeren duyfent fes hondert dneeiidefeventig.

Ter Ordonnantie van de Staten,

Hcib. vanBsamnone,

(6)

P R I V I L E G I E ,

^ f p ^ j m o z ^ ^ i

^ E Staten Gencrael der Vereenigde Neäey-^

landen , ^llen dengenen die defenfullenßen ofte hooren lefen, Salujit i Doen te weten, DatWy fj geconfenteert, geaccordeert, ende GeoBfoyeen 'i hebben , gelijck Wy confenteven , accorderen ende

^;=rr7-3F:.%ä65 oihoyeren hy defen aen Hieronymus Sweertsj Hoeckdrucker tot ^mflcrdam, omme voor den tijt van vijftien achtcr-een-volgende Jaren, met feclufte van allen anderen , binnen defe Geünieerde Trovincien, Lantfchappen^ Steden ende Ledenvan dienj te mogen doen drucken^ venten ende vcrkoopen, feker Boeck- jen geintitideevt H. Sweerts , Ziel-tochten op 't H- ^vont'

maat , en Stichtelijcke Zede-zangen : Verbiedende allen ende eencnyegelijken Ingefetenen van de voorf\ Vereenigde loeder- landen j Landtfchappen, Steden ende Leden van dien , binnen den 'voGrf'j^. tijt Tctn vijftien naeß-komende laren , 't voorf\. Boekjen in't geheel ofte ten dcele na te drucken, doen na-drueken , uytgeven tnde verkoopen •) ofte elders foo na-gedruckt binnen d'opgemelte Landen te brengen) om verkocht te iverdenjOp de verbeurte van alle o'e n.i-gedrtickte Exemplaren, ende daerenhoven van ec-nfomme van drie honden Carolusgiddeni, t'appliceren daer van een derdendeel zen behoeve van den Oßcier die decalange doenfal, foet tweede derdendeel ten behoeve van den ^rmen, ende het reflerende derden- deel ten behoeve van den 't^oory^.Hicronymus S\Reerts,behoMdelijk.

Kcchtatis, dat denfelven Sweerts gebonden fal ^ijn, op defen Onfen Ociroye te verfoecken oock t'obtineren attaché van die Provincie of Trcvincien , daer hy 't voorfx. Boeckjen falivillen doen drucken.

Inenten ende verhopen. Gedaen ter Vergaderinge vande Hoogh- gnnelie Staten Generael, in den Hage den fes-en-twintigßen ^pril feßicn hindert drie-en-tfeventigh,

Ysbr. van VierfTen. v^.

Ter Ordonnantie van defelvc,

II. FAGEL.

(7)

Aan de

D . S A M U E L C O O P ä G R O E N i

En

D . C O R N E L I U S DANKERTS.

Getrouwe Verkondigers der Alder-Ghrifte- likfte Gereformeerde Religie,

t'A M S T E R D A

Hooggeleerde H E E R E N , en

'Trouhenige N E V E N , ^ - ^ .^-^

K neme heden de vrymoedigheyc van deze mijne vermeerderde Z I E L-T o c q -

T E N over 'c A V o N T M A A L, die flechs in weynig eenvoudige Rijm-regelen be-

ftaan, aan U E. op ie offeren , enU E.

daar neven tor Befchermheeren der zel- ve te verzoeken, 'k Heb een gedeelte van deze te voren zonder mijnen naam uytgegevenj om dat degeringheyc mijnes werks , en de viezigheyt dezer eeuwe my be- kent was: maar bebbe daar door veroorzaakt,dat waan- wijze Verbeteraars en gewinzuchtige Druckers dezel- ve aangerant , verfoeyelikverandert, en zeer elendig gerabraakt hebben j ja z o , datze nergens de mijne ko- men te gelijken: 'twelk my bewogen heelt dezelve nu voor de derdemaal te vermeerderen , en aldus mee Privilegie te herdrucken 5 op dat alzo dien quaden na- druk , die alreeds fes malen herdrukt, en in veeier han- den geraakt i s , mochte geftuyt worden, En wetende

A 4 hoe

(8)

hoc groocen liefde U E:beydetot de Poëzy zijt dra- geirde, heb ik de vrymoedigheyt genomen om Uwe E»:

doorhichre namen in 't voorhoöfc dezer geringe Z i E L- TocHTEN te plaatzen , en U £. tot Beschermers der zelve re verzoeken : niet twijfelende of het ontzag 'dat al dewereltaan zulke ziel-roerendePredikers fchul-

digis, zal een ieder doen te rugge deyzen om deze Rijmen weder aan te randen; 'c welk het oogwit is van Rem die om verfchoning bidt, en zich zelven met hert en zieibetuygt tczijn

Hooggeleerde f^ceren, enTrofeeriige Neven,

Uwe Es. Geringde Dienaar

K I E R O N Y M U S S WEEK T g .

Op

(9)

Op de

Z I E L - T O C H T E N

Em

Z E D E - Z A N G E N

Van

H I E R O N Y M U S SWEERTS« ,

C K, dky de Ziel'Zucht ongewmt Soo T)avid4tjck te hooren fingen^

Eerbiede^ S w E E R T s, uw^ eerflelingen Als Tfalmen van 't Niew Teßamenty

Beklaegh irüt Boeck nkt, nu V gemein is En e lek ter goeder uer bekent ^

^an dat pao groofen werck foo klein is $ En't eerße ^icht foo dicht aen't end.

C O N S T A N T E R .

A s Aan

(10)

Äen den

Zoet-vloe;endcn, ftichtelijcken, cn hetfenrijcken Dichter

H I E R O N Y M U S S W E E R T 5 , Op fijn

Innerlijcke Ziel-tochten.

H I E R O N Y M U S S W E E R T S ' .VW H E R S E N - R Y M I S S O E T .

Riend S W E E E. T S, vermits uw -^jmfiet uit uw herfm vloeit.

Als T^Jw of morgendauw, die 't jonge kruit be- fproeit,

Soo voert uw eige Naam dit vonnis u te moet, I n feit door Letter keer ; uw H E R S E N - R Y M IS S O E T , Wat ïffeï foeter dan de tochten van ds ^d,

Door hirfsn-rijm getokt, van d'aard' en 't aardfch gekriel»

Tot Jefus, dat hy voor , en aan , en na fijn difch.

Haar feeftelik onthaal, en heugelik vetfrifchï

Uw H ÉR S E N-R Y K IS S O E T . Men fiet daar in veel weerts, Soo dat men wordt geraakt als door de fcherpt' eens S WE ER T S , Eens S W E E R T S , welk foet en facht ons geeft een liefde fieek.

Die d'ongevoel'ge ^el gevoelig maakt en week.

Ja door een heil 'ge tocht foo fterk bewegen doet.

Dat ieder Chrißen toept 5 U W H E R S E N-R Y M I S S O E T .

W. S L U I T E R , Herder van Chriftus Gemeinte

t e E I B E R G E K.

Op

(11)

Op de ' :,

Geeftelijcke Gedichten

VAT«

H I E R O N Y M U S S W E E R T S j

Erveldenaers f die kuifche Zanggodinnen Zoo onbefuifl mishandelt en onteert^

En ben, in 't oog van ydergefchoffeerty

JSIoch verirt om hulpe in uw ontuchtigh mintteri^^

Als haddenye, in bordeelen opgevoet,

len druppel van dat geil en eerloos bloet.

Komt leen van S w E E R T s, door eediergeeß gedreven^

Geen ooren meer tefchend&n door tty» dicht.

Noemt geen vermaek^, als t geen ons tevens ßicht M ondenvijfi de plichten van het leven.

Wie anders in de Dichtkonfi üchgewent.

Heeft mit het ypit dier hemdgaefgekent,

J: A N T O N I D E S

Vitn der G O E 5#

Op

(12)

Op de

Z I E L - T O C H T E N

E N

Z E D E - Z A N G E N

Van mijn Vrint

H I E R O N Y M U S S W E E R T S ,

Yn aendagt, opgerukc in uwe Z E D E - Z A N G E N ,

Voelt fig van luft geprangt, om u gelang t'ontfangen

Met roem en dankbaerheyt. Mijn geeft in de open lugt

Van uw gedagten, 'czy, daergy tot Godefugr>

Of daer gy vol van hoop den Sondaer doet verblyen j Of daer gy fingt, en leert te laten fpelemeyen.

Wy leven in een tijt dat Godt den lebender ftrafj Die de eerfte raet, en daet, tot delen gruwel gaf, Daer elk in oreloogt, of oorlog wenlcht te fingen, Daer in elks digt-trompet van moortzieke oorlogs-klin-»

gen

Van Lant-ontheyltery/en Stadt-fchofferen blaeft.

Ja niet dan van verflaen, en Zegen-iogten raeft.

Gy fingt ook Togt en Kri jg,gants bloedig; en een fegen Voor al wat leven wil, al ftervende verkregen

Door die nietfterven kan. Uw konltig digt-penceel Maeltonshet A V O N T M A E L , O ! levend tafereel.

En leert ons na gebeen en opèntlij k betreuren

^Van 't meer en minmifdoen, het hert, geenkled'ren fcheuren,

In

(13)

In diepe nedrigheyt ren hoogen Difch te gaen, Uaer God nu na den geeft, en doen in wefen aen Gefeten is, en ons fijn leden maekt, door 't geven

Van'c geen hy na den menfch wou,en mögt derven, 't le- ven.

De vreugt die Ifraël in de onbegrijpbre pracht, In rode en gele zijde in reyner rammen vacht, In/t gloeyende geiteenteen goude Cherubijnen

Die in de velr-kerk op de Bont-kift groots verfchijnen.

Het hert ontroerde, die ftraelt ons uyt nedrigheyt En fedige ootmoet toe, daer Chriftus beek in leyt«

Wech met hunne ommeflag , fyfchorten hare leden Op 't Pafcha, wy het hert uyt aertlche befigheden.

Sy offerden ,• ons wert van God geofFert. God

Verandert om den menfch, in menfch , o! liefde tóc Een onbegrijplijkheyt van Seraphins geklommen.

Gy die dehemel-lien, en geeften kuniverftommen,

Verftomt my ook, en duit niet dat ik feg, dan, Hoe ! j Lieft God den menfchfolterk, ja felfsien bloede toe ?

Vergeef my, S w E E R T s, dat ik verrukt in de gepeynfen Van zo een wondervverk,kom van mijn werkte deynfen«

G y dan leert onze ziel, na 't lieflijk Difch-genot, Uytroepen,Heyl isu, jaheyligzijtgy Godt»

De luft die my 't begin deed van uw werk doorbladen>

Brengt my tot daar ik oor, en ogen kan verzaden In 't ftrelende gezicht, van ziel-zoet Maet-gezang, Verrukte zinnen, ach! hoe zijt gy in den prang Der Chriftenze Sireen, die u gehoor doet vangen.

Geenloflezegen-zee, maar Zedige Gezangen.

Elkmifdaat voelt hier ftraf: elk misbruyk krijgt hier les^

Roemt Grieken op de deugt van hunnen Sophocles, Die in fijn Treurlpels-vaars vol woord en krachtigheden

Het Landt, de Stadt, het Hof, en al de Werelc-zeden En deugden leren kon j wy zeylen hooger pijl.

En vinden hooger deugt in nederiger Itijl.

Geen dreun van letterklank uyt konftrijk woord-fchake-i ren.

Hoewel uw vaerfen dit, en meerder niet ontberen j

Maar

(14)

Maar faken vol van kruym verluften oor en oog."

U w wakk're herts-togc is geen vals toneel-vertoog, Daar'c kontt en kennis heet telacchen en te wenen Byna in cene Itip van tijt; Gy kunt niet ftenen Noch bly zijn dan daar u het zielen-wee of vreugt

In tranen Imelten doet, of hertelijk verheugt.

Zozuchtgyom'igerpoiderfellelaftermonden,

Door wien de Godtheyt van Godt JE s us wert ge- fchonden.

Z o wert Godts goetheytweerin ftofrijk zanggehoorr, AlaarwijlmijhoogaldusuwZEDE-z ANG na-fpoort, Verfwind mijn grage geeft in 't zoet der by-gedichten,

Gedicht in eenfaamheyt,op voorval, en gefichten.

Vol fin-toets. Maar wijl dit geenbladt bevatten kan Daar ik mij n Rijm in wring, zo weet'er dit noch van _, U w Z I E L-TO C H T treft mijn ziel, en uwe Z E D E -

Z A N G E N »

Heb ik met luit en dank (doet dit ook zo) ontfangen.

G. B I D L O O ,

Op

(15)

Op de

Inner licke Ziel-toch ten

Cver *t

H. A V O N T M A A L.

In Maatzang uitgeboezemt door

H I E R O N Y M U S S WEER TS*

Yn tochtig hart, helufi om 't gadeloo\e Feeßj Dat Jefus al van outs heeft ingervijtf te hmdeft.

Draaft in dit mitte velt ophooger luit en leeß

^h ooit, en trotfi denfiijl en regel der aalouden.' N» kan iky eer ik in Godts Hejyligdom verf^kijn^

Van boven tot beneên myfleeken intgefleente,

ȎmEn als een Konings Brujjt) ofaardtfchen Serafjn^

Caan \itten in den rang der "ï^uiveregemeente.

Zo kan ik heeden^ aangeaaffemt door den mont Der heil'ge Toë'^y, my aan Godts taajfel -petten:

£», als een levendt Ut va:t *t eemvig Heilverhont, Mj voeden door 't geloof met hemelfche banketten.

Ditivtet ik S w E E R T Sj die hooge, en heil'ge Dichter, d(inki 2ijn .Avontmaalge^angt \oflaatig opge-ï^ongeny

Leert my niet op teßaan van 's Heeren Kachtmaalsbank^

Zf y my het dankdicht uit den boezem is ontfprongen.

Op %ulken FeeßgeT^angk en Goddelijken trant, 2al ik de hoogtijt van mijns Heeren Nachtmaal hoHdm^

Tot dat ik weer verfchijn in 't hemels vaderlant, X>(iar <f?f^? ^mioftnQÏt y^alßijtenj noch veroudert*

H, W A T ï R L O O J i

VER)

(16)

V E R K L A R I N G E der

T I T E L - P L A A T .

E heilig' A A N D A C H T , met een iver-vyer op 't hooft,

Vefl: oogen, hert,en ziel op't A V O N T M A A L

des H E E R E N ;

En wil door't Starren-kleet , en open' armen leeren,

Hoe graag fy was van d'aard' by 't heir dat Gode looft:

Maar ach! het vleefch blijft noch aan 's werelts kluyfter vaft, Die d'oude Edens-flang, vol zonden, heeft omvangen :

Doch eyndlijk krijgt fy noch haar opperde verlangen.

En wort, door 's hemels hulp, van dit gewelt ontlaft.

Vermids uyt 's Heeren heir een dapp'ren krijgsman daalt,.

Die met de wapen-fchilt van't Kruyslam ne'er komt rucken, Bn met het fweert desGeefts deez' keten Haat in ftucken :

Waar door hy dus die ziel van d'aard* ten hemel haalt.

Haar waarde Zufter, en haar lieve Speelgenoot,

Vermaken midlerwijl zich zelf in Z E D E - Z A N G E N ;

En d'Engle-rey komt af, om deze te vervangen;

En vinden wederzijds haar vreugde zeer vergroot.

Het licht van Godes gunfl: doordraait de gantfche zaal : Ja zelf de heyl'ge Geeft daalt ne'er om hier te wonen.

Hy lieft de Z E D E - Z A N G op alderhande toonen ; En laakt de Godtsdienft noit alleen om toon of taal.

H. Svv.

ZEDE-

(17)

Z T E L - T O C H T E N

Ontrent de verrichtinge des

H. A V O N T M A A L S.

' « — • ' — '

Om te gebruycken ter

i^ooi&crepöißgeüoo? 't ^, 2JbontmaaL

^o'w.Jr4 g % ^ g <(BeF Jefu, biß jo Ïan0 met ccn gebdbig 005 FßL69.6 ^ 1 ^ ^ <ïB>e$icn Bebt al mijn boen/ en 6ent mij»

obettreben/

(Cot uneem' ïft mtjn trebt booz bperige gc^

beben/ , (Ijoog.

^ i e in mgn jieïe jiet / fctjoon bat sp ^it avx joa.i.z9 ötDlicbe <rb^ißenIjfpt/HW aangename "iB^upt/

0}inki9.i. 9f^ faecjig om gaat jeïf^ in't %upIo#Ieec te felecben/

s,9 # m / al^ geroepene/ ter jprcß be^ Eam^ te treben/

£pb,4. g ^ a a t gp beelt jiclen-ïjcpi en tjemcigaben upt.

fß/.s4. i € n 3tct/ mijn &ert bat trekt om mê baar ïjcen te gaan/

7»^.6,sx (©mooft bie ^emeïrpt)^' en gielen-trooß t'ontfangen:

PA. 119.59 ^ocïj al# ift obcrbenh' mtjn abcrecïjtfcïic gangen/

Lfcc. 13.13 ;Be grontolen ban mijn stel/ 30 berb' ift 't niet bejïaau.' open.zoAz IBant/ïfeet / aï^ ih ïjet boeft ban mijn (f^rtoifTc apW f2^«,2o.43Ï^eïaa^iïïbinb' mp SEÏf 30 bupi/ 50 Loo^ ;o feljnlbig/

^eb.9.17 5^atihberbJonbertb^aag/ #oe 5Utgp:ogcbiUbig$

PA.89. J3 %ot lang fpaapt gp UÏD roe boog eeukirge gcna i

2 ccr.ix, 3 5Bant/ïf eer/ïjet bgoogz bïeefcfj/en 't ïoo^e 5icï-ferpent/

Jif^rr.i 1.7 j^ceft mp gefïutot/ gcfïciirt/ ban tjirr/Dan gïiiDer ïjcnens

%.7* 21 ^ 0 bat ik 00?' en l)ert be tuereït ïjcb gaan lecncn/

7^«w.i2,z ^eïjooR batwto toiUH^eiir mijn siclc toa^ öcJicnt*

(18)

2 I E L - T O C H T E N.

Jer.l^.s. 'h#eboptienblcefcïicnarni ge&autait/enuberïaren.

itf4Mi.3oö^iaïttoa,önipecnIaif: Sfftmintie'tgcengjiïjactte:

z)m.32.i$ S a ift jlaeg acï}ter uit aW ï(* toiett bet engïabt*

jQ,a^g.^. 16 ^ b j giiefïct^ en öaat bicnfi ïjeb ift ;ecr Mepn geacïjt*

}«/:$». 13. <8ii/in Depïaat^banu opHtufï-Dagte bcreeren/

i)^enb.i. lö # a ^ i k e e n öag-Dief banbiengrooten DagDe^Heerens

^Prtd.e.xz, <BeWijI met pDeï Doen Die Dik i^ Doo?0cb^acl)t.

qeiuzs'i^- 'ft Heb / aï# een oBjau/ meet get;onDen-moe^ 8 c ) o # / jj«è 12.16. %W om mijn ftinDer-recöt met ibcr te beWaren:

jer.9.3. $:a 'ft ben ban Daß tot Dag in't quaatDoen boogtgebaten/

iKo.z I. zo 251^ of ift ïjaD mijn $elf tot sonDigen berftoc^t.

Tit. ï. 3. 5^'2llfguntï/ en €pgenbaat Die tooonben in mijn ïjett:

Mait.^.iz. ^ i e ^ DecD' ift anD'rcn niet 't geen Dat ift jclber toilDe.

TWM.1.21. SiQ 't quaat öeD?eef ift jclf Daar 'ft anb'ren :n bebilDe;

G.«.4.4,s. <Ba boer mijn naeßen Wel / Dat öceftmp Diep gefmert.

y^c.4.11. 'ft ^eb ban mi|n eben-menfcöeen quaat gebodgeßab L«c.i8.9. <Bn ifttoou jijn gcacïjt/ meer al^ ift recfjttoa^ WaarDig;

^a;3j 9,10 <ï^nïaa.é mijn Daaglifté Doentoa^noittcrccètrecljtbaars

* big/

z^f.3 3.3 T. 5^etoijl De toin-$ucï)t mp in ïjett en nieren jat.

:E^*.I4. 3,4 %(%ßeItgoDt toiert bp mp een autaar ojjgerecïit/

jdc.i.is,\6 4%BnD'armen DeeDift/ifeer/Doo?fiarigbeit/berfmacßtem i.«c.i6.i j>. % p^acöt en IjobaarDp faetooonDe mijngebaebten/

T^m.z. 5. Bo Dat ift öeb een fcSat ban tooren opgelegt.

3 70^.2.6. O Jefu, ïjabb'ift bocöuto boojbeeytnagetreen/ (ben;

jE^M. 30. 'ft {#aD noit Dien goeben (ßeeß beDgoefk nocljf uitgeDje^

py:i 32.14. .Wjn licljaam bia^ uto ïjnp^ / mijn jie! uto lulï gebleben:

jtfi. 6. aBaar nu ban top tot teen ïf i bol afgripft^een.

-s;r.i.io,i9 'ft ïfcb't loft-aa^ niet bermijbt/bat nu mijn sici ontcujï«

•s^mAz.ii *ft55enibcrIoo^ gcbxee|lin4ßob#Dienßen gebeben.

I p«/ 2.11. 'A # a ^ bïecfcijelift gr jint/ en bol faegerrliftbebcn/

z rm.4,10 ^ a / bo^ßift 't scgjgen / #eer/ De toereït Wa^ mijn Inf?.

(19)

Z I E L - T O G H T E N.

»jtf.^fi. 3 ï. 5^e Wcu0eï^ ban gcloob' en ïieföc ben ift quijt:

jpw«.i4.5. I^oejaub'iftriutotu/ ó Jefu, ftonnennaö'ren$

c?É».3. 7. 'ft <^ta fcöanöelijh boo; u/ en binö' geen bijgrfalaöten/

T/«.!^.!3. m\\\ ift noclj&oo$erben aWnu mijn montb:IU'5t.

Z'fk.i. 12. 'm^iy^ ub) fafiftellicfet mijn jiel een^ recljt boojfïraalt/

8z.ech.%, 6. d&pjuIteenjanöen-pocIboïDuijent groutoclenbtnben:

Mat.15.14 4^p juir mijn gangen ;ien aW een bet gccfiïe ölinöen/

I ƒrf.z.z 5. ^ 0 Dat ïh ben ban 11/ mija i^cUant/ afgeötoaalt.

TA 3 8. ip 5^itaï bßftenn* ift # / en ben ter booDt bcb^oeft/

p«d. 11,2. #@t ih niet lufï en tuU Die gcoutoïcn ijtb beb^ebcn/

p/^Ai^s. p g a u gctergt/ mijn <0obt/ Den oogfpgonft ban mijn leben/

Predni. II, <ßn ging te flontcr boogt/ om bat uto fïraf be«oc(D\

Klaag, s,16 #,;g mp ^gt ift jQ ftoaa? gejonbigt beb boo; n ! Mat.z-,i9 <^gobm fpotmetmp; &/ fcieeen€ö^itlcni)«tte/

z)w<.5218 j(|ibgantfcfi onc&nßebh mijn(0obtmiin i^tilbfrgcten:

Mat.z6,z7 'ft BeKbien bat ibec mp uü ooft in 't aansicïjt fputo.

5^A p. 5. # g i biienb'Iijft ßgcbe-bogß / ban 't met uto recljt bz:

Ißaani

z%' 16, s. C^at mijn bcmojjïe jlel nocïj aan «to tiifcïj 5ou treben ï J 0641.6. gft #^ift )flfal^ ih 5tc mijn eigen bupligljcbcn/

jieb.^.13. q^ie ift boog u gesiebt/ $|eer Jefu, Ijcb begaan*

Mar.i^. 3. ^(ct Jefu, liebe #eer/ mijn Bagbu^-flcfclj i^ leeg:

pfa 38.4>6 'ft j|eb iifet aM $onö' en flanft te leggen aan uto boeten.

jüuh.6.6. # a a t niebe jal ift u' mijn ï^epïant/ ban ontmoeten/

jef.ss*io,n 't € n 5P gp in mpjlogc bat« te öaaen pleegt

x«c.24,3i. <^clj Jefu, jleeb mijn ïjfrt boog ootmoet in Dm biant ! iifjc/;.5.i. |ß(om/ ^ecrfcïjcr ban mijn ^iel/ laat uto genabe geuren!

Mat.i^,zz oBrberm u Ober mt)! omfïupt uto lief De Deuren!

PMs I* 11 if etbogm mijn boojc ïicrt/ gp i^tbt ïjet in uto bant.

Mar. 10,46 aBanr/ #eere/ 55agtimf U0 iS noit 50 blint gctoecji/

ope.z,J7,n SW ih ben aan be ^ielj maar opent gq mijn' o ogen/

7<;^3i.i9 ?^atfpDe leeliftljeptDrr5anD'aanfc^outoen mogen/

*^i^ï.2 6,75 4^pDat ift bie befcïjiep met Itcïjaam en met fleejt.

(20)

2 I E L - T O C H T E N.

TA 5113 ïl^ocïjfïootnip nimmer fcDecb ben iftmetsoo't&tfjoo^:

rPhit 3.9 3iM hoorn niet om mfjn self tn:ï)ibeci bij tt öitupgcn;

T/a/ 99.5 iïöaar boog utoboctfchabJ ootmorbig ucei te bupßrn/

p/ä.6.9.10 ^ctaijl OP na 't gcjCöicp ban ftcahhe fonbaar^ ooojc

^•/»r. 9.6 s^ofïj/ # e r / ife ben bettpt mijn jonbf n af te gaan/

p/*,i 6.7.8 (gßß töil mp aan UVÖ raaöt octoiïliö obecgtbcu/

Lucip.26 0oibocnöctoatutoBautï)EEfc mniuWuCücfrDgcbm/

f^;44.13 #annccr gp mg / ó qßobt/ ract femcj)un bp toilc ßaan.

<?£«. 3.7 # a n r nn gp bnß/ 6 <ö^obt/ mp b'oogcn open boet/

f^r.9,6 5^5rb' ih ban fcligiïi en fctjaamt öie niet ten ^emci iuenben.

yoói5.i5ii6'iï^entoa!geïi]6bao|U; mijn^icïi.^boKI nöcn j;r.5,3,4 <0cD <ßobt/ bet $onbm-33et beihecrt in jicLn-roct.

Mat.14- 31 ü o m Jefu, reph be ïjanbt / op bat mijn pnbcn^-Iajl jonn.i.iö j # p n i e t t t t i^tlV en ö?iiht« O ïj^^ïö^on ban g:nabe/

z<*k6.13.1 5£aät bocïï mïjn buple 5ielin nWc fiioomenbaten/

opcnb.3, zo € n neemt mp Weber aan/ en raaah mp tot uto gafl.

openAs. 15 05» immer^ bebt boo? rap (ßobt# too?np-per^ gciretn/

T^wf.io 2Cï^ifeutDibpanttDa^: $onbt gp mp nu berfiotea jef.s S.6 #u:hnbibbenb'ggeh/ met b^oef tjcpt obergoten/

joa.6ri7 ^otoapubjgoetöeptiipt. JSccnUibc Jefu titm.

f{/^^.3.i4 g h ïjoop op nto gena; betoi)! gp tik b. looi:

.s^r.28,13 ^anbunbiß metberonßaar gonbmrc#bek.brn:

^'ar,d.ii. 23 <en ibneem' i)jjpIigboo? / mijn ftoah[)ept te befïrijöen/

:/tf/35.iö <©pbatuto'&ciil/ 6<ßobt/ macbrujienopmijnöooft.

'Tf.si. 3,4 #eIgIorpr(jÄe (BoW todb^ienbelijheüeer/

Eto.^. 16 ^traf mp niet bat ih tit^ met bgpïjept toe 5al treöen.

'F^m.6.r 3 3|ft offcr u mijn $ieï/ mijn bert/ ai al mijn !ebe?^/

iod. 14.16 oBn toenfcb Dat ntoen <S>ztft tit er ntoigïi jh tcgeer.

spr.9.zA ^[ftgabannaarntobircbj enblbb'/ójefu, baal pß^ 34.19 g » mijn berflagen giel; iaat ih u baar omfang n/

PM:. 12 <E£n gna t^at ih u fïcfb^ macfj ftuflfen met bnlangen/

c'/''''^is' 7 ^ o t ihubccl seaift ia'( rtu'plg b|c«0be-maal.

Eet

(21)

Z I E L - T O C H T E N.

Eer men na des Heeren Tafel g a a t . t T ^ hi^'er öe tijt/ mijn jiel/ faan t groot en öepïig fecß/

ï Cor.n.zi. ± p e 55,.uplüftDie u 't Kamöebolenfjetfc tcöouDcn/

*4. ^ p öat gp äan fija Oooc cn licfbe öencfecn SQUÖC.

'3r4/.3«. j> (©in \tatiß ticröeuflt te $t|n/ |a Djonchcn na Den OcejJ.

<ßa5t 5lt fiier jf If boo?-aan/ cn rotpt mct lupbct tïcm/

j^/n-1 <B al Qp öo^jlge/ hoin l)icr/ ih jal n geben

^ e toatnen bau ftepl/ De tnijn en mzlk ban 't leben/

T/rf/.j 3.3 ^iß u berquiht op rep.5 na t fcljoon SIßwpem.

^P9c. 22. a©at tocft gp ban/ mijn ^leï/toijl 4ßobt u gelber nooöi

»7- Sl^ucaaßWc^ meen. 3f^'t$onD'i0ec}jtmoofltgpD«n b tcoeben,

j (Tor.iu if^ 5ielc tree uirt toe/ of toiït u eerßbepgoeben:

2 8,2> Want Wie ontneetDig eet/ Die eet De b ) # öoot.

Luce y. 8. <j^ (fßööi fajat i^ mp bang.' 'h $ie mijn onkeerbigßrpL -w^w.is s 'ft 25én/ aï^ een Dtoafe maagc / ia jonOenfïaap ffebaïlen*

y-«-?-* Ban tien geboden/ #eci;/^ebb* ïf* niet een ban aden G4/.3.10 atecß; ongefcljent öetoaact: tiie# ijJ mp bïoeh btn^t*

Bonö' ïïi / ó Jefu, ban nocïj treöcn aan nto #!(cb ^ Joa.ii,^o ^ouD'ifj/aI^3fuDaj?/nac^Det|antterfctjottItichen

<èn grijpen na oe beet i €> #cer gn fanöc ïjet to^eïien:

I dr. 11.Z7 # g i fujft een aan nbj bioet en lijben fcöuïöjg i^.

fßi.s, 7 (ßp trcFit ben ïjupcïjclaar bet baïfcö mam-aanfïc[jt af.

Jtr.l^,ïo (0p pjocfc mp 't !)crt* en nier: mijn oenchen / boen / tn pogen/

Heb,^. 13 5^at aï/ ó (5obt/;#met bcrbnpjïert boo? nb)' oogen.

ffau s 0.21, (fßp ftDïjgt en èonbt n fiil/ maar laa^ tot grootcr taaf.

^oc^tan^/ 6 groote <i3obt/fcljoon nto gercc^tigöcpt/

#^p blirerat boog Ijet oog/ ter firaffe ban bc jonDcn;

K#et IcbgicMcn cbcntoeï blijftaan be #oop bevbonben/

^•^•'' 34»6,7 ^r^iQ^^ r,to barmïjertigieptnoic $onbaar i# ontfcpt.

50 S <en

(22)

Z I E L-T O C H T E N.

<Bn aW lA ()ier op oog/ mijn $icle jlaat berbaajl/

'Mattk, 2?. <^n ï^ al^ raDeloo^ Waar geen fp ßaar fal tocnoen: (ben;

3,13. <0p firaft fo toeï die 't M a a l berfupmen/ aW öic 'c fcöen^

>r.i 8.7,8 (Zßn 3Dt tot toornen traa^g/ maar totbergeben öaaft- Pwv 2 3,26 ^ i e # Aoom iF* nocß 6 #eer/ e n k g g u ï ßerte boog/

Lttc.1%,13. aanflct öet/ gcoote<i5oDt/ inetoogcnöer genabe*

Tfa.^z,z. ïfct fc&jeeubJt geltjft een öinö' ban arigfïen obetïaöen/

j/iip, 176 <0m t toatet ba« u gunlï/tsu.^ afgeötoaalt ban 't fjjoo?»

rpfa 77.10, i^ebt OP genaabV ó dSobt/ en bcelt gp bic niet upt i 7^/64,8. #oub öp bic boof Den menfcïï/ uto maaftfeï/ojjgtfïotcnI

# f f a l mijn ^onben-fcßnlt mp Daar ban m benlooteni i^m.s.20 g ^ 't öefc/ #cer/ bic mp upt uto' genabe flupt i Z7,:33*ii <0p immcr^ïjcbt gelept/ gef toorcn met een cebt/

Bo toaarïïA alé lA Ictf/ 'h toil bat geen sonbaar fletbe;

^IBaar bat t)P ficb beheer/ en 't eeutoig leben erbe:

'Lue. i;,%i IBel/ i^ect/ neem mp ban aan bien 't fonbigen i^ leet, 37:130.32 i^eer/fogp op bc toaag ban uto gerecötigïïfpt

Wilt fathm na 't getoïcljt ban on^ berblochce fonben;

'2)an.s.i7 Wit fol/ aï^ SJcIfaja?/ niet^gn tefießt bebonbeni p/«/.i43« 3 # i e n fal uto bgienb'IiA oog niet eeutoig stjn ontfept $

•^phef.z.j ^iti j^er t/ een Wnt bc^ boot^/bat fdf fijn bonn*# belt/

T/4.4z. 8 # a t in fijfn ^ieïc boeit een afgront ban mifoaben/

i»c.i5.19 5^atfmeebt u om ga^bon/ om 't (eben uptgenaben.

2 ßr. 2* 7 <0niflrm/ontfLrmt uHeer/toijl 't ïje« in tranen fmelt l T/rf/.jI,«> ^$ u be siel te ftoart t neem/#eer/ een ^fop-ranït/

oBn bop$' in 't bïoct uto'^ Boon^/ bat faïfe toitter toaflen jef.1,1% %i^ fneeuto of tooïle jijri: en ban/ ban fal 't rap paffen Mar.i,z% 5^e btupmef^ ban uto ^^ifcïj te famelen met Oan&.

p/ï s 1,11, # e n b t bif^ uto aangeficïjt ban mijne sonben af/

»*'i3. ^ j , laat uto gocben «fßeeß opnieu toc'er in mp toonen:

ar«M. ï4 'ft0al/©aber/alleenhintmpboojt^gcï)oo]faam too;

n e n :

€ n maften mp m^( m?f ? fo MuIWg aan «to fïraf.

(23)

2 I E L - T O C H T E N.

HM^i^ mc\/ Sieh toef ban niet/ ga met bjptnocbiflljept;

<^p bebt een biienö'lift <0üÖt/Die 't qiiabc ni:t toiï to^clien:

jtf4i,i ü p fal 'tgeftrooftte tiet niet mogfekn noclj bgehen:

ffz.c.1%. 31 ©002 jonöaar^ bol bcwutoi^ offen ^tfcööetept.

5tM.19.30 e^zlaof/ mijn $ieï/ geloof bat Jefiis geeft bolöaan/

Mat.io.ii %p D|onft De helh ban blotft/ uW jonöen allesaöec:

^ l e ^ fiP Geen otammen «aoDt/ maa? een bctfomöcn ©a«

bet

a for.ó. 17, gTe moet tteebt/ bie ïjier $it bol liefbe boben aan, ,0a ïjcen ban/ 6 miin siel/ ï)P fp^ept fijn' a^men upt/

^'^''* *^' llu fal u met een ftu^ fecr b^tenulift toelfeoom fjetcn:

eh al# gn aan fijn mftl^ fuït 5ijn ter ne'ec ßcfeten/

7^y:i5»«. ^ a ! bp m e t W s ' en bganK u toeben aïjs fon 23jwpt.

G E B E D T

V o o r ' t ontfangen des H . A v o n t m a a l s . 7''*,i, 16 / ^ ©jicnbelijfte (ßobt! 6 ^pjins-b^on ban gcna!

V y 5^etorjr aan ntoen »Z^ifclj Wogt laafeni^ ßebonben/

Mat.iuii ^ o {tornt mtjn stel tot u/ beballafi boo| be ^onben/

170«. 2. X <en foeft mi)n ttoofl bp bicn boog toien ih fctjnlbis jïa«

jF^A4» 3 5^aal nn/ 6 ^epFge (fßeeßin gegen/ op mp neer/

^fÄ.3,17 4Bun bat ih in mijn 5«! mijn Jefus macfj ontfangen;

Oiof.z.t^ <ïBn bat ift aï mijn fcénlt iriacg aan fpn ferupce Ijangeii/

1 Cor. 15,5 s oBn ober ïjeU' c n boot op Ijeben triumfeer.

jfM.i4.2 3 <^ Zaligmaker kom kom Woont bu^ in mijn bert/

LHce 17,; f^erjierfe mijn branhe loop/bcrmccr mtjn ftoah Oeioke:

<i^ntttccft mijn 3licfbe-b»cr/ en toiït bc ptjl' nptbobcn

£ph.6.16 q^ie ban be^bupbcl^boogopmp gefcöotcn toert»

pfat.i5*9 <B i^eerctotfbocïjniEt/fpgecfebgeöetotmgnsiel:

17^^.17.16 ©ultmp/utoiccgeftruph/metolpbcrgcnabe:

Jiikh.y, IS <ßn (iop ben afgront toe ban alle m^n' mijbabcn/

G^i'5.17 ^ n benft niet tot toat qnaat bat tocl mnn blee^ betbicl.

31 4 m a a r

(24)

Z I E L - T O C H T E R

^ë,ï\. lÄ itt^aar benlt/ 6 Jefa benft/ hjn $fjn naat u gcnoentt 5

%^;»4.ii 5^ic^bibb'ih/rcpftmptOßDe5fg:lenbantlebeu:

Matu9.2 ^£gt tot mijn sicl/ # soon um sonbai jijn bcrgcben.

] ^ . 3.24 25£|jouDt f 0 Ü002 gcHvi biß gp boo; rec&t berboemt»

T,z.e.i6.26 <^ti jyft/ ^g(g/ upt mijn bo?tl aï toat'er u m # a 8 g t ; f/,4.2i,i4 ©ermoojt baac bouöcn menfcfj/ en boet ben nieuWm ïe;

ben.

T/J 73.24 <0elcpt mp booguhjraabi, Mi\imp ben fteurjlern geben

^foc.2.17 ï^ieiöeiUebciUigban«/ójefu, bjaagt*

«0nn bat ift ceumaal nu bc foetiößebcn fmaab joanß.^z g^iein bee^öemel-fpij^jijnöepïfaamopgclloten:

jefti. 3 (0UU b;C mijn b^oebe jicl met tcoofi too|t obecflotcu/ ^

€ n bat 0a Jefus blijft mtjn glorp en bermaaö^

Mati s, 6 ïtom/ ï^ecr/ btr^abigt bn# mijn fjongerigc $ie1:

M4Z/.7,7 ghfeoom/ihMopp/enbiDb': #oetingenaöocïiopen»

jef.ss* I e ü n bat ift nu om nïet bc melk en toijn macf) feoopcn/

ye/;i. 18 fCot lepwgmg ban 't blcefcö/ bat bicp m $onDen biel

# c l #eeie Jefu,. sietift tree na 't l^epligbom/

ppz 81,11 j^cïbuïtgp monen niont/ betbjoliht ga m^n'nieren/

^fflc.ii?. 9 (0Hn mp alijxc uto l)epl/ en Iaat mp na'maaï^ bieren

^po.2i.2o Hbjeèutoiggïcrp-fccti. iliomitme Jefu feoml

In'c nad'ren tot de Tafel,

Cant.z. s X/f i n <ï5obt/ï5etïaautoc5i2l/ öoebisl nietrcc^jtberept/

#ig pogt be büetrn aan om tot uto ^iftö te tttbm:

:£xod. 33. i^e'Jb'xhgcnatb/ 6 (ßobt/fa ga utoaanficjt meDe/

i3,is. oBnficïlempgeiujï/enttiemniijn'tteuUflöcpt.

p/,si.ïo^i9 4^ Jefu fict om leeg met uto gensbig oog I

jef.66. z. ï^etb^fehöe beenen niet Die bcebeab' tot u nab'ccn«

Lev.u. 45 €>c!) mijnm laatftfjesielfcïj^eumtfclbcctebcrgab'ren

i.»«i8.i3 ^jn'ttocetbija^g^o^ang/geöepïigtbAnom&aog.

mm/

(25)

Z I E L T O C H T E N.

Uatt.9. n mmf Jefu, tDijï flp $t)t alleen öe iBeöicijn/ I jef61.1,1 ^^e (ÖTrooiïf^ ban m^n 5iel/ öle fclber öooi uto saoberi

L..14.16, m p tot Dit 5p?lia 5Pcetl fa b^ienöelijh Doet nooDen/ | 17* i^oe fouo' ih/ ó mgn 0oöt/ ijlcv in nocij fuumïjj sgn^ 1 Gin.zr. u ^o#8H#»^9"bo)te$ielbiß#zeptal##msai^Wnt:

C^ui. I g # och/maar kan / ösïa«.^/ be troojib^on nocjg* niet bin ben,

I Pet. 5.8 # e ^ a t a n poogt mijn stel boo; toanljoop te bpr jlinben:

%om.t^.xo #eip Jeiu! eet fijn maci)tmi)nftcac&:enobej:ü3int.

L»c.i4» 16 ^ic/ een betlooren $oon/ in V tocceït^ b^af gebaeör/

# i e nabecE tot ubj''^ifcfj/ en biengt üeepi Wagte mebe/

vers I«'fe l#eb fcö^ihïih tegen u/ ó Babcr/ obectceöen/

wrs zo Maat Doe mp nu gcna/ en hoorn uW hmt te moet.

jef6s.ii <©cïj laat uto ingetoanb cen^ romm'ïen ober mp^

yjA.ro. 19 (Cïce tot mijn fiele in/ al i4 Die bene gefloten:

;ƒ f/:4o» 1,1 €»un batä'c boeit De ttooji ban utoe gumtgenooten:

€>pbat bit ((ßnglebgoot l)aar totbecqulcklngbp.

cw.ï l i <Bn ï)Oubt be teugel reep ban mijne flnntq baß/ [Den

€>p Dat geen aatDJ gebacöt' Die Duet ban't tóaaröjïe fcpen' M^w, 16. jiïsaa? laat)' u upt beo Igofop (ßolgoiba gclepüen/

A«r*ii.44 # a a r 9? fo föiomt int bloet/ en jioiti boog jonöen^ lafï Mati.ij. ,ï^ïjn5onöen/Jcfu,5ijn'tbicbaacubJl)cpligïjaoft/ '.

joan.i9,ii Hbj ïjanöen/ boet'en3#fo becrelijhDeutboo?oen/ ; jiuuh. 27. Mm jonben 5t)n 't Die n aï^ bïtfe beulen raoogbben/

Z2,2 3,46. # i g fjelïben u een Wijl ban '^ ©ab^r^ gunji berooft.

aiocß i^ 't u nift genoeg/ ó Jefu obcrgaet/

G^j.3.13 ^ a t gil Dit air om on^ becbloshte ïjebr geleben/

liaiih. 23. €)(] WimtnietöemeltoaaitjVof laat onö fjitr benebcïi i s,i9,:o, ^ g teeften^ baar t geloof Wogt fceerlih boog geboet.

1 coi-Ai.zj, <BßEf/ liebe) efu, geef Dat toii bie toeerbiglijh i3. <^nt?angen t önfen tcoojT/ en baßeliM gelöobeü

£/.i. 13.14 %tbitbe$egel^)!jn Datbaufotoia ßier bobcn ,

«^jku 6. j <> Ooh füllen na Den ^jfchtoe-treDen m uto Iiijö. !

2& f 3,

(26)

2 I E L - T O C H T E N.

iMce zi.if gA tree tran (Cafeltoaatt/ om onöec toijn en b^oot 1 Cor.z .2 0 / mijn fleftrupfie (fßoöt/ öoo? rejon gelooft'ontfangen/

Heb.io,i9 <ßn om u eeutDifl ih/ mijn geplant/aan te bange»/

*n !• H,u ^ ! e mp &ct leben gaaft toanneet gn ßogßOen Doot.

I n ' t A a n z i t t e n .

JJH^itt'iftboojubJooö/ojefu, aattuïaWc&2

€>cl) Wilt mp aW een gafl ontfjalen en ontfangen l

^4/.22, IL <gn i^ mijn $(el niet rcc^t met feejlgetoaat omgangen/

' ^ * <0cß banöß Daarom niet ban u in Dupflernts^«.

i cor.i^z ^|gt op tic toiï/ mijn <ßobt. ^enö mp niet leeg tocerom/

pA^.34« 9 jBaar Iaat mijn Djoebesiel Dijn troofi engoetXjeptßnahen;

2 Cor. s .17 (%gn Wilt on0 in uto Boon tot nieutoe fcjjcpfel^ maften.

^^'3*^« iftomöonfoüFcetïmetonf. Kom/UebcJefu, 6om.

O p ' t ontfangen des B r o o t s .

1704.6,33 r)WIcbengb^oot/mijn$ïeI/öerpij^faOD?€ö#i25mpt lfw.4.4 i^erijeug u/ gn ontfangt De tcou ban fijn genaöe;

ho^. 14.23 ^ P Telf^ homttot n in/en fcïjenfet n fijn tocIDaDen.

Sßeöenht i^it ïjepl/mijn jicl/ en fcDep öaae nimmer «pt.

Of anders:

joa.20.2 s # i j n geplant I 6 boe (ïerftt gp mijn gcïoobe nu ï jM.6.51 <0p gcefc mp 't leben^b|oot/Bet jegclban genaöe.

joa.u 12 o Jefu, jfeomfieïj'uto bloeoigc toelbaöen.

% z . 14, <ï^p secfc n (ê# aan mp/ ih geefme toe'et aan u.

O p 't ontfangen des Wijns.

7M.6,;5 yoBcïjcfu/ó mijn jieï l öiec'0 toijn bp 'töemelfcöb^oot.

Becmt/D^inht/en jijt geiulï nu Dee;' u macl} beßtomen.

7^414 Uto' Jefus ijSutobo|ggufnitnoitDo/tibekomen.

^rhent Oit ïjenl/ mijn jfcl; O a Ijeen en melt pjn boot.

Of

(27)

2 I E L-T O C H T E N.

Of anders:

zacku.i <D Jefu, ^epïfantepn/fjaeb|ienö'Iiftlaaft UPmpI joa.6.ss MW blow i^ toaa^Ufe öjanft / en recïjt25ctéc[öa*^firoa^

men. [men/

jef.u 18 ^ijnpu2p'ie5ieïtDD?ttoiM15uïjoeb'ifenietete|cW00' 2 ar.5.14- Mm öaotfcöult 10 boiöaan; ih lebe Jefu Dp.

I n ' t Afgaan.

Litc.z.t9. Q <00bt Iaat nu ntofenecïjtmbieöe oenen gaan/

3 °' ^ i B a n t 'ft beb uto' ^aügö^pt grficn en felfontfangcn:

Cant.1,4- 3ficfï trch mijn ïjert tot öein, <ß Jefu, mijn bedangen/

Mai.zi^io 9flï ga iH ban uto ^ i % / blijf gp bp rap boogtaan.

D A N K Z E G G I N G

Naar 't ontfangen des H . Avontmaals.

/^/6.13 ^ ^^iemaaï ßepl'ge <^obt/ toat banft/toat pjö^/toat V - / eer/

T/ii6. u ^al mijn berïjeugtgcmaet aan utoegoetöept geben $ jm.6»s i (0p ïjebt mjjnsiel gegimt bet b|oot ban 't ecutoig leben/

Gm.i. 6 5^j0 boog een appelbeet lag in bc belle neer.

I for.is.j <0cb Jefu bat ift nu een tong ber€ng'len bab/

^foc.i9.i <mm u/ ó ï|emel-3llrt0/'t ^alleluja te fingen I

üeb.i, 14 ^ p rcb mp boo? u boot. <Zgn geen ber tierbelingcn T^Gm.ft. 3 3 ©erlaat gp iik u fïecb^ maar iyaai geloof ombar.

Tit.i,i,^,s #ant/#eer/ih ben bit geen bieban nfo berbiel:

Boebtan^ gp beelt mp toe ubj goetbept ongemeten:

ijic.io,24 (ïBnJefus, bieng'ontbiciaan©ojjlenen ^jofeten:

Lac.z. zi ^xtzs ^imeon m b'arra/ maar ift nu in be siel.

Ltic, 2,13. ^ie# fitigt mijn bert ban bgengt/ gclijß be €ngïe-rep:

H. (gcj 5p u/ groote oBobt/ in bemel en op aaröe:

pßti.zz.7 (t^erjp u batgn mp/eenWogmhen fonber toaarbe/

lh>i. 3,29 ^w fcöenbt bet burgerfcöap ban '^ berael^ burgerp.

(28)

Z I E L - T O C H T E N.

pfai,s6.i^ (%ßp Bebt bc ßrm De^boot^gcbjafecn glar in ttoee.

ii<?^/-.6.i9 0 | i jjebt mijn anhci baji geiua^ycn in oen ijcmei.

:Ï(ÖW.8,38 0een öuptieï/öd noc& öoat/nocö onDcr-aarb^gctocmcI/

J'f'9' 5 ^cïjept mp ban J efu at7 öien Bogß ban alle b|ee.

Tß.3i. zo itae groot 10 't ßepl / mijn <0aöt/ bat flp be (bnbaarß ßceft 1

Joe 7.Z0 # a t boen ih bef^ tot banft / ó dß^oote #cnMcn-&OG=

bet*

^ a t gn bu^ bjicnb'fiïs mp/ mijn fulïec en mijn b?oeber/

Ephef.z.i 5^ie boobt in fonDen 3ijn / brengt baat men cmtoig leeßl

Tf.ioi .2,4 U banft ih/ 6 mijn <0obt/ boo? befe jielgcna;

jef,4-i.z s (Bn biW u/ ^ e n h niet meßt aan mijn beogebcn fonbcn:

iVa.143.io (fßunbat uto goeüen (%ßeeßßceb0 bp mp toert bebonOenj

<^p bat ih mp/ fo bkiaa^/ niet meer te bupttn ga.

zPar.zo.ii JH^ijnfïo|bigb|np!of^MectIïc&t gpniet aengeflen:

jnatt,i. 8 (gnfcSoon ifebenóiitoaatöt/ gp Jijt tot rap gekomen:

Lucis. 19 ^Fi/Die aï^bafïaartïeef/ben banu aangenomen:

I Pet. 1.14 a5eef Dat ih nu bco^taan u al.é een fone Dien.

jeßs^. 10. <En Iaat be focte fmaafe ban beej* uto Croofïfantepn iSoictogchfn ban mijn 5ïeï: j ^ a a r Jefu toiltmp geben ijtce 1.7s «ï^at'ft l)ier Docg ïjcpUglgft maclj naar u boojbeelc leben, Mauh.7.11 <Bau/ mijni^epIanDt /jïaag boo; toelboenbanhbaar

^pocA.s # H Jefli, gp i3ic mp gelieft ïjcbt en bebgijt/

I jw. I. U banft ift Dat gp mp b^bt toiUcn $alig maften:

11,1;, <6n toiji gp mp bier ban be $egrl^ bebt Doen [maften^

^pcs.iz^ ^0 5p 11 oanè m eer ban eeu tot eeutoigïjfpt,

A M E N .

O ver»

(29)

Z 1 E L - T O C H T E N.

Overdenckihg naar't ontfangeïi des

A V O N T M A A L S .

M

i n si(Icp^\tter5Feetïbp<Bo!)c#^oongetoeefï/

e n ßcbc ölöaar gcfmaaht öe bjïenDïihljept De^

ifecren/

zjwr.s.io. ^cïjep niet / of Wilt u cerfï rcfïjt bsn&baar tot fjera fiee*

II' ren:

# a n t Wie onüan&baar l.é keft erger al^ een ï?ce|i.

PA.78.3ö, 5iiï^ gfr'd <0obt bergaf/ öie 't fjii|fDc met ïjetlOSanuV ) I. Streift ö:ant fijn toome-bpcr/ en tioct'cr btevliß jlcrbcn*

<^ 5ieïe Xeer j)ier lipt/toilt gp €>obejegen erben i If crftaau öe fpij^ met bank: fo homta' in Canaan»

i^et ftaim en eert scen Boom/ al^ 't efecIiJIeejïbart ö'aart/

H^aar ö'oeßer/ Die öen ban bt^ ïjeme!^ ïjceft berïtregcn/

• % e n a t fct)oone yeerlen bao?t» <^ jieï $ijt 30 genegen»

#cbc gp <i^olif i)f pi gebat/ $iet Dat gp peerlen baart.

?/rf/.84.5 <^ (i5obt I mijn sie! bef toijï^t int oogen op ub3 fjepl.

M*tr-7- SI B'on/ maan/ja berg en rot; macDficij te recï)t ontfetten/

I o>r-is.5s 5^at $onbe/|}el/ notïjboot/ uto goccßept kan beletten:

T^m.i.is, # a a r bat uW liefbe/ 6 (ßobt/ i^ fonber maat of pepL ; 1 sam.7.1% mit ben ih / ï^eere/ Wie i en toat^ mijn Baber^ Ham/;

rpfai 8.5.6 # a t gp mijn $ieïc kroont met fo beeï goeöigïjeben ï pfai.^s 9 oBp boert mp aan be beeh ban uta toeïinfiigï)eben/

1 p«.i.i^ (ßp boebt mp met b? fpij^ ban 't recïjtc fnpber Kam.

1 J4W.9. s # a t Wa# ih #eere meer al^ flec&^ een booben ïjont t Mntth. 16 u^ai; beter al^ be bgon ber boofe #anani[en l

"^'f* 23.5 ^qeßtan^ gphomt mijn öooft met olp obergieten/

m-ii> 15 (jpp 0ceft mp't €ng!e-&j»aet bol-op in mijnen m o n t

(30)

2 I E L - T O G H T E N.

Lue.is, IJ, «jjej, \^ niet j^eer bie geen öie aï# een öoofe soon

*''' ^ y gaeö'rcn ijcb berquifï in 't öactï)"?^ ban De toetelt ^ ant. 3.9, 5^ie 't luflp^iecl uta'^ 23^u|it^/ fö goböefift öepeerelt/

lo.ii. i^cracïjtfïeïï/fcïïoanöp mp baa? b^ienbeïihöccDno'oni

€ n nocötan^ gp onthaalt mp aan uto fcïjoanen 5^ifcïj/

T^ow 8.31 45p fcöenïit mp nocß uto 0oon / inet alle frjn toeïbaöen:

T/4:/.io3.8 (0 al-berflDC0faam <00bt! 6 afgront ban gcnabenl GAUt.6,1 # a t 10 't bat u öetoeegt/ baar in mp niet^ en if \ Lud. 43 S^an toaac fenmt mp bit / ücet / bat gp noeb tat mn

naart i

-LHC. 7.6 ^ a t 3p b»^ onber 't baït een^ ^onbaar^ in toiït treben i L»«Si.53 5^at 0p bie ïcege ;iel buj?jijopt bol saebigïjeben J

/if/4i» 14 5^at SP be minfïe toogmacßt fa beel eere toaagt l Tfai.i, s ^Beoogt 0p noeb iet goet^ in eenig fïerbeïins i Tit.3.3, s <© neen: top toeten/#eer/'t ip encfteï toelbeßagen/

't (ißeen gp npt ïiefD' atïcen aan on^ Be&t opgeb^agcti r/7fe.i.4,5 oBer öemel/ aarb' of menfcö [)un toefen oit ontfing»

T/ä/.ios .1 guigt aarb' en ßemcl/juigt: inijn $iele looft ben #eer/

-vers X i^erigeet noit iet ban 't goet bat bp u tjeeft betoefen/

'vers 3 ^ ^ $onben ^ijn bcrgoent/ uto toonben jijn genefen/

11,4.3,1 (%Bp Jijt (fBobt^ epgen hint: mijn 5iel toat toiït gp meeti Ffaim 31. <^ mgu berfoenbcu (0obt l nu boeï' iR recöt bat gp

i'^ 5^e fcïjuïbcn toel berteert/ maar niet be fcïjnlbenaren:

# a n t bit ter ijcïien-gront ban u berbalïen toaren/

Eßh.s. i ßepht gp ben fcepter toe / en fp,?eeht ïjaar toeberb?p.

€ n tiix^ 3?abeert gjj/ #eer/ in on^ metaal gemoet exadrs 4, 5^e ßbcn ban uto' Baara/ bat gp $ijt feer genabig/

*'7 25armöertig/ goebertier/ lanïtmoeöig en toeïbabig/

jej:66, z ^iz booj een angjïig bert be Ijcplb^on open bdet.

(ßpßebt mijn laf e siel fo b?icnbeïp geïaafc, f'r-)!, 34 oBp bebt mijn $onben al bergeten en bergeben*

!p/:n6*6,7. (0p gebt mp upt be bel geboert in 't eeutoig Icbem (ißp bebt mp met uto ß # op befen bag begaaft.

(31)

Z I E L - T O C H T E N.

# aïboIDoenöe (0oöt/ &ae fal itiijn tong te tecïit

E^hef 3. 3^g bleette/ ïengb' en ïjoogt' ban utoc liefö' afmaïen % • i8> 19 j]©ijn sicl bie fict ;itb blmt aan uto' genaöcnticaïcn/

#tboo» fP beröemeït i^ Ooo; 't saligc gerecöt.

3[ß tranft u/ i|eer/ bat $p mijn jiele faoeïcn boet /*ƒ j4- 8 #icn forten ßemel-troofl ban eeutnigc genabe»

pfa.\u.\z ^aag/Jefu, ïjoc faliftbetreibenuto'toeïbaben/

^ a t SP bu^ met uW bleefct) mijn mag'rc gïek boebt \ mi.i.i :Bat QP U bebt berneert m 't biepjïe ban be öcï/

leßsi- 5. <^m rap/ utoboofe ftnecfjt/benöemeltebcrbjerbeni :° :#at gp OJJ 't flalgcnbelt ïjebt töiing toillcn jlerbeny

<^p Dat mijn jicl bcrftreeg öet eeutoijj-buertnb hiel i ißcim 116. %]^ fal be ïtelft be^ ïjepl^ opnemen: en mijn mont

13, H Bal in ï)ct openbaar uto' lofV ó Jefu, fingen:

4ßn ift fal in ben rang ban utoe liebelingen SSetakn b'offergift bien ift aan u betbonbt.

^peed, 5. <0p ïjebt on# met nto' bïoet «pt alle boIJk en taaï 9, lo B^ptoillig b^pgeftocïjt/ en aan (ßobt opgebiagen

Kot ^jicfierj?/ koningen/ en ïf eerfcïjcr^ na besagen t loa, lo.iz <2n lijbt niet battet een iipt utoe fct)aap^ftoop DtoaaK

^ie^ alle^hjat op aarby in $ec en ßemel f fajeeft/

^ o e t eeutoig met mijn jiel berïjeerhcften en p^ijfeit

^/">c.5.13 ^tm biß bf n tt)?oon bejit: en lof en banft betoijfen 2ilan 't 3£am bat fonber epnb' in glant^ en eerc ïecfr.

# a a r Jefu, 'ft hitil betoijl gp mp bu^ ïjoog bereert/

/M.isifi cßntotutoïiebelingbebtonberbientberftorcn/

Exod.zi.6 <©fij toilt bocï) aan be pofÈuto'^ j^up^' mijn' oo^ beutß boten.

TA.ii6.i6 <©p bat mon jielgeen bientï aW b'utoen en begeert.

Judic. 17.4. <©f öan be toereït mp/ geïijft een ^cliïa/

g n beur onftiipfcbe fcfioot foeftt bgienblift te bertïriftftcn/

1 loan, 2. # i j n %iz\ aan u berftnocijt fal b o o? ßeur bif pen fcbjifthen/

ï5. ï?' (ßn buigen 't $8% fpoog ban nte'bebfïm na»

(32)

2 I E L - T O C H T E N.

i{om.t. 3 u ^ ( B^ee#/ be #eï/ De 5^oot/ öe ^^joef ïjepr/ en 't 6ßä

39. baar/

< Äacl^ ban bjp boo? mijn $icl ^cur netten open fWV^^I 'ft ï©cet/ Jefu, Dat rap nict^ftan ban utn'ïtcfae fcljjp;n:

PA/.si.z <ßp bhjfc mgn boggr/mijn öoel/mctrof$|ic nboog en

^ naar,

T/i.i18.17 äß^g; aan ban/ 6 mijn ;ieï/ maakt bat uto lebené-ttffc ( 3Can een jjefcöafteït 5P ban toare Danhbaarfjcbcn:

p/ä/.84.8 d&aatboozt ban beugt tot beugt. 3taat af ban obertre^

^ ben:

Heèr.ie, 19 <^p bat be <6ectïniet tceurt /nochChriftus fmaatj^ept

I #t.

to«/. az, tf # a n t soubt Qp/o mijn $ieï;fo btoaaé/fo sobtïoD^ $ijn/

5^at ap ban Chiifti &ant be tvou-rin5 goubt ontfangen/

if/tc.4.4 <En blijben aan uto boel/ be toercït/ tochtig ïjansen/

7J«/74.12 <6n bgijben ïjocrerp/ bebeftt mtt fetpfcïjen fcï^fin i ia Cor. 6.15 a^een/ oBobt en ^glia! en Mn niet t'faam öcjiaatf*

Urn. 5.3 Sfcbtgpubï'baeten een^in Chrifti bïactgebjaffen/

Sßp)Oete! bie niet tDc'er in '^ torrelt^ moDberpïa#n.

Si b'ouben roft eeng( upt ^ üjeï trcftse niet bie'er aan.

a ?(fy. 2. ^ e t fmjja fteert na ben fTijh / beu Bont tot fijn seb^aafi*

^o,^^* ^ a a r ï j c b t gp eend/mijnsicf/bctoercïtuptgefyogenï (ßjuW boü? Dar jieïfenijn/ ai if 't met gout omtoogen/

Gr^.2.17 't Eijn cBbeajJ appeïtn/ be boot bölgt op be fmaak z)w.i 1.2o m^ggp fcïjjijf b,'^ ïf eeren toet aan utoe $ieï-po:taaï/

ifflr.3.ï6 (©pfuïtfijnrCempd;ijn: ^p%ïileeb^bputooonen;

Cant.3. II <ö»ufalu tot fijn % u p c oy 15fd fl oer glorpftrooncm Jmip,.9, # e l salig bicn öp roept to$ fnift een ffibontmaal l

ZIEL.

(33)

Z I E L - T O C H T E N.

Z I E L . V E R W O N D E R I N G

Over

De Goddelijcke Liefde.

'a»gi.s* I T T < ^ g bjienöelgß / ó «iDoöt/ i^ nu mijn $ier ontöaatt t I J ^ . 14. JnL'ft 25en/ al^ een ^[onatfjan/ öooi utoe öonigjatm

27» z^. Kßgrqumt/ en rce^tficfietfet. 41^ijn geefi W uptjaelaten/

(©m Dat utu j^emel-tjepl i^ in mijn siel gct)aalt.

*ft 25cftcnn7 6 gottie <ßüöt/ en coeme fanbtr cnbt/

5^at iH aan 't ïicfïic-maal mijn# #pfanb0 ßeb gebeten/

pßu.ji.is, a^ntiaaröetCng'ïc-bioot/ 'tt^erbo^genJISan gegeten/

OM-:' 17 5^at niemant/ al^ Die t ftrijgt / ten bollen eert en ftenr»

TfandLi.16 (^n gp/ ó SEeben^-bo^fï/ 6 iBonöerïpc ^ o b t /

?«• p 5 ï|oe Diep b^ufet gp uto raacljt in mijn amec^te giek I

•p/ä/.a. 12 ^fe b^eefö' uto toDjne-bper jou rap/ na rrfjult/ toernieïen/

;£ƒ&. j.i € n 3iet/ uW ïiefbe fcljcn&t mp 't aUer&Dogfje lot, ïV2!/.39.8 i^atfoub'erlartserjrjnDatbaojt^mtjn $ifl begeert/

t)penb,7.iz %WDatiheeutoigDanhmtjngtoote0ai.0mafter/

Mat.16.1^ a5n cpnbïoo^ poog tz jijn ntijn epgcn-fif^-bcti öfter/

.T/.: 3s».ii» g a a!ïe^ &aar en blocft toai« uict Ut ft en eert.

'joa. 1.16 <^cö Jefu, tïo?t In mp fo bet I genaeb' en beugt/ ., ji«f*2o,36, #Qt ift in*t<£BugIc-fcöao(gs'butigniacöbccfecercn/

oBn baar be toon^eren ban utoe !i f t leeren/

€>p bat Uto hjben mp ïe^öt tot br ßoogße bjeugt.

i 7*63,1 'ft SÖefiennV aM ift/ ó <0obt/ uto ïiefbe recï)t bebcnß/ ; Mijn jiel i^ gantfclj berbaajï en fpooHoo^ opgetogen/ i ijta.s.'j l©gliftDeftefde-tïraalbcr^^pöept$iebno^oogen/ \

^ i e ban aU' eeutoigöept on^ öaarc e bit gefcöcnft. \ 3©ant aï^gu/gróbté (fßobt/ ïjet %cppen 6ab in't sin/

J/103.14mißgpjjoeftoahbenmenfcïj fautoefenmtbermogen;

ƒ ^.31.3 #eg( toonDc gn uto ïicfo' en eeutoig raebeöogen/

^ ; ; bat öet ^erflift 5aa( &ab' tocescn of b^giu; |

(34)

Z I E L - T O C H T E N.

CdU, 4 ^p naamt een bafï beflupt om utn (Relief De Z o m / I Tï»».j.i6 Cettïjtlianubejlcmt/m't uiecfctjtcopcnbaicn;

7^/53.5,6. <Bp bat alfa öc fctjult Der acmjle fctjulDenactii

7' # o c ^ t b^p $ef)j;ohen ;tjrt ter tecttDanh ban uto t(%oon.

joÄ 17.S € n Jefus, Dfemetu gcïtjche #9)Eßept

©an ecttb3!0Öey t öejet/1^ fo ban liefa' ontfïcften

^ ^ t lipt ft)n öepl'sc montDfcßgoube fpjcuftquambas*

Gen/

jj.ir. I o 7 C o t utoen mi 6 (ïPoDt W al mijn Iu# beiept.

<B SaDcc/ iB bctb^cnh m Defc liefbe-b^on*

$Eeb J G^u, al mrjn gepl Waar fal ih boozfaad binbm/

Ho,jZ.s,6 ^ a t n ïjct li£fJe-bper fb bracßtig boet beiflinDen/

;Daat bocb tjet sonDiQ bolk u nut bergeioen kon l Ez.eef^.16 6 <ßp bebt b'eicnöc ban uto feßepfel aangemerkt.

jcr.29,11 <^n fcboo» 't «bj bpant toa^ / nocö Dacöc sp tot öftar b^c^

b C ;

79* 3.:3 4ZnbefeïiefDe troftuuptDen tï)|aon iifneben/

jii4<.z6.37 B a a r öp/ in ïjellen-anslï/ |)aar sallßßßpt bctoerftt.

Mijn Jefu, ßoe boojboo^t mp bcc$* ubJÏiefDejIraaï l Spy.ii.i6 <ï5ecfD&tihumijn öerttottoeDerliefbe fcljcnhe;

j>faU^o 6 € n Iaat mg fonber epnD' uto geetöept obitDentten/

Hoetoel 't em DooIf)of i^ Daar in ib ftieo^ berbWaal.

jUrf«.uil IBant Jefu fo ih flecöt^ op nto geboomte Iet/

jF«ry 5 Sibfi^ben^cïipperinfi|nfcöepfe!opgefToten, M,.k s.i %^( Bogß Der eeutoijjtcpt Wo^t een Der tijtgenoten;

rpfat.zi.j g a too|t een man ban fmctt / een Wogm / een bnetfit) een flet.

m a 4 JÖocb i# 't u met aenocg/ó mijn berïiefbe <©obt!

j04.1j.13. (0pb)ilt/ omonfenftoiliVuptencfeleliEfDetïeibcnj MauzTM g a felf^ be gulle gnnß ban uWen l^aber Derben/

i^/.i3 H. ^^niDatOcöeUnDootfouöoïstjnfninfïat.

5^ot9

(35)

2 I E L - T O G H T E N.

o^eny».ï 5 3ßo(ß « c nc toainc-bloet ban den bergnmticn dßoöt

^fl^.i j . I ^ flntgerö' ob^r 't ßooß/ en ap ban b K t W t (cftepöen/

i». 12.8 %^oc(gp&et Kiefbe-maal/ 'ta^cDcnft-feeft/norfi faerepDen/

•vm IS ^ a a c 0p gadt na berlan^t/ alleen om 0M# a^not.

Ufer i# uW min fa teer/ bat gp nf f t fcïjepbtn ftcnöt ffÄ.3,1^ l^ooi 0P u m on^ijert boetbionDerIpbegraben;

y,*6.;; 5^ie|J0eeftg*«tobIeefeïitotfjii)f<f/utoblöetomon^tera*

ben/

if9Mi.2$ oEnöecötfaaimflnj' # be gegel bant ßeibonL

<ß groDte #e!(maan/ 'it # tq* aan uto' liefde blint 1 Marci,^ <ßp fpijfd' een^metbijfbgo'onontrentbijföupfentmem

fc&en/

y«*. 6. s I # n fpijfi gp al Bet fiepr die 't b?oot de^ ïebrn^ toenfcöen/

o^«nfr«7.9 3fian WelA getal geen menfcjg begin of epnde bint, Matt.5.6 Mm JeHis, gp\itht mp ooft aan dien difcljbtr^ast/

C?Ä/.Z.2O <En ife Ijebb' in mijn siel u\u Ïief0e-raer& gebanöen;

iror.ii.z6 <2^ie^danhiJ^u/mtjn((baDc> entoildedootbeihondfit jef.si.7 B a n w/ 6 liepUg Kam/ dat na de flac^tbanh gaat.

pßtU3.9' IBijn $icï die oogC n n a : maar/ Jefu, pder tredt

^ i e gp nu berber gnat/ jijn enchie liifje-treden;

^4ï.z6.3fi 5^it dringt n na den &of/ Dit dtoingt u töt gebeden/

Ar4r.z7.4s # a a r ban den Ijenuel fntfc/ en d'aarde ^kï^ ontf^r«.

Hiir. I»6 <ßp/ die bant €ng'Ie öepr too? t jjeplig aangebecn/

rpf.2z.7,u # i g 5icn iftïjier in'c flof/ geïijft een aardbjojm/ to^oeten/

y«/.z4.23 ^tDaan(Icï)t/daarde $on tn maanbooaftogmen moeten/

LHC 12.44. ^ a a r lang^ dgup^i^ bloeöigftoeet / bp groote dgoppeW p e n .

7a4.i8.4,ii g a Jefu, 'ft fïe gp gaat uto beulen te gemaet

tJoj:i 1.4 g^en bindt u al^ een boef: maar 't gijn uto ïicfde-^eelen.

LHCH.JM # g n fïeept u booi 't o^erieljt: dacö om on^ mee te dee*.

len

7^.9,1,34 g ( b^ptym# # ons' 3#I in ^QW j5^!''|)t ö.eSaet,

S5 :, © f ^

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij deze beoordeling heb ik uw verantwoordingsinformatie gebruikt over het verslagjaar 2019 – deze is gebaseerd op de jaarrekening over verslagjaar 2019 (dVi 2019) –,

Allen, die zich zelven naar waarheid oordelen, zullen dit maar al te zeer bij zich zelven bevinden, dat zij bij zichzelven vertrouwen, rechtvaardig te zijn, en dat zij

willende openbaerlyk erkennen den uitstekenden dienst, dien onze getrouwe onderdaen, Willem Beukels, visscher uit onze goede stad Biervliet, aen den koophandel van ons

9 Dat den Iber ) 't Is dickmaals de gewoonte onder d e Toeten dat fy me t een Rivier een heel Landtfchap beteeckene n , den Iber is een van de voornaamfte Rivieren van Sfangien,

Maar wijl dit geen bladt bevatten kan Daar ik mijn Rijm in wring, zo weet' er dit noch van, Uw Z IEL - TOCHT treft mijn ziel, en uwe Z EDE - ZANGEN , Heb ik met lust en dank (doet

Adrianus Mandt, Boet-zangen ter gelegenheid en gedachtenis van den geduchten water-vloed des jaars

Johannes Leonardus Nierstrasz jr., Zangen voor de aalmoezeniersweezen, bij derzelver afscheid van dat

sessenveertich begrepen, ons ghelieft heeft den suppliant specialen oorloff ende consent te gheuene, om de voerscreuen Bybelen, te wetene, doude, ende nyeuwe Testament in