• No results found

Feijenoord is de beste club en andere waanideeën: Interview met psychiater Pieter-Jan Carpentier

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Feijenoord is de beste club en andere waanideeën: Interview met psychiater Pieter-Jan Carpentier"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tilburg University

Feijenoord is de beste club en andere waanideeën

Korver, Sjaak; Bras, Eric

Published in:

Tijdschrift Geestelijke Verzorging

Publication date:

2018

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Link to publication in Tilburg University Research Portal

Citation for published version (APA):

Korver, S., & Bras, E. (2018). Feijenoord is de beste club en andere waanideeën: Interview met psychiater

Pieter-Jan Carpentier. Tijdschrift Geestelijke Verzorging, 21(90), 4-9.

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal

Take down policy

(2)

Feijenoord is de beste club

en andere waanideeën

Interview met psychiater

Pieter-Jan Carpentier

Pieter-Jan Carpentier is psychiater, werkt en

woont al sinds 1983 in Nederland, maar is van

oorsprong Belg. Voor de specialisatie

‘zenuw-arts’ – die destijds in Nederland beter was – is

hij naar Nederland gekomen, met het idee om

terug te keren naar Vlaanderen. Voor het werk

bleef hij liever in Nederland. Na een

specialisa-tie Neurologie in Groningen en Psychiatrie in

Utrecht, liep hij stage bij (toen nog)

psychia-trisch ziekenhuis Voorburg te Vught. Daardoor

had hij veel contacten en kon gaan werken bij

Reinier van Arkel in Den Bosch, nu alweer bijna

dertig jaar. Deels heeft hij in de verslavingszorg

gewerkt, waar hij veel volwassenen met ADHD

tegenkwam, wat leidde tot belangstelling voor

dat gebied. Nu heeft hij een polikliniek voor

volwassenen met ADHD bij Reinier van Arkel.

Sjaak Körver & Eric Bras

J

e hebt de psychiatrie nogal zien veranderen?

Mensen die ik in het begin bij Reinier van Arkel tegenkwam woonden er soms al van voor de Tweede Wereldoorlog. De bood-schap was: jij bent gestoord en wij niet. Toen ik begon bij Reinier van Arkel waren er nog 550 klinische bedden. In die tijd was er al een proces gaande waardoor patiënten meer in woongemeenschappen werden onderge-bracht. Het is maar goed dat die verande-ringen er zijn geweest. Interessant is dat die ontwikkelingen niet alleen ideologisch ge-dreven zijn, maar ook erg economisch. Kli-nische afdelingen waren gruwelijk duur, woongroepen veel goedkoper. Mensen kre-gen dus meer zelfstandigheid, maar dat werd ze ook opgedrongen.

Wat deed dat met de kwaliteit van zorg?

Kwaliteit van zorg gaat natuurlijk over ve-le facetten. Je kunt wel zeggen: geduld is er minder. Tegenwoordig is alles gericht op ef-fectiviteit, doelmatigheid en snelheid. Dat gaat ergens ten koste van de mogelijkhe-den om mensen op te vangen. Opname is veel moeilijker geworden. Het werk van de psychiater is wel veranderd daardoor, maar de essentie is nog altijd een gesprek tus-sen mentus-sen. Dat gesprek heeft wel nog al-tijd een kans, maar langdurige behandeling

(3)

zonder echt zicht op resultaat is minder ge-wenst. Tegelijkertijd kan een kortdurend contact met een deskundige iemand echt helpen. De jonge psychiaters leren minder op het gebied van therapie, meer op het ge-bied van biologie en hebben dus veel in huis als het gaat om medicatie. Maar het is uit-eindelijk aan jou als psychiater om mensen mee te krijgen in de behandeling en thera-pietrouw.

Heb je nog wat aan je opleiding neurologie?

De neurologie heb ik niet kunnen bijhou-den, maar heeft me wel een bepaalde vaar-digheid gegeven op het gebied van diffe-rentiaaldiagnostiek: het leren kiezen uit allerlei mogelijkheden. In de psychiatrie is het niet moeilijk om een verklaring te be-denken, wel is het minder eenvoudig om een sluitende verklaring te vinden. Veel ver-klaringen zijn een cirkelredenering: iemand heeft afwijkende gedachten omdat hij een waanstoornis heeft. De verschijnselen wor-den daarmee de verklaring.

Afwijkend gedrag kan voor de patiënt zelf en de omgeving erg hinderlijk zijn. Dat wordt voor een deel bepaald door maat-schappelijke normen: wat is hinderlijk ge-drag? Als psychiater moet je bij hinderlijk gedrag niet op zoek gaan naar absolute din-gen, maar meer naar: hoe kunnen we in de-ze situatie het beste handelen? Mensen heb-ben hun eigen realiteit die afwijkend is, maar de basisregel is: de realiteit wint altijd. Mensen kunnen denken dat ze kunnen vlie-gen, maar als ze het vervolgens proberen ko-men ze tot de ontdekking dat het niet mo-gelijk is. In een handboek staat een bekende foto uit Indonesië van een psychotische man in een kooi. Op het eerste gezicht denk je: wat is daar aan de hand? Wat blijkt: als deze man uit de kooi gelaten wordt, loopt hij de jungle in en – omdat hij niet weet hoe hij in de jungle moet overleven loopt het fout. De aanpassing aan de realiteit is een zware toets: als je daar problemen hebt, dan heb je het zwaar.

Wanen zou je kunnen omschrijven als een eigen werkelijkheid die afwijkt?

Aan zo’n waangedachte wordt realiteitsbele-ving toegekend. Mensen gaan ervan uit de waan realiteit is. Het betreft hier natuurlijk een glijdende schaal. Een voorbeeld dat ik vaak gebruik, is dat er mensen zijn die den-ken dat Feijenoord de beste club van Neder-land is. Dat is strikt genomen geen waan, maar er is een passage van mening naar overtuiging naar waan. Bij een waan is de re-aliteitstoetsing verstoord. Je kunt een over-tuiging hebben, maar als je vervolgens iets meemaakt wat die overtuiging nuanceert, dan pas je je aan. Maar bij een waan gebeurt dat niet.

Hebben deze wanen betekenis?

Wanen moeten ingepast kunnen worden in de realiteit. Een goed voorbeeld is de in-auguratie van Trump, met de daaromheen ontstane discussie over de aantallen bezoe-kers. Je vraagt je dan af of de mensen uit het Trump-kamp echt niet in de gaten hebben dat de realiteit anders is of dat ze gewoon staan te liegen. Wat zij vinden, daarvan is de vraag of het overeenkomt met de realiteit. Of ze wanen hebben is de vraag, dat kan ik zonder goede diagnose niet beweren.

Als mensen aantoonbaar wanen laten zien, ga je er dan op in?

Daar is geen recept voor. Je bent als psychia-ter niet op zoek naar de absolute waarheid, maar je probeert mensen te volgen in hun waarheid en te helpen in de moeilijkheden die zij daardoor hebben in de omgang met de dagelijkse praktijk. Bij wanen is dat moei-lijker, omdat mensen die dat hebben, over-tuigd zijn van hun eigen beleving. Als ie-mand denkt dat alle anderen tegen hem zijn, dan is al het aardige dat de anderen doen, inpasbaar in dat idee: de anderen hou-den zich immers in en zijn in feite nog altijd tegen je. Als psychiater hoor je bij de ande-ren, waar iets mis mee is.

Bij een waan is de

(4)

Oscars uitgereikt aan filmmakers die psy-chiatrische stoornissen in beeld hebben ge-bracht. Zoals bijvoorbeeld aan Dustin Hoff-man voor de film Rain Man. Je zou kunnen zeggen: hoe gestoorder, hoe hoger je scoort. Het is indrukwekkend dat daar zoveel be-langstelling voor is en dat het ook lukt om met behulp van film deze stoornissen op sympathieke wijze in beeld te brengen en toegankelijk te maken.

Wat hoop je te bereiken met reeks Psychiatrie en Film?

Sommige films verdienen het dat er meer over nagedacht wordt. Soms helpt dan een inleiding zodat je het beter kunt volgen. Film heeft in principe eigenlijk geen inlei-ding nodig. Pas als er tegenstrijdige reacties op een film komen, dan is een gesprek

er-En religieuze ervaringen: zijn dat ook wanen?

Dat is een moeilijk gebied. De moderne psy-chiatrie heeft zich in belangrijke mate van de religie teruggetrokken en het lijkt wel of dat een verlegenheidsoplossing is. Ze komen er niet goed uit. Het probleem is dat bepaal-de religieuze ervaringen moeilijk te begrij-pen zijn, zoals het idee dat moslimextremis-ten hebben over de beloning van hun daden. De vraag blijft of er een hiernamaals is waar een aantal maagden op hen wachten. Er is wat dat betreft heel veel de vraag. Als je uit-gaat van het nuchtere bewijs, zal dat niet zo zijn. Maar je ziet tegelijk dat mensen, zo-als ze gemaakt zijn, grote behoefte hebben aan hogere betekenisgeving. Een criterium om dat soort ervaringen te beoordelen zou kunnen zijn dat je niet exclusief denkt: is er ruimte in jouw gedachten om de overtui-ging van anderen toe te laten?

Je hebt een nadrukkelijke belangstelling voor psychiatrie en film. Zelfs zo dat je jaar-lijks in de Verkadefabriek in Den Bosch een cyclus psychiatrie en film organiseert. Waar komt dat vandaan?

(5)

sen met een psychiatrische aandoening. Mijn insteek is altijd verhalen te zoeken waarin aanpassing centraal staat: hoe kan ik wat ik meemaak in verbinding brengen met de realiteit?

Er is wel steeds grote belangstelling?

Er was inderdaad veel belangstelling. Er was een vaste regelmaat, mensen kochten de hele serie en kwamen dan ook regelma-tig. Het vinden van goede films is lasregelma-tig. Al-leen maar ellende is geen goed idee, dan ha-ken mensen af. Films moeten je meenemen, over spannend. Wat roept het op? En dan is

het interessant om de verschillende menin-gen erover te horen.

Heb je een voorbeeld van een film?

Dat is moeilijk. De meest overtuigende erva-ring is de eerste ervaerva-ring bij een film, zon-der dat je het einde kent. In die beleving van twee uur, is het best moeilijk om elk detail van de film goed te zien. Daarbij heeft iede-re kijker zijn eigen kijk op de zaak. Een goed voorbeeld is de film Memento, van Christop-her Nolan. Vanaf het begin ga je in deze film terug in de tijd, waardoor het verhaal moei-lijk te volgen was. Een nabespreking helpt dan.

De reeks is niet opvoedkundig bedoeld, bij-voorbeeld om begrip te kweken voor

(6)

de psychiater het gedaan? Wat steken we er-van op? Moeten psychiaters naar de film? Ik denk het niet, maar film geeft een beeld van de ander. Als je kritisch blijft kijken kun je er iets van leren.1

Zijn er zaken nog niet ter sprake gekomen?

Zoals ik al gezegd heb: film is een manier om iets dichter bij de beleving van de ander te komen. Niet meer dan een poging, maar het geeft je een idee hoe de ander is. Een goed voorbeeld zou nog kunnen zijn de film

Rashōmon (Japanse speelfilm van de regisseur

Akira Kurosawa uit 1950). In deze film wordt eenzelfde verhaal driemaal verteld. Drie weergaven die wel de zelfde elementen ge-bruiken, maar niet hetzelfde laten zien. De realiteit van de patiënt kan ook op die wijze verteld worden: hoe kunnen onze realiteiten bij elkaar komen en hoe kan de patiënt ge-holpen worden?

In het nummer waar dit interview wordt gepubliceerd, staat ook een recensie van de film Three billboards outside Ebbing, Missouri. Hoe gaan mensen met woede en teleurstelling om?

Je kunt op verschillende manier naar die film kijken. Er zijn een paar zwakke pun-ten: er wordt in de film gewezen op racis-me, maar donkere mensen komen niet erg goed uit de verf. En de grote schurk die in de film opeens een loutering doormaakt, dat is wat onwaarschijnlijk. Wel goed gelukt is dat de hoofdfiguur in de film geen moeite doet om zich sympathiek voor te doen. Ze is ra-dicaal overtuigd van haar eigen standpunt, maar is ook bereid goed voor zichzelf te zor-gen. Zo zal ze zichzelf beschermen door te ontkennen dat ze bepaalde strafbare feiten begaan heeft. In oude films was de voorstel-ling van zaken erg zwart-wit: helden in het wit en boeven in het zwart. In deze film ko-men allerlei zwakke en kwetsbare ko-mensen voor. Verschillende en moeilijke realiteiten worden naast elkaar geplaatst. De film zet je daardoor aan het denken. De hoofdfiguur is niet gemakkelijk, maar haar gedrag is toch invoelbaar. Zij doet wat ze doet omdat er iets moet gebeuren. Het spreekt aan dat ze liefst met een beetje hoop, waardoor het

wat lichter wordt. De gekozen films moe-ten wel aanleiding geven tot discussie. Voor-beeld is de film Whiplash (Damien Chazel-le, 2014) die gaat over een jonge drummer die in een New Yorkse academie komt. Een docent die hij daar tegenkomt is een tiran: beult iedereen af. De hele film heeft de uit-straling van een sportfilm: het verhaal over jongens die het net niet halen, maar met be-hulp van een coach toch verder komen. De kritiek van – ik meen – de New York Times was dat muziek werd neergezet als sportpresta-tie, terwijl er als het om muziek gaat, veel meer aspecten een rol spelen. De beleving geeft echter aanleiding tot de uitspraak: ik heb een goede sportfilm gezien.

Heeft het kijken naar films en het organise-ren van de reeks invloed gehad op je werk?

Ik denk het wel. Maar hoe precies, dat is voor mij een vraag. Weet ik hoe andere men-sen in elkaar zitten? Nee! Maar ik moet er iets mee. Dus alle informatie is welkom. In die zin doe ik ook wel iets met film. Van veel dingen moet je iets weten, maar je krijgt niet altijd de kans er ervaring mee op te doen. Als ik een bepaalde aandoening niet kan zien in de werkelijkheid, dan is film een goed medium om informatie te verkrijgen.

Je hebt een boek op tafel liggen waar je iets over wilt zeggen?

Er is veel belangstelling voor films en chiatrie. Er zijn met name in Amerika psy-chiaters die naast hun gewone werk boe-ken schrijven over allerlei onderwerpen. Dit boek Psychiatry and the cinema van Glen Gab-bard en Krin GabGab-bard, psychoanalyticus en psychiater resp. docent film en literatuur, is daar een voorbeeld van. Hij besprak ook el-ke aflevering van The Sopranos na in een fo-rum op internet. Het is een serie die zeer geschikt is voor dit onderwerp, temeer om-dat er ook een psychiater in zit. Hoe heeft

(7)

ment waar je wat mee moet doen, jezelf in-schakelen. Als het gaat om geheimhouding, dan moet je een relatie opbouwen met de patiënt maar ook met het behandelteam. Je moet daarin steeds je positie bepalen. Als de informatie die je hebt van belang is voor de behandeling, dan moet je daar een weg in vinden als geestelijk verzorger. Behande-laars hebben geen moeite met het feit dat patiënten in vertrouwen iets aan de geeste-lijk verzorger vertellen, maar het moet niet buiten de behandeling blijven. Ook signalen dat er iets speelt dat van belang is, zijn in dat verband behulpzaam.

Noot

1. G. O. Gabbard & K. Gabbard (1999), Psychiatry

and the cinema (2nd ed.). Washington – London:

APA. De reeks over The Sopranos is ook als boek uitgegeven: G. O. Gabbard (2002), The psychology

of The Sopranos. Love, death, desire and betrayal in America’s favorite gangster family, New York: Basic

Books. Een ander voorbeeld van een boek over de relatie tussen psychiatrie en film is: D. Wedding & R. M. Niemiec (2014), Movies & mental illness.

Using films to understand psychopathology (4th ed.),

Boston: Hogrefe Publishing.

niet bij de pakken neer blijft zitten. Wat er gebeurt is bijzonder, maar wel denkbaar: ik zou het zo kunnen doen. De film heeft in de werkelijkheid ook effect gehad: drie bill-boards in London tegen het onderzoek naar de brand in Grenfell Tower en ook in Rome zijn drie billboards door de stad gereden als protest tegen Berlusconi.

Wat zou je vanuit jouw perspectief de geestelijk verzorgers binnen de GGz willen aanbevelen: wat zouden ze moeten doen of juist niet?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Symptomen van angst komen vaak voor in de palliatieve settings. • Indien miskend impact op QOL en

Pinel en (PPT6) zijn standbeeld voor het Hôpital de la Salpétrière, heeft de psychiatrie zich meer dan elk ander medisch vakgebied uiteen te zetten met de complexe relatie

Als psychiater moet je bij hinderlijk gedrag niet op zoek gaan naar absolute din- gen, maar meer naar: hoe kunnen we in de- ze situatie het beste handelen.. Mensen heb- ben hun

Afhankelijk van de situatie kunnen daarbij natuurlijk verschillende accenten worden gelegd, maar de zorg om zingeving staat toch steeds in het teken van het streven naar een

Joris Van Hove, die in 2010 euthanasie verleende aan Tine Nys, moet zich voor de burgerlijke

Maar in een duister hoekje van mijn wezen was er toch de angst voor opsluiting.. Mijn advocaat, Jef Vermassen (op de illustratie, met Thienpont, nvdr), kon me gelukkig

Hoe is het mogelijk dat dit soort bevindingen van de commissie niet in het eigen clubblad, De Psychiater, worden gepubliceerd en psychiaters eerst de gelegenheid krijgen binnen

Enkele maanden voor haar dood getuigde Ann nog op televisie over de psychiater Walter Vandereycken, die haar sinds haar tienerjaren behandelde vanwege haar anorexia-probleem.. In