Palliatieve zorg bij mensen met een psychiatrische stoornis
Koen Titeca Psychiater
“De beschaving van een land kan afgeleid worden uit de manier waarop dat land zijn
zieken, behoeftigen, gevangenen en ouderen
behandelt.”
“De beschaving van een land kan afgeleid worden uit de manier waarop dat land zijn zieken, behoeftigen, gevangenen en ouderen
behandelt.”
Noodzaak van opleiding psychiatrie
• Psychiatrische aandoeningen treffen bijna de helft van de bevolking (Itinera, 2013)
• Patiënten met psychiatrische aandoening worden niet altijd behandeld (diagnostic overshadowing)
• Ook mensen met een psychiatrische aandoening hebben behoefte aan palliatieve zorg
Psychiatrie in de palliatieve zorg
Waar is de psychiater?
• hulpverleners in de palliatieve zorg voelen zich voldoende geschoold om psychische symptomen te exploreren en te begeleiden
• psychiaters zien zichzelf niet als een meerwaarde bij de terminale en ernstig zieke patiënt
“palliative care in psychiatry”- benadering (Trachsel et al 2016)
- steun bij omgaan met hinderlijke psychische symptomen
- bevestigen van het leven + erkenning van de ongeneeslijke ziekte
- intentie om het leven noch te verlengen, noch te verkorten - integreren van fysieke, psychische, sociale en spirituele
aspecten van patiëntenzorg
- steun om zinvol verder te leven
“palliative care in psychiatry”- benadering (Trachsel et al 2016)
- steun aan familie/omgeving in het omgaan met patiënt en ziekte - hanteren van een teambenadering om noden patiënt/familie te beantwoorden
- verbeteren kwaliteit van leven
- openheid over preventie, rehabilitatie en genezing
“herdefiniëring van de zorgdoelen in de richting van vermindering van lijden en verhoging van levenskwaliteit en zinvolheid”
“hoop, volgehouden toewijding in de zorgrelatie, aanwezige krachten bij patiënt en familie versterken”
Psychiatrie in de palliatieve zorg
Opportuniteiten (Irwin SA, Ferris FD, 2008)
Abandonment Anger
Anxiety
Bereavement
Boundary-setting Burden
Caregiving Coping
Delirium Dementia Denial
Dependence Depression
Desire for hastened death Dignity
Distress Fear
Grief
Hope/hopelessness Insomnia
Loneliness Loss
Nausea Pain
Personality issues
Professional burn-out/self-care Shortness of breath
Suicidal ideation
Psychiatrie in de palliatieve zorg
Rol psychiatrische expertise in palliatieve zorg
• Diagnostiek
• Behandelplan
• Psychofarmaca
• Psychotherapie
• Ethische thema’s zoals wilsbekwaamheid
• Psycho-educatie + opleiding
• Context begeleiding
• Communicatie
• Zelfzorg
• Onderzoek
Een 85 jarige man met een terminaal longCA is moeilijk te verplegen, soms duwt hij in paniek de verpleegkundige weg en soms werkt hij helemaal niet mee, ligt hij er apathisch bij.
Er wordt gesuggereerd rustgevende medicatie toe te dienen in het team maar er zijn er ook die zich afvragen of hij niet depressief is.
Een medewerker vermoedt dat het komt door de cognitieve problemen waar hij toch al een tijdje mee gekend is.
An is gekend met een chronisch probleem in het gebruik van alcohol en tabak. Ze heeft longkanker en wordt door het palliatief team thuis verzorgd.
An is optimistisch en ziet het wel goed komen. En die sigaretten en die pintjes die horen er bij voor An. Niet
één maar liefst twee of zelfs zes. Het verzorgen gebeurt bijna in een café.
De kinderen van An voelen zich in de steek gelaten
omdat er te weinig wordt geremd door het verzorgend
team en te weinig vermanend wordt opgetreden door de huisarts.
De heer J lijdt aan schizofrenie en een levertumor met metastasen. Hij is gekend als een zorgmijder. Hij wordt opgenomen op een palliatieve unit. Er is geen contact met de familie omdat J dit niet wilt.
Hij gaat snel achteruit en zijn jongste zus staat plots op de afdeling. J wilt ze niet spreken en stuurt haar
wandelen via de verpleging.
De volgende dag belt de zus met de vraag hoe het met haar broer gaat.
Mia, 58 jaar, is gekend met een bipolaire stoornis. Zij is de laatste 4 jaar depressief ondanks alle
behandelingen. De psychiater spreekt van een chronische bipolaire depressie. Uitbehandeld.
Mia heeft recent de diagnose van een borstCA maar weigert een behandeling.
Op het team wordt de vraag gesteld of Mia wel die beslissing kan nemen?
Wilsbekwaamheid
• Normatief
• het gaat om de vraag of de patiënt in staat is te beslissen
• Taakspecifiek
• per taak of per beslissing moet gekeken worden of de patiënt het kan
• “contextual normative factors”
• Drempelbegrip
• wel of niet wilsbekwaam
Wilsbekwaamheid
• Patiënt is wilsbekwaam tot het tegendeel is bewezen
• Decision making capacity (Doernberg, 2016) 1. Understanding of facts
2. Applying those facts to self 3. Weighing / reasoning
4. Evidencing choise
• Psychiatrische stoornis is niet automatisch gelijkgesteld met “incapacity”
• Sommige ziektebeelden verhogen het risico
• psychotische stoornis
• neurocognitieve stoornis
• depressies
• anorexia nervosa
• mentale retardatie
Delirium
Prevalentie delirium
18 - 35 % general medical inpatients
50% intensive care patients
13 - 42 % palliative care settings
increasing to 88 % end of life
(weeks-hours before death)
Delirium en overlijden
(Irwin et al, 2013)Kliniek delirium
•
KERNSYMPTOOM: verstoring van de aandacht en het bewustzijn•
ONTSTAAN: snel (enkele uren tot dagen) en fluctuaties van de ernst over 24u•
Andere cognitieve symptomen : desoriëntatie, geheugenproblemen,verstoord taalgebruik, verstoord visuospatieel geheugen en verstoorde perceptie
•
Andere klinische symptomen : wanen, dysartrie, dysgrafie, emotioneel labiel en verstoorde psychomotore activiteit•
PRODROMAAL: verstoorde slaap, prikkelbaarheid, angst en rusteloosheidEtiologie delirium - multifactorieel
(Inouye 2014)• KWETSBAARHEID
• leeftijd
• frailty
• ondervoeding
• verminderde functionele status
• chronisch nierlijden
• voorafbestaande dementie
• PRECIPITERENDE FACTOREN
• medicatie (psychoactieve middelen en opioïden
• infecties
• metabole factoren (orgaandysfunctioneren, elektrolytenstornis)
• hypoxie
• dehydratie
Etiologie delirium bij patiënten met CA
(Bush 2009)Preventie delirium “Hospital Elderly Life Program”
•
Aandacht voor cognitieve problemen•
Aandacht voor verminderd gehoor en visus•
Voorkomen van uitdroging en ondervoeding•
Voorkomen van immobiliteit•
Voorkomen van verstoring slaap/waak patroon•
Werken met geschoolde vrijwilligers en familieledenScreening delirium
“ DO YOU FEEL THAT (PATIENT’S NAME) HAS BEEN MORE CONFUSED LATELY?”
Screening delirium
Screening delirium
Onderzoek delirium
Onderzoek delirium
Delirium: symptomen en interventies
(Irwin et al, 2013)Behandeling delirium: niet farmacologisch
Farmacologische behandelingen delirium
(Irwin et al, 2013)Anti-
agitatie Sedatie Amnesie Anti-epi Spier-
ontspanning
Antipsychotica + + 0 - 0
BZDZP + + + + +
Opioïden 0 0 0 - 0
Tabel gaat over therapeutische effecten en niet over bijwerking
Farmacologische behandelingen delirium
(Irwin et al, 2013)Anticholinerg M1
Sedatie H1
Orthostatisch
alfa1 QTc EPS
D2
Haloperidol 0 + 0 0 (PO)
++(IV) +++
Risperidone 0 + 0 + ++
Olanzapine ++ ++ 0 0 +
Quetiapine 0 +++ + + 0
Reversibele behandelingen delirium
(Bush et al, 2017)•
50% van de deliriums in palliatieve zorg zijn reversibel•
Bij delirium door•
Medicatie: anticholinerge medicatie, corticosteroïden, benzodiazepines•
Opioiden geïnduceerde neurotoxiciteit•
Dehydratatie•
Hypercalcemie•
HersentumorRefractair geagiteerd delirium
(Bush et al, 2017)Delirium besluiten
• Acuut beeld, fluctuerend, hyperactief, hyperactief, gemengd
• Hoge prevalentie met lijden
• Op zoek gaan naar oorzaak
• Niet farmacologische behandelingen
• Farmacologische behandelingen
Dementie
Dementie
Dementie
Dementie
Depressie
Depressie
Depressie prevalentie
10% 20%
7% populatie APA, 2013
13,1% patiënten met CA Wilson et al, 2007
14,3% - 16,5 % palliatieve zorg Mitchell et al, 2011
Depressie is een klinische diagnose
• Screening
“Bent u depressief?” (Chochinov et al, 1997)
• Depressie symptomen
1. Depressieve stemming 2. Anhedonie
3. Veranderingen in het gewicht 4. Insomnie of hypersomnie
5. Psychomotore agitatie of retardatie 6. Anergie
7. Schuldgevoelens, gevoelens van waardeloosheid 8. Concentratie en/of geheugenproblemen
9. Suïcidaliteit
Miskennen van een depressie
Toename van de morbiditeit en mortaliteit
1. Compliceert behandeling van primaire aandoening 2. Toename stress bij patiënt, familie en zorgvragers 3. Verlangen naar de dood neemt toe (suïcidaliteit) 4. Afname levenslust
5. Snellere progressie van het ziektebeeld
Differentieel diagnose
• Rouw
• Aanpassingsstoornis
• Demoralisatie
Behandeling depressie in palliatieve setting
Initiële benadering Uitklaren
Prognose en doelen Educatie Complementaire en alternatieve therapie
Psychotherapie Supportief
CGT
Supportief - expressief Meaning centered
Dignity CALM
Medicatie
Prognose 6 maand Langer dan 6 maand psychostimulantia antidepressivum
+ -
Psychologische zorg/psychotherapie
• Emotionally Focused Therapy
• partner-relationele problemen
• hechtingstheorie , streeft naar veilige hechting in huidige relatie
• Ars Moriendi
• zorg voor het einde van het leven
• psychosociale, existentiële en spirituele domeinen
• autonomie - controle over lijden - afscheid nemen - balans van schuld - levensovertuiging
• CALM - Managing Cancer and Living Meaningfully
• symptoommanagement - communicatie met zorgverleners - veranderingen in zelfbeeld en relaties - focus op toekomst, hoop en sterfelijkheid - spiritualiteit (betekenis en doel)
• Cognitieve Gedragstherapie
• Dierbare Herinneringen Therapie
• Rouwbegeleiding
• Relaxatietraining
Conclusie depressie
• Depressieve symptomen komen vaak voor in de palliatieve zorg
• Differentiëren van verdriet en droefenis
• Symptomen een negatieve impact op QOL, morbiditeit, mortaliteit en stress bij omgeving
• Ook bij ernstig zieke terminale patiënten is depressie te behandelen
• Zowel plaats voor farmacologische en/of niet farmacologische behandelingen
• Behandeling moet aansluiten bij de existentie van de patiënt
• Medicatie keuze afhankelijk van de prognose
Angst
Angst continuum
Prevalentie in palliatieve zorg 7,6 tot 14 %
Wilson et al, 2007 Mitchell et al, 2011
Symptomen van angst
Emotionele
- gevoelens van naderend onheil
- ongerustheid
- hevige paniek
Cognitieve
- vrees
- angst
- obsessie
- onzekerheid
- besluiteloosheid
- zorgen maken
Gedrag
- vermijden
- compulsies
- psychomotore agitatie
Fysisch
- zweten
- hartkloppingen
- beven
- diarree
- misselijkheid
- duizeligheid
- kortademigheid
Niet psychiatrische oorzaken van angst in de palliatieve zorg
Fysisch
- respiratoir falen
- vermoeidheid, uitputting
- oncontroleerbare pijn of ander fysieke symptomen
- insomnie
- hypoglycaemie, sepsis, koorts, hypertensie
- maligniteit van het CZS
- medicatie (steroïden, opioïden, ontwenning, bijwerkingen)
- deler
Praktisch
- financieel
- onwetenheid, hospitalisatie of behandeling
- onzekerheid over de toekomst, gebrek aan informatie, inadequate informatie
Sociaal
- eenzaamheid, inadequate ondersteuning
- bezorgdheid over familie en zorgvragers
- verstoorde relaties bij familie en vrienden
Existentieel en spiritueel
- twijfel of verlies van het geloof
- geen rol van betekenis meer hebben
- doelloos bestaan
- hopeloosheid
- vrees voor cognitieve achteruitgang
- vrees voor afhankelijkheid
- vrees om te sterven
- schld- en spijtgevoelens
Meest voorkomende angststoornissen in de palliatieve zorg
Pathologie Kenmerken Benadering/behandeling
Aanpassingsstoornis met angstsymptomen
- ontstaan binnen 3 maanden na identificeerbare stressfactor
- symptomen disproportioneel tov de intensiteit van de stressor
- evt depressieve klachten en gedragsproblemen
- Supportief
- Coping
- Probleemoplossend
- Stressreductie
- Medicatie: symptoomgericht en beperkt in de tijd
GAS
- oncontroleerbare angst, 6 maanden, impact op functioneren
- “meta-worry”
- bij terminale CA 3%
- Psychotherapie
- Medicatie
Paniekaanval Paniekstoornis
- intense aanval van angst
- “fear of going crazy”
- paniekaanval: kortdurend
- paniekstoornis (agorafobie)
- bij terminale CA 3%
- CGT
- Medicatie
PTSS
- trauma in voorgeschiedenis
- herbelevingen
- bij terminale CA 3.2%
- CGT
- Medicatie
Behandeling angst in palliatieve setting
Initiële benadering Uitklaren
Prognose en doelen Educatie Complementaire en alternatieve therapie
Psychotherapie
CGT
Meaning centered Dignity
CALM
Medicatie Behandeling van de
angststoornis Snelle symptoomreductie
antidepressivum
benzodiazepine (propranolol) (antipsychotica)
(trazodone)
+ -
Angst besluiten
• Symptomen van angst komen vaak voor in de palliatieve settings
• Indien miskend impact op QOL en op zorgrelatie
• Niet farmacologische behandelingen
• Farmacologische behandelingen onderscheid tussen de angststoornis en de acute behandeling
• BZDZP effectief , cave bijwerkingen
• Off-label gebruik van medicatie
Insomnie
Insomnie
• 30 tot 70% in palliatieve settings
• Oorzaken
• Delirium
• Psychiatrische ziektebeelden (depressie, angststoornis,….)
• Medische aandoeningen
• Nieuwvormingen
• Chronisch longlijden
• Ziekte van Parkinson
• Pijn
• Bijwerkingen medicatie
• Opioïden
• Steroïden
• Stimulantia
• Beta-receptor agonisten
• Sommige antidepressiva
• Omgevingsfactoren
Behandeling insomnie in palliatieve setting
Initiële benadering
Onderliggende oorzaken Fysieke
aandoeningen/symptome n
Psychiatrische
aandoeningen/symptome n
Spirituele/existentiële stressoren
Niet farmacologisch
Omgeving Medicatie SWH Fysieke activiteit Specifieke therapie + -
Farmacologisch
BZDP BZDP receptor
agonisten Sederende AD Andere
Roesmiddelen
Roesmiddelen en palliatieve zorg
1. Ernstige somatische aandoening
2. Voorschrijven van opioïden, BZDZP en psychostimulantia 3. (On)gelegitimeerd en (on)gecontroleerd
Identificeren van problematisch gebruik van het middel?
Risicotaxatie
1. Het verlies van controle 2. Afwijkend gedrag
3. Pseudo-verslaving
4. Psychiatrische co-morbiditeit
Aanpak
• De 4 A’s (Passik & Weinreb, 2000) 1. ensuring adequate analgesia
2. focusing on activities of daily living 3. responding to adverse events
4. monitoring for aberrant behaviors
Aanpak problemen in het gebruik van roesmiddelen in de palliatieve zorg (1)
Screening Risicotaxatie
Screen elke patiënt vooraleer medicatie op te starten Screening instrumenten
DDX Psychiatrische co-morbiditeit Delirium - dementie
Farmaco-genetische variabelen
Interdisciplinair team
Somatische disciplines GGZ disciplines
Trajectbegeleider (stappen-programma)
Toxico urine Plaats van dit onderzoek met patiënt en familie bespreken
Aanpak problemen in het gebruik van roesmiddelen in de palliatieve zorg (2)
Voorschriften
Wekelijks tijdens consult
Overleg met de verschillende artsen wie wat overschrijft Consistent voorschrijven en opvolgen
Vermijden snelwerkende producten en IV producten
Monitoring
Symptomen QOL
Bijwerkingen
Aberrant gedrag
Withdrawal Onmiddellijk te behandelen conform behandelplan
Harm reduction
Complete abstinentie hoeft niet het doel te zijn Open communicatie
Effectief en haalbaar therapieplan Doel is palliatieve zorg