• No results found

Vraag nr. 175 van 20 mei 2005 van mevrouw GREET VAN LINTER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 175 van 20 mei 2005 van mevrouw GREET VAN LINTER"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 175 van 20 mei 2005

van mevrouw GREET VAN LINTER Wereldgezondheidsdag – Initiatieven

O p 7 ap r i l j o n g s t l e d e n h a d d e We re l d -gezondheidsdag plaats. Dit initiatief van de Wereldgezondheidsorganisatie van de Verenigde Naties stond in het teken van het welzijn van zwan-gere vrouwen, van de zorg voor moeder en kind. Moeder worden, is voor de meeste vrouwen een positieve en allesoverheersende ervaring. Maar moeder worden, kan ook wel moeilijk zijn, com-plex zijn. Zwangerschap en bevalling kan ook lij-den zijn, kan gevaren inhoulij-den voor moeder en kind.

Anderzijds is er het probleem van ongewenste zwangerschappen, tienerzwangerschappen... Pasgeboren baby's die aan hun lot overgelaten wor-den, zijn een symptoom van de belangrijkheid van het probleem. Het zijn signalen die niet genegeerd mogen worden.

1. Graag had ik van de minister vernomen welke initiatieven ze nam in het kader van de Wereldge-zondheidsdag voor haar beleidsdomein.

2. Heeft de minister reeds initiatieven genomen of een preventiecampagne gelanceerd om ongewens

te zwangerschappen en tienerzwangerschappen te verminderen?

3. Welke beleidsopties heeft de minister genomen m.b.t. het "anoniem" of "discreet" bevallen? Antwoord

1. Graag had ik van de minister vernomen welke initiatieven ze nam in het kader van de Wereldgezondheidsdag voor haar beleidsdomein. Ik heb als minister bevoegd voor Gezondheid

rond deze dag geen specifieke mediagerichte actie op touw gezet. Vanuit het decreet betref-fende het preventieve gezondheidsbeleid van 21 november 2003, tracht de Vlaamse Gemeenschap wel de preventie betreffende gezonde voeding, alcohol, roken,... uit te bou-wen en de initiatieven te stroomlijnen.

De verenigingen die gesubsidieerd worden om preventieboodschappen te implementeren en mensen te informeren, werken zowel naar een algemeen publiek, als specifiek naar de zwan-gere vrouw. Dit geldt voor het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie, Kind en Gezin en de Wetenschappelijke Vereniging voor Huisartsen.

De Wetenschappelijke Vereniging Voor Huisartsen (WWH) stimuleert de huisartsen om zwangere vrouwen te laten stoppen met roken. De methodiek werd samen met het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie uitge-werkt.

Het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie (VIG) richt zich tot specifieke onderwerpen inzake gezondheid: gezonde voeding, tabaks- en ongevallenpreventie. Over deze onderwerpen bezitten zij de nodige deskundigheid en beschikt het VIG over goede informatiebrochures, infor-matiepakketten, video's, cd-roms,... voor ver-schillende doelgroepen.

Kind en Gezin (K&G) richt zich specifiek naar het jonge kind en naar de zwangere moeder. Zij verlenen gratis consultatie voor kinderen tot drie jaar. Anderzijds hebben zij ook een project dat zich speciaal richt naar kansarme moeders. Ook zij kunnen genieten van de gratis consul-tatie van K&G. Daarenboven is deze instelling gespecialiseerd in het maken van specifieke handboeken en brochures voor zwangere vrou-wen zoals het moederboekje, de aftelkalender,... Verder kan de toekomstige moeder ook veel nuttige en gezonde tips krijgen via de wekelijkse nieuwsbrieven.

2. Heeft de minister reeds initiatieven genomen of een preventiecampagne gelanceerd om onge-wenste zwangerschappen en tienerzwangerschap-pen te verminderen?

(2)

Verschil tussen 'ongewenste’ en 'onverwachte’ zwangerschap Om te beginnen moet duide-lijk gesteld worden dat maar een deel van de 'onverwachte' zwangerschappen inderdaad ook 'ongewenst' zijn. Vooral in verband met tie-nerzwangerschappen wordt in recente onder-zoeksliteratuur gewaarschuwd niet te snel te spreken over een 'ongewenste' zwangerschap. Een belangrijke indicatie van het aantal onge-wenste zwangerschappen is het aantal abortus-sen, naast het aantal kinderen opgegeven voor adoptie. Het aantal kinderen opgegeven voor adoptie is in België echter verwaarloosbaar (40 gevallen in 1998).

De redenen om tot een zwangerschapsafbre-king over te gaan zijn over de laatste tien jaar grotendeels dezelfde gebleven en betreffen in hoofdzaak persoonlijke en relationele redenen. Aanbevelingen ter preventie van ongewenste

tie-nerzwangerschappen Tietie-nerzwangerschappen vormen een bijzonder aandachtspunt voor de Vlaamse overheid. Het NEGO V-onderzoek (Corijn Martine en Deven, Fred, "Keuze of evi-dentie? De leefvorm, het relatiepatroon en het seksueel gedrag van Vlaamse jongvolwassenen in 1990".- Brussel: Centrum voor Bevolkings-en Gezinsstudiën - CBGS Monografie 1991/2) dat door het Centrum voor Eevolkings- en Gezinsstudiën in 1991 werd verricht, toonde aan dat het anticonceptiegedrag van onge-wenst zwangere vrouwen gevoelig verschilt van het anticonceptiepatroon van de doorsnee Belgische vrouw. Zo valt een groot gedeelte van de eerstgenoemde categorie op door een totaal gebrek en/of een veel lager gebruik van anti-conceptiemiddelen. Niet alleen het gebruik van anticonceptiemiddelen op zich, ook het gebrek aan kennis daarvan, bv. met betrekking tot de noodpil, laat heel wat te wensen over.

Deze onderzoeksresultaten worden bevestigd door de informatie verzameld door de Nationale Evaluatiecommissie betreffende de zwanger-schapsafbreking, en ondersteund door de centra voor Relatievorming en Zwangerschaps-problematiek (cRZ) en vele andere organisaties die vertrouwd zijn met de materie.

Wat de concrete activiteiten betreft, wordt er momenteel door de Vlaamse Gemeenschap samengewerkt met de vzw Sensoa, die onder

andere het thema 'seksueel overdraagbare aan-doeningen en aidspreventie' behartigt. Het thema 'seksuele gezondheid', met inbegrip van (onverwachte) zwangerschap behoort ook tot hun basisthema's. Hiertoe werd een convenant afgesloten voor een duur van vier jaar.

Ook het beschikbaar maken van de noodpil zonder voorschrift in de apotheek, met ingang van 1 juni 2001, is een element in de voorko-ming van onverwachte zwangerschappen. De sensibilisatie hieromtrent maakt deel uit van de informatieverstrekking van Sensoa.

Globaal gezien stellen zich drie mogelijkheden van ondersteuning en hulp voor (minderjarige) aanstaande moeders die besluiten hun kind te houden:

– Opvang binnen het ouderlijk gezin

– Samenwonen of huwen met de (eventuele) partner

– Opvang buiten het ouderlijk gezin

Daarnaast kan een minderjarig meisje (of de ouders) zich ook richten tot een Comité voor bijzondere Jeugdzorg. Via d e B e m i d d e l i n g s c o m m i s s i e e n / o f d e Jeugdrechtbank (in hoogdringende gevallen) kan beslist worden de minderjarige aanstaande moeder op te nemen in een ambulante, semi-ambulante of residentiële voorziening voor bij-zondere jeugdbijstand. Naargelang de situatie en de vermoedelijke opvangduur kunnen diverse vormen van begeleiding onderscheiden worden.

(3)

Globaal gezien stellen zich drie mogelijkheden van ondersteuning en hulp voor (minderjarige) aanstaande moeders die besluiten hun kind te houden:

Een specifieke hulpverlening wordt in Vlaanderen geboden door het centrum voor Relatievorming en Zwangerschapsproblemen (cRZ).

Dit centrum, gesubsidieerd door de Vlaamse overheid, werkt rond de problematiek van de (on) gewenste zwangerschappen en tienerzwan-gerschappen en is ontstaan vanuit de context van de wet van 3 april 1990 betreffende de zwangerschapsafbreking.

Het centrale secretariaat van het cRZ staat in voor de algemene coördinatie en de sturing van de werking, het redactionele werk, het studie-werk, het uitwerken van vormingsmateriaal. Daarnaast werkt het cRZ met provinciale

ankerpunten waar 0,5 vte werken. Deze provin-ciale werkingen zijn gesitueerd binnen de centra voor algemeen welzijnswerk. Hiervoor ontvan-gen de centra voor algemeen welzijnswerk, met name CAW Hageland, CAW Piramide, CAW De Mare, CAW Waasland en CAW Sonar, sinds 1998/1999 reguliere subsidies. De provinciale werkingen verzekeren het preventieve hulpaan-bod van cRZ en zorgen voor de implementatie van de inhoudelijke projecten en de vorming. Als studiecentrum volgt het cRZ de

ont-wikkeling van belangrijke maatschappelijke evoluties in het denken over en het omgaan met relaties, vruchtbaarheid, seksualiteit, (tiener)zwangerschap, abortus en de keuzes die daarbij horen. De resultaten van dit studie- en denkwerk vinden hun neerslag in publicaties en vormingsmateriaal.

Het cRZ werkt ook materiaal uit voor de ondersteuning van hulpverleners op het vlak van voormelde probleemgebieden.

Daarnaast heeft het cRZ ook een laagdrempe-lig hulpaanbod:

– De 'luistertelefoon bij ongeplande zwanger-schap' is een telefonische hulplijn waarbij iedereen met vragen of problemen i.v.m.

ongeplande zwangerschap terecht kan. De hulplijn wordt bemand door vrijwilligers. – Groepsbegeleiding na abortus: vrouwen die

problemen ondervinden na hun abortus wer-ken in groep aan de invloed die abortus heeft op hun zelfbeeld, hun moederschap, hun relatie met partner, hun gezin en hun ruimere omgeving. Deze groep wordt begeleid door een professionele medewerker.

– Twee keer per jaar worden er 'Jong & Moederweekends' georganiseerd voor tie-nermoeders en zwangere meisjes. Het is de bedoeling de jonge moeders samen te bren-gen om zo het isolement waarin ze zich bevinden te doorbreken.

– Bij de 'infolijn prenatale diagnose' kunnen ouders terecht met al hun vragen over pre-natale testen, resultaten van prepre-natale testen en mogelijke keuzes daaromtrent. Er wordt informatie gegeven en mensen worden gehol-pen bij het verduidelijken van hun vragen voor het volgende consult bij de eigen arts. De permanentie van de infolijn wordt ver-zorgd door professionelen, geschoold in menselijke genetica en prenatale diagnose. – Netwerk van contactkoppels na prenatale

diagnose: deze koppels zijn mensen die een zwangerschapsafbreking na prenatale diag-nose meemaakten en dit pijnlijke gebeuren integreerden in hun leven. Door hun ervaring werken ze laagdrempelig naar andere koppels die hun verhaal vertellen en hun emoties en existentiële vragen verkennen.

(4)

brochures. Ook Kind & Gezin heeft steeds meer initiatieven ter ondersteuning van de oudertaak van ouders die daar behoefte aan hebben. 3. Welke beleidsopties heeft de minister genomen

m.b.t. het 'anoniem' of ^discreet' bevallen? Eventuele juridische initiatieven en

wetsaan-passingen dienaangaande behoren tot het bevoegdheidsdomein van de federale minister van justitie.

De diensten in Vlaanderen die het meest ver-trouwd zijn met deze thematiek, zijn de dien-sten voor binnenlandse adoptie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Besteedt de minister aandacht aan tewerkstel- ling van gehandicapten, allochtonen, 55-plus- sers en langdurig werklozen bij aanwervingen voor zijn/haar kabinet?. Zo ja, op

Inwoners van het Brusselse Hoofdstedelijke gewest die in 2004 in aanmerking kwamen voor een tenlasteneming voor residentiële zorg heb- ben voor het jaar 2004 voor 57.510 euro aan

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en

Besteedt de minister aandacht aan tewerkstel- ling van gehandicapten, allochtonen, 55-plus- sers en langdurig werklozen bij aanwervingen voor zijn/haar kabinet2. Zo ja, op

Mede in uitvoering van de resolutie van 26 november 2003 van het Vlaams Parlement betreffende het Nederlandstalig onderwijs in Brussel werd met ingang van 1 september 2004

Uit een bevraging van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk Premed bij 1.300 werknemers in 100 bedrijven in België blijkt dat werknemers die dagelijks aan een

Bicommunautaire instellingen – Tweetaligheid In het kader van de Nederlandstalige dienstverle- ning in de Brusselse bicommunautaire sector is het een bekend gegeven dat