• No results found

Bij wijze van nawoord

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bij wijze van nawoord"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

H.M. Kuitert (red.)

IN STUKKEN EN BROKKEN

godsdienst en levensbeschouwing in een

postmoderne tijd

met bijdragen van: M.B. ter Borg Ilse N. Bulhof P.B. Cliteur B. de Gaay Fortman R. Kranenborg H.M. Kuitert J.F. Glastra van Loon J.J.M, de Hart J. Tennekes

H. de Wit

(2)

© 1995 Uitgeverij Ten Have b.v., B.um Ontwerp omslag: Harm Meijer Typografie: Studio Combo

Verspreiding in België: Uitgeverij Wesdand n.v.. Schoten ISBN 90 25946399

Behoudens uitzondering door de Wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende(n) op het auteursrecht, c.q. de uitgcefster van deze uitgave, door de rechthebbende (n) gemachtigd namens hem (hen) op te treden, niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fo-tokopie, microfilm of anderszins, hetgeen van toepassing is op de gehele of gedeelte-lijke bewerking.

(3)

Inhoud

Woord vooraf 7 Ter inleiding: waar gaat dit boek over? 9

H.M. Kuiten

Revitalisering van geloof en levensbeschouwing. 13

R. Kranenborg

Revitalisering en de kerken. 23

J.J.M, de Hart

Religie als menselijk project. 39

J.F. Glastra van Loon

Traditionele godsdienstigheid en moderne religiositeit. 63

J. Tennekes

De moeite waard? 79

Ilse N. Bulhof

Het wijwater weg — hoe katholiek zijn in deze tijd? 97 H.F. de Wit

Fundamentele menselijkheid en de vitaliteit van religie. 115

M.B. ter Borç

Revitalisering? 133

B. de Gaay Fortman

Religie en mensenrechten. 145 P.B. Cliteur

Mag levensbeschouwing worden ingelijfd bij religie? 157

M.B. ter Borg / H.M. Kuiten

(4)

G-, 'Christelijke ethiek in een geseculariseerde cultuur', in: Dekker,G., Manen-schijn, G., Meiden, A. van der.. Secularisatie, Crisis of uitdaging. Kampen, Kok, 1995. P-

29-54-22 Laeyendecker, L., Godsdienst: een nadere omschrijving, p. 18.

23 Otto, R., Het heilige, Hilversum, Paul Brand, 1963.

24 Vergelijk Nielsen, K., 'Death and the Meaning of Life', in: Nielsen, K., Ethics

uit-hout God, Revised Edition, Buffalo, New York, Prometheus books, 1990, p.

184-193

25 Kuitert schrijft hec iets milder, maar ook hij heeft kritiek op dit punt. Hij heeft het over 'de uitspraak waarmee Lyotard zoveel indruk heeft gemaakt, omdat ze zo trefzeker aansluit bij de dagelijkse ervaring van de westerse culturele elite'. Inder-daad, de dagelijkse ervaring van een zeer beperkt groepje mensen. Vergelijk Kui-tert, H.M., 'Geloof en moraal als mensenwerk', in: Leeuwen, E. van., red.. Ethiek

tussen hemel & aarde, Baani, Ten Have, 1994, pag. 21-45, hier pag. 21.

26 Vergelijk daarover: Schopenhauer, A., 'Feierliche Lobrede auf die Philosophie1, in: Schopenhauer, A., Theorie desgesamten Vorstellens, Denkens und Erkennens, Phi-losophische Vorlesungen, Teil I, Aus dem handschriftlichen Nachlass, Heraus-gegeben und eingeleitet von Volker Spierling, Piper, München en Zürich, 1986, p. 54-61.

27 Nog één voorbeeld van een naar mijn idee misleidend en ook wel wat irritant gebruik van het woord 'religie'. 'There can be few men more religious, in the proper sense of the word, than TH., Julian, and Aldous, devoting ail their energies and gifts to improving the sorry lot of men, without mummery, petitionary prayer, or supersritution'. Beer, G. de.,in het voorwoord tot: Clark, R.W., Tiie

Huxley's, London, Hememann, 1968, pag. 14. Wie zijn energie wijdt aan

'impro-ving the sorry lost of men' is dus religieus in de 'proper sense' volgens deze om-schrijving.

28 Met dank aan Tennekes.

(5)

Bij wijze van nawoord

M.B. TER BORG/H.M. KUITERT

Het is merkwaardig en tegelijk jammer dat men zich de laatste decen-nia in het denken over de ontwikkeling van de westerse cultuur, door de bank genomen, zo weinig gelegen heeft laten liggen aan de bete-kenis van religie, christendom en kerk. Natuurlijk, binnen de kerken werd er ruimschoots over nagedacht, maar erbuiten was het tamelijk stil.

Wellicht is dit een gevolg van de ontzuiling: in de neutrale of algeme-ne zuil zou, als een van de gevolgen daarvan, het gevoel postgevat kunnen hebben dat de rol van het geloof definitief was uitgespeeld, en dat voortaan geloof en religie nog slechts als privé-zaken konden gelden, die verder niet in de cultuurbeschouwingen betrokken hoef-den te worhoef-den. Zou deze veronderstelling kloppen, dan moet dat toch een kortzichtigheid worden genoemd, van hetzelfde soort als het zo kortzichtige triomfalisme dat we bij sommige liberalen en ka-pitalisten vinden, die denken dat mét de val van het communisme en het krachteloos worden van de sociaal-democratie nu ook de sociale gerechtigheid van de politieke agenda is verdwenen.

Dit boek is te beschouwen als een bescheiden bijdrage om het den-ken over de invloed van religie in de (Nederlandse) cultuur weer op gang te brengen, ook buiten de kerken.

Het begrip revitalisering van religie bleek achteraf uiterst bruikbaar voor een dergelijke aanzet. Het is zo dubbelzinnig, datje er veel kan-ten mee uitkunt, terwijl het thema, religie en cultuur, niettemin in het brandpunt blijft staan.

De dubbelzinnigheid ervan ligt niet alleen in het feit dat het al te ge-makkelijk te verwarren is met 'revival', wederopleving, en 'reveil', wederopwekking, maar vooral ook in de vaagheid van de begrippen, met behulp waarvan het begrip nader gedefinieerd wordt: het overle-ven van fundamentele veranderingen door godsdienstige tradities langs de weg van verandering van functie. Zo'n beetje alle begrippen waarover in de godsdienst- en cultuurwetenschappen onenigheid

(6)

L

Staat, zijn hier samengebracht. Juist dit gegeven opende intussen wel de weg voor een aantal uiteenlopende analyses.

Om te beginnen de analyses van hen die 'christelijke traditie' als 'ker-kelijke traditie' hebben opgevat en vervolgens de vraag nagaan hoe hun eigen, kerkelijke traditie gereactiveerd zou kunnen worden. Dat is voor hen geen vrolijke bezigheid. Kranenborg bijvoorbeeld, laat een tiental manieren zien, waarop men de laatste tijd heeft gepro-beerd de kerken in Nederland nieuw leven in te blazen. Anderen, vooral Bulhof en Tennekes en in mindere mate De Hart, leggen er getuigenis van af, waarom voor hen de christelijke traditie in ieder geval de moeite van het revitaliseren waard is, welke rol de kerken erin zouden kunnen spelen, en hoe ze er zelfde hand voor in het vuur zouden willen steken.

Wat bun inzet ook moge zijn, is hun inspanning niet tevergeefs? Over de toekomst van de religie moet weliswaar worden opge-merkt, op gezag van het Sociaal Cultureel Planbureau, dat de oude vertrouwde religie voor een aantal mensen haar waarde zal behou-den, zelfs voor een aantal dat men vooral niet moet onderschatten (zeker miljoenen in ons land), maar anderzijds lijkt het vast te staan dat ze niet meer zal opbloeien: religie zal haar oude glorieuze rol in de cultuur niet heroveren. Over wat ervoor in de plaats zal komen, spreekt De Hart zich uit, waarbij hij zich, onder meer, baseert op zijn eigen onderzoek naar de wereld van de jongeren. Hij voorspelt een veel individualistischer vorm van godsdienstig geloof, waarin het transcendente alleen een rol speelt als imaginaire gesprekspart-ner. Daarbij zal de spiritualiteit van groter belang zijn dan de doctri-ne. De religie van de toekomst zal volgens hem sterk dynamisch zijn, ze zal bijna pragmatisch worden opgezet. Je zou kunnen zeg-gen dat er in ieder mensenleven, en misschien ook in de cultuur als geheel, een voortdurende re- en de-vitalisering van religie zal plaats-vinden.

Bij dit alles ziet De Hart het gebed als een 'finale toets voor religieuze betrokkenheid'. Als we vervolgens bezien wat hij hiermee bedoelt, dan blijkt het te bestaan in het praten tegen een gesprekspartner die er niet is, het gebed dus om psychologisch opportune redenen. Dat roept de vraag op hoe 'religieus' deze betrokkenheid nog is. Het brengt ons op een tweede probleem dat zich bij de (bovenge-noemde) omschrijving van revitalisering aandient: het is niet duide-lijk wat onder godsdienstige traditie, wil men: onder religie moet worden verstaan. Hierop haakt Cliteur in en hij verwijt sommige van zijn mede-auteurs (op grond van vroeger werk) dat ze het begrip reli-gie zozeer hebben opgerekt dat er niet meer mee te werken valt of

(7)

minstens, dat zij voor religie houden wat, in zijn optiek, helemaal geen religie is.

Kortom, het begrip werkt bij Ter Borg en Kuiten, vindt hij, niet meer onderscheidend. Hij kiest er dus voor om 'levensbeschouwing' duidelijk af te grenzen van 'religie'.

De mogelijkheid de 'godsdienstige traditie' veel breder op te vatten, wordt uitgebuit door Glastra van Loon en Ter Borg. De strekking van hun beider betogen loopt echter uiteen. Glastra van Loon pleit voor het nu eindelijk eens doordenken van de consequenties van de Ver-lichting voor de religiositeit. Ter Borg, wiens anaJyse zich een niveau lager bevindt (hij heeft het in eerste instantie niet over religie en we-reldbeschouwing, maar over waardenpatronen, die impliciet aan han-delingen ten grondslag liggen) meent dat een revitalisering misschien wenselijk is. maar in ieder geval niet noodzakelijk. De geleidelijke te-loorgang van de kerken in Nederland en van een transcendentiege-loof betekent allerminst het faillissement van normen en waarden. In-tegendeel, die zijn zelfi uiterst vitaal en beïnvloeden de samenleving op een duidelijke manier.

Daarmee komen we op een laatste type van analyse. Ze gaat over de functie van de godsdienstige tradities. De Wit schrijft meer over de mogelijke functie van spiritualiteit voor het reilen en zeilen van de maatschappij als geheel. Voor hem hoeft spiritualiteit niet ingebed te zijn in de godsdienstige geloofstradities, eerder draait hij het om en vindt hij dat geloofstradities slechts dan doen wat er van hen wordt verwacht als ze spiritualiteit (in zijn definitie) aankweken. Hij ziet, met andere woorden, de aanwezigheid van spiritualiteit als een toets, je kunt er de waarde van een religie aan afmeten.

Wat vermogen religies? De Gaay Fortman spitst die vraag toe op de betekenis van de religie - voor hem het christelijk geloof — op de rechten van de mens. In de godsdienstige traditie zoekt hij de meta-positieve grondslag voor die rechten. Als ze niet in God en godsdienst verankerd zijn, waarin dan wel?

Maar niet alleen op grond hiervan wordt gepleit voor een revitalise-ring van de godsdienstige tradities. Kuiten wijst er in zijn inleiding al op dat de mens een religieus dier is, en dat hij, als hij geen godsdienst aangeboden krijgt die fatsoenlijk is, iets neemt met dezelfde functie, dat onfatsoenlijk is. Het is dus zaak waakzaam te zijn: wie gaat er met onze irrationele behoeften aan de haal?

Hoewel zijn opvatting weersproken wordt door Cliteur, is zij belang-rijk genoeg om erop door te gaan (dat zal ook Cliteur niet ontkennen; hij zal alleen bezwaar maken tegen de term godsdienstig). Opmerke-lijk is overigens dat geen van de auteurs een lans breekt voor een vorm van fundamentalisme of uitingen ervan — waar ook ter wereld.

(8)

Niemand ziet daar kennelijk iets in, al is en blijft het een kolossale macht.

Zo zijn we weer op het uitgangspunt van deze kleine uitleiding terug. Het belang van religieuze of levensbeschouwelijke tradities voor cul-tuur en samenleving is de laatste decennia onderschat. De artikelen in dit boek hebben in ieder geval duidelijk gemaakt dat die belangstel-ling een forse revival verdient. Godsdienst en levensbeschouwing zijn op vele punten van belang, en ze hebben meer functies dan over het algemeen wordt gedacht.

Er wordt in de moderne tijd — alweer: buiten de kerken — weinig aan-dacht besteed aan de vraag waarheen we met onze maatschappij op weg zijn. Om daar kritisch over te kunnen denken, hebben we zo geen absolute, dan toch wel onafhankelijke maatstaven nodig. Vor-men van religie zouden ons kunnen helpen die maatstaven vast te houden en/ofte ontdekken.

(9)

Personalia

Dr M.B. ter Borg, doceert sociologie van godsdienst en

levensbe-schouwing aan de Rijksuniversiteit te Leiden.

Prof. dr Ilse N. Bulhof, bijzonder hoogleraar aan de Faculteit der

Wijs-begeerte van de Rijksuniversiteit te Leiden, tevens verbonden aan de Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht en aan de Faculteit der Godgeleerdheid te Utrecht.

Prof. mr dr P.B. Clhmr, bijzonder hoogleraar in de wijsbegeerte aan de

Technische Universiteit te Delft en universitair hoofddocent Ency-clopedie van de rechtswetenschappen aan de Rijksuniversiteit te Lei-den, is voorzitter van het Humanistisch Verbond.

Prof. dr B. de Gaay Fortman, hoogleraar Political Economy aan het

In-stitute of SociaJ Studies te 's-Gravenhage, lid van de commissie voor gerechtigheid, vrede en duurzaamheid van de schepping van de Raad van Kerken.

Mr J.F. Glastra van Loon, oud-hoogleraar rechtsfilosofie aan de

Rijks-universiteit te Leiden en de Rijks-universiteit van Amsterdam, oud-staatsse-cretaris van Justitie en lid van de Eerste Kamer der Staten Generaal.

Dr J.J.M, de Hart, verbonden aan het Sociaal Cultureel Planbureau

(Bestuur en Beleid), daarvoor werkzaam bij de vakgroepen

Cultuur-en GodsdiCultuur-enstpsychologie Cultuur-en Pastoraaltheologie van de Katholieke

Universiteit te Nijmegen.

Dr R. Kranenborg, part-time universitair docent

Godsdienstweten-schap aan de Faculteit der Godgeleerdheid van de Vrije Universiteit te Amsterdam en part-time predikant van de Gereformeerde Kerk van Amsterdam.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het is interessant om vast te stellen dat religie en democratie in een westerse context niet als tegenstrij- dig gezien worden, maar wel als we voor religie

Dat zijn de vragen die als eerste opdoemen. En is er wel sprake van normverval: weten ouders en leer- krachten niet meer welke normen en waarden ze wil- len overdragen? Om

Maar ik zei dat het volgens mij dieper zit: 'Er zijn grenzen aan wat wij als "religieus" kunnen erkennen: 'Je wilt toch niet zeggen dat jij het recht hebt om aan te

De strijd tussen Celtic en Glasgow Rangers wordt echter in de literatuur (door onder andere de auteurs Bradley, Bruce, Kuper) als voorbeeld genomen voor de verbanden

Daarbuiten heb je in landen waar de islam de belangrijkste religie is nog veel gelegenheid het Arabisch te spreken, want veel moslims hebben deze taal ook geleerd.. Een heel

Mag ik u hier nu vragen: “Bent u religieus of bent u gered?” Indien u slechts religie kent en nog niet weet van het bloed van Christus, dan, mijn vriend, bent u nog in uw zonden..

Of moslims er zich van bewust zijn of niet, de orthodoxe islam is een drievoudig systeem - een religieus-politiek-culturele ideologie - met de bedoeling de wereld aan zich te

Volgens het Reformatorisch Dagblad (10-06-2010) neemt de invloed van het christelijke geloof op onze samenleving in een rap tempo af. We bewegen ons steeds meer en steeds