• No results found

Religie en Democratie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Religie en Democratie"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jaargang 66 nr. 10  |  Oktober 2012  Internationale Spectator 465

Arabische vrienden en collega’s waren altijd stom- verbaasd als zij hoorden over religieuze politieke par- tijen in Nederland en dat pastoors en dominees niet alleen parlementariërs waren, maar het zelfs tot mi- nister en premier schopten. ‘Maar jullie zijn toch se- culier?!’ Tja, leg dat maar eens uit. Zeker aan landen als Egypte, Syrië en Tunesië, waar tot de revoltes van 2011 politieke partijen op religieuze grondslag niet waren toegestaan. Dat hadden ze overgenomen van het Franse systeem. En daarin werden zij gesteund door Europese landen, omdat zo de Moslimbroeders buiten de politieke arena gehouden konden worden.

Dezelfde Europese landen waar christen-democraten tot de grote, invloedrijke partijen behoorden. Leg dat ook maar eens uit.

Het is interessant om vast te stellen dat religie en democratie in een westerse context niet als tegenstrij- dig gezien worden, maar wel als we voor religie ‘islam’

invullen. Sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw is de zich in toenemende mate ontplooide islam een bron van zorg voor velen – niet alleen westerlingen – omdat het islamitisch gedachtengoed ondermijnend zou zijn voor iedere vorm van democratisering. En democra- tisering van de moslimwereld stond juist hoog op de agenda van veel westerse landen.

Het Westen heeft daarom niet willen zien dat zich al geruime tijd twee processen voltrokken in de mos- limwereld die elkaar juist versterkten: democratie én islam. In het geval van de Arabische wereld toonden onderzoeken herhaaldelijk aan dat Arabieren van alle mensen ter wereld het hoogste scoorden in hun wens naar democratie. En tegelijkertijd wilden ze ook islam.

Maar niet altijd was duidelijk wat ze met het een en met het ander bedoelden, laat staan met de combinatie van beide.

Laten we er geen doekjes om winden: islam doet niet aan democratie. Net zo min als het christen- dom, jodendom, boeddhisme of hindoeïsme dat doen.

Democratie in de moderne betekenis van het woord heeft twee kenmerken: burgerlijke vrijheden en de mogelijkheid om invloed te hebben op bestuur. Beide kom je niet of nauwelijks tegen in religie. Geen won- der, want religies houden zich bezig met de mense-

lijke verhoudingen tot het bovenaardse en goddelijke, en daar heerst geen democratische overlegcultuur. De macht ligt bij God, niet bij het volk. Een religie uit zich in theologie, niet in staatkunde.

Ook andere democratische beginselen komen er in religies – in het bijzonder bij monotheïstische religies – bekaaid van af. Andersgelovigen moeten bestreden worden of op zijn best gedoogd als inferieur, vrouwen hebben een minderwaardige positie, en homoseksue- len en overspeligen verdienen de doodstraf.

Het probleem is echter niet de religie, maar onze vraagstelling. De vraag moet niet luiden ‘is islam de- mocratisch?’, maar ‘zijn moslims democratisch?’ We moeten ons, met andere woorden, niet richten op het geloof, maar op de gelovigen. Dat is ook de benade- ring die wij hanteren bij onze eigen christelijke par- tijen: hoe de katholieken, gereformeerden of hervorm- den hun religieuze denkbeelden verenigen met hun democratische opvattingen interesseert niemand. Zij worden slechts op het laatste beoordeeld, en hoe zij dat theologisch regelen, is hun eigen, interne zaak.

De meeste moslims, katholieken en joden kun- nen wel degelijk democratie met hun geloof vereni- gen (hoewel sommige zeer orthodoxen onder hen dat op theologische gronden zullen bestrijden). Dat is op zichzelf ook niet zo vreemd. Godsdienstsociologen wijzen erop dat gelovigen meer geneigd zijn tot ge- meenschapszin dan niet-gelovigen: zij gaan meer naar de stembus, zijn meer betrokken bij armoedebestrij- ding, geven meer uit aan liefdadigheid en werken meer samen. Dat zien we bij de Moslimbroeders in de Arabische wereld, maar ook bij de katholieken en gereformeerden in Nederland.

Eén-nul dus voor de gelovigen, zou je zeggen.

Maar – en dit is een heel grote ‘maar’ – deze samen- hang speelt zich vooral af binnen de geloofsgemeen- schap zelf. Want daar stuiten we op een element van religie dat juist strijdig is met moderne democratische beginselen: het richt zich voornamelijk op de eigen ge- lovigen. Vanuit religieus perspectief staat democratie dus niet gelijk aan het delen van waarden, maar aan een pragmatische vorm van samenleven, die garan- deert dat de eigen waarden nageleefd kunnen worden.

Religie en democratie

Column Maurits Berger

(2)

466 Internationale Spectator  Jaargang 66 nr. 10  |  Oktober 2012

De vraag rijst dan wat er zou gebeuren als die ge- loofsgemeenschap een democratisch gekozen politie- ke meerderheid vormt, zoals nu het geval is in landen als Egypte en Tunesië. Daar heeft religie namelijk, na de strikt seculiere jaren ’50, ’60 en ’70, geleidelijk aan belang gewonnen. Eerst als persoonlijke vroomheid, later steeds meer als publieke aangelegenheid, varië- rend van maatschappelijk welzijnswerk tot uitingen van religiositeit op straat en in de werksfeer, maar ook in de politieke arena.

Nog ingrijpender is dat islam het veld won als pu- blieke moraal. De beschuldiging van ‘onislamitisch ge- drag’ kan niet meer lachend weggewuifd worden: het kan tot spreek- en publicatieverboden leiden, of zelfs levensbedreigend zijn.

Deze positieve en negatieve aspecten van de islam zullen de komende jaren steeds nadrukkelijker naar voren komen, juist vanwege de democratische her- vormingen. De mogelijkheid om nu eindelijk vrijuit een voorkeur te mogen uitspreken, heeft ertoe geleid dat de allang bestaande behoefte aan een religieuze le- venswijze nu eindelijk openbaar is geworden.

In westerse landen, daarentegen, speelt religie in het publieke en politieke domein een veel bescheide- ner rol dan in de moslimwereld. Dat is niet omdat het staatkundig zo geregeld is, maar omdat men dat zo wil en zo doet. Ook dat is een democratische keuze.

In Nederland, bijvoorbeeld, zal geen politicus het in zijn of haar hoofd halen politieke standpunten te on- derbouwen met Bijbelcitaten of Gods zegen over de aanwezigen uit te spreken. Niets verbiedt om dat wel te doen, maar het is not done. Dat is overigens typisch Nederlands. Want in Amerika kan een politicus al- leen slagen als zijn religieuze doopceel is gelicht, en goed is bevonden. Presidenten en rockbands wuiven het publiek uit met een ‘God bless you!’ – iets wat in Nederland ondenkbaar is.

In dit opzicht is de situatie van de moslimminder- heden in West-Europa interessant. Zij vallen zo uit de toon, omdat zij juist wél publieke manifestaties van hun religie voorstaan – denk aan hoofddoeken, baarden, geen handen schudden, bidden op het werk.

Net als in de moslimwereld worden hier herhaalde- lijk rechtszaken over aangespannen en zijn politieke partijen actief om de nationale eigenheid te bewaken tegen deze cultuur-vreemde praktijken.

Maar deze meerderheidsstem ketst vaak af tegen het andere bastion van de democratie: de burgerlijke vrijheden. Bepaalde religieuze gedragingen of uitingen zijn volgens een meerderheid misschien not done, maar ze zijn niet verboden. Europese moslims beseffen dat de vrijheid van religie in Europa in veel opzichten gro- ter is dan in de moslimwereld. Vanwege de vrijheid van meningsuiting krijgen ze weliswaar meer te verduren aan islamkritiek, maar vanwege de vrijheid van reli-

gie kunnen ze meer op hun eigen manier moslim zijn, zonder dat een staat of samenleving hun iets oplegt.

Ook dat is een kenmerk van democratie.

Dat is toch wel anders in veel moslimlanden, waar islam als publieke moraal steeds dominanter wordt, en zich ook vertaalt in staatspolitiek. Dat zien we nu ook gebeuren in de Arabische landen. De nieuw verwor- ven democratie zou dat wel eens kunnen aanwakkeren, omdat zij door velen wordt misverstaan als de macht van de meerderheid. De nieuw verworven vrijheid om eindelijk het eigen gelijk te kunnen opleggen aan anderen, is verleidelijk, maar dat is geen democratie.

Democratie betekent ook dat minderheden worden beschermd en dat de meerderheid bepaalde zaken die haar onwelgevallig zijn, moet gedogen, omdat ze tot de elementaire rechten behoren. Hier zal de strijd de komende jaren over gaan.

Maurits Berger is senior research associate van Instituut  Clingendael en hoogleraar Islam in het hedendaagse wes- ten aan de Universiteit Leiden.

Deze aflevering van de Internationale Spectator  werd mede mogelijk gemaakt door de inspanningen  van Mw. Judith Nuijens, in de periode juni-novem- ber 2012 als stagiaire verbonden aan de kern- en  eindredactie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarbuiten heb je in landen waar de islam de belangrijkste religie is nog veel gelegenheid het Arabisch te spreken, want veel moslims hebben deze taal ook geleerd.. Een heel

Mag ik u hier nu vragen: “Bent u religieus of bent u gered?” Indien u slechts religie kent en nog niet weet van het bloed van Christus, dan, mijn vriend, bent u nog in uw zonden..

Als er twintig onder u zijn die stand houden, zullen zij tweehonderd overwinnen en als er honderd uwer zijn zullen zij duizend der ongelovigen verslaan, omdat zij een volk zijn

Of moslims er zich van bewust zijn of niet, de orthodoxe islam is een drievoudig systeem - een religieus-politiek-culturele ideologie - met de bedoeling de wereld aan zich te

Maar ik zei dat het volgens mij dieper zit: 'Er zijn grenzen aan wat wij als "religieus" kunnen erkennen: 'Je wilt toch niet zeggen dat jij het recht hebt om aan te

Dat zijn de vragen die als eerste opdoemen. En is er wel sprake van normverval: weten ouders en leer- krachten niet meer welke normen en waarden ze wil- len overdragen? Om

De strijd tussen Celtic en Glasgow Rangers wordt echter in de literatuur (door onder andere de auteurs Bradley, Bruce, Kuper) als voorbeeld genomen voor de verbanden

Of is religie onmis- baar zoals drank, drugs of koffie onmisbaar zijn voor de verslaafde - niet omdat hij in principe niet zonder zou kunnen, maar omdat hij onvoldoende in staat is