• No results found

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden · dbnl"

Copied!
73
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

Hendrik Polman Az.

bron

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden. Johannes van der Hey en Zoon,

Amsterdam 1838 (zevende, vermeerderde druk)

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/polm002scho01_01/colofon.php

© 2011 dbnl

i.s.m.

(2)

Voorberigt.

Wanneer wij met een vlugtig oog de middelen ter opvoeding of ontwikkeling van den mensch overzien, dan valt ons terstond, en als van zelve, de zangkunde onder het oog, als bijzonder geschikt om het gevoelvermogen te ontkiemen, of te verheffen en te versterken. En voegen wij hierbij den invloed, dien de zang op onze geheele stemming heeft; alsmede, welk aanzienlijk deel van de Godsdienst het zingen uitmaakt; dan is het buiten twijfel, dat de zangkunde een belangrijk deel van het onderwijs van kinderen kan en moet genoemd worden.

In dit denkbeeld staande, verlangde ik zeer naar een gepast gezangboek voor de scholen; dat is, naar een boekje, waarin woorden en muzijk te zamenstemmen, om, onder behoorlijk gebruik, dienstbaar te zijn tot bereiking van het genoemde oogmerk.

Hierom ging ik te rade met mijnen vriendH.POLMAN AZ., Onderwijzer in de Bijbelsche geschiedenis en Zedekunde aan 's Rijks kweekschool voor

School-Onderwijzers alhier; wiens bekwaamheid ik, in het vervaardigen van geschikte woorden voor kinderen, in overeenstemming met den aard der muzijk, kende; en deze toonde zich genegen, om aan mijn verlangen te voldoen.

Wij oordeelden, dat driestemmig koraal-gezang, goed gezet, het beste middel was, om het gehoor voor het schoone van den zang te openen, en het gevoel die streeling te geven, waardoor het voor het schoone der zangkunde ontwaakt, en waardoor te gelijk de neiging tot de beoefening derzelve het zekerst opgewekt wordt.

Buitendien dachten wij dit werkje te moeten doen strekken tot een dagelijksch gezangboek voor de Scholen; waarom de woorden zoodanige onderwerpen bevatten, die iederen dag door de kinderen kunnen bezongen worden.

Overtuigd van de gepastheid, en daardoor van degroote waarde dezer

Schoolgezangen, dank ik mijnen vriend voor de bezorging; gelijk ik ook aan die heeren mijnen dank betuig, welke mede volvaardig het hunne toebragten, om dit werkje in opzigt tot de muzijk zooveel waarde bij te zetten.

Haarlem Maart 1838.

P.J.PRINSEN.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(3)

Schoolgezangen.

I. Gezang.

Aan God.

Verheven God! wij buigen ons in 't stof. Uw groot- heid gaat ver boven onzen lof. Wat sterv'ling roemt uw heerlijkheid naar waarde? - Als alles loofd' in hemel en op aarde, Dan nog voldeed de schepping, in haar lied, Verheven God! aan uwe grootheid niet.

Verheven God! wij buigen ons in 't slof. Uw groot- heid gaat ver boven onzen lof. Wat sterv'ling roemt uw heerlijkheid naar waarde? - Als alles loofd' in hemel en op aarde, Dan nog voldeed de schepping, in haar lied, Verheven God! aan uwe grootheid niet.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(4)

Verheven God! wij buigen ons in 't slof. Uw groot- heid gaat ver boven onzen lof. Wat sterv'ling roemt uw heerlijkheid naar waarde? - Als alles loofd' in hemel en op aarde, Dan nog voldeed de schepping, in haar lied, Verheven God! aan uwe grootheid niet.

En zulk een God, hoe groot in magt en eer, Ziet op een kind met welgevallen neêr;

Ja, 't Godlijk oor des Heeren hoort, in 't midden Der hemelschaar, de kleinste kindren bidden;

God let op hen, terwijl zijn hand hen leidt In 't regte spoor van deugd en heiligheid.

Verheven God! zie dan op onze jeugd!

Uw dienst zij ons de bron der hoogste vreugd!

Uw lof vloei' steeds uit onze kindermonden!

Ons hart zij nooit geopend voor de zonden!

Dan vinden wij, in voorspoed en in smart, In U, o God! een rustpunt voor ons hart.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(5)

II. Gezang.

Aan God den schepper.

Oneindig God! gun, dat we U eere ge-ven! U, die eens spraakt, en 't gansch heelal bestond;

Die eeuwig leeft, en al wat leeft deedt le-ven;

Die orde en wet met eeuwge banden bondt.

Oneindig God! gun, dat we U eere ge-ven! U, die eens spraakt, en 't gansch heelal bestond;

Die eeuwig leeft, en al wat leeft deedt leven;

Die orde en wet met eeuwge banden bondt.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(6)

Oneindig God! gun, dat we U eere geven! U, die eens spraakt, en 't gansch heelal bestond;

Die eeuwig leeft, en al wat leeft deedt leven;

Die orde en wet met eeuwge banden bondt.

Zien wij omhoog, daar wentlen duizend zonnen;

Zien wij omlaag, daar kruipt de worm in 't stof:

't Is al door U, en Gij zijt nooit begonnen -

O God! wie geeft naar waarde uw grootheid lof?

Ook wij bestaan door U, grootmagtig Wezen!

Gij regelt steeds ons wislend levenslot.

Op alles staat met eeuwig schrift te lezen:

‘Die Schepper is blijft eeuwig uwe God!’

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(7)

III. Gezang.

Loflied aan God.

Hoe rijk is on-ze ze-gen!

Gods lief-de stroomt ons te-gen;

Hoe za-lig is ons lot!

Hij schenkt ons 't reinst ge-not.

Laat anderen dan klagen: Wij zingen blij te moe.

In kinderlijke klanken, Vereend met hartlijk danken, Klinkt God ons loflied toe.

Hoe rijk is on-ze ze-gen!

Gods lief-de stroomt ons te-gen;

Hoe za-lig is ons lot!

Hij schenkt ons 't reinst ge-not.

Laat anderen dan klagen: Wij zingen blij te moe.

In kinderlijke klanken, Vereend met hartlijk danken, Klinkt God ons loflied toe.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(8)

Hoe rijk is on-ze ze-gen!

Gods lief-de stroomt ons te-gen;

Hoe za-lig is ons lot!

Hij schenkt ons 't reinst ge-not.

Laat anderen dan klagen: Wij zingen blij te moe.

In kinderlijke klan-ken, Vereend met hart-lijk danken, Klinkt God ons loflied toe.

O Schepper van ons leven!

O Leidsman onzer jeugd!

Hoe veel hebt Gij gegeven, Dat ons gemoed verheugt!

Wij juichen U ter eere!

Gij hebt ons welgedaan.

Hoor onze kinderklanken!

Verschoon ons staamlend danken!

Neem onzen Lofzang aan!

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(9)

IV. Gezang.

De natuur.

Natuur, hoe godlijk schoon Spreidt gij uw glans ten toon, Voor aller menschen oo-gen!

Uw evenredigheid; Uw pracht en majes- teit, Zij houdt ons opgetogen.

Natuur, hoe godlijk schoon Spreidt gij uw glans ten toon, Voor aller menschen oo-gen!

Uw evenredigheid; Uw pracht en majes- teit, Zij houdt ons op-ge-to-gen.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(10)

Natuur, hoe godlijk schoon Spreidt gij uw glans ten toon, Voor aller menschen oo-gen!

Uw evenredigheid; Uw pracht en majes- teit, Zij houdt ons opgetogen.

Waar 't oog ook turen moog', Beneden of omhoog, 't Is alles orde en vrijheid.

Natuur, voert gij 't gebied, Dan wijkt het bang verdriet, Dan heerscht er eeuwge blijheid.

Natuur, roept gij zoo luid Uws Makers grootheid uit, En zou de mensch dan zwijgen?

Neen, Schepper van 't heelal!

Ons aller lofzang zal Ook eeuwig tot U stijgen.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(11)

V. Gezang.

Gods goedheid.

God is goed! Waar schepslen leven, Leeft Hij, die hun Schepper, is. O! God is zoo mild in 't geven. God is goed! Waar schep- slen leven, Leeft Hij, die hun Schepper is:

Dus is aller heil gewis.

God is goed! Waar schepslen leven, Leeft Hij, die hun Schepper is. O! God is zoo mild in 't geven. God is goed! Waar schep- slen leven, Leeft Hij, die hun Schepper is:

Dus is aller heil gewis.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(12)

God is goed! Waar schepslen leven, Leeft Hij, die hun Schepper is. O! God is zoo mild in 't geven. God is goed! Waar schep- slen leven, Leeft Hij, die hun Schepper is:

Dus is aller heil gewis.

God is goed! Waar menschen wonen, Zorgt Hij voor hun aller lot.

Steeds blijft Hij zijn liefde toonen.

God is goed! Waar menschen wonen?

Zorgt Hij voor hun aller lot;

En die zorgt blijft eeuwig God.

God is goed! Waar kindren leeren, IJvrig zijn in hunnen pligt, Wil Hij steeds zijn gunst vermeeren.

God is goed! Waar kindren leeren, IJvrig zijn in hunnen pligt,

Schenkt zijn goedheid kracht en licht.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(13)

VI. Gezang.

God zorgt voor allen.

Waar schepslen zijn, daar zorgt ook God; Zijn oog waakt over al-len. Zijn hand schenkt leven, geeft genot; Hij zorgt met welge-vallen. Ja, zijn genâ Slaat alles gâ: Niets wordt door Hem ver-geten. Dat mag eerst zorgen heeten!

Waar schepslen zijn, daar zorgt ook God; Zijn oog waakt over al-len. Zijn hand schenkt leven, geeft genot; Hij zorgt met welge-vallen. Ja, zijn genâ Slaat alles gâ: Niets wordt door Hem ver-geten. Dat mag eerst zorgen heeten!

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(14)

Waar schepslen zijn, daar zorgt ook God; Zijn oog waakt over al-len. Zijn hand schenkt leven, geeft genot; Hij zorgt met welge-vallen. Ja, zijn genâ Slaat alles gâ: Niets wordt door Hem ver-geten. Dat mag eerst zorgen heeten!

En zouden wij, met de angst in 't hart, Dan voor de toekomst beven? - Keen, Vader! wat ons dreigt of smart,

Gij zult ons niet begeven.

Gij goede God!

Bestuurt ons lot.

Wat schrikken wij voor morgen?

Gij zult voor eeuwig zorgen.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(15)

VII. Gezang.

Aan Jezus.

Lieve Jezus! Vriend van kindren! Zie ons bukten voor uw troon. 't Lied uit dankbre kindermonden Wordt U knielend aangeboôn.

Schoon de rei der zalige Englen U steeds wijdt haar hemmellied, Gij hoort, onder al die koren, Ook den toon, dien 't kind U biedt.

Lieve Jezus! Vriend van kindren! Zie ons bukten voor uw troon. 't Lied uit dankbre kindermonden Wordt U knielend aangeboôn.

Schoon de rei der zalige Englen U steeds wijdt haar hemmellied, Gij hoort, onder al die koren, Ook den toon, dien 't kind U biedt.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(16)

Lieve Jezus! Vriend van kindren! Zie ons bukten voor uw troon. 't Lied uit dankbre kindermonden Wordt U knielend aangeboôn.

Schoon de rei der zalige Englen U steeds wijdt haar hemmellied, Gij hoort, onder al die koren, Ook den toon, dien 't kind U biedt.

Ja, wij weten 't, dierbre Heiland!

Niemand is zoo goed als Gij.

Hebt Gij niet eens zelf gesproken:

Lieve kindren! komt tot mij?

En toen stroomden heil en zegen Op die lieve kleinen neêr.

Zegen ons ook, Dierbre Heiland!

Dan beminnen we U nog meer.

Ja, toen Gij nog op deze aarde 't Pad betraadt van leed en smart, Zongen kindren eens uw grootheid,

En het was U wel aan 't hart.

Zouden vrij dan van U zwijgen, Die voor ons zoo alles zijt?

Neen, Verlosser! uwe liefde Zij ons hart en toon gewijd.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(17)

VIII. Gezang.

Het Onze Vader.

Hemelsch Vader! zie uw kindren Vol van eer- bied voor uw troon; Zie ons knielen, hoor ons bidden Met het oog op uwen Zoon!

Hemelsch Vader! zie uw kindren Vol van eer- bied voor uw troon; Zie ons knielen, hoor ons bidden Met het oog op uwen Zoon!

Hemelsch Vader! zie uw kindren Vol van eer- bied voor uw troon; Zie ons knielen, hoor ons bidden Met het oog op uwen Zoon!

Laat alom, waar schepslen wonen, Elk vervuld zijn met uw' lof!

Immers geeft uw eernaam ‘Vader’

Voor den juichtoon eeuwig stof.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(18)

Och, was 't Rijk van Jezus Christus In zijn volheid reeds nabij!

Dan zou de aarde een hemel wezen, En het menschdom waarlijk vrij.

Leer ons zwijgen en aanbidden! - Vader! wat Gij wilt is goed.

Leer ons slechts uw' wil te volgen, Zoo als ieder zaalge doet!

Och, ontleer ons 't angstig zorgen, Zelfs bij 't klimmen van den nood!

Wij toch, Vader, zijn uw kindren:

Geef ons dan ons daaglijksch brood!

Leer ons steeds uw woord gelooven, Dat Gij ons de schuld vergeeft!

Wij toch schenken wel vergifnis Elk' die ons beleedigd heeft.

Zet Gij zelf verzoeking palen, Die gestaag ons hart beloert! - Moeten wij ons zelf beveilgen,

Ach, dan worden we U ontvoerd!

Zoudt Ge ons onze beê niet geven, Knielend voor uw Majesteit? - Ja, Gij hebt de kracht, o Vader!

Amen! U zij heerlijkheid!

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(19)

IX. Gezang.

Bede.

Helaas, 't is waar, wij hebben vaak mis- dre-ven! Maar 't is ons leed. O God! wil ons ver-ge-ven! Met schuldbesef vergifnis U te vra-gen Kan U be-ha-gen.

Helaas, 't is waar, wij hebben vaak mis- dre-ven! Maar 't is ons leed. O God! wil ons ver-ge-ven! Met schuldbesef vergifnis U te vra-gen Kan U be-ha-gen.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(20)

Helaas, 't is waar, wij hebben vaak mis- dre-ven! Maar 't is ons leed. O God! wil ons ver-ge-ven! Met schuldbesef vergifnis U te vra-gen Kan U be-ha-gen.

Zie ons, o God! dan voor uw' troon gebogen.

Verstoot ons niet van uwe heilige oogen!

Wij weten 't, God! - wie ook voor U moog' beven - Gij wilt vergeven.

Vergeef ons dan, genadig, onze zonden!

Neem 't kwade weg, dat in ons wordt gevonden!

Dan zullen we ons in uwe gumt verblijden, En 't kwaad, bestrijden.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(21)

X. Gezang.

Godsvrucht.

Hoe waarlijk vrolijk is het kind, Dat zijnen God mag kennen; Dat in zijn lof behagen vindt;

Zich aan zijn dienst wil wennen. De grootste ramp, het zwaarst verdriet, Ontrukt het zijne blijdschap niet: Het vindt in God steeds vader.

Hoe waarlijk vrolijk is het kind, Dat zijnen God mag kennen; Dat in zijn lof behagen vindt;

Zich aan zijn dienst wil wennen. De grootste ramp, het zwaarst verdriet, Ontrukt het zijne blijdschap niet: Het vindt in God steeds vader.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(22)

Hoe waarlijk vrolijk is het kind, Dat zijnen God mag kennen; Dat in zijn lof behagen vindt;

Zich aan zijn dienst wil wennen. De grootste ramp, het zwaarst verdriet, Ontrukt het zijne blijdschap niet: Het vindt in God steeds vader.

Komt, kiezen wij de dienst van God, Als regtgeaarde kindren!

Dan zal in 't aardsche levenslot De rampspoed zelfs niet hindren.

Eens - als de Godverlater schreit - Schenkt God ons zijne zaligheid

Voor eeuwig in den Hemel.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(23)

XI. Gezang.

Tevredenheid.

(Naar het Hoogduitsch.)

Eenigzins levendig.

Wat vraag ik toch naar geld of goed, Wan- neer tevredenheid, Bij levenskracht in 't jeug- dig bloed, M'een bed van rozen spreidt.

Dan zing ik, wijl mijn hart geniet, Mijn mor- gen- en mijn avondlied.

Wat vraag ik toch naar geld of goed, Wan- neer tevredenheid, Bij levenskracht in 't jeug- dig bloed, M'een bed van rozen spreidt.

Dan zing ik, wijl mijn hart geniet, Mijn mor- gen- en mijn avondlied.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(24)

Wat vraag ik toch naar geld of goed, Wan- neer tevredenheid, Bij levenskracht in 't jeug- dig bloed, M'een bed van rozen spreidt?

Dan zing ik, wijl mijn hart geniet, Mijn mor- gen- en mijn avondlied.

En zie ik dan de schepping aan, Natuur in goud gehuld, De dauw als zilver op de blaân,

Den halm met graan vervuld, Dan denk ik: ‘al dat schoon, die pracht

Heeft God voor mij ook voortgebragt.’

Dan juich ik vrolijk in mijn lot, Dan heb ik goeden moed, En denk: ‘God is een goede God,

Hij meent het met ons goed.’

Ik blijf in God dan blij te moê,

En breng mijn' dank Hem eeuwig toe.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(25)

XII. Gezang.

Onze bestemming.

Heeft God dit korte leven, Doormengd met smart en vreugd, Ons tot den tijd gegeven, Ter oefning onzer deugd; Dan is 't nu onze zaak, Om vlijtig op te merken, En ijverig te werken Aan onze groote taak.

Heeft God dit korte leven, Doormengd met smart en vreugd, Ons tot den tijd ge-geven, Ter oefning onzer deugd; Dan is 't nu onze zaak, Om vlijtig op te merken, En ijverig te werken Aan onze groote taak.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(26)

Heeft God dit korte leven, Doormengd met smart en vreugd, Ons tot den tijd gegeven, Ter oefning onzer deugd; Dan is 't nu onze zaak, Om vlijtig op te merken, En ijverig te werken Aan onze groote taak.

God wil ons, onder 't stormen, Op deze wereldzee, Door zijn genade vormen

Voor 't land van rust en vreê.

Hoe zalig is dan 't kind, Dat steeds, met alle krachten, Zijn pligten wil betrachten,

En zijnen God bemint.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(27)

XIII. Gezang.

De tijd.

Hoe snel vervliegt elk levensuur!

En 't komt nooit tot ons weêr.

Hoe snel de gansche le-venstijd!

Hij is - en is niet meer.

Hoe snel vervliegt elk levensuur!

En 't komt nooit tot ons weêr.

Hoe snel de gansche le-venstijd!

Hij is - en is niet meer.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(28)

Hoe snel vervliegt elk levensuur!

En 't komt nooit tot ons weêr.

Hoe snel de gansche levenstijd!

Hij is - en is niet meer.

Dat dan elk onzer woekren moog' Met ieder oogenblik.

Elk punt des tijds, aan 't kwaad besteed, Wordt steeds herdacht met schrik.

Komt dan gewerkt aan onze taak!

De levensdag is kort.

O God! bereid ons voor dien stand Waar alles eeuwig wordt.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(29)

XIV. Gezang.

Naarstigheid.

Welk een hemelsch vergenoegen Smaakt het immer vlijtig kind! Welk een onwaardeerbre vreugde, Die in werken wellust vindt! Naarstigheid bekroont den schedel; IJver vlecht er kransjes bij; Vlijt bestrooit den weg met rozen: Aan haar banden is men vrij.

Welk een hemelsch vergenoegen Smaakt het immer vlijtig kind! Welk een onwaardeerbre vreugde, Die in werken wellust vindt! Naarstigheid bekroont den schedel; IJver vlecht er kransjes bij; Vlijt bestrooit den weg met rozen: Aan haar banden is men vrij.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(30)

Welk een hemelsch vergenoegen Smaakt het immer vlijtig kind; Welk een onwaardeerbre vreugde, Die in werken wellust vindt! Naarstigheid bekroont den schedel; IJver vlecht er kransjes bij; Vlijt bestrooit den weg met rozen: Aan haar banden is men vrij.

Naarstigheid! vriendin van kindren!

Blijf ons bij in onzen kring!

Immers zijn we uw eigen telgen?

Elk van ons uw lieveling?

Ja, gij zult ons zeker loonen Met een' grooten eereprijs, Als we eens proeven zullen geven

Van 't uitmuntend onderwijs.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(31)

XV. Gezang.

Nadenken.

't Is niet genoeg, wanneer een kind Met vlijt zijn lessen leert: Die nadenkt heeft alleen 't geluk, Dat kunde en deugd vermeert.

't Is niet genoeg, wanneer een kind Met vlijt zijn lessen leert: Die nadenkt heeft alleen 't geluk, Dat kunde en deugd vermeert.

't Is niet genoeg, wanneer een kind Met vlijt zijn lessen leert: Die nadenkt heeft alleen 't geluk, Dat kunde en deugd vermeert.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(32)

God geeft, bij al hel onderwijs, Ons denkkracht en gevoel;

En met die gaaf, zoo godlijk groot, Heeft Hij het heerlijkst doel.

Wij willen dan nadenkend zijn Op elken goeden raad;

Maar wenden oog en oor en hart Van 't geen ons lokt tot kwaad.

Zoo treên we eens in de maatschappij, Opmerkzaam en verlicht;

En doen dan, elk in onzen kring, Nadenkend onzen pligt.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(33)

XVI. Gezang.

Nedrigheid.

O Nedrigheid! verheven deugd! Het edel sierkleed van de jeugd, Hoe groot is uwe waarde! Door U wordt levenszaad gestrooid; Door U wordt ons geluk voltooid; Door U stroomt heil op aarde.

Ons streelt Uw beeld. Wij verachten De gedachten, En de daden, Die den trotsch van 't hart verraden.

O Nedrigheid! verheven deugd! Het edel sierkleed van de jeugd, Hoe groot is uwe waarde! Door U wordt levenszaad gestrooid; Door U wordt ons geluk voltooid; Door U stroomt heil op aarde.

Ons streelt Uw beeld. Wij verachten De gedachten, En de daden, Die den trotsch van 't hart verraden.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(34)
(35)

O Nedrigheid! verheven deugd! Het edel sierkleed van de jeugd, Hoe groot is uwe waarde! Door U wordt levenszaad. gestrooid; Door U wordt ons geluk voltooid; Door U stroomt heil op aarde.

Ons streelt Uw beeld. Wij verachten De gedachten, En de daden, Die den trotsch van 't hart verraden.

Och, dat dan zachte nedrigheid, Die zoo veel heil op aard' verspreidt,

Altijd ons hart bestiere!

Bat haar aanminnig rein gewaad, 't Geen elken mensch zoo heerlijk staat,

Ook altijd ons versiere!

Dan zal Geen val Ons doen beven:

Neen, wij leven Dan eerst veilig, Ja, op aard' volkomen veilig.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(36)

XVII. Gezang.

Mededoogen.

Zien wij immer smarten dragen, Wij gevoe- len ook die smart. Hooren wij weemoedig klagen, Dan ook lijdt ons kinderhart. Wie ook weent, wij weenen mede; Brengen zamen onze bede Voor den troon van onzen God, Smee- kend om een beter lot.

Zien wij immer smarten dragen, Wij gevoe- len ook die smart. Hooren wij weemoedig klagen, Dan ook lijdt ons kinderhart. Wie ook weent, wij weenen mede; Brengen zamen onze bede Voor den troon van onzen God, Smee- kend om een beter lot.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(37)

Zien wij immer smarten dragen, Wij gevoe- len ook die smart. Hooren wij weemoedig klagen, Dan ook lijdt ons kinderhart. Wie ook weent, wij weenen mede; Brengen zamen onze bede Voor den troon van onzen God, Smee- kend om een beter lot.

d' Edle deugd van mededoogen Siere ons steeds in onze jeugd!

Lijdenstranen af te droogen, Zij voor ons de hoogste vreugd! - Als we ook 't leed van andren dragen Doen wij naar Gods welbehagen;

En die goede Hemelheer Ziet dan gunstig op ons neêr.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(38)

XVIII. Gezang.

Het vrolijke kind.

Wie smaakt meer genoegen, Dan

ik in mijn lot? 'k Heb Vrienden en Meesters;

'k Heb Ouders } en God.

Ver-zor-gers } en God.

Wie smaakt meer genoegen, Dan

ik in mijn lot? 'k Heb Vrienden en Meesters;

'k Heb Ouders } en God.

Ver-zor-gers } en God.

Wie smaakt meer genoegen, Dan

ik in mijn lot? 'k Heb Vrienden en Meesters;

'k Heb Ouders } en God.

Ver-zor-gers } en God.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(39)

Als tranen me ontvloeijen, Dan zijn zij van vreugd.

Ik wijd dan die tranen Aan God en de deugd.

'k Val dankend ter neder, Mijn Schepper en Heer!

'k Heb alles - o liefde! - Wat wensch ik dan meer?

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(40)

XIX. Gezang.

Maandag-morgen.

Zoo is het schooluur dan geslagen, Waarnaar elk edel kind verlangt; De tijd was steeds ons welbehagen, Die arbeid na de rust vervangt.

Wij willen nu, met alle krachten, Ons wijden aan der kindrenpligt; Wij willen iedre les be- trachten, Gegeven tot ons onderrigt.

Zoo is het schooluur dan geslagen, Waarnaar elk edel kind verlangt, De tijd was steeds ons welbehagen, Die arbeid na de rust vervangt.

Wij willen nu, met alle krachten, Ons wijden aan der kindrenpligt; Wij willen iedre les be- trachten, Gegeven tot ons onderrigt.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(41)

Zoo is het schooluur dan geslagen, Waarnaar elk edel kind verlangt; De tijd was steeds ons welbehagen, Die arbeid na de rust vervangt.

Wij willen nu, met alle krachten, Ons wijden aan der kindrenpligt; Wij willen iedre les be- trachten, Gegeven tot ons onderrigt.

Geef Gij nu, goede Hemelvader!

Ons van uw liefde een waar gevoel.

Elk schooluur brenge ons immer nader Aan ons verheven scheppings-doel!

Sterk Gij hen, die ons onderwijzen!

Schenk zegen in de ruimste maat!

Dan zullen we uwe goedheid prijzen, Als voor ons 't uur der ruste slaat.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(42)

XX. Gezang.

Morgenzang.

Komt, kindren! nu een lied, Hem, die 't heelal

gebiedt, Eerbiedig toegezongen! In elken morgenstond, Zing' ieders dankbre mond Gods goedheid ongedwongen!

In d'afgeloopen nacht Was God zelf onze wacht;

Hij zorgde voor ons leven. Thans is het onze pligt (En lielde valt dit ligt) Hem daarvoor eer te geven.

Komt, kindren! nu een lied, Hem, die 't heelal

gebiedt, Eerbiedig toegezongen! In elken morgenstond, Zing' ieders dankbre mond Gods goedheid ongedwongen!

In d'afgeloopen nacht Was God zelf onze wacht;

Hij zorgde voor ons leven. Thans is het onze pligt (En liefde valt dit ligt) Hem daarvoor eer te geven.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(43)

Komt, kindren! nu een lied, Hem, die 't heelal

gebiedt, Eerbiedig toegezongen! In elken morgenstond, Zing' ieders dankbre mond Gods goedheid ongedwongen!

In d'afgeloopen nacht Was God zelf onze wacht;

Hij zorgde voor ons leven. Thans is het onze pligt (En liefde valt dit ligt) Hem daarvoor eer te geven.

Dat wij nu dezen dag, Met kinderlijk ontzag, Aan onze pligten wijden!

Dan zal, als de avond daalt, De lof, door ons behaald, Ons kinderhart verblijden.

De luiaard, die zijn pligt Wel weet, maar niet verrigt, Kan nooit Gods gunstling wezen.

Komt, kindren, dan aan 't werk!

De leerlust is het merk Van lust om God te vreezen.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(44)

XXI. Gezang.

Morgenzang.

Daar rijst de zon aan 's hemels trans! Reeds schiet zij gouden stralen; Reeds doet zij haren heldren glans Op aarde nederdalen. - o Majesteit, En heerlijkheid!

o Godlijk kunstvermogen! Gij houdt ons opgetogen!

Daar rijst de zon aan 's hemels trans! Reeds schiet zij gouden stralen; Reeds doet zij haren heldren glans Op aarde nederdalen. - o Majesteit, En heerlijkheid!

o Godlijk kunstver-mogen! Gij houdt ons opge-to-gen!

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(45)

Daar rijst de zon aan 's hemels trans! Reeds schiet zij gouden stralen; Reeds doet zij haren heldren glans Op aarde nederdalen. - o Majesteit, En heerlijkheid!

o Godlijk kunstvermogen! Gij houdt ons opgetogen!

Komt nu met vuur den pligt betracht, Die ons is opgedragen!

Ja, komt! met lust - de Meester wacht - Doen wij zijn welbehagen,

Dan zullen wij, Verrukt en blij,

Door vrolijke avondzangen Dit morgenlied vervangen.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(46)

XXII. Gezang.

Morgenzang.

O God! wat zijt Gij groot en goed! Gij, die het gansch heelal behoedt, Zorgt vaderlijk en teeder:

Gij toont, dat Gij den mensch bemint; Gij ziet zelfs op het kleinste kind Met welgeval-len neder.

Wij ondervonden 't dezen nacht: Toen niemand onzer aan U dacht, Bleeft Gij aan ons gedenken.

Gij hebt ons door uw hand gedekt, En door die- zelfde hand gewekt, Om nieuwe gunst te schenken.

O God! wat zijt gij groot en goed! Gij, die het gansch heelal behoedt, Zorgt vaderlijk en toeter:

Gij toont, dat Gij den mensch bemint; Gij ziet zelfs op het kleinste kind Met welgeval-len neder.

Wij ondervonden 't dezen nacht: Toen niemand onzer aan U dacht, Bleeft Gij aan ons gedenken.

Gij hebt ons door uw hand gedekt, En door die- zelfde hand gewekt, Om nieuwe gunst te schenken.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(47)
(48)

O God! wat zijt Gij groot en goed! Gij, die het gansch heelal behoedt, Zorgt vaderlijk en teeder:

Gij toont, dat Gij den mensch bemint; Gij ziet zelfs op het kleinste kind Met welgeval-len neder.

Wij ondervonden 't dezen nacht: Toen niemand onzer aan U dacht, Bleeft Gij aan ons gedenken.

Gij hebt ons door uw hand gedekt, En door die- zelfde hand gewekt, Om nieuwe gunst te schenken.

Thans roept de dag ons tot den pligt, Dien ieder kind zoo gaarn verrigt,

Dat voor U wenscht te leven.

Wat heil, dat Gij steeds op ons let, Dat Gij, op 't kinderlijk gebed,

Ons hulp en kracht wilt geven!

Zie op ons neder in genâ, Op dat ons werk voorspoedig ga!

Leid ons op uwe wegen!

Dan danken we in den avondstond, Uw gunst met onzen blijden mond;

En juichen om uw zegen.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(49)

XXIII. Gezang.

Avondzang.

Goede God! wat gunst, wrat groote zegen Vloeid' in dezen dag ons toe! Al dit goed, uit uwe hand ver-kre-gen, Maakt ons dankbaar, blij te moe.

Vrolijk zien wij nu de zonne dalen; Juichend zien wij op haar laatste stralen; Dankbaar denken we aan den nacht, Die ons nu ter ruste wacht.

Goede God! wat gunst, wat groote ze-gen Vloeid' in dezen dag ons toe! Al dit goed, uit uwe hand ver-kre-gen, Maakt ons dankbaar, blij te moe.

Vrolijk zien wij nu de zonne da-len; Juichend zien wij op haar laatste stralen; Dankbaar denken we aan den nacht, Die ons nu ter ruste wacht.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(50)

Goede God! wat gunst, wat groote zegen Vloeid' in dezen dag ons toe! Al dit goed, uit uwe hand verkregen, Maakt ons dankbaar, blij te moe.

Vrolijk zien wij nu de zonne da-len; Juichend zien wij op haar laatste stra-len; Dankbaar denken we aan den nacht, Die ons nu ter ruste wacht.

Laat uw hand, ontfermend God! ons dekken, Dat zij onheil van ons weer'!

Laat zij ons gezond en blijde wekken!

Dan zingt onze mond uw eer.

Dan zal 't hart van liefde tot U blaken, En, op nieuw, de reinste blijdschap smaken;

Dan wordt onze kinderpligt Weêr met vlijt getrouw verrigt.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(51)

XXIV. Gezang.

Avondzang.

Toen, in den morgenstond, De kinderlijke mend Een offer bragt aan God, Toen zonden we ook 't gebed Tot Hem, die op ons let, Die schikt ons kinderlot.

God heeft die beê verhoord; Hij gaf ons, naar zijn woord, En tijd, en lust, en krachten. En zou die goede Heer, Zijn liefd' en trouw ter eer, Geen avond-offer wachten?

Toen, in den morgenstond, De kinderlijke mond Een offer bragt aan God, Toen zonden we ook 't gebed Tot Hem, die op ons let, Die schikt ons kinderlot.

God heeft die beê verhoord; Hij gaf ons, naar zijn woord, En tijd, en lust, en krachten. En zou die goede Heer, Zijn liefd' en trouw ter eer, Geen avond-offer wachten?

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(52)

Toen, in den morgenstond, De kinderlijke mond Een offer bragt aan God, Toen zonden we ook 't ge-bed Tot Hem, die op ons let, Die schikt ons kinderlot.

God heeft die beê verhoord; Hij gaf ons, naar zijn woord, En tijd, en lust, en krachten. En zou die goede Heer, Zijn liefd' en trouw ter eer, Geen avond-offer wachten?

O God! wij brengen nu Den lof en dank aan U, Voor alles, wat Gij deedt.

Vergeef, zoo onze pligt Niet werd getrouw verrigt;

De tijd niet wel besteed!

Bedek ons in deez' nacht!

Houd over ons de wacht!

Blijf ons uw liefde schenken!

Dan zal, als 't licht weêr rijst, En 't morgenlied U prijst;

Ons hart uw gunst gedenken.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(53)

XXV. Gezang.

Avondzang.

O God! hoe mild en goed zijt Gij! Deez' dag ging in uw gunst voorbij; Uw oog was steeds op ons geslagen. We ontvingen 't nuttigst onderrigt;

Gij gaaft gezondheid, kracht en licht, Gij hebt voor alles zorg gedragen. U zij de lof, U zij al d'eer, Weldadig God en Opperheer!

O God! hoe mild en goed zijt Gij! Deez' dag ging in uw gunst voorbij; Uw oog was steeds op ons geslagen. We ontvingen 't nuttigst onderrigt;

Gij gaaft gezondheid, kracht en licht, Gij hebt voor alles zorg ge-dra-gen. U zij de lof, U zij al d'eer, Weldadig God en Opperheer!

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(54)

O God! hoe mild en goed zijt Gij! Deez' dag ging in uw gunst voorbij; Uw oog was steeds op ons geslagen. We ontvingen 't nuttigst onderrigt;

Gij gaaft gezondheid, kracht en licht, Gij hebt voor alles zorg gedragen. U zij de lof, U zij al d'eer, Weldadig God en Opperheer!

Wat heil, als God steeds met ons is!

Dan vreezen wij geen duisternis;

Dan leggen we ons gerust ter neder:

Hij, die des daags zijn gunst gebiedt, Begeeft ook in den nacht ons niet, Maar waakt steeds vaderlijk en teeder:

Wij steunen op Gods trouw en magt, En zijn dus veilig in den nacht.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(55)

XXVI. Gezang.

Bij den aanvang der school.

Daar slaat het uur! Met lust en vuur, Nu 't leeren aange-vangen. O ja, gewis, De leertijd is Ons kinderlijk verlangen. - Wordt ooit de tijd Aan 't kwaad gewijd, Dan vindt men stof tot klagen; Doch zoo een kind, Het goed bemint, Toont God zijn welbehagen. Doen we onzen pligt, Dan zal ons 't licht Van kennis meerder dagen.

Daar slaat het uur! Met lust en vuur, Nu 't leeren aange-van-gen. O ja, gewis, De leertijd is Ons kinder-lijk verlan-gen. - Wordt ooit de tijd Aan 't kwaad gewijd, Dan vindt men stof tot kla-gen; Doch zoo een kind, Het goed bemint, Toont God zijn welbe-ha-gen. Doen we on-zen pligt, Dan zal ons 't licht Van kennis meerder dagen.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(56)
(57)

Daar slaat het uur! Met lust en vuur, Nu 't leeren aange-van-gen. O ja, gewis, De leertijd is Ons kinderlijk verlangen. - Wordt ooit de tijd Aan 't kwaad gewijd, Dan vindt men stof tot klagen, Doch zoo een kind, Het goed bemint, Toont God zijn welbehagen. Doen we onzen pligt, Dan zal ons 't licht, Van kennis meerder dagen.

Dat wij dan nu, O God, door U Gesterkt, den tijd besteden!

Zoo worden wij Voor Maatschappij En Kerk eens goede leden.

Elk leere dan, Zoo veel hij kan:

Dit geeft nooit stof tot treuren.

Neen, onze God Zal in ons lot Zijn liefde ons waardig keuren.

En wij, met vreugd, Op 't pad der deugd, Het hoofd steeds opwaarts beuren.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(58)

XXVII. Gezang.

Bij den aanvang der school.

Wat heil, daar slaat het schooluur weêr! - Reeds sloeg het menigmalen - En altijd deed dat uur de vreugd In onze harten dalen. Zoo vaak het schooluur wederkeert Wordt onze kindervreugd vermeerd.

Wat heil, daar slaat het schooluur weêr! - Reeds sloeg het menigmalen - En altijd deed dat uur de vreugd In onze harten dalen. Zoo vaak het schooluur wederkeert Wordt onze kindervreugd vermeerd.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(59)

Wat heil, daar slaat het schooluur weer! - Reeds sloeg het menigmalen - En altijd deed dat uur de vreugd In onze harten dalen. Zoo vaak het schooluur wederkeert Wordt onze kindervreugd vermeerd.

De blijdschap, die ons hart geniet, Als wij de school betreden,

Wordt niet zoo ruim door ons gesmaakt In andre bezigheden.

Zoo vaak het schooluur wederkeert Wordt onze kindervreugd vermeerd.

Slaat eens voor ons geen schooluur meer, Zijn wij in and're kringen,

Wij zullen toch, met dankgevoel, Van 't schooluur blijven zingen.

Dat uur - hoe vaak ook weêrgekeerd - Heeft telkens levensvreugd vermeerd.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(60)

XXVIII. Gezang.

Bij het eindigen der school.

Nu een lied - Nu een lied, Hem, die 't

gansch heelal gebiedt, Vrolijk dankend aangehe- ven! God heeft bij ons welgedaan, Heeft ons lust en kracht gegeven; 't Past ons dus een' blij- den toon te slaan! Komt heft aan! Dankend aan!

Nu een lied - Nu een lied, Hem, die 't

gansch heelal gebiedt, Vrolijk dankend aangehe- ven! God heeft bij ons welgedaan; Heeft ons lust en kracht gegeven; 't Past ons dus een' blij- den toon te slaan, Komt heft aan! Dankend aan!

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(61)

Nu een lied - Nu een lied, Hem, die 't

gansch heelal gebiedt, Vrolijk dankend aangehe- ven! God heeft bij ons welgedaan; Heeft ons lust en kracht gegeven; 't Past ons dus een' blij- den toon te slaan! Komt heft aan! Dankend aan!

Weldoend God! Weldoend God!

O hoe zalig is ons lot!

Ja, wij zijn uw lievelingen.

Zegen schenkt Ge ons op den duur.

Steeds blijft ons uw gunst omringen.

Heilrijk was voor ons uw albestuur.

In dit uur - In dit uur.

God is goed! God is goed Voor het kinderlijk gemoed.

Ook dit uur was ons ten zegen.

Niemand is zoo goed als Gij!

Om het heil door ons verkregen, Zijn wij thans in U zoo dankbaar blij,

Zingen wij, Juichen wij!

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(62)

XXIX. Gezang.

Bij het eindigen der school.

Weldaig Vader, liefdrijk God! Wij zingen

U ter eer! Wij juichen in ons heilrijk lot. Weldadig Vader, liefdrijk God! Wij knielen dankend neêr.

Weldaig Vader, liefdrijk God! Wij zingen

U ter eer! Wij juichen in ons heilrijk lot. Weldadig Vader, liefdrijk God! Wij knielen dankend neêr.

Weldaig Vader, liefdrijk God! Wij zingen

U ter eer! Wij juichen in ons heilrijk lot. Weldadig Vader, liefdrijk God! Wij knielen dankend neêr.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(63)

Tot U verheft zich ons gemoed;

Gij gaaft ons licht en raad. -

Wat schenkt Gij veel! vat zijt Gij goed!

Tot U verheft zich ons gemoed, Nu 't uur der ruste slaat.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(64)

XXX. Gezang.

De school de gewenschte plaats.

God! wat groote zegen Ontvangen we uit uw hand! Hoe danken wij naar waarde 't Geluk van onzen stand! Hoe vele duizend kindren Ontberen onderrigt! Wij mogen dit genieten; Voor ons glanst steeds het licht.

O God! wat groote zegen Ontvangen we uit uw hand! Hoe danken wij naar waarde 't Geluk von onzen stand! Hoe vele duizend kindren Ontberen onderrigt! Wij mogen dit genieten; Voor ons glanst steeds het licht.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(65)

God! wat groote zegen Ontvangen we uit uw hand! Hoe danken wij naar waarde 't Geluk van onzen stand! Hoe vele duizend kindren Ontberen onderrigt! Wij mogen dit genieten; Voor ons glanst steeds het licht.

Hier in deez' School verkrijgen Wij duizend kundigheên, Om op den weg des levens

Blijmoedig voort te treên.

Hier leeren wij de pligten Der groote Maatschappij, En om ze te betrachten,

Is ons uw gunst nabij.

Wat wij dan ooit begeeren In onze vroege jeugd.

De School is ons verlangen Als oefenplaats der deugd.

En waar we ooit mogen wonen, Aan zuid- of noorderpool.

Wij zullen blij gedenken Den zegen van de School.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(66)

XXXI. Gezang.

Opwekking.

Heft aan een vrolijk lofgezang! - Aan kin- dren past de vreugd. Ons treft het heuglijkst kin-der-lot - Zoo zorgt de liefde-rij-ke God;

Hij zorgt voor onze jeugd.

Heft aan een vrolijk lofgezang! - Aan kin- dren past de vreugd. Ons treft het heuglijkst kin-der-lot - Zoo zorgt de liefde-rij-ke God;

Hij zorgt voor onze jeugd.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(67)

Heft aan een vrolijk lofgezang! - Aan kin- dren past de vreugd. Ons treft het heuglijkst kinderlot - Zoo zorgt de liefderijke God;

Hij zorgt voor onze jeugd.

Heft aan een vrolijk lofgezang! - Aan kindren past de vreugd.

De bittre klagt, het bang verdriet Zijn voor het kind, dat godloos vliedt

Van 't zalig pad der deugd.

Heft aan een vrolijk lofgezang! - Aan kindren past de vreugd.

Gods liefde, die aan allen denkt, Die ons, zoo Godlijk, alles schenkt,

Maakt onzen geest verheugd.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(68)

XXXII. Gezang.

Erkentenis.

Wat groot geluk valt ons ten deel In onze kindsche da-gen! Neen, niemand onzer zou zoo veel Stout- moedig durven vragen. Maar, Hemelsch Vader, Gij zijt goed! Och, dat wij, met een vroom gemoed, Erkentlijk ons gedragen!

Wat groot geluk valt ons ten deel In onze kindsche dagen! Neen, niemand onzer zou zoo veel Stout- moedig durven vragen. Maar, Hemelsch Vader, Gij zijt goed! Och, dat wij, met een vroom gemoed, Erkentlijk ons ge-dra-gen!

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(69)

Wat groot geluk valt ons ten deel In onze kindsche dagen! Neen, niemand onzer zou zoo veel Stout- moedig durven vragen. Maar, Hemelsch Vader, Gij zijt goed! Och, dat wij, met een vroom gemoed, Erkentlijk ons ge-dra-gen!

Ja, Vader! ja, de erkentenis Doet ons blijmoedig leven.

En, daar uw liefde oneindig is, Zult Ge ons nog meerder geven.

Bewaar in ons het dankgevoel, Zoo zullen wij naar 't heerlijk doel

Van ons volmaken streven.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(70)

XXXIII. Gezang.

Dankbaarheid.

Zouden wij, bij 't ruim genot Van de beste zegeningen, Niet erkentlijk zijn aan God? Niet een vrolijk danklied zingen? Dankbaarheid verheft den Heer, Brengt Hem zijn geschenken weêr.

Zouden wij, bij 't ruim genot Van de beste zegeningen, Niet erkentlijk zijn aan God? Niet een vrolijk danklied zingen? Dankbaarheid verheft den Heer, Brengt Hem zijn geschenken weêr.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(71)

Zouden wij, bij 't ruim genot Van de beste zegeningen, Niet erkentlijk zijn aan God? Niet een vrolijk danklied zingen? Dankbaarheid verheft den Heer, Brengt Hem zijn geschenken weêr.

Lof, o God! voor zoo veel goed, Uit uw Vaderhand verkregen,

't Dankbaar kinderlijk gemoed Voele steeds uw Vaderzegen!

Dankbaarheid verheft den Heer, Brengt Hem zijn geschenken weêr.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(72)

XXXIV. Gezang.

Afscheidsgroet aan eenen leerling.

Zoo zal dan 't uur van scheiden slaan!

Uw heengaan baart ons smart: Wij blijven nog in d'oe-fen-baan. Gij ziet ons treurig, aan-ge-daan; Uw heengaan roert ons hart.

Leerl. Het scheiden roert mijn hart.

Zoo zal dan 't uur van scheiden slaan!

Uw heengaan baart ons smart: Wij blijven nog in d'oe-fen-baan. Gij ziet ons treurig, aan-ge-daan; Uw heengaan roert ons hart.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

(73)

Zoo zal dan 't uur van scheiden slaan!

Uw heengaan baart ons smart: Wij blijven nog in d'oefenbaan; Gij ziet ons treurig, aangedaan; Uw heengaan roert ons hart.

Ach, morgen zijt gij hier niet meer! - Als medekweekeling

Zien wij u in deez' School niet weêr; - Maar gij verlaat vol roem en eer

Deez' kleinen vriendenkring.

Leerl.

O ja, mijn vriendenkring.

Ontvang dan onzen afscheidsgroet, Die u het harte biedt!

Leef dankbaar, vrolijk, welgemoed!

En, wat gij immer leert of doet, O vriend! vergeet ons niet!

Vriendin! vergeet ons niet!

Leerl.

U, of mijn Meesters niet!

Vaarwel dan! smaak de gunst van God In uwen nieuwen stand!

Zijn liefde geve u 't ruimst genot In elken kring, in ieder lot! -

Kom druk ons nu de hand!

Leerl.

Ontvangt mijn hart en hand!

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Stap 6: Verder, om in SOMtoday in te kunnen loggen ga naar website: kap.somtoday.nl Gebruik jouw studentID als je gebruikersnaam en kopieer het wachtwoord die in je email staat

Als we de vraag naar het gevoel van veiligheid in het alternatieve uitgaansleven opsplitsen in antwoorden van jongens en meisjes, is te zien dat jongens zich over het algemeen

3.1 LanTel kan, zonder ingebrekestelling, de (Aanvullende) Dienst geheel of gedeeltelijk opschorten indien de Klant: (a) zijn verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst niet

Geen bruiloft zou volkomen zijn, Wanneer geen stroom van heldren wijn,. Die 't vuur der liefde en vriendschap is, Mogt vloeijen langs

Uit Figuur 2.1 blijkt dat medewerkers in het algemeen zeer positief oordelen over de legitimiteit van het werk in hun team: circa 85 procent is het ermee eens of helemaal mee

Daarenboven mogen kiezers van wie er functionele beperkingen zijn om zich te verplaatsen of bewegen, dusdanig dat zij niet naar een stembureau kunnen komen zonder

Aangezien terminaal zieke minderjarigen de ernst van hun ziekte kunnen inschatten en omdat kinderartsen overtuigd zijn dat ze met de patiënt over hun levenseindekeuze moeten

Een permanente gelegenheid is elke publiek toegankelijke locatie op Schotens grondgebied, die niet valt onder de occasionele gelegenheden, waar gegiste en/of sterke drank voor