• No results found

Onze bestemming

XX. Gezang. Morgenzang

Komt, kindren! nu een lied, Hem, die 't heelal

gebiedt, Eerbiedig toegezongen! In elken morgenstond, Zing' ieders dankbre mond Gods goedheid ongedwongen! In d'afgeloopen nacht Was God zelf onze wacht;

Hij zorgde voor ons leven. Thans is het onze pligt (En lielde valt dit ligt) Hem daarvoor eer te geven.

Komt, kindren! nu een lied, Hem, die 't heelal

gebiedt, Eerbiedig toegezongen! In elken morgenstond, Zing' ieders dankbre mond Gods goedheid ongedwongen! In d'afgeloopen nacht Was God zelf onze wacht;

Hij zorgde voor ons leven. Thans is het onze pligt (En liefde valt dit ligt) Hem daarvoor eer te geven.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere

Komt, kindren! nu een lied, Hem, die 't heelal

gebiedt, Eerbiedig toegezongen! In elken morgenstond, Zing' ieders dankbre mond Gods goedheid ongedwongen! In d'afgeloopen nacht Was God zelf onze wacht;

Hij zorgde voor ons leven. Thans is het onze pligt (En liefde valt dit ligt) Hem daarvoor eer te geven.

Dat wij nu dezen dag, Met kinderlijk ontzag, Aan onze pligten wijden!

Dan zal, als de avond daalt, De lof, door ons behaald, Ons kinderhart verblijden.

De luiaard, die zijn pligt Wel weet, maar niet verrigt, Kan nooit Gods gunstling wezen.

Komt, kindren, dan aan 't werk! De leerlust is het merk

Van lust om God te vreezen.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere

XXI. Gezang.

Morgenzang.

Daar rijst de zon aan 's hemels trans! Reeds schiet zij gouden stralen; Reeds doet zij haren heldren glans Op aarde nederdalen. - o Majesteit, En heerlijkheid! o Godlijk kunstvermogen! Gij houdt ons opgetogen!

Daar rijst de zon aan 's hemels trans! Reeds schiet zij gouden stralen; Reeds doet zij haren heldren glans Op aarde nederdalen. - o Majesteit, En heerlijkheid! o Godlijk kunstver-mogen! Gij houdt ons opge-to-gen!

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere

Daar rijst de zon aan 's hemels trans! Reeds schiet zij gouden stralen; Reeds doet zij haren heldren glans Op aarde nederdalen. - o Majesteit, En heerlijkheid! o Godlijk kunstvermogen! Gij houdt ons opgetogen!

Komt nu met vuur den pligt betracht, Die ons is opgedragen!

Ja, komt! met lust de Meester wacht -Doen wij zijn welbehagen,

Dan zullen wij, Verrukt en blij,

Door vrolijke avondzangen Dit morgenlied vervangen.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere

XXII. Gezang.

Morgenzang.

O God! wat zijt Gij groot en goed! Gij, die het gansch heelal behoedt, Zorgt vaderlijk en teeder: Gij toont, dat Gij den mensch bemint; Gij ziet zelfs op het kleinste kind Met welgeval-len neder. Wij ondervonden 't dezen nacht: Toen niemand onzer aan U dacht, Bleeft Gij aan ons gedenken. Gij hebt ons door uw hand gedekt, En door die-zelfde hand gewekt, Om nieuwe gunst te schenken.

O God! wat zijt gij groot en goed! Gij, die het gansch heelal behoedt, Zorgt vaderlijk en toeter: Gij toont, dat Gij den mensch bemint; Gij ziet zelfs op het kleinste kind Met welgeval-len neder. Wij ondervonden 't dezen nacht: Toen niemand onzer aan U dacht, Bleeft Gij aan ons gedenken. Gij hebt ons door uw hand gedekt, En door die-zelfde hand gewekt, Om nieuwe gunst te schenken.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere

O God! wat zijt Gij groot en goed! Gij, die het gansch heelal behoedt, Zorgt vaderlijk en teeder: Gij toont, dat Gij den mensch bemint; Gij ziet zelfs op het kleinste kind Met welgeval-len neder. Wij ondervonden 't dezen nacht: Toen niemand onzer aan U dacht, Bleeft Gij aan ons gedenken. Gij hebt ons door uw hand gedekt, En door die-zelfde hand gewekt, Om nieuwe gunst te schenken.

Thans roept de dag ons tot den pligt, Dien ieder kind zoo gaarn verrigt,

Dat voor U wenscht te leven. Wat heil, dat Gij steeds op ons let, Dat Gij, op 't kinderlijk gebed,

Ons hulp en kracht wilt geven! Zie op ons neder in genâ, Op dat ons werk voorspoedig ga!

Leid ons op uwe wegen! Dan danken we in den avondstond, Uw gunst met onzen blijden mond;

En juichen om uw zegen.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere

XXIII. Gezang.

Avondzang.

Goede God! wat gunst, wrat groote zegen Vloeid' in dezen dag ons toe! Al dit goed, uit uwe hand ver-kre-gen, Maakt ons dankbaar, blij te moe. Vrolijk zien wij nu de zonne dalen; Juichend zien wij op haar laatste stralen; Dankbaar denken we aan den nacht, Die ons nu ter ruste wacht.

Goede God! wat gunst, wat groote ze-gen Vloeid' in dezen dag ons toe! Al dit goed, uit uwe hand ver-kre-gen, Maakt ons dankbaar, blij te moe. Vrolijk zien wij nu de zonne da-len; Juichend zien wij op haar laatste stralen; Dankbaar denken we aan den nacht, Die ons nu ter ruste wacht.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere

Goede God! wat gunst, wat groote zegen Vloeid' in dezen dag ons toe! Al dit goed, uit uwe hand verkregen, Maakt ons dankbaar, blij te moe. Vrolijk zien wij nu de zonne da-len; Juichend zien wij op haar laatste stra-len; Dankbaar denken we aan den nacht, Die ons nu ter ruste wacht.

Laat uw hand, ontfermend God! ons dekken, Dat zij onheil van ons weer'!

Laat zij ons gezond en blijde wekken! Dan zingt onze mond uw eer. Dan zal 't hart van liefde tot U blaken, En, op nieuw, de reinste blijdschap smaken;

Dan wordt onze kinderpligt Weêr met vlijt getrouw verrigt.

Hendrik Polman Az., Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere

XXIV. Gezang.

GERELATEERDE DOCUMENTEN