• No results found

We herkennen ons in de zorgen van de EVA fractie wanneer het gaat over de werkdruk en waardering van de medewerkers in de thuiszorg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "We herkennen ons in de zorgen van de EVA fractie wanneer het gaat over de werkdruk en waardering van de medewerkers in de thuiszorg"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Raadsinformatiebrief

Hofhoek 5 - 3176 PD Poortugaal - Postbus 1000 - 3160 GA Rhoon - T (010) 506 11 11 - E info@albrandswaard.nl

De gemeenteraad van Albrandswaard

Uw brief van: 10-12-2015 Ons kenmerk: 1044850

Uw kenmerk: Contact: Gerda Voorwinde

Bijlage(n): Doorkiesnummer:

E-mailadres: g.voorwinde@bar-organisatie.nl Datum: 05-01-2016

Betreft: schriftelijke vragen van de EVA fractie m.b.t. eerlijke tarieven in de thuiszorg

Geachte raadsleden,

INLEIDING

Op 10 december 2015 heeft de EVA fractie ons schriftelijke vragen gesteld over eerlijke tarieven in de thuiszorg. Hieronder geven wij u antwoord op de gestelde vragen.

KERNBOODSCHAP

1. De open brief, op 2 december 2015 gepubliceerd door aanbieders, brancheorganisaties ActiZ en BTN en seniorenorganisatie ANBO, is ons bekend;

2. We herkennen ons in de zorgen van de EVA fractie wanneer het gaat over de werkdruk en waardering van de medewerkers in de thuiszorg;

3. Wij hebben onze tarieven m.b.t. huishoudelijke hulp al gebaseerd op de Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning.

TOELICHTING

De door u gestelde vragen beantwoorden wij als volgt:

Is het college op de hoogte van de ingezonden brief?

Jazeker, wij hebben deze brief via diverse kanalen ontvangen. Voor het college is de brief niet het eerste signaal dat de wereld van de huishoudelijke hulp ingrijpend verandert. Albrandswaard denkt al vanaf begin 2013 na over de toekomst van de inzet huishoudelijke hulp, de thuiszorgorganisaties en de ondersteuningsbehoefte van de inwoners.

Deelt het college de zorgen die in de brief worden geuit?

Wij herkennen ons in de zorgen die geuit worden en de zorgen die uw fractie te kennen geeft.

We zien niet zozeer de professionaliteit van de medewerkers onder druk staan, als wel de werkdruk van de individuele werknemer. Binnen de huishoudelijke hulp is het werk inhoudelijk sterk veranderd.

Waar voorheen licht en zwaar werk meer werden afgewisseld en bovendien tijd was voor gesprek met

(2)

de cliënt (en dus de signaleringsfunctie), zien we dat alleen het zware huishoudelijk werk is

overgebleven. Immers we zetten nu de hulp in om te bereiken dat cliënten een” schoon huis” hebben.

Dit kan doorgaans in minder uren bereikt worden, waardoor bijvoorbeeld werknemers met grotere contracten nu ook meer cliënten per dag hebben. Dit is een rechtstreekse verzwaring van hun werk.

Onze zorgen zitten dus vooral op het gebied van de werkdruk van de werknemers en het verminderen van de signaleringsfunctie.

Wij delen verder het standpunt dat reële tarieven betaald moeten worden voor dienstverlening. In september 2015 hebben wij onze tarieven voor huishoudelijke hulp, die waren vastgesteld in 2014, opnieuw tegen het licht gehouden. Dit in het licht van de cao-ontwikkelingen en de inmiddels

verschenen code. Hoewel de genoemde code geen wettelijke status heeft, hebben wij het aannemelijk geacht dat deze geen vrijblijvend karakter houdt. Bij de vaststelling van de tarieven voor 2016 hebben wij ons daarom wel degelijk gebaseerd op de code.

Op 3 november 2015 hebben wij de volgende tariefsverhogingen voor 2016 vastgesteld:

het lumpsumtarief per 4 weken voor HH1 per 1 januari 2016 aan te passen naar € 196,56

het lumpsumtarief per 4 weken voor HH2 per 1 januari 2016 aan te passen naar € 312,06

het PGB tarief per 1 januari 2016 aan te passen naar € 18,95 per uur voor HH1, en € 18,76 per uur voor HH2

het lumpsumtarief per 4 weken voor belangenbehartigingsorganisaties (Alphaconstructie) te handhaven op € 165,00

Op welke wijze geeft het college invulling aan haar beleid dat niet alleen voorziet in professionele zorg voor onze inwoners, maar ook zorgt voor eerlijke behandeling van medewerkers in de thuiszorg?

Zoals wij hierboven al hebben aangegeven, hebben wij onze tarieven voor 2016 aangepast. In overleg met aanbieders monitoren wij ook regelmatig de ontwikkelingen bij aanbieders.

Het betalen van een hoger uurtarief betekent overigens niet dat dit alleen te vertalen is naar een betere beloning van de werknemers. Het wordt zowel gebruikt voor het kunnen uitbetalen van medewerkers conform de cao, als voor dekking van de organisatiekosten.

In 2013 hebben we samen met onze collega’s in Barendrecht en Ridderkerk BAR-dichtbij als

bemiddelingsorganisatie tussen vraag en aanbod geïntroduceerd. Via BAR-dichtbij werken niet alleen werknemers in een dienstverband, maar ook ZZP’ers.

Houdt het college zich hierbij aan de Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning?

Zoals wij hierboven al hebben aangegeven, hebben wij ons bij de tariefbepaling gebaseerd op de berekeningen uit de Code.

(3)

Met vriendelijke groet,

het college van de gemeente Albrandswaard, de secretaris, de burgemeester,

Hans Cats drs. Hans-Christoph Wagner

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

ǁĂƐ ŽĨ ĚĞĞůŶĞŵĞƌƐ ĚŝĞ ŚĞƚ ŝŶƚĞƌǀĞŶƟĞƉƌŽŐƌĂŵŵĂ ǀŽůŐ- ĚĞŶ ;ŝŶƚĞƌǀĞŶƟĞŐƌŽĞƉͿ ĞĞŶ ǀĞƌďĞƚĞƌŝŶŐ ŝŶ ĚĞ ƟũĚƐĚƵƵƌ.

ϰ͘ tĂƚ njŝũŶ ĚĞ ĞīĞĐƚĞŶ ǀĂŶ ĞĞŶ ǀĞŝůŝŐŚĞŝĚƐŬůŝŵĂĂƚ ŝŶƚĞƌ- ǀĞŶƟĞ ŽƉ ŐĞnjŽŶĚŚĞŝĚƐͲ

Het logische gevolg van deze beide punten is dat vroegtijdige zorgplanning, palliatieve zorg en levenseindezorg een prominente rol spelen in het zorgbeleid van

We stimuleren eenieder om de inhoud van dit document te gebruiken, weliswaar met correcte bronvermelding: ‘Project tijdig opstarten van palliatieve zorg in het woonzorgcentrum (voor

Informele zorg wordt er opgevat als alle zorg en ondersteuning geboden door niet-professionelen waarbij verschillende verschijningsvormen bestaan, zoals: zelfzorg, mantelzorg

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Dergelijke inbedding (a) onderstreept de relevantie van integriteit in het dagelijkse werk, (b) draagt bij aan verdere normalisering van het gesprek over integriteit, (c) kan

een goed signaal betreffende het commitment van de uitvoeringsinstellingen zijn, wanneer het opdrachtgeverschap voor het programma niet automatisch bij BZK wordt neergelegd,