Joan de Grieck, Drie Brusselsche kluchten uit de zeventiende eeuw · dbnl
Hele tekst
GERELATEERDE DOCUMENTEN
diense daer vergiffenis af begeerden te hebben, datse hem de bysonderheden van de sake moste verklaren, te weten, wanneer, waer, en in wat voeghen sy den Diamant hadden bekomen:
Deze vooringenomenheden zijn bij de meeste HRM-afdelingen niet bekend; hierdoor wordt er veelal niet aan vrouwen gedacht voor bepaalde functies 27 en hebben ze ook niet altijd
Kyke voor 't laatste, daar ligt de Prins weer de voet op, en schopt nog een party van de groote Seinjeurs van boven neer, kyke rys hoe zy rollen als klooten, de Prins lagter om,
het begint nu al vry wat te verkeeren; en ik geloof dat sy schandig in haer voornemen bedrogen zijn; want de Witten zijn nu al van kant; De verraderijen beginnen te minderen, en
Had gy u bloemetje wat beter waergenomen, Gy en zou niet wesen in zo zwaer verdriet, Weg valsche minnaer hoe durft gy zo spreeken, Daer het altoos was myn zoete lief, myn kind, Daer
Kenmerkend voor Roemer Visscher (maar voor hem niet alleen) is dat zijn bijschriften soms eindigen met een moraal die aan het voorafgaande nog juist een enigszins andere
Zou dan de staat, aan wie de vorst toch zijn gezag en macht ontlenen moet, niet zelf door wijs gedrag met rede en beleid, naar wetten en naar rechten gerezen staatsgeschil in stad
E.H.G. Wrangel, De betrekkingen tusschen Zweden en de Nederlanden op het gebied van letteren en wetenschap, voornamelijk gedurende de zeventiende eeuw.. logsvloten uit de Oostzee