Justus van Maurik, Op reis en thuis · dbnl
Hele tekst
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Justus van Maurik, Amsterdam bij dag en nacht.. daags - kleêre heit ie niet an - die dikke jas ken ik al jaren an z'n lijf, zomer en winter - schoenen zoekt ie op, hier en daar langs
‘Hoor eens, moeder! ik heb van al die mooie praatjes en tierelantijntjes, die je in de boeken leest, geen verstand, en van eigenlijke verliefderigheid weet ik niet veel af; - maar,
Eenige mannen dringen nu de kamer binnen en komen den kruier te hulp, die eindelijk bleek en ontdaan, half gewurgd, met de bloederige indruksels van Makko's nagels aan den hals
Zij zingt niet meer bij de piano, want zij is verkocht, omdat ze op een fatsoenlijke manier er een goed bod voor kregen en haar lied is verstomd door den angst, dien zij heeft om
Dirk gaat naar huis. Het gesprek met den Robberd heeft hem ontstemd, en terwijl hij, huiverend en bibberend door de koude nachtlucht zijn pas versnelt, denkt hij na over dat
Bestedelingenhuis geweest en toen zijn er een paar heeren bij mij gekomen, die alles geïnformeerd hebben en’ - ze kon 't bijna niet zeggen, de goede vrouw - ‘nu gaan Jan en Mietje
'n Paskwil, meneer! Ze zagen er uit als de geletterde dood, want ze hadden bijna dertig uur in 't schip gezeten en vliegend weer gehad. Je hadt toendertijd nog geen sporen in
's Morgens vroeg is er niet veel klandizie, maar men kan toch nooit weten, en bovendien 't is het eenige uurtje, dat Van Toorn frissche lucht schept door aan de deur staande een