• No results found

CAO 2016: vragen en antwoorden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "CAO 2016: vragen en antwoorden"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vragen en antwoorden cao (-akkoord) W&MD 2016-2017

Dit document is een bundeling van de vragen en antwoorden over de nieuwe cao. Sociaal Werk Nederland zal de vragen en antwoorden voortdurend actualiseren.

Looptijd van de cao

1. De looptijd van de nieuwe cao is van 1 april 2016 tot en met 31 maart 2017. Hoe verhoudt dat zich tot de stilzwijgende verlenging van de vorige cao?

Het klopt dat de cao 2014-2016 (stilzwijgend) was verlengd tot 1 april 2017. Dat is gebeurd omdat cao-partijen per 1 april 2016 nog geen cao-akkoord hadden bereikt. Er is nu wel een cao- akkoord, waarvan de looptijd (met terugwerkende kracht) van 1 april 2016 tot en met 31 maart 2017 is vastgesteld. Dit heeft verder geen consequenties.

Salariëring

2. In het cao-akkoord is opgenomen dat er op 1 juni 2016 een salarisstijging van 1% is en

medewerkers in juni een eenmalige uitkering ontvangen. Vanwege deze afspraak moeten we met terugwerkende kracht de salarissen gaan aanpassen, want de salarisrun van juni heeft al plaatsgevonden. Had dit niet voorkomen kunnen worden?

Uiteraard kan de salarisverhoging en de eenmalige uitkering niet meer worden meegenomen in de salarisrun van juni. We begrijpen dat dit lastig is. De cao-onderhandelingen hebben langer geduurd dan verwacht, waarbij meer tijd nodig bleek om een akkoord te bereiken dan

aanvankelijk was gedacht, waardoor de datum van 1 juni werd overschreden. We zullen er in de toekomst alert op zijn om dit een volgende keer te voorkomen.

3. Wat zijn de bodembedragen voor de vakantietoeslag en eindejaarsuitkering in 2016 en 2017?

Vanaf 1 januari 2016 is er een Individueel Keuzebudget (IKB). De vakantietoeslag en de eindejaarsuitkering maken daar deel van uit. Voor de berekening van de opbouw van het IKB blijven de afzonderlijke onderdelen relevant en zo ook de bodembedragen die voor de vakantietoeslag en de eindejaarsuitkering gelden.

In april 2016 bedraagt de bodem voor de berekening van de vakantietoeslag (bij een volledig dienstverband) € 156,69 per maand en deze stijgt (bij een volledig dienstverband) per 1 juni 2016 naar € 158,26 en blijft op dit bedrag tot 1 april 2017.

De bodem voor de berekening van de eindejaarsuitkering bedraagt sinds 1 december 2015 (bij een volledig dienstverband) € 1.122,92 per jaar (€ 93,58 per maand). Vanwege het IKB wordt

(2)

alleen nog de bodem per maand gebruikt, ofwel € 93,58. Deze stijgt per 1 juni 2016 naar € 94,43 per maand.

Voor werknemers die in de loop van het jaar in dienst zijn gekomen en voor werknemers die een parttime dienstverband hebben, wordt het bedrag naar rato berekend.

4. Wanneer heeft de werknemer recht op de eenmalige uitkering van 87,50 euro?

Medewerkers die op 1 juni 2016 in dienst zijn, hebben in juni 2016 recht op een eenmalige uitkering van 87,50 euro (bruto naar rato van het dienstverband). Medewerkers die na 1 juni 2016 in dienst komen of voor 1 juni 2016 uit dienst treden, hebben geen recht op de eenmalige uitkering van 87,50 euro bruto.

5. Hoe moet de hoogte van de eenmalige uitkering van 87,50 euro bruto worden berekend?

Er zijn verschillende situaties mogelijk:

Oproepkracht/minmaxcontractant: Om de omvang van het dienstverband (en daarmee de hoogte van de eenmalige uitkering) van de oproepkracht vast te stellen, moet worden gekeken naar de gemiddelde arbeidsduur in de drie maanden voorafgaand aan 1 juni 2016 (maart, april, mei 2016).

Werknemer met onbetaald verlof of levensloopverlof: In deze situatie wordt de hoogte van de eenmalige uitkering gekoppeld aan de hoogte van het salaris en gebaseerd op het aantal uren dat de werknemer daadwerkelijk werkt. Dit betekent dat werknemers die volledig met onbetaald verlof zijn of levensloopverlof genieten, geen recht hebben op deze eenmalige uitkering.

Werknemers die gedeeltelijk onbetaald verlof genieten, ontvangen de eenmalige uitkering naar rato van het aantal uren dat wel wordt gewerkt/hoogte van het salaris. Peildatum is 1 juni 2016.

Werknemer met grotere arbeidsomvang dan 36 uur: De eenmalige uitkering is naar rato van de omvang van het dienstverband, dus de werknemer met een arbeidsomvang van bijvoorbeeld 40 uur heeft recht op 40/36 x 87,50 euro bruto.

Werknemer met een tijdelijke urenuitbreiding of urenvermindering: De eenmalige uitkering wordt naar rato van de omvang van het dienstverband bepaald, waarbij de peildatum voor de deeltijdfactor op 1 juni 2016 bepalend is.

Werknemer met ouderschapsverlof/zorgverlof: In deze situatie wordt de hoogte van de eenmalige uitkering gekoppeld aan de hoogte van het salaris en gebaseerd op het aantal uren dat de werknemer daadwerkelijk werkt. Dit betekent dat werknemers die volledig

ouderschapsverlof of zorgverlof hebben, geen recht hebben op deze eenmalige uitkering.

Werknemers die gedeeltelijk ouderschapsverlof/zorgverlof hebben, ontvangen de eenmalige uitkering naar rato van het aantal uren dat wel wordt gewerkt/hoogte van het salaris. Peildatum is 1 juni 2016.

(3)

6. Behoort de eenmalige uitkering van 87,50 euro tot het pensioengevend loon?

Nee, de eenmalige uitkering is geen structureel loonbestanddeel en behoort niet tot het pensioengevend loon.

7. Waarom is afgesproken om een eenmalige uitkering toe te kennen?

Aangezien de salarisstijging en de verhoging van het loopbaanbedrag ingaan per 1 juni 2016, hebben cao-partijen een compensatie afgesproken voor de maanden april en mei.

ORT-regeling

8. Waarom worden de ORT-regelingen opnieuw gewijzigd?

In de cao staan twee regelingen voor de onregelmatigheidstoeslag: voor de maatschappelijke opvang en voor de andere W&MD-organisaties. Beide regelingen zijn in de vorige cao (2014- 2016) gewijzigd. Deze wijzigingen zijn toen overeengekomen omdat:

- de oude ort-regeling voor de maatschappelijke opvang ‘oneigenlijke prikkels’ bevatte (afhankelijk van een percentage onregelmatige diensten ontvingen werknemers een percentage ort-toeslag) en omdat het dagdienstvenster vragen opriep.

- voor de andere W&MD-organisaties twee regelingen golden, er een zogenoemde wachtdag bestond en omdat het dagdienstvenster vragen opriep.

- onregelmatig werken niet in alle gevallen tot een extra toeslag zou moeten leiden, gelet op de 24-uurseconomie. Het wordt bijvoorbeeld steeds normaler om bijvoorbeeld zaterdag overdag te werken.

De nieuwe ORT-regelingen in de cao 2014-2016 zijn door werkgevers en werknemers op zichzelf positief ontvangen. Wel bleek dat de nieuwe regelingen voor werknemers financieel fors ongunstiger uitpakten in vergelijking tot de oude regelingen. Cao-partijen hebben daarom gedurende de looptijd van de vorige cao een onderzoek laten uitvoeren naar de ervaringen met de nieuwe ORT-regelingen en op grond van die conclusies de ORT-regeling enigszins aangepast.

De belangrijkste overeengekomen wijzigingen zijn een aanpassing van de toeslagpercentages en de invoering van een ORT-toeslag voor het werken op zaterdag overdag. Dit omdat de meeste werkgevers en werknemers van mening waren dat werken op zaterdag een extra belasting is (waarvoor een ORT-toeslag passend is).

Per 1 juni 2016 gelden de volgende toeslagpercentages:

(4)

Regeling voor maatschappelijke opvang (artikel 6.12A)

00.00 tot 07.00 uur 07.00 uur tot 19.00

uur 19.00 uur tot 24.00

uur Maandag tot en met

vrijdag 20% 20%

Zaterdag 25% (was: 20%) 25% (was: 0%) 25% (was: 20%) Zon- en feestdagen 45% (was: 50%) 45% (was: 50%) 45% (was: 50%)

Regeling voor alle andere delen van W&MD (artikel 6.12B) 00.00 tot 07.00 uur 07.00 uur tot 22.00

uur 22.00 uur tot 24.00

uur Maandag tot en met

vrijdag 25% (was: 30%) 25% (was: 20%)

Zaterdag 25% (was: 30%) 25% (was: 0%) 25% (was: 20%) Zon- en feestdagen 75% (was: 100%) 75% (was: 100%) 75% (was: 100%)

9 Hoe moet ik omgaan met de onregelmatigheidstoeslag in geval van ziekte?

In het cao-akkoord is expliciet opgenomen dat er tijdens ziekte ORT betaald dient te worden indien er sprake is van structureel onregelmatig werk. Dat ORT tijdens ziekte wordt doorbetaald is geen nieuwe cao-afspraak, omdat dit in de cao al was opgenomen (bij het artikel over

loondoorbetaling tijdens arbeidsongeschiktheid). Omdat er een aantal organisaties zijn die desondanks tijdens ziekte/arbeidsongeschiktheid geen ORT betalen, is deze afspraak nu expliciet in het cao-akkoord opgenomen. Of ORT tijdens ziekte dient te worden uitbetaald, hangt af van de vraag of er op regelmatige of op incidentele basis ‘onregelmatig’ wordt gewerkt. Vuistregel is dat als structureel onregelmatig wordt gewerkt, de ORT een salariscomponent is, en daarom ook meegenomen wordt bij de loondoorbetaling tijdens ziekte. Grofweg kan gesteld worden dat als een werknemer op basis van een rooster werkt, er sprake is van structureel onregelmatig werken. Bij de berekening van de hoogte van de loondoorbetaling is uitgangspunt het

dienstrooster van de medewerker (de uren die hij anders gewerkt zou hebben). Als er sprake is van wisselende (onregelmatige) werktijden, wordt uitgegaan van het gemiddeld aantal

onregelmatige uren dat de werknemer in de drie maanden voorafgaand aan zijn ziekte heeft gewerkt. Als een werknemer zeer incidenteel onregelmatig werkt, wordt de ORT in het algemeen niet als structurele salariscomponent beschouwd.

10 Moet er ook ORT worden betaald tijdens het opnemen van vakantie?

Ja, cao-partijen zijn overeengekomen dat gedurende wettelijk vakantieverlof van de werknemer de loondoorbetaling inclusief ORT plaatsvindt. Dit geldt alleen indien de werknemer structureel onregelmatig werkt. Er is sprake van structureel onregelmatig werk als het werken in

onregelmatige diensten inherent is aan de functie (elke last die intrinsiek samenhangt met de uitvoering van de taken die de werknemer zijn opgedragen in zijn arbeidsovereenkomst), op

(5)

grond waarvan de werknemer geen financiële belemmering mag ervaren om zijn jaarlijkse verlof op te nemen.

Derde ww-jaar

11 Wat is er afgesproken over het 3e ww-jaar?

De afspraken over herverzekering van het derde WW-jaar dateren al vanaf het sociaal akkoord dat sociale partners en kabinet in 2013 hebben gesloten. In de loop van de tijd hebben de Stichting van de Arbeid (STAR) en de Sociaal Economische Raad (SER) diverse adviezen

uitgebracht over de voorwaarden en mogelijkheden om dit verder uit te werken. Desondanks is er nog veel onduidelijkheid over de invulling en de uitvoering van het 3e ww-jaar. Dat wat wel al duidelijk is, is nu in het cao-akkoord opgenomen. De verwachting is dat er aan het einde van het jaar meer duidelijkheid komt.

Loopbaanbudget en individueel keuzebudget

12 Welke wijzigingen zijn er met betrekking tot het loopbaanbedrag?

 Gewijzigd is dat het loopbaanbedrag per 1 april geldt voor alle werknemers, dus ook voor de werknemers die geboren zijn voor 1 januari 1954 EN in dienst op of voor 1 mei 2007 EN in aanmerking kwamen voor wachtgeld (hierna ook genoemd: 62+-werknemer). ID-

werknemers, werknemers met een garantiebaan en werknemers met een

leerarbeidsovereenkomst bouwen ook volgens de nieuwe cao geen loopbaanbedrag op.

 Er is een structurele stijging van het loopbaanpercentage van 0,5% afgesproken (zie verder vraag 14).

13 Waarom is het loopbaanbedrag structureel verhoogd naar 1,5%?

Er is voor gekozen om het loopbaanbudget structureel te verhogen naar 1,5%, zodat het loopbaanbedrag meer substantieel wordt en er hierdoor meer mogelijkheden ontstaan om de individuele inzetbaarheid van de werknemer te verhogen.

14 Hoe hoog is het loopbaanbedrag in 2016?

 In januari tot en met maart 2016 is het loopbaanpercentage: 1% structureel en 0,5% tot einde looptijd vorige cao. Dit geldt voor alle werknemers, maar niet voor:

- de werknemer met een leerarbeidsovereenkomst

- de werknemer in I/D-banen/werknemer in garantiebaan - de 62+-werknemer

(6)

 In april en mei 2016 is het loopbaanpercentage: 1% structureel.

Dit geldt voor alle werknemers en gaat per 1 april in. Let op: hieronder valt ook de 62+- werknemer, maar niet voor:

-de werknemer met een leerarbeidsovereenkomst

-de werknemer in I/D- banen/werknemer in garantiebaan

 Vanaf 1 juni 2016 is het loopbaanpercentage: 1,5% structureel.

Dit geldt voor alle werknemers en dus ook voor de 62+-werknemer, maar geldt niet voor:

- de werknemer met een leerarbeidsovereenkomst

- de werknemer in I/D-banen/werknemer in garantiebaan

15 Is er in het cao-akkoord een nieuwe afspraak gemaakt met betrekking tot het IKB?

Nee, in de cao 2016-2017 vinden er geen inhoudelijke wijzigingen plaats met betrekking tot het IKB. Wel wordt expliciet in de cao-tekst opgenomen dat het IKB ook benut kan worden binnen de fiscale mogelijkheden.

Mantelzorg

16 Ik zie dat Mantelzorg is opgenomen in het cao-akkoord. Dit is toch al geregeld in wetgeving?

De regeling over mantelzorg is inderdaad opgenomen in de wet Arbeid en zorg (WAZ). De

belangrijkste reden om mantelzorg als onderwerp in de cao op te nemen is dat het opnemen van mantelzorg en de wijze waarop de werknemer dit combineert met zijn werk nu gemakkelijker bespreekbaar wordt.

Professionalisering en registratie

17 In het cao-akkoord staat dat werkgever de kosten van de VOG dient te vergoeden tijdens de cao-periode, geldt dit voor alle VOG-aanvragen?

Nee, dit geldt uitsluitend voor de VOG die wordt aangevraagd als de werknemer die nodig heeft voor aanmelding in het beroepsregister bij het Registerplein. De kosten van registratie bedragen 25 euro exclusief btw, de kosten van de VOG zijn op dit moment 41,35 euro. Zie:

http://www.registerplein.nl/aanmelden-sociaal-werkers/.

(7)

Reorganisatie en ontslag

18 In het cao-akkoord is opgenomen dat de 62+-werknemer vanaf 1 juli in aanmerking komt voor de wettelijke transitievergoeding in plaats van de overgangsregeling wachtgeld. Wat betekent dit voor huidige/lopende reorganisatietrajecten?

Als uw organisatie op het punt staat een afspraak te maken over de aanspraak bij ontslag voor een 62+ werknemer, verzoeken wij u hierover zo spoedig mogelijk contact op te nemen met Sociaal Werk Nederland. Uitgangspunt voor Sociaal Werk Nederland is dat voor situaties waarin al afspraken zijn gemaakt met werknemer/vakbonden de wachtgeldregeling nog geldt en de transitievergoeding pas van toepassing is vanaf de datum van publicatie van de cao-tekst. Dit moet nog definitief met de vakbonden worden overeengekomen en op een juridisch juiste manier in de cao-tekst worden verwerkt.

19 Waarom mogen werknemers van 62+ die in dienst zijn bij een organisatie met minder dan 25 werknemers kiezen tussen wachtgeld of transitievergoeding?

Werknemers die zijn geboren voor 1 januari 1954, in dienst zijn (en zijn gebleven) bij dezelfde werkgever op of voor 1 mei 2007, in aanmerking komen voor wachtgeld, en in dienst zijn bij een 25min-organisatie (dit zijn werkgevers met minder dan 25 werknemers) zoals bedoeld in de Wet Werk en Zekerheid, kunnen in plaats van de transitievergoeding kiezen voor de overgangsregeling wachtgeld. De redenatie hierachter is dat deze groep volgens het overgangsrecht van de WWZ, op grond van hun leeftijd, aanspraak heeft op een lagere wettelijke transitievergoeding dan zij zouden krijgen als zij in dienst zouden zijn bij een grotere organisatie. Omdat het hierdoor vaker dan voor werknemers in grotere organisaties zal voorkomen dat deze groep werknemers er, in vergelijking met de overgangsregeling wachtgeld, financieel op achteruitgaat, is deze

keuzemogelijkheid geïntroduceerd.

Cao-tekst

20 Wanneer is de nieuwe cao-tekst beschikbaar?

Er wordt op dit moment hard aan de cao-tekst gewerkt. Het streven is om de teksten midden juli gereed te hebben en onmiddellijk aan te melden bij het ministerie van SZW. Wij houden de leden via de website www.sociaalwerknederland.nl op de hoogte van de ontwikkelingen.

21 Komt er een cao-boekje?

Nee, er komt net als in voorgaande jaren geen cao-boekje. De cao-tekst zal alleen digitaal beschikbaar zijn, onder andere op het platform www.sociaalwerknederland.nl.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

‘De rege- ring had al wel toegezegd dat er naar de mogelijkheden voor zo’n onderzoek gekeken zou worden, maar ik dacht daarbij eerder aan een internationaal onderzoek onder

Echter, in 2017 was het werkloos- heidscijfer onder starters op de Westoever naar 10 procent gestegen maar in de Gazastrook zelfs naar 39 procent.. Daarbij zijn de verschillen

Uit ons onderzoek blijkt dat ook voor werkge- vers de AOW-leeftijd normerend blijft: hoewel iets meer dan de helft van de werkgevers weleens AOW’ers in dienst heeft (gehad), zijn

Voor een effectief migratiebeleid is het van belang dat de wetenschap antwoord geeft op vragen als: wat zijn de oorzaken dat de immi- gratie hoog blijft en welke factoren bepalen de

De noordoostgrens van het areaal wordt bereikt in Z.W.-Engeland, waar de soort op enkele plaatsen voorkomt tot in Somerset en Hampshire (PERRING & WALTERS, 18); langs het

The Narcis Classification is a framework of codes with which institutes and experts are classified and can be retrieved.. The D code classifies on

Maar de daling van het gemiddeld kindertal in deze landen is veel later ingezet en veel minder sterk dan in Azië en Latijns-Amerika: van meer dan zes kinderen tot eind jaren

Volgens (24) is de structuur in (22) in orde, omdat de hoge toon verbonden is aan kenmerken (de kenmer- ken van de [en die zich alle in een hoofdpositie bevinden; dat deze