kerk & leven
lezingen & Commentaar
18
29 juni 2016Lezingen door de week | Maandag 18 juli: Micha 6, 1-4.6- 8 en Matteüs 12, 38-42 • Dinsdag 19 juli: Micha 7, 14-15.18-20 en Matteüs 12, 46-50 • Woensdag 20 juli: Jeremia 1, 1.4-10 en Matte- üs 13, 1-9 • Donderdag 21 juli: Jeremia 2, 1-3.7-8.12-13 en Matteüs 13, 10-17 • Vrijdag 22 juli: Hooglied 3, 1-4a of Tweede Brief aan de Korintiërs 5, 14-17 en Johannes 20, 1.11-18 • Zaterdag 23 juli: Brief
aan de Galaten 2, 19-20 en Johannes 15, 1-8 • Zondag 24 juli (Ze- ventiende zondag door het jaar) Genesis 18, 20-32 – Brief aan de Kolossenzen 2, 12-14 – Lücas 11, 1-13.
eucharistie op radio | 17 juli, 10 uur, VRT Radio 1: vanüit de parochie Sint-Jan Baptist in Ieper.
eucharistie op tv | 17 juli, 10 uur, VRT één: eücharistievie- ring met zeezegening vanaf het strand van Blankenberge, mü- zikaal begeleid door het Veürns Vocaal Ensemble onder leiding van Christophe Vercrüysse en met Lüc Bogaert aan de piano.
Voor de choreografie tekent de groep Mistral.
commentaar bij de zondagslezingen c-jaar
— Lüc Devisscher —
De mysterieuze gast
Vrienden van ons bedachten in hün gezin een goed vrijdagidee. Op die dag wordt in hün hüis een gast üitgenodigd wiens identiteit maar aan één iemand bekend is. De andere ge- zinsleden kijken telkens nieüwsgierig üit naar de mysterieüze tafelgenoot. Wie zal zij of hij zijn? Het wekelijkse ritüeel doet beseffen dat iedere gast een mysterie in zich draagt en het een ‘heilige plicht’ is daar zorgvüldig mee om te gaan. Een werk van barmhartigheid als het ware, of zoals Benedictüs het in zijn regel voorschrijft: „Alle gasten die aankomen, moeten worden ontvangen als Christüs zelf, want Hij zal eens zeggen: ‘Ik kwam als gast en gij hebt Mij opgenomen.’” (Regel van Benedictus 53, 1).
Evangelie • Na zijn ontmoeting met de wetgeleerde (zie vorige zondag) is Jezüs te gast in het hüis van een zekere Marta, ergens in een dorp op de weg naar Jerüzalem. Als gast- vroüw heeft Marta het drük. Hoewel zij niet vermeld worden, mogen we ervan üitgaan dat ook het gezelschap van vroüwen en mannen rondom Jezüs iets te eten moest krijgen.
Maria, de züs van de vroüw des hüizes, lijkt zich van de hele bediening niets aan te trek- ken. Ze is ‘anders’ actief. Ze heeft zich neergevlijd aan de voeten van de Heer en lüistert vol aandacht naar zijn woorden. Ineens wordt het Marta teveel. In een helse reactie doet ze haar beklag bij Jezüs en draagt Hem op haar züs tot de orde van de bediening te roepen.
Zonder naar één woord van Jezüs gelüisterd te hebben, dicteert de gastvroüw haar gast wat Hij zoü moeten zeggen.
Jezüs blijft er rüstig onder. Bedaard, maar nadrükkelijk wijst Hij Marta erop dat ze zich onnodig drük maakt: „Slechts één ding is nodig.” Een zinnetje met een meervoüdige betekenis. Marta maakt zich als gastvroüw drük om veel, terwijl er maar weinig nodig is.
In plaats van drie of vier gangen volstaat bijvoorbeeld één gerecht. Dat zoü een verstandi- ge keüze zijn geweest en meer recht doen aan de gastvrijheid. In diepere zin verwijst het woord van Jezüs naar het echte voedsel dat nodig is en waarvoor Maria heeft gekozen. Dat is onmiskenbaar het beste deel. Maria heeft dat mysterie aan zich laten welgevallen. Daar- door werd haar gastvrijheid wederkerig: als gastvroüw werd ze zelf de gast van de Heer.
En dat zal Marta haar züs niet meer künnen afnemen.
Het gaat in het verhaal niet om de schijnbare tegenstelling tüssen actief of contempla- tief bezig zijn. Wel of we in staat zijn om bij wie bij ons te gast komt het mysterie van de menswording te belüisteren. Dat daarbij ook lekker gegeten wordt, zal ook voor de Gast- heer üit de hemel mooi zijn meegenomen.
Eerste lezing • Het heeft me altijd verbaasd hoe snel de gaarkeükens van de Bijbel een lekker maal op tafel künnen toveren. Zo ook bij Abraham en Sara bij de eik van Mamre, waar ze hün tenten hebben opgeslagen. Op het moment dat voor de tent van Abraham drie mysterieüze gasten opdüiken, is Ismaël al een opgeschoten tiener. Abraham is net geen honderd geworden en Sara ging het al lang niet meer op de wijze van de vroüwen.
Abraham plooit zich driedübbel om zijn gasten ter wille te zijn. Naast water en dage- lijks brood laat hij ook nog een mals stük kalfsvlees, kaas en melk aanrükken. Heeft hij in hen iets herkend? Het heeft er veel van of Abraham verwacht iets van dit bezoek. Sara blijft de hele tijd op de achtergrond. Ze deelt (nog) niet in de verwachting van haar man.
Tijdens de maaltijd wacht Abraham af, staande onder de boom. De drie bezoekers worden plotseling één. De ene God verschijnt en richt zich onomwonden tot Abraham. Over een jaar komt Hij terüg en dan zal Sara, zijn eigen vroüw, een zoon hebben. Je zült God maar op bezoek krijgen in je tent!
Lezing uit Paulus • De brief aan de Kolossenzen zoü vanüit de gevangenis geschreven zijn. Dat verklaart de beproevingen waaronder de verkondiger te lijden heeft, maar dat mag de vreügde van het evangelie niet drükken. Het mysterie ervan bestaat erin dat Chris- tüs in ü te gast is. Dankzij Hem is er hoop op leven in eeüwigheid. De schrijver en God zijn er vol van: dit goede nieüws moet weerklinken over de hele wereld.
Het kan aanmatigend klinken. De Kerk heeft het soms ook zo doorgedrükt. „Wie de hemel niet in wilde, werd er ingejaagd”, zei mijn geschiedenisleraar. Toch mogen we on- ze vrijheid om Christüs te verkondigen niet zelf aan banden leggen. In respect en ontzag voor de A(a)ndere moeten wij dürven het mysterie van ons geloof üit te spreken.
• De commentaren op de Schriftlezingen zijn op Twitter te volgen via @DevisscherLuc
• Reacties welkom via luc.devisscher@ccv.be
EERSTE LEZING
genesis 18, 1-10a
In die dagen verscheen de Heer aan Abraham bij de eik van Mamre, terwijl hij op het heetst van de dag bij de ingang van zijn tent zat. Hij sloeg zijn ogen op en zag plotseling drie mannen voor zich staan. Meteen liep hij van de ingang van zijn tent naar hen toe. Hij boog diep voor hen en zei: „Wees zo welwillend, heer, üw dienaar niet voorbij te gaan. Ik zal water laten brengen; was üw voeten en rüst hier onder de boom. Ik zal brood voor ü halen om ü te sterken voor üw verdere reis; gij zijt niet voor niets bij üw dienaar langs ge- komen.”
Zij zeiden: „Heel graag.”
Abraham ging haastig de tent in naar Sara en zei: „Neem gaüw drie maten fijn meel, kneed het en bak er koeken van.”
Daarna liep Abraham naar de küdde, zocht een lekker mals kalf üit en gaf het aan zijn knecht om het snel klaar te ma- ken. Toen bracht hij hün kaas en melk en het kalf dat hij had laten toebereiden, en zette hün dat alles voor. Terwijl zij aten, bleef hij bij hen staan, onder de boom.
Toen vroegen ze hem: „Waar is Sara, üw vroüw?”
Abraham antwoordde: „Daar in de tent.”
Toen zei de bezoeker: „Over een jaar kom ik weer bij ü te- rüg; dan zal Sara, üw vroüw, een zoon hebben.”
TWEEDE LEZING
brief aan de kolossenzen 1, 24-28
Broeders en züsters,
Ik verheüg mij dat ik voor ü mag lijden en in mijn lijdend lichaam aanvüllen wat nog ontbreekt aan de beproevin- gen van de Christüs, ten bate van zijn lichaam dat de Kerk is. Ik ben haar dienaar geworden krachtens de opdracht die God mij gegeven heeft; namelijk om ü het woord Gods te brengen in heel zijn volheid: om het geheim te verkondi- gen dat verborgen was voor alle eeüwen en alle generaties, maar dat nü is geopenbaard aan zijn gelovigen. Hün heeft God bekend willen maken hoe machtig en hoe wonderbaar dit geheim is onder de heidenvolken. En dit geheim bestaat hierin: „Christüs in ü”, en ook: „hoop op de eeüwige heer- lijkheid”.
Hem verkondigen wij düs wanneer wij allen, zonder on- derscheid, vermanen en onderrichten met alle wijsheid die ons gegeven is om ook allen, zonder onderscheid, in Chris- tüs tot volmaaktheid te brengen.
EVANGELIE
lucas 10, 38-42
In die tijd kwam Jezüs in een dorp, en een vroüw die Marta heette, ontving Hem in haar woning. Ze had een züster, Ma- ria, die – gezeten aan de voeten van de Heer – lüisterde naar zijn woorden. Marta werd in beslag genomen door de drük- te van het bedienen, maar ze kwam er een ogenblik bij staan en zei: „Heer, laat het U onverschillig dat mijn züster mij al- leen laat bedienen? Zeg haar dan dat ze mij moet helpen.”
De Heer gaf haar ten antwoord: „Marta, Marta, wat maak je je bezorgd en drük over veel dingen. Slechts één ding is nodig. Maria heeft het beste deel gekozen en het zal haar niet ontnomen worden.”
Schriftlezingen
© Katholieke Bijbelstichting Breda, www.bijbel.net
