• No results found

Drukapparatuur: naleving periodieke. an Sociale Zaken en Werkgelegenheid naleving periodieke

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Drukapparatuur: naleving periodieke. an Sociale Zaken en Werkgelegenheid naleving periodieke"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drukapparatuur: naleving periodieke keuringsplicht Inspectie SZW Ministerie

Drukapparatuur:

naleving periodieke

keuringsplicht

(2)

Colofon

Projectnaam Ongekeurde drukapparatuur Projectnummer Y0025

Datum 7 december 2020

(3)

Inhoud

Colofon 2

Samenvatting en oordeel 4

1 Inleiding 5

1.1 Achtergrond 5

1.2 Doelstelling 5

1.3 Opzet 5

2 Normenkader 7

2.1 Toepasselijke wet- en regelgeving 7

3 Analyse onderzoeksresultaten keuring drukapparatuur 8

3.1 Omvang onderzoek 8

3.2 Algemeen 8

3.3 Redenen van niet keuren 9

3.4 Ongekeurde drukapparatuur per bedrijfstak en soort 9

3.5 Uitkomsten inspecties 9

3.6 Conclusies algemene naleving op basis van de NL-CBI bestanden 10

4 Onderzoek naar signalen vanuit het werkveld drukapparatuur 11

4.1 Onderzoek naar naleving door gebruikers van gastanks 11

4.1.1 Aanleiding en omvang onderzoek 11

4.1.2 Resultaten 11

4.1.3 Conclusies naleving installateurs gastanks 11 4.2 Onderzoek naar naleving door gebruikers van koelinstallaties in gebouwen 12

4.2.1 Aanleiding en omvang onderzoek 12

4.2.2 Conclusies naleving door gebruikers van koel installaties in gebouwen 12 4.3 Onderzoek naar wijze van keuring en regelgeving met betrekking tot

ademhalingsflessen 12

4.3.1 Conclusies keuring ademhalingsflessen 13

5 Oordeel en conclusies Inspectie SZW 14

5.1 Naleving 14

5.2 Certificatiestelsel 14

(4)

Samenvatting en oordeel

De Inspectie SZW houdt toezicht op de naleving van de periodieke keuringsplicht van drukapparatuur in de gebruiksfase.

Drukapparatuur dient periodiek gekeurd te worden door een NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie (NL-CBI). Deze NL-CBI’s zijn door de minister van SZW aangewezen om de wettelijk verplichte periodieke keuring van drukapparatuur uit te voeren.

De Inspectie houdt toezicht op de NL-CBI’s en op de gebruikers van drukapparatuur. De aanleiding voor dit onderzoek ligt in een aantal meldingen vanuit het werkveld (Inspectie SZW,

Omgevingsdienst) met betrekking tot het niet naleven van de periodieke keuringsplicht.

Als overkoepelende conclusie kan worden gesteld dat de herkeur- plicht niet overal wordt nageleefd. Een belangrijke reden hiervoor is dat gebruikers, maar ook installateurs en onderhoudsbedrijven, niet altijd op de hoogte zijn van de wettelijke verplichting om de drukapparatuur te laten keuren.

De Inspectie SZW is van oordeel dat het aantal niet-gekeurde drukapparatuur te hoog is. Naleving van de wettelijke verplichting om de drukapparatuur te laten keuren door gebruikers, instal- lateurs en onderhoudsbedrijven dient te verbeteren. De in het verleden gekozen interventies hebben niet tot een betere naleving geleid.

Startpunt van het onderzoek is een herhaling van het onderzoek uit 2014. Op basis van bestanden van de NL-CBI’s zijn gebruikers benaderd via een enquête om inzicht te krijgen in de algemene naleving van de keuringsplicht.

Naast de herhaling van dit onderzoek uit 2014 zijn er specifiek inspecties uitgevoerd naar aanleiding van signalen uit het werkveld. Deze inspecties betreffen airconditioners op gebouwen, gastanks en flessen voor ademhalingstoestellen.

In vergelijking tot het onderzoek uit 2014 is het aantal niet herkeurde apparatuur nagenoeg gelijk gebleven en de mate waarin gebruikers overstappen naar een andere CBI wat toege- nomen. Naar aanleiding van het onderzoek uit 2014 is er een aantal interventies gedaan. Deze hebben tot nog toe niet het beoogde effect gehad. Uit het onderzoek komt naar voren dat ongeveer 1.250 drukapparaten niet zijn gekeurd. Daarnaast is er op basis van de gehouden steekproef naar alle waarschijnlijkheid een groot aantal airconditioners op gebouwen in Nederland, dat niet aan herkeurplicht voldoet. Verder bieden gecertificeerde installateurs gastanks niet altijd voor de uitwendige keuring aan een NL-CBI aan, maar voeren ze deze keuring zelf uit. De instal- lateurs zijn niet altijd op de hoogte van de wet- en regelgeving.

De keuring van flessen voor ademhalingstoestellen door de NL-CBI voldoet op dit moment niet aan de wettelijke eisen.

Naar aanleiding van bovenstaande heeft de Inspectie SZW een aantal waarschuwingen afgegeven. Daarnaast zal de uitkomst van dit onderzoek onder alle actoren worden gedeeld en bekijkt de Inspectie SZW welke interventies gekozen kunnen worden om de naleving van de keuringsplicht te verbeteren. Dit zal worden vastgelegd in een stelselinterventieplan.

(5)

1 Inleiding

1 Het betreft bovengrondse stationaire opslagreservoirs voor propaan of butaan of een mengsel van beide (bijvoorbeeld lpg) met gasafname, verder aangeduid als gastanks.

1.1 Achtergrond

Een drukapparaat is een risicovol product. Onder bepaalde omstandigheden kunnen de in de apparatuur aanwezige stoffen vrijkomen, bijvoorbeeld door een explosie. Dit brengt risico’s met zich mee voor de veiligheid en gezondheid van medewerkers en omwonenden en voor het milieu. Er wordt met enige regelmaat melding gedaan bij de Inspectie SZW van ongevallen met drukapparatuur, waarbij slachtoffers vallen, en van gevaarlijke situaties. Om de veiligheid en gezondheid van werknemers, omwonenden en het milieu te waarborgen, heeft de overheid gekozen voor een stelsel van wettelijk verplichte keuringen in de gebruiksfase. Het doel van een keuring is om vast te stellen of het gebruik verantwoord is. Dat gebeurt aan de hand van de beoor- deling van de technische integriteit van de drukapparatuur, de goede werking van de bijbehorende veiligheidsappendages en onder druk staande appendages. Er is in Nederland veel druk- apparatuur. Binnen het werkveld drukapparatuur is de range van gebruikers groot. (Van eigenaren van grote industriële installaties tot gebouwbeheerders, éénmansbedrijven, agrariërs, et cetera).

In veel gevallen wordt het aanvragen van de wettelijke keuringen uitbesteed aan installateurs of onderhoudsfirma’s. Het werkveld drukapparatuur is een van de grotere werkvelden met wettelijk verplichte certificatie. Er zijn zeven NL-conformiteitsbeoordelings- instanties (NL-CBI’s) aangewezen voor de gebruiksfase (keuring voor ingebruikname, wijzigingen en reparaties, en periodieke keuringen). In 2018 werden door de NL-CBI’s 26.992 certificaten afgegeven, in 2019 24.557 certificaten.

Uit eerdere inspectieprojecten, laatstelijk in 2014/2015, bleek dat de keuringsverplichtingen in de gebruiksfase niet altijd goed werden nageleefd. Daarnaast zijn er bij de Inspectie SZW signalen binnen- gekomen waaruit bleek dat voor bepaalde typen drukapparatuur de naleving van de wettelijke verplichtingen onvoldoende was. Deze meldingen betroffen:

• Gastanks.1 Uit onderzoek naar aanleiding van de bevindingen van het inspectieproject 2014/2015 kwamen gastanks naar voren, die niet voldeden aan de wettelijk verplichte periodieke keuring. Daarnaast kregen we een melding van een omgevings- dienst over een fabrikant/installateur van gastanks die zich niet aan de wet hield.

• Koelinstallaties (airco’s). Naar aanleiding van signalen uit de markt kwam naar voren dat gebrek aan kennis en ontduiking een risico vormt en dat gebruikers moeilijk zijn te bereiken.

• Ademhalingsflessen. Melding van een inspecteur dat adem- halingsflessen niet door een NL-CBI worden gekeurd, maar dat deze keuring is uitbesteed.

• NL-CBI’s hebben in de jaarlijkse opgave aan de Inspectie aangegeven dat de Inspectie te weinig reality checks houdt.

De werking van het certificatiestelsel van drukapparatuur hangt af van de nalevingsbereidheid van de gebruiker. Gezien het boven- staande is het zinvol bevonden om opnieuw aandacht te besteden aan de naleving.

1.2 Doelstelling

De doelstelling van dit project is het bevorderen van de naleving van de keuringsverplichting en andere verplichtingen ten aanzien van het werken met drukapparatuur in de gebruiksfase. Hierdoor wordt het werken met en rond drukapparatuur veiliger en is er minder gevaar voor mens en omgeving.

Subdoelen zijn:

• Verhoging van de mate van bewustwording en naleving bij de niet-nalevers door handhaving met betrekking tot de verplich- tingen die bij het gebruiken van drukapparatuur horen.

• Zicht hebben op de mate van naleving bij gebruikers van drukapparatuur. Daarbij wordt ook gekeken naar de naleving van de andere aan het gebruik van drukapparatuur verbonden verplichtingen.

• Inzicht hebben in de redenen van het niet naleven van die verplichtingen.

• Zicht hebben op de werking van het totale certificatiestelsel en de mate waarin de verschillende actoren hun rol vervullen.

1.3 Opzet

Het project is onderverdeeld in:

• Onderzoek naar de algemene naleving door gebruikers van drukapparatuur anders dan gastanks, airconditioners en ademhalingsflessen. Dit onderzoek vindt plaats aan de hand van de gegevens van de NL-conformiteitsbeoordelingsinstanties (NL-CBI) , beschreven in hoofdstuk 3.

• Onderzoek naar signalen vanuit het werkveld drukapparatuur, beschreven in hoofdstuk 4.

(6)

In hoofdstuk 5 staan de conclusies.

We beperken ons in dit onderzoek tot het naleven van de keuring voor ingebruikname (KVI) en de herkeuring van drukapparatuur.

Naleving met betrekking tot het uitvoeren van reparaties en wijzigingen aan drukapparatuur zijn daarmee buiten het onderzoek gehouden.

(7)

2 Normenkader

2.1 Toepasselijke wet- en regelgeving

De wettelijke keuringseisen voor drukapparatuur in de gebruiksfase zijn vastgelegd in het Warenwetbesluit drukappa- ratuur 2016 (WBDA 2016) en de Warenwetregeling drukapparatuur 2016 (WRDA 2016). In artikel 2 en 3 van het WRDA wordt

aan gegeven welke drukapparatuur is aangewezen voor keuring en welke daarvan is uitgezonderd. Artikel 21 van het WBDA beschrijft waaraan een keuring voor ingebruikneming moet voldoen.

Artikel 22 van het WBDA beschrijft de wettelijke vereisten van de herkeuring. De wettelijke keuringen moeten worden uitgevoerd door een NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie (NL-CBI) of een NL-keuringsdienst van gebruikers (NL-KVG). Op dit moment (oktober 2020) zijn er zeven NL-CBI’s en vier NL-KVG’s aange- wezen voor het werkveld drukapparatuur (gebruiksfase).

De gebruiker is verantwoordelijk voor het aanvragen van de wettelijke keuringen en het bij het drukapparaat bewaren van de keuringsdocumenten. (Na goed verloop van een KVI wordt een Verklaring van Ingebruikneming - VVI - afgegeven, na goed verloop van een herkeuring een Verklaring van Herkeuring - VVH).

Met de inwerkingtreding van het WBDA 2016 is de overgangs- regeling, zoals die nog bestond in het Warenwetbesluit drukap- paratuur, komen te vervallen. Alle drukapparatuur (ook die voor de inwerkingtreding van het Warenwetbesluit drukapparatuur in 2002 is geïnstalleerd) moet onder keur worden gebracht als ze voor keuring zijn aangewezen. Voor gastanks en ademhalings- flessen staat een aantal aanvullende bepalingen in het WBDA 2016/WRDA 2016.

(8)

3 Analyse onderzoeksresultaten keuring drukapparatuur

3.1 Omvang onderzoek

Op basis van bestanden van NL-CBI’s zijn drukapparaten geselecteerd, waarvan de herkeuringsdatum meer dan een half jaar verlopen is. Of drukapparaten die na de keuring voor ingebruikname (KVI) niet meer voor een periodieke keuring zijn teruggezien, terwijl dat wel had gemoeten. Doel hiervan is zicht te krijgen op ongekeurde drukapparatuur en de redenen van niet-naleving. Totaal bleken er volgens opgave van de NL-CBI’s 7.428 drukapparaten in het nabije verleden een herkeuring of een keuring voor ingebruikname gehad te hebben. Deze zijn echter niet door dezelfde NL-CBI voor een herkeuring teruggezien.

Uit dit bestand van 7.428 drukapparaten zijn willekeurig 1.962 drukapparaten bij 1.565 verschillende bedrijven geselecteerd.

Daarbij zijn de volgende bedrijven uitgesloten:

• BRZO-bedrijven; het onderzoek richt zich op het midden- en kleinbedrijf. BRZO-bedrijven staan al onder toezicht van MHC-inspecteurs.

• Drukapparatuur die niet op Nederlands grondgebied staat.

• Gastanks van grote installateurs, airconditioners in gebouwen en ademhalingsflessen; deze zijn via een apart onderzoek benaderd.

• Historische stoomketels bij particulieren.

• Bedrijven met onbekend adres (of bedrijven die niet meer in bedrijf zijn wegens faillissement, verhuizing, et cetera).

• Veel drukapparaten bij één bedrijf (hiervan is een selectie in het onderzoek meegenomen).

De bedrijven waar deze 1.962 drukapparaten staan opgesteld, hebben een brief ontvangen met het verzoek op internet een enquête in te vullen. Voor 158 drukapparaten kwam de brief onbestelbaar retour (failliet, verhuisd, et cetera). Hierdoor bleven er 1.804 relevante drukapparaten over. Daarvan is voor 1.084 drukapparaten de enquête ingevuld; een respons van 60%. De volgende gegevens zijn op deze 1.084 drukapparaten gebaseerd.

Uit de resterende lijst met 720 drukapparaten, waarvan de eigenaar niet gereageerd heeft, zijn bedrijven geselecteerd waar inspecteurs inspecties hebben uitgevoerd.

3.2 Algemeen

In tabel 1 worden de enquête-uitkomsten over algemene gegevens weergegeven. De uitkomsten van de enquête uit 2014 zijn ter vergelijking opgenomen. Een aantal zaken valt op:

• In 240 gevallen (41%) blijkt de drukapparatuur gekeurd te zijn door dezelfde NL-CBI, die aangaf dat het betreffende apparaat niet gekeurd was. Dit kan erop duiden dat het aangeleverde bestand niet geheel juist was. In vergelijking met het onderzoek in 2014 is dit percentage iets afgenomen (van 47% naar 41%).

• In 292 gevallen (van de gekeurde drukapparatuur) blijkt de gebruiker naar een andere NL-CBI te zijn overgestapt.

• Er zijn 71 drukapparaten door een ander gekeurd dan een NL-CBI. (Combinatie van de 54 uit onderstaande tabel en 17 van de respondenten die in hun antwoord bij “Overig” aangaf dat de keuring door het onderhoudsbedrijf was uitgevoerd). Dat kan wettelijk niet, herkeuren moet door een NL-CBI worden gedaan.

Ook van deze populatie is een aantal bedrijven geselecteerd, waar inspecteurs inspecties hebben uitgevoerd.

2014 2019

Respons 915 (72,5%) 1084

(60,1%)

Drukapparaat onbekend 81 (8,1%) 88 (8,9%)

Drukapparaat niet in gebruik 186 (24,5%) 266 (20,3%)

Drukapparaat in gebruik 648 (67,3%) 730 (70,8%)

Drukapparaat niet gekeurd

% van Drukapparatuur in gebruik

% van totale respons

114 17,6%

12,5%

141 19,3%

13,0%

Drukapparaat volgens gebruiker gekeurd door NL-CBI.

520 586

Keuring door zelfde NL-CBI als bij start onderzoek (door die NL-CBI opgegeven als niet gekeurd).

246 (47%) 240 (41%)

Overgestapt naar andere NL-CBI. 226 (44%) 292 (50%)

Door gebruiker genoemde NL-CBI is niet aangewezen als NL-CBI (keuring door een andere partij).

48 (9%) 54 (9%)

Tabel 1: Vergelijk 2014/2019 Algemene gegevens.

(9)

3.3 Redenen van niet keuren

De onderstaande grafieken laten de opgegeven redenen zien, ook in vergelijking tot het onderzoek uit 2014:

Te duur

We gebruiken het te weinig Behoeft geen keuring

Wist niet dat termijn verstreken was Aangevraagd maar nog niet uitgevoerd Niet gekeurd omdat 2014

33% 56%

6% 4% 1%

Overig

Wordt binnenkort vervangen

Openstaande punten herkeuring nog oplossen Wist niet dat de keuring door CBI moest gebeuren Behoeft geen keuring

Wist niet dat termijn verstreken was Aangevraagd maar nog niet uitgevoerd Niet gekeurd omdat 2019

40%

4%

14%

28%

4%

5%

5%

De belangrijkste redenen van het niet gekeurd zijn, was ‘aange- vraagd maar nog niet uitgevoerd’, gevolgd door ‘wist niet dat de termijn verstreken was’. Aannemelijk is dat deze twee groepen nauw verwant zijn. Uit telefonisch contact (na het uitzetten van de enquête werd de Inspectie SZW veelvuldig gebeld) bleek vaak dat naar aanleiding van de brief van de Inspectie SZW de keuring gelijk is aangevraagd. Samen zijn ze goed voor 68% van de niet- gekeurde drukapparatuur. Ook uit dit bestand is een selectie gemaakt voor de inspecteurs om inspectie op uit te voeren.

3.4 Ongekeurde drukapparatuur per bedrijfstak en soort

Gevraagd is in welke sector het bedrijf viel. De verdeling over sectoren wat betreft niet-gekeurde apparatuur geeft een redelijk verdeeld beeld. Uit de enquête blijkt dat de niet-nalevers voor een groot deel zijn te vinden in de sectoren Voeding, Land- en tuinbouw en Gezondheidszorg. Van de niet-gekeurde drukap- paratuur is 46% een koelinstallatie. In absolute getallen is dit verreweg de grootste groep.

3.5 Uitkomsten inspecties

Inspecteurs van de Inspectie SZW hebben in totaal 53 drukap- paraten geïnspecteerd. Tijdens dit onderzoek kwam daar nog één drukapparaat bij uit een ongevalsmelding (de gebruiker bleek niet gereageerd te hebben op de enquête, het betrof een ongeval met een zwaargewond slachtoffer). In totaal bleek in negentien gevallen de drukapparatuur niet te voldoen aan de eisen met betrekking tot keuring uit het Warenwetbesluit drukapparatuur 2016. (35% kon niet aantonen dat het drukapparaat een KVI of herkeuring had ondergaan). De meest genoemde oorzaak was dat de gebruiker dacht dat de beheerder of het onderhoudsbedrijf de keuring voor hem regelde. (Circa 85% was onvoldoende op de hoogte van de wet- en regelgeving). Van 85% van de niet- gekeurde apparatuur was de keuring meer dan twee jaar verlopen.

Bij ongeveer de helft van de niet-gekeurde apparatuur ontbrak ook de Verklaring van Overeenstemming. CE-markering en NoBo-nummer waren in bijna alle gevallen aanwezig. In een kwart van de onderzochte gevallen ontbrak de Verklaring van

Ingebruikneming (geen KVI uitgevoerd). In driekwart van de gevallen was de KVI wel uitgevoerd, maar ontbrak de Verklaring van Herkeuring (geen herkeuring uitgevoerd). De bedrijven met ongekeurde drukapparatuur hebben een waarschuwingsbrief ontvangen en moeten binnen een bepaalde termijn de apparatuur laten keuren.

(10)

Reden voor inspectie Totaal Aantal

geïnspecteerd Waarvan niet

gekeurd Extrapolatie naar totaal

Niet gereageerd op enquête. 720 38 14 (37%) 265

Keuring uitgevoerd door een andere partij dan NL-CBI. 71 12 4 (33%) 24

Overig (onbekend met regelgeving, keuring niet nodig). 31 3 0 (0%) 0

Uit ongeval. 1 1 1 (100%)

Totaal 823 54 19 (35%) 289

Tabel 2: Resultaten inspecties 2019.

In paragraaf 3.2 zagen we dat 141 drukapparaten niet waren gekeurd, maar wel in gebruik zijn. Extrapolerend naar het totale bestand van 7.428, zijn dit er theoretisch 965 (13%). Bovenstaande cijfers daaraan toegevoegd komen we op ongeveer 1.250

niet-gekeurde drukapparaten. Let wel, dit is op basis van bestanden van drukapparaten die ooit al eens gekeurd waren en nu niet meer. Het is onbekend hoeveel drukapparaten nooit gekeurd zijn en niet in beeld zijn. Er is bijvoorbeeld al gebleken dat de keuringsplicht van koelinstallaties op gebouwen in hoge mate onbekend is.

3.6 Conclusies algemene naleving op basis van de NL-CBI bestanden

• Extrapolerend naar het totale bestand zijn er circa 1.250 drukapparaten niet gekeurd.

• Uit de enquête blijkt dat de niet-nalevers vooral zijn te vinden in de sectoren Voeding, Land- en tuinbouw en Gezondheidszorg.

• In vergelijking met 2014 is het aantal niet-herkeurde apparatuur nagenoeg gelijk gebleven en de mate waarin gebruikers overstappen naar een andere CBI wat toegenomen.

• Naar aanleiding van het onderzoek uit 2014 is een aantal interventies gedaan (met name op het voorlichtingsvlak).

Deze hebben tot nog toe niet het beoogde effect gehad (geen afname van aantal ongekeurde apparatuur).

• Verreweg de belangrijkste redenen dat drukapparatuur niet gekeurd blijkt te zijn:

- De keuring is aangevraagd, maar nog niet uitgevoerd.

- Men was niet op de hoogte dat de termijn was verstreken.

De termijnbewaking is vaak niet in orde, een herinnering blijkt belangrijk. Door de enquête is naleving bevorderd.

• Tijdens de inspecties bleek dat 85% van de gebruikers en/of de onderhoudsfirma’s niet op de hoogte is van de wetgeving. Uit de enquête bleek dit in 46% van de gevallen de oorzaak te zijn van het niet gekeurd zijn.

• In 6,5% van de gevallen denken gebruikers dat een onder- houdsfirma in plaats van een NL-CBI de keuring kan uitvoeren.

(11)

4 Onderzoek naar signalen vanuit het werkveld drukapparatuur

2 De steekproef is gebaseerd op het bestand, dat bij het onderzoek, zoals beschreven in hoofdstuk 3 naar voren kwam. Uit dit bestand zijn per installateur willekeurig vijf tanks geselecteerd.

4.1 Onderzoek naar naleving door gebruikers van gastanks

4.1.1 Aanleiding en omvang onderzoek

Gastanks moeten volgens WBDA 2016 om de zes jaar door een NL-CBI een periodieke periodiek gekeurd worden. Deze keuring bestaat uit inwendige en uitwendige keuring en vervanging van de veerveiligheden. De zes jaarlijkse inwendige keuring kan worden uitgesteld naar twaalf jaar, onder voorwaarde dat het onderhoud wordt uitgevoerd door een gecertificeerde installateur.

Deze installateur wordt geaccepteerd door een NL-CBI volgens NPR 2578 (Nederlandse Praktijk Richtlijn). De uitwendige keuring moet zesjaarlijks door een NL-CBI worden uitgevoerd. De NL-CBI geeft bij positieve beoordeling voor elke gastank een Verklaring van Herkeuring (VVH) af.

Uit eerder onderzoek (2014) bleek dat de naleving van de keuringsplicht bij gastanks vaak niet op orde was. Daarnaast kwam er een signaal over een fabrikant/installateur, waarbij het volgende werd aangegeven:

• Een gecertificeerde installateur geeft bij termijnverlenging zelf een keuringsverklaring af.

• De termijn van zes jaar wordt overschreden.

• NL-CBI stempelt bij op verklaringen van de installateur.

• Er zijn geen Verklaringen van Herkeur van de NL-CBI beschikbaar.

Op grond hiervan is een nader onderzoek ingesteld. Hierbij zijn de volgende actoren benaderd:

• Gecertificeerde installateurs van gastanks zijn telefonisch geïnterviewd over hun werkwijze op het gebied van de periodieke keuring van deze tanks. Daarbij is ook een aantal Verklaringen van Herkeur (VVH) opgevraagd (steekproef van vijf stuks2). Selectie van deze installateurs is gemaakt op basis van het bestand van de CBI’s. De vier installateurs die daarin het vaakst voorkwamen, zijn benaderd.

• Twee NL-CBI’s zijn geïnterviewd over hun werkwijze met betrekking tot de periodieke keuring van de gastanks en de certificering van installateurs.

• Inspectie SZW heeft een bezoek gebracht aan een installateur om de opmerkingen van de Omgevingsdienst over zijn werkwijze te bespreken.

4.1.2 Resultaten

De belangrijkste bevindingen zijn:

• De hoeveelheid gastanks in beheer verschilt van 100 tot 7.000 per installateur. In totaal gaat het dus om duizenden tanks.

• In een aantal gevallen werd een door een NL-CBI getekende verzamelstaat opgestuurd in plaats van een Verklaring van Herkeuring. Bij navraag bleek dat de NL-CBI de verklaringen naar het revisiebedrijf had gestuurd en niet naar de installateur.

• Tanknummers uit het bestand van de NL-CBI kwamen niet altijd overeen met de tanknummers van de installateurs.

• Bij de inwendige keuring worden niet alle inspecties op één dag afgerond. Op verzamelstaten wordt bijgehouden wat wanneer is gezien. Na goed verloop van de totale keuring wordt een VVH opgesteld. In het verleden beperkte één NL-CBI zich tot een stempel zetten op de verzamelstaat in plaats van het afgeven van een VVH. Deze NL-CBI heeft dit intern opgepakt en hersteld.

• Bij beide NL-CBI’s is ook een aantal verklaringen opgevraagd.

Hierbij bleek dat één NL-CBI de administratie niet op orde had.

Hiervoor is een waarschuwing afgegeven.

• De bezochte installateur bleek de wettelijke termijnen regelmatig overschreden te hebben. Het bedrijf heeft hiervoor een waar- schuwing ontvangen.

• De bezochte installateur kon niet van elke tank een VVH laten zien. Ook hiervoor heeft het bedrijf een waarschuwing ontvangen.

• De installateur gaf een eigen “keuringsverklaring” af, in een aantal gevallen met een stempel van een NL-CBI. Hierdoor wordt het moeilijker om onderscheid te maken tussen de wettelijke VVH en overige verklaringen. De NL-CBI is hierop aangesproken en is gestopt met het zetten van hun stempel op verklaringen van gebruikers.

4.1.3 Conclusies naleving installateurs gastanks

• Gecertificeerde installateurs bieden de gastanks niet altijd voor de uitwendige keuring aan een NL-CBI aan, maar voeren deze keuring zelf uit.

• Gecertificeerd installateurs zijn niet altijd op de hoogte van de wet- en regelgeving.

(12)

• Niet van elke door een NL-CBI gekeurde gastank is een VVH afgegeven. In een aantal gevallen werd gewerkt met verzamel- staten, wat voor gastanks wettelijk niet is toegestaan. Resultaat van ons onderzoek is dat de NL-CBI’s hierop geattendeerd zijn en nu wel de vereiste VVH afgeven.

• Wettelijke keuringstermijnen worden niet altijd aangehouden.

• Eén NL-CBI had haar administratie van afgegeven Verklaringen van Herkeuring niet op orde.

4.2 Onderzoek naar naleving door gebruikers van koelinstallaties in gebouwen

4.2.1 Aanleiding en omvang onderzoek

Uit eerder onderzoek bleek dat de naleving van de keuringsplicht bij airconditioners op gebouwen vaak niet op orde was. Daarnaast kwamen er vanuit de Inspectie SZW verschillende signalen die aanleiding gaven tot een nader onderzoek.

Om de aard en omvang van het probleem in kaart te brengen, is besloten een steekproef uit te voeren op een aantal gebouwen in privaat beheer en een aantal gebouwen in beheer van het Rijksvastgoedbedrijf. Ook is een gesprek gevoerd met een installateur.

In totaal zijn vier gebouwen bezocht in beheer van het

Rijksvastgoedbedrijf en vier in privaat beheer. In de vier gebouwen van het Rijksvastgoedbedrijf stonden in totaal zeven categorie IV-installaties en één categorie III-installatie. Geen van deze installaties voldeed aan de wettelijke verplichte keuringseisen.

Hier is een waarschuwing voor afgegeven. Naar aanleiding van dit onderzoek is het Rijksvastgoedbedrijf gestart met een inventari- satie naar alle mogelijk ongekeurde airco’s in hun beheer om deze alsnog te laten keuren.

In de vier gebouwen in privaat beheer stonden in totaal vijf categorie IV-installaties. Geen van deze installaties voldeed aan de wettelijke verplichte keuringen. Van één installatie kon de categorie niet worden bepaald, omdat de vereiste documentatie (onder meer EG-verklaring) niet aanwezig was. Ook hiervoor zijn waarschuwingen afgegeven.

Uit de gesprekken met de beheerders bleek dat men wel

keuringen in het kader van de F-gassenverordening liet uitvoeren, maar niet of nauwelijks op de hoogte was van de eisen uit het WBDA 2016.

Op internet, in documentatie (offerte, zakboekje) wordt de eis vanuit WBDA 2016 in veel gevallen onvolledig of onjuist gecommuniceerd.

3 Accord européen relatief au transport international de marchandises Dangereuses par Route.

4.2.2 Conclusies naleving door gebruikers van koel­

installaties in gebouwen

• Veel gebruikers/beheerders zijn niet op de hoogte van de wettelijke verplichting om bepaalde koelinstallaties periodiek te keuren in het kader van het Warenwetbesluit drukapparatuur 2016.

• Onder installateurs en onderhoudsbedrijven heerst er onduide- lijkheid/gebrek aan kennis over de regelgeving voor het keuren van met name oude (van voor 2005) koelinstallaties.

• Op basis van de gehouden steekproef is er naar alle waarschijn- lijkheid een groot aantal airconditioners op gebouwen in Nederland, dat niet aan WBDA/WRDA 2016 voldoet.

Naar aanleiding van bovenstaande is besloten om een project op te starten om de kennis over en naleving van de wetgeving op dit veld te vergroten. De gebruikers van koelinstallaties die tijdens dit onderzoek als niet gekeurd naar voren kwamen, hebben hiervoor een waarschuwing gekregen.

4.3 Onderzoek naar wijze van keuring en regelgeving met betrekking tot ademhalingsflessen

Er is onderzoek gedaan naar aanleiding van de melding van een inspecteur dat ademhalingsflessen in het kader van het WBDA 2016 door een niet als NL-CBI aangewezen organisatie werden gekeurd. Voor deze flessen geldt dat flessen voor ademhalings- toestellen zijn uitgezonderd van de keuring voor ingebruikname.

Ze zijn wel aangewezen voor herkeuring. De vaste herkeurtermijn is vijf jaar voor flessen voor ademhalingstoestellen. Voor flessen voor ademhalingstoestellen hoeft na herkeuring geen Verklaring van Herkeuring opgesteld te worden. De resultaten mogen vastgelegd worden op verzamelstaten. Als bewijs dat de voorge- schreven herkeuring heeft plaatsgevonden, worden op de flessen voor ademhalingstoestellen de datum van herkeuring en het identificatiemerk van de NL-CBI of de NL-KVG goed leesbaar en onuitwisbaar aangebracht.

Uit onderzoek naar geldende wetgeving op dit gebied bleek dat de keuring van ademhalingsflessen in de gebruiksfase zowel aan de eisen uit WBDA 2016 moet voldoen, als aan de eisen uit de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, grotendeels vastgelegd in het ADR.3 Uit de gesprekken met het ministerie van SZW bleek:

• ADR en WBDA 2016 zijn allebei van toepassing op ademlucht- flessen, en beide gebaseerd op Europese regelgeving.

• ADR is niet van toepassing op flessen die op het bedrijf blijven liggen, maar uitsluitend voor transport op de openbare weg.

ADR is ook niet van toepassing op lege drukloze flessen.

(13)

• ADR gaat over het veilige vervoer van flessen onder druk, WBDA 2016 gaat over veilig gebruik in alle omstandigheden.

• Het uit WBDA 2016 halen van de ademluchtflessen kan niet, omdat flessen op bedrijfsterreinen en in stationaire opstellingen niet onder ADR vallen en onder WBDA 2016 moeten blijven.

Uit ADR halen gaat ook niet in verband met de Europese regeling voor vervoer gevaarlijke stoffen. De twee systemen zullen naast elkaar blijven bestaan en de flessen zullen aan beide moeten voldoen.

• Om ademhalingsflessen te mogen keuren in het kader van de ADR dient men erkend te zijn door ILT.

• Omdat in de praktijk is gebleken dat deze keuringen in het kader van het WBDA 2016 veel worden uitbesteed, geldt volgens WBDA 2016 daarvoor:

- De NL-CBI kan taken uitbesteden of inhuren.

- Bij uitbesteden (art. 30 WBDA 2016) moet de onderaannemer voldoen aan dezelfde eisen als de NL-CBI op gebied van onafhankelijkheid en dergelijke. NL-CBI moet dat controleren en draagt de verantwoordelijkheid. RvA zal dat toetsen, via de uitbestedende NL-CBI. NL-CBI moet uitbesteding melden aan RvA, de minister van SZW en klanten. De Inspectie SZW houdt toezicht op de NL-CBI en op het gekeurd zijn volgens WBDA 2016 van de ademhalingsflessen.

De NL-CBI die de keuring van ademluchtflessen uitbesteedt, volgt hierbij wel de regels van de ADR, maar niet die van het WBDA 2016. De NL-CBI’s/NL-KVG’s zijn van bovenstaande op de hoogte gesteld.

4.3.1 Conclusies keuring ademhalingsflessen

Op dit moment voldoet de keuring van ademluchtflessen door de NL-CBI niet aan de eisen vanuit het WBDA 2016. De betreffende NL-CBI is hierop aangesproken en gevraagd haar procedure zo te wijzigen dat wel aan deze eisen wordt voldaan.

(14)

5 Oordeel en conclusies Inspectie SZW

De Inspectie SZW is van oordeel dat het aantal niet­gekeurde drukapparatuur te hoog is. En dat naleving van de wettelijke verplichting om de drukapparatuur te laten keuren door gebruikers, installateurs en onderhoudsbedrijven dient te verbeteren.

Het oordeel is gebaseerd op het volgende.

5.1 Naleving

De Inspectie SZW concludeert dat met ongeveer 1.250 ongekeurde drukapparaten en een groot aantal ongekeurde airconditioners op gebouwen een te groot deel van de drukapparatuur niet tijdig gekeurd is. Een belangrijke reden voor het niet tijdig laten keuren is dat gebruikers, maar ook installateurs en onderhoudsbedrijven, niet altijd op de hoogte zijn van de wettelijke verplichting om de drukapparatuur te laten keuren.

Tijdens dit onderzoek is naleving bevorderd door handhaving, bewustwording en voorlichting. De Inspectie SZW concludeert dat de in het verleden gekozen interventies op de lange termijn niet tot een betere naleving hebben geleid.

5.2 Certificatiestelsel

De Inspectie SZW concludeert dat binnen het stelsel druk- apparatuur het met name de gebruikers en installateurs zijn bij wie kennis over de wettelijke verplichting ontbreekt. De termijn- bewaking is vaak niet in orde. De NL-CBI’s kunnen hierin een rol spelen door een herinnering te sturen. De NL-CBI’s zijn op de hoogte van wet- en regelgeving. Met uitzondering van de keuring van ademluchtflessen voldoen ze aan de eisen uit het WBDA 2016.

Toezicht en handhaving door de Inspectie SZW blijft nodig om naleving te bevorderen.

Daarnaast zal de Inspectie SZW in 2021 de mogelijkheden nagaan om kennis bij de actoren te verhogen en naleving te bevorderen.

(15)
(16)

Dit is een uitgave van:

Inspectie SZW

De Inspectie SZW maakt deel uit van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Vormgeving en productie

Xerox Osage

© Rijksoverheid | december 2020

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het kabinet investeert met het aanvullend sociaal pakket nog eens C 30 miljoen in een tweede tranche van de regeling NL leert door met inzet van scholing, wat naar verwachting

dispensatieverzoek is ingediend, stelt de minister de dispensatieverzoekers in de gelegenheid binnen een termijn van 2 weken schriftelijk op deze zienswijze te reageren. 6)

De inburgeringsplichtige treft geen verwijt ter zake van het niet tijdig voldoen aan de inburgeringsplicht, indien hij aannemelijk maakt dat zich gedurende de periode van de

De nadere regels voor loonwaardebepaling in deze ministeriële regeling moeten in samenhang worden gezien met en in aanvulling op de regels uit het Besluit loonkostensubsidie

In de regeling was geregeld dat het loon van werknemers voor wie een ontslagaanvraag was ingediend, na verhoging met 50% in mindering werd gebracht op de loonsom van januari 2020

Als eerste heb gezegd dat er op dit moment weliswaar een groei is van het aantal mensen zonder werk, maar dat die wordt veroorzaakt doordat er meer mensen op de arbeidsmarkt

Aan bedrijven die te maken hebben met buitengewone omstandigheden waarvan de gevolgen zich vanaf 1 oktober manifesteren, kan als gevolg van het herleven van de

De Raad is van mening dat deze bedrijven, in samenwerking met andere paftijen, een belangrijke rol zouden moeten blijven spelen binnen de regionale sociale infrastructuur en dit