• No results found

Agenda - concept vergadering

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Agenda - concept vergadering"

Copied!
159
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Centraal postadres Postbus 1120 6501 BC Nijmegen www.ggdgelderlandzuid.nl info@ggdgelderlandzuid.nl

Hoofdvestigingen GGD Gelderland-Zuid

Regio Nijmegen (Nijmegen) Rivierenland (Tiel)

1. Opening en verwelkoming nieuwe AB-leden S. Thijssen en F. Sidali Mondeling

Vaststelling agenda

2. Verslag AB-vergadering GGD Gelderland-Zuid 11 december 2014 Bijgevoegd

3. Mededelingen Bijgevoegd

4. Financieel (in aanwezigheid van Gemmie Hubers)

4.1 Concept jaarstukken 2014 Bijgevoegd

4.2 Verbeteringen Toezicht kinderopvang Bijgevoegd

4.3 Kaderbrief 2016 Bijgevoegd

5. WMO-toezicht Gelderland-Zuid Bijgevoegd

(in aanwezigheid van Annemarie van Daal)

6. Wisselingen AB en DB Bijgevoegd

7. Stemverhouding AB 2015 Bijgevoegd

8. Rondvraag Mondeling

9. Sluiting

Agenda - concept

vergadering Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid

datum 2 april 2015

begin en eindtijd 10:00-12:00 uur

locatie Toverbaltheater, Waterstraat 7, Beneden-Leeuwen http://www.toverbaltheater.nl/

aan Leden Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid

van M. Pieters

afdeling Directie

doorkiesnummer (024) 3 29 7250

e-mail mpieters@ggdgelderlandzuid.nl ons kenmerk GGD/DIR/2015/209/MP/MH

(2)

Centraal postadres Postbus 1120 6501 BC Nijmegen www.ggdgelderlandzuid.nl info@ggdgelderlandzuid.nl

Hoofdvestigingen GGD Gelderland-Zuid

Regio Nijmegen (Nijmegen) Rivierenland (Tiel)

Bezoekadres Regio Nijmegen Groenewoudseweg 275 6524 TV Nijmegen T: (024) 329 72 97 F: (024) 322 69 80

Onderwerp / Besluit Actie

1. Opening

Dhr. Frings opent de vergadering.

Berichten van verhindering: Culemborg en Beuningen (vanwege ziekte dhr. G. Hendriks).

De heer Zondag is aanwezig ter vervanging van de heer Van Balken (Zaltbommel).

Vaststelling van de agenda

De agenda wordt conform voorstel vastgesteld.

2. Verslag AB-vergadering GGD Gelderland-Zuid 2 oktober 2014 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.

3. Mededelingen

 Punt 2. Subsidieaanvraag VWS; uitsluitsel wordt pas in maart 2015 verwacht.

 Punt 7. Middelen adolescentencontactmoment; deze middelen zijn in 2013 en 2014 niet volledig ingezet. Dhr. Engels vraagt om een toelichting.

Dhr. Frings licht toe dat vanwege de vertraagde planvorming de uitvoering ook laat was gestart. Het jaarbudget 2015 zal wel volledig worden verbruikt.

 Aanvullende mededeling mw. Pieters: SoaSense; in maart zullen er opnames worden gemaakt door BNN rondom het programma Spuiten en Slikken.

4. Financieel

4.1 Begroting 2015

Een geactualiseerd overzicht van de ontvangen zienswijzen van gemeenten wordt ter vergadering uitgereikt. Akkoord van Groesbeek en Wijchen volgen. Het bijgewerkte overzicht van zienswijzen is bij dit verslag gevoegd.

Verslag - concept

bespreking Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid datum/tijd bespreking 11 december 2014 10.00 - 12.00 uur Locatie Toverbaltheater Beneden-Leeuwen

Aanwezig mw. A.A. van der Aalst-Wolken (Ubbergen), dhr. C. Zondag (Zaltbommel), dhr. G. Bel (Lingewaal), mw. M. Blaauwhof (Maasdriel), dhr. J.J.M. van Dongen (Druten), dhr. H.A. Driessen (Tiel), dhr. R.W.M. Engels (Wijchen), dhr. L.C.M. Frings, voorzitter (Nijmegen); Mw. S. Klein-de Jong (Buren), dhr. K. Krook (Neerijnen), mw. E.J.M. de Swart (Heumen)dhr. N. Wiendels (Geldermalsen), dhr.

V. van Neerbos (Neder-Betuwe), dhr. J.M. Scholtens (Millingen a/d Rijn), dhr. W.J.J. Spaan (Groesbeek), dhr. A.P.M. van Swam (West Maas en Waal), mw. M. Pieters, dhr. M. Hoff, mw. G. Hubers

afwezig dhr. G. Hendriks (Beuningen), dhr. C. Stolwijk (Culemborg), dhr. T.

van Balken (Zaltbommel)

kopie aan OR

van Mieke de Riemer

afdeling Directie

doorkiesnummer (024) 3 29 7102

e-mail mderiemer@ggdgelderlandzuid.nl ons kenmerk GGD/DIR/3009/14/mr

datum 12 december 2014

(3)

pagina 2 van 4

datum 12 december 2014 ons kenmerk GGD/DIR/3009/14/mr

Besloten wordt:

1. De begroting 2015 vast te stellen als één programma voor toepassing van de goedkeurings- en rapportagetoleranties, zoals opgenomen in het vastgestelde controleprotocol voor accountantscontrole.

4.2 Risicomanagement, voorzieningen en weerstandsvermogen

Voor ligt een notitie over risicomanagement, voorzieningen en weerstandsvermogen en een bijlage met geïnventariseerde risico’s, opgenomen maatregelen en de stand van zaken eind 2014, met enkele financiële bijlagen.

 Beslispunt 12 in de beleidsnotitie inzake streefwaarde omvang algemene reserve

‘10% van de inkomsten niet zijnde inwonerbijdrage en factuurbijdrage uniforme taken’ wijkt af van het advies dat door de Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen regio Nijmegen werd uitgebracht, namelijk 3% in plaats van 10% en wordt in stemming gebracht. Hieruit volgt de volgende uitslag: 13 van de 33 stemmen zijn voor het geagendeerde voorstel; 20 van de 33 stemmen zijn voor overnemen van het advies van de Adviesfunctie. Dat betekent dat het Advies van de adviesfunctie (3%) wordt overgenomen. Dhr. Zondag (Zaltbommel) merkt daarbij op, wel in te stemmen met 3% maar als bestemde reserve. Dhr. Engels (Wijchen) is het hiermee eens en zou dit onderwerp graag te zijner tijd als thema willen bespreken.

 Mw. Hubers vraagt aandacht voor het risicomanagement. De vergadering kan instemmen met het beleid rondom risicomanagement.

Besloten wordt:

1. De beleidsnotitie risicomanagement, voorzieningen en weerstandsvermogen vast te stellen, met de aanpassing dat het advies van de Adviesfunctie wordt gevolgd.

Beslispunten 12 is derhalve niet akkoord; dit wordt aangepast aan de norm van de Adviesfunctie (3%).

2. Beslispunt 10 is niet akkoord en daarmee komt ook beslispunt 11 te vervallen.

3. Kennis te nemen van de bijlage met geïnventariseerde risico’s maatregelen en stand van zaken eind 2014.

4. Kennis te nemen van bijlage A met een samenvatting van de risico’s.

5. Kennis te nemen van bijlage B met toetsing van de risico’s aan het weerstandsvermogen van de GGD op basis van de gegevens eind 2014.

6. Kennis te nemen van bijlage C met een uitwerking voorbeeld waarin meerdere opties zijn uitgewerkt van veranderende risico’s, weerstandsvermogen en van hetgeen dit voor deelnemende gemeenten en de GGD betekent.

5. Veilig Thuis

5.1 Stand van zaken Veilig Thuis

De 19 gemeenten van de regio Gelderland-Zuid hebben GGD Gelderland-Zuid opdracht gegeven om Veilig Thuis (AMHK) te organiseren. Veilig Thuis moet per 1 januari 2015 operationeel zijn. Op basis van het Programma van Eisen dat door de colleges van de gemeenten in Gelderland-Zuid is vastgesteld, is het Implementatieplan Veilig Thuis ontwikkeld. Per 1 januari 2017 kan verder worden gewerkt aan de borging van de opbrengst en kan Veilig Thuis in de reguliere beleidscyclus van de GGD worden

opgenomen. Er is een projectorganisatie ingericht en er hebben leerbijeenkomsten met de toekomstige Veilig Thuis-medewerkers plaatsgevonden. In december worden twee informatiebijeenkomsten gehouden voor alle betrokken ketenpartners. Met Bureau Jeugdzorg zijn afspraken gemaakt over een passend samenwerkingsconstruct.

Besloten wordt:

1. Kennis te nemen van de stand van zaken Veilig Thuis in Gelderland-Zuid

5.2 Wijzigen Gemeenschappelijke Regeling GGD door nieuwe taak ‘Veilig Thuis (AMHK)’

In de AB-vergadering van 2 oktober jl. is besloten dat deze wijziging van ondergeschikt belang is en dat besluitvorming over de daadwerkelijke wijziging in de GR in deze vergadering zal plaatsvinden.

(4)

pagina 3 van 4

datum 12 december 2014 ons kenmerk GGD/DIR/3009/14/mr

Besloten wordt:

1. Aan artikel 5 van de Gemeenschappelijke Regeling GGD Gelderland-Zuid toe te voegen artikel 5, lid m: ‘het voorzien in een Advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling.’

6. Toezicht WMO

6.1 Toezicht WMO (in aanwezigheid van Annemarie van Daal)

Per 1 januari 2015 wordt de Wmo 2015, Jeugdwet en Participatiewet gedecentraliseerd naar de Gemeente. Het toezicht op de uitvoering van de Wmo wordt eveneens

gedecentraliseerd. De GGD is gevraagd invulling te geven aan de functie van

Toezichthoudend Ambtenaar per 1 januari 2015 en een Projectplan Toezicht te schrijven voor de invulling van de toezichtfunctie als geheel. In de bijlage bij de stukken ‘GGD als toezichthouder WMO’ is een nadere beschouwing van deze opdracht gegeven.

Opmerkingen

 Mw. Pieters geeft als aanvulling onder attentiepunten: Op het moment dat GGD als toezichthouder onvolkomenheden constateert, zal de gemeente er in een andere hoedanigheid op worden aangesproken.

 Dhr. Spaan kan zich vinden in het voorstel maar wil wel dat tekst wordt aangepast dat de toevoeging ‘zo goed als’ bij good governance vervalt.

 Mw. De Swart meldt dat gemeente Heumen hierover nog formeel moet besluiten.

 Vincent (Neerijnen) vindt het een punt van zorg, dat toezicht kwaliteit aan de voorkant nog niet ingericht.

 Mw. Pieters: het voorstel is om per 1 januari 2015 het smalle deel van de toezicht functie geregeld te hebben (handelen naar aanleiding van melding van calamiteiten) en verder in 2015 het administratieve deel en het bepalen van het inhoudelijk toetsingskader kwaliteit uit te werken. Het streven is om toe te werken naar één aanpak voor Gelderland-Zuid.

 Dhr. Frings: de discussie over subregionale verschillen met betrekking tot het toetsingskader volgt einde 2015.

 Desgevraagd geeft mw. Blaauwhof aan dat Maasdriel ook aansluit bij het toezicht WMO door GGD Gelderland-Zuid. Dhr. Zondag kan hier voor Zaltbommel ter vergadering geen uitsluitsel over geven.

Besloten wordt:

1. Akkoord te gaan met de uitvoering van de toezichtfunctie Wmo en preventie Jeugd, voor zover deze niet onder de rijksinspectie vallen, door de GGD waarbij de directeur publieke gezondheid wordt aangewezen als toezichthouder in de zin van artikel 6.1 van de Wmo 2015 en de directeur publieke gezondheid wordt toegestaan personen werkzaam onder zijn/haar verantwoordelijkheid aan te wijzen als toezichthouder.

2. De directeur GGD op te dragen de toezichthoudende functie vorm te geven, waarbij ‘good governance’ in acht wordt genomen. Hierbij dienen borgende maatregelen te worden genomen om het risico van ‘de slager keurt zijn eigen vlees’ te minimaliseren.

3. De directeur van de GGD op te dragen een Projectplan Toezicht op te stellen dat voorziet in de invulling van adequaat toezicht. Dit betekent opleiding en scholing, het ontwikkelen van een toetsingskader dat geharmoniseerd is over Gelderland- Zuid, administratief toezicht, het ontwikkelen van een visie op Toezicht op maat/risicogestuurd toezicht, de implementatie hiervan en een evaluatie in november 2015 waarbij met name wordt gekeken naar de effectiviteit van de maatregelen om het principe van ‘good governance’ te borgen. Het Projectplan zal uiterlijk 1 april 2015 worden opgeleverd.

4. Om vanuit het incidentele overschot extra contactmoment JGZ à € 293.000 een bestemde reserve te vormen à €200.000 om de toezichttaak WMO gedurende 2015 te financieren. Het restant overschot à €93.000 zal worden terugbetaald aan deelnemende gemeenten.

5. In de kaderbrief voor de begroting 2016 van de GGD zal aan deelnemende gemeenten kenbaar worden gemaakt met welk bedrag aan structurele uitzetting voor deze taak gemeenten vanaf dat jaar rekening moeten houden.

(5)

pagina 4 van 4

datum 12 december 2014 ons kenmerk GGD/DIR/3009/14/mr

6.2 Gemeenschappelijke Regeling GGD en nieuwe taak Toezicht WMO

Indien het AB akkoord is gegaan met de uitvoering van de toezichtfunctie Wmo door de GGD, dan moet dit ook binnen de gemeenschappelijke regeling (GR) van de GGD mogelijk zijn.

Besloten wordt:

Dat deze taak wordt gezien als een structurele taak en onder voorwaarde dat colleges/raden akkoord gaan:

1. dat de wijziging in artikel 5 van de GR GGD Gelderland-Zuid door toevoeging van artikel 5, lid n: ‘Toezicht op de kwaliteit van de uitvoering van de WMO’ een wijziging is van ondergeschikt belang.

2. Wijzigen van artikel 5 van de GR GGD Gelderland-Zuid door toevoeging van artikel 5, lid n: ‘Toezicht op de kwaliteit van de uitvoering van de WMO’.

7. JGZ 0-4 jaar Neder-Betuwe

De financiële situatie van de Stichting Thuiszorg Midden-Gelderland (STMG) heeft geleid tot de beslissing van STMG om de organisatie te herinrichten. De verschillende

taakvelden worden gesplitst en per 1 januari 2015 overgedragen aan rechtsopvolgers.

Dit betekent dat ook de taken JGZ 0-4 jaar die de STMG uitvoert in opdracht van gemeente Neder-Betuwe per 1 januari a.s. dienen te worden overgedragen Besluitvorming over een doorstart van taken bij overnemende organisaties heeft

plaatsgevonden in de vergadering van de Raad van Toezicht van STMG op 5 december jl.

Het College van B&W van Neder-Betuwe heeft op 2 december jl. ingestemd met het geven van de opdracht aan GGD Gelderland-Zuid om per 1 januari 2015 de JGZ 0-4 uit te voeren. Mw. Pieters geeft aan dat er inmiddels met STMG overeenstemming is bereikt.

Zij verwacht dat het betreffende personeel van de STMG per 1 januari a.s. direct zal overgaan naar de GGD.

Opmerkingen: Gemeente Heumen is akkoord mits het geen financiële gevolgen heeft.

Besloten wordt:

1. Kennis te nemen van de ontwikkelingen in Neder-Betuwe ten aanzien van de JGZ voor 0-4-jarigen.

2. Kennis te nemen van de opdracht van Neder-Betuwe aan de GGD inzake de JGZ0-4.

3. In te stemmen met het in uitvoering nemen van de opdracht van Neder-Betuwe aan de GGD inzake de GGD inzake de JGZ 0-4 voor deze gemeente.

8. Toeleiding Beschermd Wonen

Met de Wmo 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor 24-uurs verblijf en bijbeho- rende begeleiding (beschermd wonen). Nijmegen is centrumgemeente Maatschappelijke Opvang voor de gemeenten Mook en Middelaar, Gennep en alle gemeenten van

Gelderland-Zuid, maar exclusief Zaltbommel en Maasdriel, en heeft de voorkeur om deze taak bij GGD Gelderland-Zuid neer te leggen. De opdracht Toeleiding Beschermd Wonen past binnen de taken die de GGD binnen de Gemeenschappelijke Regeling GGD

Gelderland-Zuid uitoefent (GR, art 5g – OGGZ).

Besloten wordt:

1. In te stemmen met de opdracht vanuit centrumgemeente MO Nijmegen om de toeleiding naar Beschermd Wonen neer te leggen bij GGD Gelderland-Zuid.

9. Rondvraag Dhr. Hoff:

De vorige bestuursvergadering is de wens van een andere vergaderlocatie besproken. De vraag is of deze locatie voldoet. Er wordt besloten om de vergaderingen voortaan in het Toverbaltheater te houden, met de opmerking dat een ruimere tafelschikking gewenst is.

10. Sluiting

De voorzitter sluit om ca. 11.45 uur de vergadering onder dankzegging aan de

deelnemers voor hun bijdrage aan deze vergadering. Hij bedankt in het bijzonder de drie wethouders die afscheid nemen voor hun inzet voor het bestuur van de GGD.

(6)

Geactualiseerde bijlage bij punt 4.1 Zienswijzen gemeenten begroting 2015 GGD Gelderland-Zuid

Gemeente Rivierenland Zienswijze door gemeente gemaakte opmerkingen

Buren Akkoord Stemt in met de begroting 2015, inclusief raming kostenstijging product inspecties.

Omdat de inwonerbijdrage van gemeente per saldo niet daalt, vraagt gemeente aan de GGD om alsnog een taakstelling van 5% te realiseren voor de begroting van 2016.

Culemborg Akkoord Akkoord per mail; Culemborg brengt geen zienswijze uit

Geldermalsen Akkoord Stemt in met de begroting 2015

Neemt kennis van de meerjarenraming 2016-2018

Lingewaal Akkoord Concludeert dat principe van budgettaire neutraliteit is gerespecteerd Vraagt aandacht voor kwaliteit van interne financiele beheer

Maasdriel Akkoord Wil graag in overleg om vanaf 2015 een verbinding te leggen tussen GGD-taken en gebiedsteams.

Verwacht een taakstellende bezuiniging van 5% op de inwonerbijdrage vanaf 2017

Neder-Betuwe Akkoord Stemt in met de begroting 2015

Vertrouwt er op dat de eerder gemaakte opmerkingen ten aanzien van de financiële beheersing zijn opgepakt

Neerijnen Voorwaardelijk akkoord De begroting brengt een lastenverlichting met zich mee, ook voor Neerijnen.

Gemeente Neerijnen moet echter in 2016 een financieel gat dichten van ongeveer €400.000.

Gemeente verzoekt het AB om al in 2015 een (aanvullende) taakstellende bezuiniging te realiseren van 5%.

Tiel Akkoord mondeling bericht; schriftelijke bevestiging volgt

Zaltbommel Akkoord Stemt in met de begroting 2015

Is tevreden over de harmonisering van de programmabegroting

(7)

Gemeente regio Nijmegen Zienswijze door gemeente gemaakte opmerkingen

Beuningen Akkoord Stemt in met de begroting 2015

Neemt het advies van de Adviesfunctie over

Druten Akkoord Stemt in met de begroting 2015

Neemt kennis van de meerjarenraming 2016-2018

Groesbeek

Heumen Akkoord Stemt in met de begroting 2015

Neemt de meerjarenbegroting 2016-2018 voor kennisgeving aan

Millingen aan de Rijn Stemt in met de begroting 2015

Neemt de meerjarenbegroting 2016-2018 voor kennisgeving aan

Nijmegen Akkoord Stemt in met de begroting 2015

Neemt de meerjarenbegroting 2016-2018 voor kennisgeving aan

Ubbergen Akkoord Stemt in met de begroting 2015

Neemt de meerjarenbegroting 2016-2018 voor kennisgeving aan

West Maas en Waal Akkoord Stemt in met de begroting 2015

Wijchen

(8)

Algemeen bestuur

vergadering 2 april 2014

agendapunt 3

onderwerp Mededelingen

1. Wijziging telefoonnummers GGD

In december 2014 is de GGD overgegaan op andere telefoonnummers. Voortaan is de GGD en zijn medewerkers bereikbaar via 088-nummers. Het voordeel hiervan is dat de (hoofd)vestigingen van de GGD op 1 telefooncentrale zitten en dat het voor een beller niet meer uitmaakt of de locatie in Nijmegen of in Tiel wordt gebeld. Het algemene nummer van de GGD is voortaan: 088-1447144.

De laatste 4 cijfers van de meeste medewerkers veranderen overigens niet. De bereikbaarheid van de GGD is geborgd omdat mensen die het oude nummer bellen, nog lange tijd automatisch worden doorverbonden naar het goede nummer en een bericht krijgen van de wijzigingen.

2. Reactie van de IGZ op verbetervoorstellen GGD

De Inspectie voor de Gezondheidszorg(IGZ) heeft gereageerd op de verbetermaatregelen, zoals ingediend door de afdelingen JGZ van GGD Gelderland-Zuid.

Op basis van de gegeven toelichting concludeert de IGZ dat de GGD inmiddels voldoende zicht heeft op de kwaliteit van zorg van de organisatie. Daarnaast gaat de IGZ akkoord met de

voorgestelde verbetervoorstellen en verzoekt om bericht wanneer de daarin aangegeven termijnen niet worden gehaald.

3. Reactie GGD op het borgingsplan Jeugdzorg Dichtbij in Rivierenland

Kort voor de kerstvakantie 2014 is het borgingsplan Experiment Jeugdzorg Dichtbij Rivierenland naar de regionale partners in het sociale domein verzonden. Experiment Jeugdzorg Dichtbij is in 2014 uitgevoerd binnen verschillende Rivierenlandse gemeenten, waarbij ambulante jeugdhulp van Entréa zonder indicatie van Bureau Jeugdzorg is ingezet in het voorliggend veld. De rapportage is opgesteld door de projectleider, K2, Next Generation. Interviews, afgenomen bij verschillende professionals in de gemeenten, vormden de basis voor conclusies en aanbevelingen.

GGD Gelderland-Zuid herkent zich niet in een aantal uitspraken die in het rapport worden vermeld.

Ook staan er onjuistheden in over de GGD.

In nagenoeg alle interviews wordt de positie die de GGD in het publieke domein inneemt gemist, zoals de uitvoering van haar preventieve taken in het voorliggende veld en de brugfunctie die de jeugdgezondheidszorg vervult tussen het onderwijs en de zorg. Ook wordt de rol van de jeugdarts in de samenwerking met de huisarts en in de rechtstreekse verwijzing niet genoemd, dit behoort vanaf 1-1-2015 tot de mogelijkheden en hierover zijn in het afgelopen jaar al voorbereidende gesprekken geweest. De rapportage geeft hiermee meer het beeld van de wijze waarop de (divers samengestelde) sociale wijkteams binnen de verschillende gemeenten functioneren, dan een beeld van de keten als geheel.

Tevens ontbreekt in een aantal interviews de positie van Veilig Thuis (AMHK) of blijft de positie van Veilig Thuis onderbelicht. In de notitie wordt onterecht een aantal maal de indruk gewekt dat deze functie bij de nieuwe Jeugdzorg/SAVE teams ligt. Uiteraard gaat Veilig Thuis nauw en outreachend samenwerken met de Jeugdzorg/SAVE en de wijkteams in de regio. In de werkwijze van Veilig Thuis is de nieuwe visie/de werkwijze volgens de kanteling reeds geborgd.

De GGD heeft zowel naar de netwerkpartners als naar de ambtenaren volksgezondheid/jeugd een reactie gestuurd. Gerrie Kolthof, manager JGZ Rivierenland, zal hierover met de ambtenaren nader in gesprek gaan.

(9)

4. Management afdeling Jeugdgezondheidszorg

Op 1 juli 2013 zijn GGD Rivierenland en GGD Regio Nijmegen gefuseerd. Integratie van de

verschillende afdelingen heeft in de tijd daarna stapsgewijs plaatsgevonden. Vanaf 1 maart 2015 is er één afdeling Jeugdgezondheidszorg bij GGD Gelderland-Zuid. Dan staat de nieuwe, samen- gevoegde afdeling Jeugdgezondheidszorg onder leiding van Hannelore Hoogeveen.

Deze nieuwe afdeling zal de krachten bundelen en wil tot een uniforme werkwijze komen om kwalitatief hoogstaande preventieve zorg aan jeugd in de regio Gelderland-Zuid te (blijven) leveren. Gerrie Kolthof, manager JGZ Rivierenland, doet vrijwillig afstand van haar functie.

In de loop van 2015 zorgt zij voor een zorgvuldige en gefaseerde overdracht. Gerrie Kolthof blijft tot aan haar pensioen in 2016 lid van het MT, deelnemer aan het strategisch overleg en

projectleider binnen de GGD.

5. Management afdeling Algemene Gezondheidszorg en Directiebureau

Annemarie van Daal neemt op 9 april a.s. afscheid van de GGD als manager van de afdeling Algemene Gezondheidszorg. Zij heeft besloten om te stoppen met werken en om met vervroegd pensioen te gaan.

Met het vertrek van Annemarie van Daal neemt de GGD afscheid van een succesvolle manager die de afdeling AGZ (en tot de fusie ook het Meldpunt Bijzondere Zorg) 17 jaar lang heeft geleid en die een goed lopende en gemotiveerde afdeling achter laat.

Na een interne wervingsprocedure is Marcel Hoff per 10 april a.s. benoemd tot manager AGZ.

Hij heeft bijna 9 jaar ervaring bij de GGD als Directiesecretaris c.q. hoofd Directiebureau en de GGD is verheugd dat hij nu de verantwoordelijkheid van manager AGZ op zich neemt.

Bestuurlijk betekent dit dat Marcel Hoff in zijn functie van Directiesecretaris op 5 maart a.s. voor het laatst aanwezig zal zijn bij de DB-vergadering en op 2 april a.s. bij de AB-vergadering.

Voor de vacature van Directiesecretaris wordt een wervingsprocedure opgestart. Marcel Hoff zal de voorbereiding van de bestuursvergaderingen nog op zich nemen tot zijn opvolger in functie is.

6. Management afdeling Financiën VRGZ

Gemmie Hubers neemt per 6 april a.s. afscheid als manager Financiën & Control. Zij heeft een functie elders aanvaard. Gemmie Hubers heeft lange tijd als manager Financiën & Control, en voorheen ook manager P&O, van de VRGZ en GGD een cruciale rol gespeeld in de kwaliteit van de bedrijfsvoering van de GGD en de degelijkheid van de Planning & Control cyclus. Mede door haar inzet is de GGD financieel in control. Voor de vacature van manager Financiën zal de VRGZ een wervingsprocedure starten.

7. Bereikbaarheid van de GGD bij incidenten

Onlangs is gebleken dat niet alle partners van de GGD op de hoogte zijn van de bereikbaarheid van de GGD bij incidenten.

De GGD kent een 7x24 uur piketregeling voor crisiscoördinatoren in het kader van het GGD Rampen Opvang Plan (GROP). De GGD is bereikbaar voor advies, ondersteuning en inzet. Denk hierbij aan milieu-incidenten (zoals een grote brand met asbest of gifwolken), uitbraak van een infectieziekte (bijvoorbeeld mazelen, Q-koorts, vogelgriep), (zeden)incidenten, etc. Het gaat daarbij om situaties waarbij:

 er maatschappelijke onrust van bevolking is of wordt verwacht;

 er veel mensen bij het incident betrokken zijn;

 er een intensief communicatietraject verwacht wordt en er aandacht is van media;

 het incident een acuut karakter heeft en complex is;

 er ketenafstemming nodig is in het kader van de volksgezondheid;

 er reëel gevaar dreigt voor de volksgezondheid;

 de openbare orde en veiligheid in het geding is;

 de casus meerdere gemeenten/provincies overstijgt.

De GGD-crisisorganisatie is binnen maximaal 2 uur beschikbaar. De GGD-crisiscoördinatoren zijn op de volgende wijze bereikbaar:

Melding Binnen kantoortijden Buiten kantoortijden Van externe

ketenpartners Rechtstreeks directeur of medewer- ker van de GGD via het algemene nummer: 088 – 1447144 óf dienstdoende crisiscoördinator via meldkamer Nijmegen 024-3794804

Crisiscoördinator via meldkamer Nijmegen 024-3794804

(10)

8. Klanttevredenheidsonderzoek GGD bij gemeenten

De GGD wil graag weten hoe tevreden gemeenten zijn over de dienstverlening van de GGD.

Hiervoor worden twee lijnen gevolgd:

 de DPG zal in haar komende contacten met de AB-leden/wethouders de vragen over de GGD-dienstverlening bespreken;

 aan alle ambtenaren volksgezondheid (en ambtenaren toezicht kinderopvang) wordt een vragenlijst voorgelegd waarin zij hun mate van tevredenheid kunnen aangeven; met alle ambtenaren wordt een afspraak gemaakt waarin zij hun reactie kunnen bespreken met een manager en teammanager van de GGD.

De uitkomsten en inzichten die uit die onderzoek naar voren komen, zullen in het GGD-bestuur worden besproken.

9. Meerjarenbeleidsplan GGD

De GGD bereidt een nieuw meerjarenbeleidsplan voor. Met het proces hiervoor is even gewacht tot de daadwerkelijke inwerkingtreding van de WMO 2015 en de Jeugdwet en de besluiten over de extra taken voor de GGD die hiermee samen hangen (Veilig Thuis, Toezicht WMO en Toeleiding Beschermd wonen). Om te komen tot een zorgvuldige en gedragen beleidsplan, worden er in de maanden maart en april 2015 over 4 algemene GGD-thema’s ‘beleidstafels’ georganiseerd waar (per thema) ook ketenpartners en vertegenwoordigers van gemeenten voor worden uitgenodigd. In aansluiting hierop, zal er op 4 juni een werkconferentie worden georganiseerd waar eveneens ketenpartners en vertegenwoordigers van gemeenten voor zullen worden uitgenodigd; in ieder geval betreft dit AB-leden en ambtenaren volksgezondheid (de bijeenkomst vindt plaats van 13:00 tot 17:00 uur op een nog te bepalen locatie).

Rond de zomer zal het conceptbeleidsplan gereed zijn, waarna bestuurlijke bespreking kan plaatsvinden en de zienswijze aan gemeenteraden kan worden gevraagd.

10. Voortgang ‘Instrument Ruimtelijke Veiligheid’

Het Instrument Ruimtelijke Veiligheid is door de VRGZ in ontwikkeling, om te komen tot een uniforme advisering vanuit de hulpdiensten bij ruimtelijke ordeningsvraagstukken. Op 10 februari jl. is het instrument door de directie van de VRGZ vastgesteld. De vaststelling is het startsein om binnen de VRGZ te starten met het inrichten van de organisatie op de adviestaak. In de afgelopen periode heeft informatie plaatsgevonden van:

 De Adviesgroep ambtenaren crisisbeheersing (hierin zitten de AOV-ers van de gemeenten in de veiligheidsregio) op 26 februari;

 Het Directieteam Veiligheid (waaraan naast vertegenwoordigers van de VRGZ ook de politie en de Directeur Publieke gezondheid deelnemen) op 2 maart, voorafgegaan door de Regiegroep crisisbeheersing op 17 februari;

 De gemeentesecretarissen op 5 maart;

De volgende stap is het informeren van het bestuur van de VRGZ op 9 april a.s.

Hierna volgt de uitrol van het instrument en worden gemeenten actief benaderd met het aanbod.

Inmiddels is het instrument al bij verschillende veiligheidsregio’s gepresenteerd en is het onder de aandacht gebracht bij GGD GHOR Nederland en verschillende lokale GGD’en.

Voorbeeld van implementatie: Een gemeente is voornemens om een nieuwbouwwijk te bouwen vlak aan een drukke snelweg en in de uiterwaard van de Waal. Over de snelweg loopt een route gevaarlijke stoffen. Een dergelijk plan kan door in ieder geval 4 disciplines beoordeeld worden op risico’s. Namelijk GGD: impact luchtverontreiniging en geluid door snelweg op gezondheid bewoners en gevoelige objecten; Brandweer: risico’s route gevaarlijke stoffen; GHOR: ontsluiting hulpdiensten (BW, RAV en politie); Politie: (sociale) veiligheid van wijkinrichting/woningen. Binnen de VRGZ wordt een portal ingericht met speciaal geïnstrueerde adviseurs die een screening maken en de plannen doorsluizen naar de verschillende adviseurs.

11. Vastgestelde notitie risicomanagement, voorzieningen en weerstandsvermogen In de vergadering van het Algemeen Bestuur van 11 december 2014 zijn besluiten genomen over het risicomanagement en het weerstandsvermogen van de GGD. Deze besluiten zijn verwerkt in een aangepaste notitie risicomanagement, voorzieningen en weerstandsvermogen. Het Dagelijks Bestuur heeft deze notitie vastgesteld (bijgevoegd).

12. Aangepaste Gemeenschappelijke Regeling GGD Gelderland-Zuid

De wijzigingen in de GR van de GGD zoals die in de AB-vergadering van 11 december jl. zijn vastgesteld, zijn verwerkt in een nieuwe versie van de GR (bijgevoegd).

(11)

auteur Bas Bours/Suzan v Wezel

datum december 2014

afdeling Fpl & C

versie 0.4

status definitief bestandsnaam

Risicomanagement, voorzieningen en

weerstandsvermogen

(12)

2 Inhoudsopgave

1 Inleiding 3

2 Risicomanagement 4

2.1 Wat is risicomanagement 4

2.2 Schematische weergave 5

2.3 Rollen, taken en verantwoordelijkheden 6

2.4 Kwantificeren van risico’s 7

2.5 Inventarisatie, prioritering en fasering 8

2.6 Informeren bestuur 8

3 De theorie over weerstandscapaciteit en voorzieningen 9

3.1 Weerstandscapaciteit 9

3.2 Voorzieningen 9

4 Normstelling voor de algemene reserve bij de GGD 10

4.1 Historie 10

4.2 Andere ontwikkelingen 10

4.3 Voorstel voor normering algemene reserve bij de GGD 10

(13)

3

1 Inleiding

Er zijn meerdere redenen om een nieuwe notitie risicomanagement, voorzieningen en weerstandsvermogen te schrijven en voor besluitvorming voor te leggen aan het Algemeen Bestuur. Inventariseren van risico’s, deze financieel kwantificeren en periodiek afzetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit is niet nieuw voor de GGD Gelderland-Zuid. Wel is er behoefte om risicomanagement op een andere manier gestalte te geven en om de normering voor de algemene reserve te herijken. De verschillende aanleidingen zijn hieronder opgesomd:

 In de financiële verordening staat dat het beleid ten aanzien van risico’s en weerstandsvermogen eens in de vier jaar zal worden herijkt. Vanwege de fusie van GGD’en is dit uitgesteld.

 De accountant van de GGD adviseert om de risico-inventarisatie meer dynamisch met breed draagvlak in de organisatie op te pakken waardoor het risicobewustzijn binnen de organisatie en van het lijnmanagement wordt versterkt. De manier waarop de GGD dit oppakt, wordt samen met de weergave van de genomen beheersmaatregelen verderop uiteengezet. Dynamisch risicomanagement betekent dat dit een continue proces zal zijn.

 De economische recessie en de fusie van de organisatie is recent aanleiding geweest voor het bestuur om de normering voor het weerstandsvermogen naar beneden bij te stellen.

 De adviesfunctie verbonden partijen, die in opdracht van de wethouders financiën uit regio Nijmegen specifiek is belast met beoordeling van financiële stukken van Gemeenschappelijke Regelingen heeft opdracht gekregen om voor alle verbonden partijen uit regio Nijmegen een kader te stellen voor weerstandsvermogen.

Het risicomanagement wordt beschreven in hoofdstuk twee, in hoofdstuk drie wordt kort de theorie over weerstandscapaciteit en voorzieningen beschreven en in hoofdstuk vier de waardering van het weerstandsvermogen en het beleid voor aanvullen en afromen daarvan. In hoofdstuk vijf worden voorstellen gedaan voor de normering van de algemene reserve bij de GGD.

(14)

4 2 Risicomanagement

In dit hoofdstuk wordt beschreven wat de GGD Gelderland-Zuid verstaat onder risicomanagement en op welke manier zij daar invulling aan gaat geven.

2.1 Wat is risicomanagement

Een risico is de kans dat een gebeurtenis optreedt met een negatief gevolg voor de organisatie.

Het bevat drie elementen:

 een kans op het optreden van een gebeurtenis;

 negatieve (financiële) gevolgen en;

 de GGD als organisatie voor wiens rekening de negatieve gevolgen komen.

Risicomanagement is het proces van systematische analyse van de risico’s waaraan de organisatie bloot staat. Daarbij hoort dat voorgenomen of gerealiseerde beheersmaatregelen in beeld worden gebracht. Dit geeft anderen inzicht in de mate waarin de organisatie aandacht geeft en in staat is om risico’s te beheersen.

Het is een continu proces. Deels omdat de actualiteit van de veranderende maatschappij dit van de organisatie vraagt, deels omdat het is verbonden met governance. Het beoogt een organisatie gecontroleerd te sturen. Het gaat over het borgen van de onderlinge samenhang van de wijze van sturen, beheersen en toezicht houden. Als een organisatie groeit in zijn ontwikkelingen op het gebied van risicomanagement, dan kan dat worden ingezet om het beleid en de uitvoering van de organisatie te verbeteren. Het resultaat is dan een continue verbetering van de organisatie.

Risicomanagement is een belangrijk aspect van de bedrijfsvoering om de continuïteit van de primaire processen te kunnen borgen en te verbeteren. Actualisatie en inventarisatie van risico’s en het weergeven van de voorgenomen of gerealiseerde beheersmaatregelen stelt het toezichthoudend orgaan (het bestuur) in staat om te sturen en toezicht te houden op basis van periodieke rapportages. Om deze reden wordt het onderwerp ingebed in de planning & control cyclus en wordt een actieve houding verwacht van afdelingshoofden, medewerkers en directie.

Het gaat om risico’s die een wezenlijk (negatief) effect hebben op de (continuïteit van de) primaire processen en de bedrijfsvoering en het raakt zowel de financiële als de niet-financiële risico’s.

Om een indruk te geven in welke mate de organisatie in staat is om risico’s te kunnen opvangen zonder daarbij te moeten ingrijpen in de processen van de organisatie wordt het totaal van de risico’s afgezet de risico’s in euro’s uitgedrukt en afgezet voor de risico’s een financieel gevolg weergegeven en dat wordt gewogen met een kansfactor verwachtingswaarde in euro’s weergegeven en de kans op optrede

Gekwantificeerde inschattingen worden afgezet tegen het beschikbare weerstandsvermogen.

Daarmee wordt een indruk gegeven in welke mate de organisatie in staat is om risico’s te kunnen opvangen zonder daarbij in te grijpen in de processen van de organisatie.

(15)

5 2.2 Schematische weergave

De geïnventariseerde risico’s binnen de organisatie worden verdeeld over de volgende categoriën.

Risico categorie Toelichting Beheers-

maatregelen A Nieuwe wet- en regelgeving

en politiek bestuurlijke risico’s

Aantasting van de vermogenspositie van de organisatie door claims van derden als gevolg van het niet naleven van wet- en regelgeving en aantasting van de vermogenspositie als gevolg van nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving, bestuurlijke wensen en/of conflicterend beleid bij gemeenten.

Vermijden Verminderen Overdragen Accepteren B Maatschappelijke risico’s Schade als gevolg van het niet voldoen aan

door de maatschappij gestelde verwachtingen en aantasting van het vertrouwen in de

organisatie als gevolg van negatieve publiciteit.

C Economische risico’s Aantasting van de vermogenspositie vanwege bijstellingen in de inkomsten die pas met vertraging in kostenreductie kan worden omgezet of kan worden gecompenseerd met andere inkomsten.

D Middelen, organisatie,

medewerkers en efficiëncy Beschadiging of verlies van goederen of installaties of schade vanwege onrechtmatig of onbevoegd handelen, achterblijvende

organisatieontwikkeling, niet integer handelen van medewerkers.

Tabel 1

De hierboven genoemde beheersmaatregelen worden als volgt nader geduid:

Vermijden: Het beleid dan wel de activiteit die dit risico veroorzaakt wordt stopgezet of op een andere, minder risicovolle manier voortgezet. Hiermee wordt het risico vermeden doordat de kans van optreden tot nul wordt gereduceerd.

Verminderen: Om met het risico te kunnen omgaan, worden de organisatie of systemen daarbinnen aangepast. Hierbij valt te denken aan het maken of aanpassen van de procedure, opleiden of trainen van personeel. Hierdoor wordt de kans van het optreden van het risico verlaagd.

Overdragen: De uitvoering van risicovol beleid wordt overgedragen aan een derde partij of er wordt een verzekering afgesloten. Voor deze overdracht dient wel een risicopremie respectievelijk een verzekeringspremie te worden betaald.

Accepteren: Acceptatie van een risico is soms nodig omdat het onvermijdbaar is, niet kan worden verminderd of overgedragen tegen acceptabele kosten.

(16)

6 2.3 Rollen, taken en verantwoordelijkheden

De rollen en taken in het kader van risicomanagement zijn als volgt verdeeld.

Actor Rol Acties en besluiten Instrumentarium

Algemeen Bestuur Sturen en toezicht

houden  Vaststellen methodiek risicomanagement

 Hoogte

weerstandsvermogen vaststellen

 Beoordelen rapportages en adviezen

 Vierjaarlijkse notitie over risicomanagement en weerstandsvermogen

 Periodiek de rapportage inventarisatie risico’s en beheersmaatregelen beoordelen

Dagelijks Bestuur Sturen en toezicht  Toezien op implementatie risicomanagement

 Sturen op

verantwoording van risico’s

 Periodiek de rapportage inventarisatie risico’s en beheersmaatregelen beoordelen

Directie en

afdelingshoofden Sturen en verantwoorden

 Implementeren risicomanagement

 Opdracht tot

kwantificering risico’s

 Hanteren

risicomanagement als rapportage instrument

 Maatregelen nemen voor het beheersen van de risico’s en hierover actieve terugkoppeling laten organiseren

 Managementgesprekken

 Periodieke

voortgangsrapportages

 Risicobewustzijn waarderen en actief communiceren over prioritering en fasering van te nemen

beheersmaatregelen

Afdelingshoofden

en medewerkers Beheersen en signaleren

 Implementeren beheersmaatregelen

 Kwantificering risico’s

 Rapportage over ontwikkeling risico’s

 Bouwstenen aandragen voor in beeld brengen risico’s

 In beeld brengen consequenties op financiële positie

 Rapportage over ontwikkeling risico’s en de genomen

beheersmaatregelen

 Risicobewustzijn waarderen en actief communiceren over genomen

beheersmaatregelen

Control/financiën Beheersen, toezicht houden,

agenderen

 Bijdrage leveren aan risico analyse en de financiële vertaling daarvan

 Periodieke samenvattende rapportages samenstellen

 In beeld brengen consequenties op financiële positie

 Bijstellen methodiek/ tool voor risicomanagement

 Risico’s agenderen voor budgetgesprekken

Tabel 2 Beslispunt:

 Vaststellen van de rollen en taken van de actoren in het kader van risicomanagement

(17)

7 2.4 Kwantificeren van risico’s

Het kwantificeren van risico’s is geen exacte wetenschap. Het gaat om zo goed als mogelijk onderbouwde inschattingen en om transparante weergave van beheersmaatregelen. Datzelfde geldt uiteraard ook voor onderstaande rangschikking en classificatie.

Er zijn meerdere methodes voor het kwantificeren van risico’s. De GGD kiest voor een methode waarbij de afzonderlijke risico’s worden gekwantificeerd en geeft daarbij een inschatting van de kans dat dit risico zich voordoet. Het voordeel van deze methode is dat risico’s afzonderlijk in beeld worden gebracht en daarmee ook de te treffen of de genomen beheersmaatregelen inzichtelijk kunnen worden gemaakt. Deze manier van werken is transparant en biedt gelegenheid aan de werkorganisatie en aan het bestuur om invulling te geven aan hun rol. Daarnaast biedt deze methode de gelegenheid om in tijd gezien te monitoren of de organisatie groeit in het samenhangend sturen en beheersen.

De GGD hanteert voor het kwantificeren van risico’s een ondergrens van € 10.000,-. Risico’s onder deze financiële grens worden intern wel benoemd maar worden verder niet nader gekwantificeerd en opgenomen in periodieke rapportages.

Risico’s worden nader gerangschikt en gewogen volgens onderstaande classificaties:

Kansklasse Norm Richtlijn Kansfactor

1 Zeer laag Kans op optreden is < 20% 0,2

2 Laag Kans op optreden ligt tussen 20% en 40%

0,4 3 Gemiddeld Kans op optreden ligt tussen 40% en

60% 0,6

4 Hoog Kans op optreden ligt tussen 60% en 80%

0,8

5 Zeer hoog Kans op optreden is > 80% 1,0

Tabel 3

Financiële

gevolgen klasse Norm Gevolg Verwachtingswaarde

A >€10.000 en < €50.000 Zeer klein gevolg € 30.000 B >€50.000 en < €100.000 Klein gevolg € 75.000 C >€100.000 en <

€200.000 Gemiddeld gevolg

€ 150.000 D >€200.000 en <

€500.000

Groot gevolg

€ 350.000

E >€500.000 Zeer groot gevolg € 700.000

Sp Specifiek becijferd

risico Tabel 4

De benodigde financiële middelen voor een risico = kansfactor x verwachtingswaarde van het risico.

Als de financiële gevolgen bekend zijn of specifiek zijn in te schatten, wordt het specifiek becijferd bedrag weergegeven als verwachtingswaarde.

Beslispunten;

 Risico’s worden meestal gekwantificeerd volgens een methode met genormeerde bedragen tot een verwachtingswaarde volgens tabel 4.

 Als financiële gevolgen bekend zijn of specifiek zijn in te schatten, wordt het specifieke bedrag weergegeven als verwachtingswaarde.

 De verwachtingswaarde van risico’s volgens tabel 4, wordt voorts gewogen met kans factoren volgens tabel 3.

 Risico’s onder de grens van € 10.000,- worden niet gerapporteerd.

(18)

8 2.5 Inventarisatie, prioritering en fasering

Voor de implementatie van een goed in de organisatie verankerde werkwijze voor identificatie, signalering en borging van risico’s én een actieve houding voor het nemen van beheersmaatregelen zijn gesprekken gevoerd met lijnmanagers, projectleiders en (beleids)medewerkers. De gesignaleerde risico’s zijn vervolgens gerangschikt naar de indeling zoals hiervoor geschetst en de genomen algemene of specifieke beheersmaatregelen zijn beschreven. Afspraken wie als eigenaar voor een risico zal optreden om verder vorm te geven aan de te nemen beheersmaatregelen zijn gemaakt.

Periodiek worden de risico’s met de “eigenaar” besproken. De directie bepaalt de prioriteit en fasering. Eén keer per jaar worden de ondernomen of geplande beheersmaatregelen voor alle geïdentificeerde risico’s door de “eigenaren” herijkt, geclassificeerd en gekwantificeerd. Financiën en control ondersteunt daarbij, agendeert en verzorgt de verslaglegging van het totaal aan het bestuur.

2.6 Informeren bestuur

De GGD stelt voor om een compleet overzicht van de risico-inventarisatie en de voorgestelde beheersmaatregelen één keer per vier jaar te bespreken met het Algemeen Bestuur. Daartoe wordt een compleet overzicht van de risico’s en de genomen of geplande beheersmaatregelen aan het bestuur voorgelegd. In de tussenliggende periode wordt een samenvatting van de risico- inventarisatie opgenomen in de begroting en de jaarrekening. Bij het uitbrengen van een financiële rapportage (begroting, jaarrekening en twee maal per jaar tussentijdse cijfers) worden nieuwe of verdwenen risico’s als mutatie gemeld. Als daar aanleiding voor is, wordt de frequentie daarop aangepast.

Beslispunten:

 Het complete overzicht van de risico-inventarisatie en de voorgestelde beheersmaatregelen één keer per vier jaar te bespreken met het Algemeen Bestuur..

 In de tussenliggende periode een samenvatting van de risico-inventarisatie op te nemen in de begroting en de jaarrekening.

 Bij het uitbrengen van de financiële rapportages (begroting, jaarrekening en de tussentijdse cijfers) nieuwe of verdwenen risico’s als mutatie te melden.

 De frequentie van rapporteren aan te passen als daartoe aanleiding is.

(19)

9

3 De theorie over weerstandscapaciteit en voorzieningen

3.1 Weerstandscapaciteit

Onder weerstandscapaciteit verstaat het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) de middelen en mogelijkheden waarover een organisatie kan beschikken om niet begrote kosten te dekken. Dit zijn:

 De algemene reserve en de reserves waaraan een bestemming gegeven is die (nog) kan worden gewijzigd.

 De in de begroting opgenomen ramingen voor de onvoorziene uitgaven (voor zover hier nog geen bestemming aan gegeven is).

 De stille reserves, voor zover deze op korte termijn materieel te maken zijn. Reserves, waarvan de omvang of het bestaan niet uit de balans blijkt, noemen we stille reserves.

Het verschil tussen de waarde van activa in het economisch verkeer (verkoopwaarde) en de boekwaarde op de balans zou meegenomen kunnen worden in de berekening van de weerstandscapaciteit. De GGD heeft activa waarbij er sprake is van stille reserves

Verwacht wordt dat de GGD alleen beschikt over algemene reserves en over de post voor onvoorzien als weerstandscapaciteit.

3.2 Voorzieningen

Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) geeft voorschriften en richtlijnen voor het treffen van voorzieningen. Voorzieningen zijn in beginsel niet vrij besteedbaar voor tegenvallers en worden daarom niet meegerekend bij het weerstandsvermogen.

(20)

10

4 Normstelling voor de algemene reserve bij de GGD

4.1 Historie

De normstelling voor een algemene reserve bij de GGD regio Nijmegen is de laatste jaren een paar keer veranderd. Tot en met 2010 was de norm gebaseerd op normstellingen door banken.

De norm was 8% van de omzet uniforme taken en 20% van de omzet overige taken. Vanaf medio 2011 werd dit op basis van een advies van Deloitte aangepast naar 5% en 12,5% van de omzet voor uniforme respectievelijk overige taken.

Omdat deze norm niet haalbaar was voor GGD Rivierenland en gemeenten eenzelfde inbrengwaarde wilden realiseren, werd ter voorbereiding op de fusie met GGD Rivierenland besloten om de norm op € 2,50 per inwoner als startwaarde voor de GGD Gelderland-Zuid te stellen.

4.2 Andere ontwikkelingen

De adviesfunctie verbonden partijen regio Nijmegen heeft een voorstel ontwikkeld als kader voor een algemene reserve voor alle verbonden partijen waarin gemeenten uit regio Nijmegen participeren.

Dit kader stelt voor om:

- Bij GR’s een weerstandsreserve aan te houden voor bedrijfsvoeringsrisico’s.

- Dat gemeenten aan zet zijn voor politiek bestuurlijke risico’s.

- Dat GR’s de risico’s in beeld brengen en deze indelen naar risico’s met betrekking tot bedrijfsvoering en politiek bestuurlijke risico’s.

- Dat deelnemende gemeenten naar rato van hun aandeel in de GR een risicomelding opnemen in hun paragraaf verbonden partijen en naar rato van hun aandeel (dit is bij de GGD het inwonertal) de risico’s opnemen in hun paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.

- Voor GR’s is het toegestaan om een algemene reserve te vormen om voor- en nadelen in de bedrijfsvoering af te dekken. Het minimum van de reserve is nihil en het maximum wordt bepaald aan de hand van de volgende variabelen.

o € 1.000,- per medewerker;

o 0,5% van opgenomen gelden in verband met renterisico’s;

o 1% van de totale uitgaven;

o 3% van de inkomsten niet zijnde inwonerbijdrage en factuurbijdrage uniforme taken*

- Resultaten op basis van de jaarrekening worden gedoteerd of onttrokken aan de algemene reserve

- Als de algemene reserve lager wordt dan nihil én niet binnen de scope van de meerjarencyclus op niveau gebracht kan worden binnen de eigen begroting, storten gemeenten bij tot nihil.

- Als de reserve boven het maximum uitkomt, wordt het meerdere aan gemeenten uitgekeerd.

Door de adviesfunctie werd vooraf advies gevraagd bij Ernst & Young en Deloitte en beiden accountantskantoren adviseerden om vooraf duidelijke afspraken te maken over definities van de verschillende uitgangspunten in het geschetste kader. De adviesfunctie besloot om dit niet uit te werken en om te volstaan met algemene definities en om voorts naar bevind van zaken te reageren.

*In het voorstel van de adviesfunctie staat dit anders geformuleerd. Navraag leert dat 3% wordt bedoeld over alle omzet die niet voortkomt uit uniforme taken.

4.3 Voorstel voor normering algemene reserve bij de GGD

Voorgesteld wordt om de normering zoals verwoord door de adviesfunctie over te nemen.

(21)

Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Gelderland-Zuid - versie vastgesteld 1.1.2015 1

GE G EM ME EE EN NS SC C HA H A P P PE P EL LI IJ JK K E E R RE E GE G EL LI IN NG G

Gemeentelijke Gezondheidsdienst Gelderland-Zuid

(22)

Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Gelderland-Zuid - versie vastgesteld 1.1.2015 2

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING GEMEENTELIJKE GEZONDHEIDSDIENST GELDERLAND-ZUID

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

a. GGD Gelderland-Zuid: het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2 lid 1 van deze regeling;

b. deelnemende gemeenten: de aan deze regeling deelnemende gemeenten;

c. Gedeputeerde Staten: het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland;

d. regeling: de onderhavige gemeenschappelijke regeling;

e. wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen;

f. gemeentewet (oud): de gemeentewet zoals die luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur;

g. Gemeentewet: de huidige Gemeentewet.

h. Directeur Publieke Gezondheid: de functionaris zoals bedoeld in artikel 14, derde lid, van de Wet Publieke Gezondheid.

2. Waar in deze regeling artikelen van de gemeentewet of van enige andere wet van

overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van de gemeente, het gemeentebestuur, de raad, het college, de burgemeester en de secretaris onderscheidenlijk de GGD, het bestuur van de GGD, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter en de Directeur Publieke Gezondheid.

Artikel 2 Openbaar lichaam

1. Er is een openbaar lichaam, genaamd Gemeentelijke Gezondheidsdienst Gelderland- Zuid. Het openbaar lichaam bezit rechtspersoonlijkheid en is ingesteld op grond van artikel 14, tweede lid, van de Wet Publieke Gezondheid.

2. De GGD Gelderland-Zuid is een regionaal samenwerkingsverband van de gemeenten Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Geldermalsen, Groesbeek, Heumen, Lingewaal, Maasdriel, Millingen aan de Rijn, Neder-Betuwe, Neerijnen, Nijmegen, Tiel, Ubbergen, West Maas en Waal, Wijchen en Zaltbommel.

3. De GGD Gelderland-Zuid is gevestigd in Nijmegen.

Artikel 3 Bestuursorganen

De GGD Gelderland-Zuid kent, onverminderd de mogelijkheid van het instellen van bestuurscommissies als bedoeld in artikel 17, de volgende bestuursorganen:

a. het algemeen bestuur;

b. het dagelijks bestuur;

c. de voorzitter.

HOOFDSTUK 2 BELANGEN, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 4 Belangen

De GGD Gelderland-Zuid behartigt de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het terrein van de openbare gezondheidszorg, zulks met inachtneming van hetgeen in deze regeling nader is bepaald tot de taken en bevoegdheden.

Artikel 5 Taken

De GGD Gelderland-Zuid draagt zorg voor het uit voeren van alle t aken in het kader van de openbare gezondheidszorg, die in w et - en regelgeving zijn opgedragen aan gemeent en of aan gemeent elijke gezondheidsdienst en, of daaraan opgedragen zullen w orden.

(23)

Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Gelderland-Zuid - versie vastgesteld 1.1.2015 3 Daarbij gaat het in elk geval om het uit voeren van t aken ten behoeve van de gemeent en

op de navolgende t erreinen:

a. inf ect ieziekt ebest rijding;

b. medische milieukunde;

c. jeugdgezondheidszorg;

d. ouderengezondheidszorg;

e. gezondheidsbevordering;

f . epidemiologie;

g. openbare geest elijke gezondheidszorg;

h. f orensische geneeskunde;

i. t echnische hygiënezorg;

j. het bevorderen van psychosociale hulp bij rampen;

k. het uit oef enen van toezicht op organisat ies voor kinderopvang en peut erspeelzalen;

l. reizigersadvisering en vaccinat ies;

m. het voorzien in een Advies- en meldpunt voor huiselijk gew eld en kindermishandeling;

n. t oezicht op de kw alit eit van de uit voering van de WMO.

Artikel 6 Bevoegdheden

Voor zover hiervan niet in deze regeling is af gew eken, en onverminderd het bepaalde in art ikel 30 van de w et , komen aan de best uursorganen van de GGD Gelderland-Zuid t er behart iging van de in art ikel 4 genoemde belangen en t er uit voering van de in art ikel 5 genoemde t aken alle bevoegdheden t oe, die aan de best uursorganen van de deelnemende gemeent e behoren, met dien verst ande dat het algemeen best uur in de plaat s t reedt van de raad, het dagelijks best uur in de plaat s t reedt van het college van burgemeest er en w et houders en de voorzit t er in de plaat s van de burgemeest er. De best uursorganen van de deelnemende gemeent en oef enen hun bevoegdheden t ot regeling en best uur t en aanzien van deze t aken niet zelf uit .

Voort s komen aan de best uursorganen van de GGD Gelderland-Zuid de bevoegdheden t oe die in w et - en regelgeving recht st reeks zijn opgedragen aan (het best uur van) de gemeent elijke gezondheidsdienst .

Artikel 7 Aanvullende diensten

1. De GGD Gelderland-Zuid kan voor een of meerdere gemeenten, alsmede voor derden, ook andere of aanvullende taken op het terrein van de gezondheidszorg uitoefenen, onder de voorwaarde dat de diensten moeten passen binnen de doelstellingen van de GGD en daarmee in het verlengde liggen van de taken vermeld in artikel 5.

2. De aanvullende diensten zullen op basis van een daaraan ten grondslag liggende schriftelijke overeenkomst (dienstverleningsovereenkomst) worden uitgevoerd.

Artikel 8 Wijziging van bevoegdheden

De taken en bevoegdheden van de GGD Gelderland-Zuid, genoemd in artikel 5 en 6 van deze regeling, kunnen worden gewijzigd indien zij van ondergeschikt belang zijn en het algemeen bestuur met een meerderheid van tenminste twee derden van het aantal stemmen daartoe besluit.

HOOFDSTUK 3 HET ALGEMEEN BESTUUR

Artikel 9 Taken en bevoegdheden

1. Aan het algemeen bestuur behoren de taken en bevoegdheden toe die in deze regeling aan dit bestuur zijn opgedragen, alsmede alle bevoegdheden die niet aan het dagelijks bestuur, de voorzitter of een bestuurscommissie zijn opgedragen.

2. Het algemeen bestuur kan aan het dagelijks bestuur of aan een bestuurscommissie bevoegdheden overdragen, met uitzondering van de bevoegdheid tot:

(24)

Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Gelderland-Zuid - versie vastgesteld 1.1.2015 4 a. het vaststellen en wijzigen van de begroting;

b. het vaststellen van de jaarrekening;

c. het vaststellen van verordeningen, tenzij de verordening een rechtspositionele regeling betreft die van toepassing is op het personeel van GGD Gelderland-Zuid;

d. het vaststellen van het beleidsplan en het beleidsprogramma;

e. het instellen van bestuurscommissies;

f. het oprichten van of deelnemen in stichtingen, vennootschappen, en coöperatieve en andere verenigingen, dan wel het ontbinden daarvan of het beëindigen van de deelneming;

g. het aanwijzen van een accountant.

Artikel 10 Samenstelling en zittingsduur

1. Het algemeen best uur van de GGD Gelderland-Zuid best aat uit 18 leden.

2. De raden van de deelnemende gemeent en w ijzen elk een lid aan - bij voorkeur de port ef euillehouder uit het college van B&W die verant w oordelijk is voor volksgezondheid - als lid van het algemeen best uur.

3. Een lid van het algemeen best uur kan niet t evens zijn medew erker in dienst van of op grond van een overeenkomst van opdracht w erkzaam zijn voor de GGD Gelderland-Zuid.

4. De leden van het algemeen best uur hebben, onverminderd het bepaalde in art ikel 20, derde lid, van deze regeling zit t ing gedurende de zit t ingsduur van de gemeent eraad.

Indien zij in de nieuw e zit t ingsperiode opnieuw als w et houder of burgemeest er deel uit maken van het college kunnen zij t erst ond opnieuw w orden aangew ezen.

5. Het lidmaat schap eindigt zodra een lid geen onderdeel meer uit maakt van het college van B&W van zijn gemeent e.

6. De leden van het algemeen best uur, die t ussent ijds ont slag nemen, st ellen de voorzit t er van het algemeen best uur, alsmede de raad die hen heef t aangew ezen hiervan op de hoogt e. Het ont slag gaat in zodra onherroepelijk in hun opvolging is voorzien.

7. Elk lid van het algemeen best uur heef t een plaat svervanger. Bepalingen in deze regeling geldende voor de leden van het algemeen best uur zijn mede van t oepassing op de plaat svervangende leden.

Artikel 11 Vergaderorde en besloten vergaderingen

1. Het algemeen best uur vergadert t enminst e t w eemaal per jaar en voort s zo dikw ijls als de voorzit t er of het dagelijks best uur dit nodig oordeelt of als t en minst e vier leden van het algemeen best uur daar om verzoeken.

2. De vergaderingen van het algemeen best uur zijn openbaar.

3. Tot het sluiten van de deuren en het vergaderen in beslotenheid kan worden overgegaan met inachtneming van het bepaalde in artikel 22 van de wet en artikel 23 van de

gemeentewet (oud).

4. In een beslot en vergadering van het algemeen best uur kan niet w orden beraadslaagd of beslot en over:

a. het beleidsplan en het beleidsprogramma;

b. de begroting, de wijzigingen daarvan en de jaarrekening;

c. het liquidatieplan.

d. een voorst el t ot het w ijzigen van deze regeling.

5. Het algemeen bestuur beslist bij meerderheid van stemmen. De besluiten worden genomen op basis van gew ogen st emrecht , w aarbij elke gemeent e voor iedere 20.000 inw oners of gedeelt e daarvan één st em heef t . Indien de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

6. Het stemgewicht voor elke gemeente wordt jaarlijks bepaald op basis van het inwonertal op 1 januari van het voorafgaande jaar zoals dit is opgenomen in de bevolkingsstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

(25)

Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Gelderland-Zuid - versie vastgesteld 1.1.2015 5

HOOFDSTUK 4 HET DAGELIJKS BESTUUR

Artikel 12 Taken en bevoegdheden

Aan het dagelijks bestuur is in elk geval opgedragen:

a. het dagelijks bestuur van de GGD Gelderland-Zuid;

b. het voorbereiden van al hetgeen aan het algemeen bestuur ter beraadslaging en besluitvorming wordt voorgelegd;

c. het uitvoeren van de besluiten van het algemeen bestuur;

d. het voorstaan van de belangen van de GGD Gelderland-Zuid bij andere overheden, instellingen en diensten waarmee, of personen met wie contact met de GGD Gelderland-Zuid van belang is;

e. het beheer van activa en passiva van de GGD Gelderland-Zuid;

f. de zorg, voor zover deze niet aan anderen toekomt, voor de controle op het geldelijke beheer en de boekhouding;

g. het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte, en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht en eigendom;

h. het benoemen, het schorsen en het ontslaan van personeel in dienst van de GGD Gelderland-Zuid, al dan niet op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, een en ander voor zover de regeling niet anders bepaalt en met inachtneming van door het algemeen bestuur te stellen regelen;

i.

het houden van voortdurend toezicht op al hetgeen de GGD Gelderland-Zuid aangaat;

en voorts de overige taken en bevoegdheden die in deze regeling, dan wel door een besluit van het algemeen bestuur, aan het dagelijks bestuur worden opgedragen;

en voorts de taken en bevoegdheden die in deze regeling aan dit bestuur zijn opgedragen.

Artikel 13 Samenstelling en zittingsduur

1. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en minimaal vier andere leden, aan te wijzen door en uit het algemeen bestuur. Zij treden, onverminderd het bepaalde in 18, vierde lid, af op de dag van aftreden van de leden van het algemeen bestuur. Zij kunnen, indien zij opnieuw zijn aangewezen tot lid van het algemeen bestuur, terstond opnieuw worden benoemd.

2. Daarnaast kunnen maximaal drie leden van het dagelijks best uur, niet zijnde de voorzit t er, w orden aangew ezen van buit en de kring van het algemeen best uur.

3. De zittingsperiode van de leden van het dagelijks bestuur die geen onderdeel uitmaken van het algemeen bestuur is maximaal vier jaar.

4. Het algemeen bestuur kan over de volgorde van aftreden regels vastleggen in een schema.

5. Degene die ophoudt lid van het algemeen best uur t e zijn, houdt t evens op lid van het dagelijks best uur t e zijn.

Artikel 14 Werkwijze en vergaderorde

1. Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of tenminste twee leden van het dagelijks bestuur zulks schriftelijk, onder opgave van de te

behandelen onderwerpen verzoeken, in welk laatste geval de vergadering binnen twee weken plaatsvindt.

2. Het dagelijks bestuur beslist bij meerderheid van stemmen, waarbij elk lid in de

vergadering één stem heeft. Indien de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

3. De artikelen 54, 56, 58 en 59 van de gemeentewet (oud) zijn van overeenkomstige toepassing.

(26)

Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Gelderland-Zuid - versie vastgesteld 1.1.2015 6 4. Voor zover deze regeling niet anders bepaalt , kan het dagelijks best uur zijn

w erkzaamheden verdelen over zijn leden. Het dagelijks best uur deelt zijn besluit en t er zake mee aan het algemeen best uur.

HOOFDSTUK 5 DE VOORZITTER

Artikel 15 Taken voorzitter

1. De voorzitter wordt door het algemeen bestuur uit zijn midden aangewezen.

2. Hij is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.

3. Bij af w ezigheid van de voorzit t er w ordt hij vervangen door een lid van het dagelijks best uur, door dat best uur aan t e w ijzen.

4. Hij tekent de stukken, die van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur uitgaan.

5. Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur kunnen besluiten dat een ander lid van het bestuur of de directeur Publieke Gezondheid de stukken die uitgaan ondertekenen of medeondertekenen.

6. De voorzitter vertegenwoordigt de GGD Gelderland-Zuid in en buiten rechte. Hij kan de vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen gemachtigde.

HOOFDSTUK 6 DE COMMISSIES

Artikel 16 Commissies van advies

1. Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter kunnen commissies van advies instellen, met inachtneming van artikel 24 van de wet.

2. Het algemeen bestuur zal in elk geval twee vaste commissies van advies instellen, met de naam programmaraad Regio Nijmegen en programmaraad Rivierenland. Deze programmaraden hebben als taak om aan het algemeen bestuur advies uit te brengen over subregionale taken.

3. Uiterlijk twee jaar na inwerkingtreding van deze regeling zullen de programmaraden worden geëvalueerd.

Artikel 17 Bestuurscommissies

1. Het algemeen bestuur kan commissies instellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen.

2. Het algemeen bestuur gaat niet over tot het instellen van een commissie als bedoeld in het eerste lid dan na verkregen verklaring van geen bezwaar van de raden van elk van de deelnemende gemeenten.

3. Het algemeen bestuur regelt, met inachtneming van artikel 25 van de wet, hun bevoegdheden en samenstelling.

HOOFDSTUK 7 INLICHTINGEN, VERANTWOORDING EN ONTSLAG

Artikel 18 Het dagelijks bestuur en de voorzitter ten opzichte van het algemeen bestuur

1. De leden van het dagelijks bestuur zijn, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hen gevoerde bestuur.

2. Zij geven ongevraagd aan het algemeen bestuur alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het dagelijks bestuur te voeren en gevoerde bestuur nodig is.

3. Zij geven – tezamen dan wel afzonderlijk – aan het algemeen bestuur, wanneer dit bestuur of een of meer leden daarvan hierom verzoekt, alle gevraagde inlichtingen.

(27)

Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Gelderland-Zuid - versie vastgesteld 1.1.2015 7 4. Een lid van het dagelijks bestuur kan door het algemeen bestuur worden ontslagen,

indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit. In dit geval zijn de artikelen 49 en 50 van de gemeentewet (oud) van overeenkomstige toepassing.

5. Het bepaalde in het eerste tot en met het vierde lid is van overeenkomstige toepassing op de voorzitter, voor het door hem gevoerde bestuur.

Artikel 19 Het algemeen en dagelijks bestuur ten opzichte van de raden 1. Het algemeen en het dagelijks bestuur geven aan de raden van de deelnemende

gemeenten ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig is.

2. Het algemeen en het dagelijks bestuur verstrekken aan de raden van de deelnemende gemeenten alle inlichtingen die door een of meer leden van die raden worden verlangd.

Artikel 20 De leden van het algemeen bestuur ten opzichte van de raden 1. Een lid van het algemeen bestuur verschaft aan de raad die hij vertegenwoordigt, met

inachtneming van artikel 16 van de wet alle inlichtingen, die door die raad of door één of meer leden van die raad worden verlangd en wel op de in het reglement van orde voor de vergaderingen van die raad aangegeven wijze.

2. Een lid van het algemeen bestuur is aan de raad die hij vertegenwoordigt, met

inachtneming van artikel 16 van de wet, verantwoording verschuldigd voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid en wel op de in het reglement van orde voor de

vergaderingen van die raad aangegeven wijze.

3. Een lid van het algemeen best uur kan, onverminderd het bepaalde in art ikel 10 van deze regeling, door de raad die hem heef t aangew ezen w orden ont slagen, indien dit lid het vert rouw en van die raad niet meer bezit .

HOOFDSTUK 8 REGLEMENT VAN ORDE

Artikel 21 Reglement van orde algemeen bestuur

1. Het algemeen bestuur stelt met inachtneming van de artikelen 22 en 23 van de wet voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden een reglement van orde vast.

2. In het reglement van orde worden onder meer regels gegeven omtrent:

a. het horen van belanghebbenden ten aanzien van door het algemeen bestuur te nemen besluiten;

b. de wijze van het verstrekken van inlichtingen en het afleggen van verantwoording als bedoeld in de artikelen 19 en 20 van deze regeling.

Artikel 22 Reglement van orde dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur kan een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vaststellen, dat aan het algemeen bestuur wordt overgelegd.

HOOFDSTUK 9 HET PERSONEEL

Artikel 23 Personeel

1. De GGD Gelderland-Zuid kan personeel aanstellen.

2. Op het personeel van de GGD Gelderland-Zuid is een vooraf aan te wijzen rechtspositieregeling van toepassing.

Artikel 24 Directeur Publieke Gezondheid

1. De Directeur Publieke Gezondheid van de GGD Gelderland-Zuid geeft leiding aan de organisatie en is het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter in alles dat de hun opgedragen taak aangaat, behulpzaam.

2. Het algemeen bestuur beslist over zijn benoeming en ontslag en stelt zijn taken vast, in overeenstemming met het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Veilig Thuis kan een eerste weging maken of het terecht is dat wij ons zorgen maken over deze situatie en of er mogelijk sprake kan zijn van kindermishandeling of huiselijk

Dit kan ook iets anders zijn dan kindermishandeling en huiselijk geweld (echtscheiding, overlijden van een familielid, enz.). Hoe meer signalen van deze lijst een kind te zien

Daarnaast bevat deze meldcode een route hoe te handelen bij signalen van mogelijk geweld- of zedendelict door een collega en een route hoe te handelen wanneer er sprake is

• dat CBS De Lindenborgh een meldcode wenst vast te stellen zodat de beroepskrachten die binnen CBS De Lindenborgh werkzaam zijn weten welke stappen van hen worden verwacht

Ik denk dat we daar nog veel op kunnen leren, dus ik kan goed uit de voeten met dit voorstel en laat het oordeel over deze motie aan de Kamer?. Dan mis ik de derde motie, de motie

Benoem duidelijk dat er een meldplicht is voor wanneer er vermoedens zijn van een mogelijk geweld- of zedendelict door een collega en dat er een stappenplan wordt gehanteerd wanneer

Om het voor medewerkers mogelijk te maken om in een veilig werkklimaat huiselijk geweld en kindermishandeling te signaleren en om de stappen van de meldcode te zetten, draagt RK

• Er kijkt altijd een tweede persoon naar het verslag. - Het is belangrijk dat deze verslagen adequate observaties bevatten op feiten gebaseerd. - Als het geen goed