• No results found

Ligging en functie van de longen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ligging en functie van de longen "

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Longoperatie

(2)

Inhoudsopgave

Ligging en functie van de longen ... 3

Een longoperatie ... 4

Onderzoek ... 4

Belangrijk om te weten ... 4

Voorbereiding operatie ... 5

Opname ... 5

De operatiedag ... 6

De operatie ... 6

Mogelijke complicaties ... 7

Na de operatie ... 8

Uitslag weefselonderzoek ... 9

Wat u thuis kunt verwachten? Gevolgen van de longoperatie ... 9

Pijnstilling ... 9

Werkhervatting ... 10

Contact opnemen ... 10

Lotgenotencontact ... 10

Vragen? ... 10

Bericht van verhindering ... 10

Adres en telefoonnummer ... 11

(3)

Uw behandelend arts heeft u naar de longchirurg verwezen in verband met een afwijking in uw longen. Deze folder geeft u informatie over de gebruikelijke gang van zaken rond een longoperatie op de afdeling heelkunde CWZ. Met deze informatie kunt u zich voorbereiden op het gesprek of kunt u na het gesprek alles nog eens nalezen. Ook zijn de gebruikelijke behandelingsmogelijkheden voor u op een rij gezet. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven.

De rechter- en linkerlong bevinden zich in de borstkas, aan weerszijden van het hart. In het gebied tussen de beide longen liggen behalve het hart, de luchtpijp, de slokdarm, bloedvaten (onder andere de grote lichaamsslagader), zenuwen, lymfeklieren en lymfevaten. De

rechterlong bestaat uit drie longkwabben; de linker uit twee kwabben (zie tekening).

Ligging en functie van de longen

Luchtwegen ↓

B= bovenkwab M= middenkwab O= onderkwab

Rechterlong Linkerlong

(4)

Een longoperatie

Een operatie in de borstholte kan om verschillende redenen nodig zijn. Meestal is de reden longkanker of een uitzaaiing in de long van een al eerder behandelde kwaadaardigheid elders in het lichaam. Het kan ook gaan om een hardnekkig ontstekingsproces, een goedaardige afwijking of een onbegrepen afwijking. Soms wordt een middenrifbreuk via de borstholte geopereerd.

Onderzoek

Voorafgaande aan het voorstel tot operatie hebt u al verschillende onderzoeken ondergaan.

Toch staat de diagnose niet altijd met zekerheid vast of moet nog verder onderzoek gedaan worden om te kijken of een longoperatie bij u mogelijk of zinvol is. Het kan zijn dat de chirurg eerst een kleinere (diagnostische) operatie moet doen. Er zijn twee soorten diagnostische operaties, die allebei onder algehele anesthesie worden uitgevoerd:

1. Mediastinoscopie

Bij deze operatie wordt weefsel achter het borstbeen rond de luchtpijp bekeken en uit lymfeklieren worden weefselmonsters genomen (zie de folder over mediastinoscopie). Deze operatie wordt door de longchirurg uitgevoerd.

2. Thoracoscopie

Dit is een kijkoperatie, waar met een kijkbuis, die tussen de ribben door in de borstholte wordt gebracht, de buitenzijde van de long wordt bekeken. Zonodig wordt ook een weefselmonster voor onderzoek genomen (zie de folder over thoracoscopie).

Deze operatie kan zowel door de longarts als door de longchirurg worden uitgevoerd.

Belangrijk om te weten

Het komt voor dat er een operatie gepland wordt zonder dat de diagnose bekend is. De aanvullende onderzoeken zijn dan echter zo verdacht voor longkanker dat de specialisten in een gezamenlijk overleg kunnen adviseren om de afwijking of tumor weg te laten halen.

Tijdens de operatie wordt dan vaak alsnog weefsel van de long of lymfeklier verkregen en opgestuurd voor snelonderzoek. Op basis van de uitslag van het snelonderzoek wordt besloten of er verder geopereerd moet worden door bijvoorbeeld de hele longkwab te verwijderen of dat de operatie kan worden beëindigd.

Na de operatie wordt vanzelfsprekend met u besproken welke ingreep nu uiteindelijk precies is uitgevoerd.

(5)

Voorbereiding operatie

Spreekuur anesthesioloog

De operatie vindt onder volledige narcose plaats. Hierover kunt u meer lezen in de folder

‘Verdoving (anesthesie) bij volwassenen’. Voor de operatie en de anesthesie zijn enige voorbereidingen noodzakelijk, dit wordt ook wel preoperatief onderzoek of preoperatieve voorbereiding genoemd. Daarom gaat u naar het spreekuur van de anesthesioloog. De anesthesioloog schat in welke risico’s in uw geval aan de operatie en de anesthesie verbonden zijn en hoe deze kunnen worden beperkt.

De anesthesioloog spreekt ook overige voorbereidingen met u af zoals medicijngebruik (bloedverdunners) en nuchter zijn voor de operatie.

Verpleegkundig spreekuur

Aansluitend hebt u een gesprek met de verpleegkundige van de afdeling heelkunde. De verpleegkundige stelt u vragen zodat duidelijk wordt welke verpleegkundige zorg u tijdens de opname nodig heeft.

De verpleegkundige bespreekt met u:

 Waar en hoe de opname is geregeld;

 De gang van zaken tijdens de opname en de vermoedelijke opnameduur;

 Welke verdere voorbereidingen nodig zijn;

 De nazorg: wat u zelf moet doen voor een goed herstel;

 De vragen die u nog heeft over de behandeling, de voorbereiding en de nazorg;

 Wie u wanneer kunt bellen als u nog vragen heeft over de opname en de operatie;

 De verpleegkundige maakt alvast afspraken op de polikliniek heelkunde en de polikliniek longziekten voor het bespreken van de uitslag van het weefselonderzoek na de operatie en voor verdere behandeling.

Fysiotherapie

De longarts of de verpleegkundig specialist longoncologie heeft u ter voorbereiding op een operatie mogelijk al verwezen naar een fysiotherapeut. De bedoeling is dat u vooraf aan de operatie al wat ademhalingsoefeningen doorneemt en dat u gaat werken aan spierkracht en conditie.

Opname

U wordt gewoonlijk op de dag van de operatie opgenomen via de Operatie Opname Afdeling (OOA) waarvoor u zich meldt bij Meldpunt 2C.

U moet nuchter naar het ziekenhuis komen, behalve als anders met u is afgesproken. Laat sieraden thuis en draag geen make-up op de dag van de operatie.

(6)

De operatiedag

Volgens de afspraken met de anesthesioloog op het anesthesiespreekuur blijft u nuchter en bent u eventueel gestopt met (bloedverdunnende) geneesmiddelen. Zie voor informatie folder ‘Verdoving (anesthesie) bij volwassenen’.

Voor de operatie krijgt u een speciaal operatiehemd en wordt de operatiezijde afgetekend met een stift.

Wanneer u een kunstgebit en/of contactlenzen draagt moet u deze uitdoen.

U mag tijdens de operatie geen sieraden dragen.

U rijdt vanaf de OOA naar de voorbereidingsruimte van de operatiekamer (holding). Daar krijgt u een infuus en vaak wordt een epiduraal catheter geplaatst. Dit is een dun slangetje welke in de rug wordt aangebracht en zo de pijnstillende medicatie vlak bij de zenuwen afgeeft tijdens de operatie en in de dag(en) na de operatie. Dit zorgt ervoor dat u goed kunt doorzuchten en makkelijker uit het bed kunt.

U gaat daarna naar de operatiekamer en schuift over op de operatietafel. Voordat de anesthesioloog u de narcosemiddelen via het infuus toedient, wordt eerst de

bewakingsapparatuur aangesloten en volgt nog een Time-Out procedure waarbij nogmaals naar uw naam en geboortedatum wordt gevraagd. Dit zal overigens eerder en verder in het zorgproces steeds worden herhaald

De operatie

Op de operatiekamer gaat u na een laatste controle onder algehele narcose. U krijgt daarna een blaascatheter en u wordt in de juiste houding gelegd. Bij de meeste longoperaties worden de patiënten op de zij gelegd. Bij longoperaties moeten we tussen de ribben door opereren en dit gaat het makkelijkst vanaf de zijkant.

De meeste longoperaties vinden tegenwoordig plaats met behulp van een camera. Dit wordt ook wel een kijkoperatie of een VATS (Video Assisted Thoracic Surgery) genoemd. Door de camera kunnen we de binnenkant van de borstkas heel goed bekijken. Via een aantal werkpoorten tussen de ribben kan op deze manier ook de longkwab of een deel van de longkwab worden verwijderd. Indien er sprake is van longkanker dan zullen tijdens de operatie ook de lymfeklieren worden verwijderd.

Het kan voorkomen dat de kijkoperatie/VATS niet de beste methode blijkt tijdens de operatie.

Er wordt dan overgegaan tot een thoracotomie. Hierbij wordt de wond groter gemaakt, waardoor de chirurg met de handen in de borstkas kan opereren.

Als een tumor heel groot is of op een moeilijke plaats ligt dan besluit de chirurg op voorhand al om een thoracotomie te doen. Dit wordt dan met u besproken op de polikliniek.

Als de operatie bijna klaar is, wordt er een thoraxdrain in de borstkas achtergelaten. Dit is een afvoerslang voor lucht en vocht. De thoraxdrain proberen we zo snel mogelijk te verwijderen;

(7)

Mogelijke complicaties

Opereren gaat altijd gepaard met risico’s. Ook bij een longoperatie is er kans op ‘normale’

complicaties, zoals nabloeding, wondinfectie, trombose of blaasontsteking. Meer specifieke complicaties voor longchirurgie zijn luchtlekkage, zenuwpijn, hartritmestoornissen en longontsteking.

Nabloeding: bij operaties in de borstkas zijn vaak grote bloedvaten betrokken. In geval van een nabloeding bij longoperaties betekent dat er vaker een her-operatie moet plaats vinden.

Zenuwpijn: er wordt geopereerd tussen de ribben door. Onder de rib loopt een zenuw. Deze zenuw kan door de operatie geïrriteerd raken en dit kan tot vervelende pijnklachten leiden na een borstkasoperatie. Er kan soms een injectie of medicatie gegeven worden om deze

geïrriteerde zenuw te verdoven.

Luchtlekkage: dit is normaal na longchirurgie. De lucht die ontsnapt uit de achtergebleven kwab wordt via de drain naar buiten geleid. Soms is een her-operatie nodig, omdat het luchtlek te lang blijft bestaan.

Longontsteking: er is na longchirurgie meer kans op een longontsteking. We willen dit risico verminderen door:

- te zorgen voor goede pijnstilling zodat u goed kunt doorzuchten en ophoesten.

- u zo snel mogelijk uit bed te helpen. Plat liggen is heel slecht voor de ventilatie van uw longen.

- ademhalingsoefeningen waar o.a. de fysiotherapeut u bij zal helpen.

Trombose: operaties voor kanker en operaties in de borstkas hebben een verhoogd risico op trombose. Dit is een bedreigende complicatie. Daarom krijgt u injecties in het onderhuids vetweefsel om trombose te voorkomen. Dit moet u tot 4 weken na de operatie blijven toedienen. Het toedienen kunt u heel goed zelf en we zullen u dat leren op de afdeling.

Overlijden: dit is de meeste ernstige complicatie en helaas overlijden er ook mensen na een longoperatie. De kans op overlijden is circa 0-4%.

De kans op complicaties en overlijden wordt mede bepaald door leeftijd, de ernst van de longaandoening, de lichamelijke conditie, overgewicht, bijkomende ziekten en aandoeningen.

(8)

Na de operatie

In principe gaat u na de operatie naar de uitslaap- of verkoeverkamer en van daaruit naar de verpleegafdeling. Deze afdeling is ervaren in de opvang van patiënten na longoperaties. In een enkel geval gaat u na de operatie naar de Intensive Care. Dit is afhankelijk van uw algehele conditie en het type operatie wat is uitgevoerd.

Pijnbestrijding is een van de belangrijkste zaken na de operatie. U zult daarom de epiduraal- catheter de eerste 24 uur nog houden. Vanaf de eerste dag zal ook al gestart worden met andere pijnmedicatie. We willen graag dat u de dag van de operatie al in de stoel naast het bed zit. Dat kan alleen als de pijn goed bestreden wordt.

Na de operatie zal de verpleging en de fysiotherapie u helpen zo snel mogelijk op de been te komen. Rechtop door het leven – staan of zitten – is het beste voor uw longen. In principe kunt u met bewegen en activeren niets stuk maken. Dus doe gewoon wat in uw

mogelijkheden ligt.

De fysiotherapeut komt u helpen met de ademhalingsoefeningen, het ophoesten van slijm en het mobiliseren uit bed.

Het herstelplan na de operatie:

- dag 0 (= dag van operatie): uit bed in de stoel

- dag 1: start extra pijnstilling, verwijderen thoraxdrain, verwijderen epiduraal-catheter, verwijderen blaascatheter, longfoto na verwijderen van thoraxdrain, uit bed.

- dag 2: wandelen over de afdeling, traplopen, leren spuiten van de trombose-profylaxe - dag 3: ontslag naar huis

Dit streven kan bij heel veel patiënten gehaald worden. Indien er zich complicaties voordoen of u bent nog oncomfortabel dan blijft u vanzelfsprekend iets langer in het ziekenhuis. Maar echt herstellen doet u pas thuis!

Het ontslag

De opnameduur voor de gemiddelde longoperatie is 3-5 dagen.

Voor ontslag wordt u verteld wat u wel en wat u niet mag. U zult merken: er is heel weinig wat u niet mag.

U krijgt uitleg over het gebruik van pijnstilling en trombose-injecties.

De afspraak voor de polikliniek is gemaakt en u krijgt informatie mee wie u kunt bellen in geval van problemen thuis.

(9)

Uitslag weefselonderzoek

De uitslag van het weefselonderzoek is na circa 7-10 werkdagen bekend en wordt besproken in een multidisciplinair overleg (MDO). Voor u is al een afspraak op de polikliniek gepland. Op de polikliniek wordt door de longchirurg met u de uitslag van de operatie en het MDO

besproken. Het kan zijn dat bij u nog een nabehandeling – bijvoorbeeld chemotherapie – moet plaats vinden. In het algemeen wordt de nabehandeling en de verdere controle gecoördineerd door de longarts en niet door de longchirurg.

Wat u thuis kunt verwachten? Gevolgen van de longoperatie

Wat u wel en niet kan na de operatie is uiteraard afhankelijk van de kwaliteit van uw longen vóór de operatie en van de hoeveelheid longweefsel, die werd verwijderd. Het missen van longweefsel hoeft niet altijd bezwaren op te leveren. Wel kan het betekenen dat minder lichamelijke inspanning mogelijk is dan voorheen.

Het herstel begint pas thuis. Leg de lat voor uzelf niet te hoog. Wissel rust en activiteit af. Ga dagelijks 1 of 2 keer wandelen, maar ga ook na de middag even een uurtje slapen. Zet de wekker en sta dan ook weer op. Blijf niet in bed liggen.

Bezoek is goed bedoeld, maar vermoeiend voor u. Beperk dus het bezoek. U kunt de energie beter gebruiken voor uw eigen herstel. Denk aan uzelf, dat mag!

U kunt overvallen worden door emoties. Dit is niet vreemd. U heeft namelijk een zware operatie ondergaan. Dit veroorzaakt veel stress voor uw lichaam en uw geest. Ook uw omgeving heeft een spannende tijd doorgemaakt.

Het lichamelijke en geestelijke herstel duurt echt langer dan u denkt. U moet rekenen op 6 maanden tot een jaar voordat u zich weer de oude voelt. Het werken aan een goed

lichamelijke en psychische conditie helpt hierbij. Dit mag u alleen doen, maar er zijn ook voldoende instanties en/of professionals die u hierbij willen en kunnen helpen.

U mag thuis alles proberen. U mag doen wat binnen uw mogelijkheden ligt. Indien bepaalde activiteiten pijn veroorzaken dan doet u wat rustiger aan. Belangrijk is dat u realiseert dat activiteit goed voor u is en dat u er niets mee stuk maakt of negatief beïnvloedt.

Pijnstilling

Pijn is niet fijn. Door pijn beweegt u slechter, ademt u minder goed, slaapt u slechter, raakt u vermoeid en wordt u chagrijnig. Stop dus niet te snel met de pijnstillers.

Gebruik 4 keer per dag, 2 tabletten van 500 mg paracetamol. Vanuit het ziekenhuis heeft u naast de paracetamol waarschijnlijk 1 of 2 extra pijnstillers meegekregen. Gebruik deze zoals

(10)

Werkhervatting

Wanneer u weer met werken kunt beginnen, verschilt per persoon. De bedrijfsarts begeleidt de terugkeer naar uw werk. Daarom is het belangrijk dat uw bedrijfsarts op de hoogte is van uw aandoening of behandeling. Afspraken over uw werk zullen vaak soepeler verlopen als u de bedrijfsarts al vóór de ingreep informeert. U kunt een gesprek voeren met uw bedrijfsarts op het arbeidsomstandighedenspreekuur van de arbodienst van het bedrijf of de organisatie waar u werkt. Om uw privacy te beschermen is uw toestemming nodig voor eventueel overleg tussen uw specialist en uw bedrijfsarts.

Contact opnemen

Neemt u - als u weer thuis bent na de longoperatie - tot de eerste poliklinische controle na de operatie contact op met het ziekenhuis:

 Bij hevige aanhoudende pijnklachten ondanks gebruik van pijnstillers;

 Bij toenemende benauwdheid;

 Bij een temperatuur hoger dan 38,5 graden vóór de eerste poliklinische controle na de operatie.

 Tijdens kantooruren belt u polikliniek heelkunde, telefoonnummer 024 365 82 60.

 Buiten kantooruren belt u CWZ, telefoonnummer 024 365 76 57 en vraagt naar de dienstdoende chirurg.

De poliklinische controle bij de chirurg staat na ongeveer twee weken gepland.

Lotgenotencontact

Sommige mensen hechten veel waarde aan contact met lotgenoten. Zij vinden steun in het uitwisselen van ervaringen en delen van gevoelens met mensen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden. Vaak vormt ook praktische informatie een belangrijke steun. Er zijn ook mensen voor wie het contact met lotgenoten (nog) te confronterend is. Dit lotgenotencontact kan op verschillende manieren plaatsvinden, onder andere via een telefonisch/ persoonlijk gesprek of bijeenkomsten, www.longkankernederland.nl

Vragen?

Met vragen kunt u terecht bij uw behandelend chirurg of uw verpleegkundige tijdens de opname. Neem deze folder en de folder anesthesie mee bij de opname. Er staat informatie in die u dan kunt raadplegen. Ook over de periode na de opname.

(11)

Adres en telefoonnummer

Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos 100 6532 SZ Nijmegen

Polikliniek chirurgie-heelkunde (B58) Melden bij meldpunt 2B

Telefoon 024 365 82 60 (bereikbaar van 8.30 tot 16.30 uur) Verpleegafdeling chirurgie-heelkunde (C42)

Telefoon 024 365 78 00 Verpleegkundig spreekuur

Telefoon 024 365 78 57 (bereikbaar van 8.00 tot 16.30 uur) Bij geen gehoor spreekt u de voicemail in en wordt u teruggebeld E-mail: intakeverpleegkundigenheelkunde@cwz.nl

Website: www.chirurgie.cwz.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het noordwestelijk deel kan gebruik gemaakt worden van de bestaande dijk, zo moet geen nieuwe dijk worden aangelegd en wordt een deel van het Natura 2000 gebied ontzien. Vanuit

 Zorg ervoor dat de huid goed droog is vooraleer een nieuwe plaat op te kleven, zodat er geen urine of water onder de plaat kan blijven zitten, want dit zorgt dan weer voor

Ook (zelfs) bij de fabrikanten van de herbiciden is niet altijd de specifieke informatie voorhanden over effectiviteit van herbiciden ter bestrijding van wilde haver. Vaak is deze

Is er voor een bepaalde las gekozen voor het toepassen van bv een trapezium-weave lasvorm, dan kan het geval zich voordoen, vooral bij hoge weave-frequenties,

Bella Fromm, een Amerikaanse journaliste van joodse afkomst, houdt voor haar krant in de Verenigde Staten een dagboek bij van haar verblijf in Duitsland2. Op 20 april 1936 schrijft

The likelihood-ratio is the probability of the score given the hypothesis of the prose- cution, H p (the two biometric specimens arose from a same source), divided by the probability

Having verified the CSTR model (i.e. appendix II) as being capable of successfully describing experimental data, the model can confidently be used as a comparison tool

and vegetables; Memorandum with reference to the Provisions of the Canned Fruit and Vegetable Export Control Act 66 of 1956, Empangeni 2/5/1957; Memorandum for consideration by the