COMMISSIESTUK Wensen en bedenkingen
Voorstel voor de COMMISSIE RUIMTE Agendanummer 6 d.d. 12-10-2010
De leden van
COMMISSIE RUIMTE van de gemeente Asten
Onderwerp : Biomassavergistingsinstallatie Bosweg/ Waardjesweg Portefeuillehouder : WI
In de vergadering van 18 mei 2010 heeft uw commissie haar wensen en bedenkingen kenbaar gemaakt over de plannen van Maatschap Leenders voor de oprichting van een biomassavergis- tingsinstallatie op de hoek Bosweg, Waardjesweg in Heusden. Een meerderheid van uw com- missie sprak zich hierbij in beginsel positief uit over het initiatief voor een vergistingsinstallatie binnen de gemeente Asten. Hierbij werden door alle fracties wel de nodige kanttekeningen en vraagtekens gezet. Uw belangrijkste bedenkingen bij het initiatief hadden betrekking op de ruimtelijke inpasbaarheid van de vergistingsinstallatie op de beoogde locatie, mogelijke geu- roverlast en een verwachte toename van het aantal verkeersbewegingen die voor overlast zou kunnen zorgen (zie bijlage). Om een beter beeld te krijgen van de aangevraagde biomassa- vergistingsinstallatie heeft (een afvaardiging van) uw commissie op uitnodiging van de initia- tiefnemer een excursie gemaakt naar ondermeer een vergelijkbare installatie.
De initiatiefnemer wil nu zijn plannen voortzetten. Hiervoor zullen meerdere aanvullende on- derzoeken gedaan moeten worden en verschillende procedures gevoerd moeten worden. Te- vens zal nader overleg met de provincie plaats moeten vinden. De advieskosten worden door de initiatiefnemer geraamd op ca. € 100.000,-. Voordat deze kosten gemaakt worden wenst de initiatiefnemer meer zekerheid van uw commissie voor medewerking aan zijn plannen.
Om de initiatiefnemer hierin tegemoet te komen vragen wij uw commissie meer duidelijkheid te geven over uw steun aan het initiatief. Wij leggen uw commissie de volgende vragen voor:
1. Bent u in principe bereid medewerking te verlenen aan oprichting van een biomassa- vergistingsinstallatie op de beoogde locatie in Heusden?
2. Zo ja, wat zijn hierbij voor uw commissie de belangrijkste randvoorwaarden?
Hierna volgt een opsomming van de randvoorwaarden waaraan de oprichting de ge- vraagde vergistingsinstallatie volgens het college moet voldoen. Zijn dit ook voor uw commissie alle randvoorwaarden voor het initiatief, of zijn er nog andere randvoor- waarden waar bij de verdere uitwerking van de plannen rekening mee gehouden moet worden?
De plannen van Maatschap Leenders zijn al in de vergadering van 18 mei jl. aan uw commissie voorgelegd. Inhoudelijk zijn de plannen sindsdien ongewijzigd. Wij verwijzen hiervoor naar de stukken van 18 mei 2010 (zie bijlage).
Samenvatting
Inleiding
-2-
Inmiddels heeft (een afvaardiging van) uw commissie een excursie gemaakt. Dit heeft u wel- licht een beter beeld gegeven van het verzoek van Maatschap Leenders.
Daarnaast kunnen wij u namens de initiatiefnemer mededelen dat Maatschap Leenders in Eneco New Energy een partner heeft gevonden voor de verdere uitwerking van de plannen en het uiteindelijke beheer van de vergistingsinstallatie.
De mest die voor het vergistingsproces wordt gebruikt komt deels van het eigen bedrijf van Maatschap Leenders. De overige mest zal voor een groot deel van andere Astense varkensbe- drijven komen. Verschillende varkenshouders hebben hiervoor al hun interesse kenbaar ge- maakt. Er zijn echter nog geen bindende contracten tussen partijen gesloten.
Een biomassavergistingsinstallatie op de hoek Bosweg, Waardjesweg in Heusden onder de vol- gende voorwaarden:
1. De vergistingsinstallatie en alle andere opstallen worden op een verantwoorde wijze ingepast in het omliggende landschap. Hierover zal nog nadere afstemming plaats- vinden tussen de initiatiefnemer en de gemeente. Daarnaast verlangen wij op grond van de landschapsinvesteringsregel in de Verordening Ruimte fase 2 van de initiatief- nemer een investering in het landschap. Dit is nog wel afhankelijk van de hoe deze regeling in de nog vast te stellen 2e fase van de verordening wordt opgenomen (ver- wachte vaststelling in december 2010).
2. De milieueffecten (geur, geluid, bodem, etc.) passen binnen de kaders van bestaande milieuwetgeving. Hiervoor zal een Milieueffectrapportage (MER) worden opgesteld.
3. De verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontslui- tingssituatie. Dit betekent dat de initiatiefnemer dient aan te tonen dat de door hem gewenste activiteiten niet leiden tot een onevenredig toename van het aantal ver- keersbewegingen. Vanwege het ontbreken van actuele verkeerstellingen voor de om- liggende wegen kan hier op dit moment moeilijk op vooruitgelopen worden.
4. De vergistingsinstallatie levert milieuwinst (CO2 reductie) op.
Indien uw commissie bereid is principemedewerking te verlenen aan het voornoemde initiatief zullen de volgende stappen ondernomen worden:
1. De gemeente zal de plannen voorleggen aan de provincie om de haalbaarheid en eventuele randvoorden van het initiatief vanuit de provincie in beeld te krijgen.
2. De initiatiefnemer zal alle benodigde onderzoeken aanleveren, te beginnen met een aanmeldnotitie MER.
n.v.t.
Een eventuele bestemmingsplanprocedure staat open voor bezwaar en beroep.
Alle kosten voor bestemmingsplanprocedure, MER en andere aanvullende onderzoeken zijn voor rekening van de initiatiefnemer. Ook de gemeentelijke apparaatskosten (ambtelijke uren) zullen middels het sluiten van een anterieure overeenkomst (of exploitatieplan) op de initia- tiefnemer worden verhaald.
Wat willen we bereiken
Wat gaan we daarvoor doen
Mogelijke Alternatieven
Risico’s
Wat mag het kosten
-3-
- Beantwoording vragen commissie 18 mei 2010 - Memo Eneco SBH
Het commissiestuk van 18 mei 2010 inclusief bijlagen en het verslag.
dict : S.Olschewsky@asten.nl type : CV.RO.10.tk.019 coll :
Bijgaand treft u aan:
Voor u ligt ter inzage:
