• No results found

Eye on jaarverslag zorg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Eye on jaarverslag zorg"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

EYe on jaarverslag zorg

Het jaarverslag voor de zorgsector

(2)
(3)

Inhoudsopgave

Introductie 4 Voorgeschreven model afgeschaft 5 Minimale vereisten jaarverslag 6 Brede maatschappelijke verantwoording 8 Bijlage: Checklist jaarverslag zorginstellingen 2012 10

(4)

Met het vervallen van het jaarverslag in de vorm zoals we dat gewend waren, moeten zorginstellingen met een nieuwe blik kijken naar de manier waarop zij hun stakeholders kunnen en moeten informeren. Als maatschappelijke organisaties vervullen zij een belangrijke rol in onze samenleving. Tegelijkertijd zien we onder andere dat de media kritisch kijkt naar organisaties en de resultaten die zij behalen. Verslaggeving levert een bijdrage aan het behouden en uitbreiden van maatschappelijk draagvlak van zorginstellingen. De zorginstelling toont hiermee zelf aan stakeholders waarom de organisatie bestaansrecht heeft, wat de waarde van de organisatie is voor de samenleving en hoe de organisatie daarin presteert.

Deze brochure geeft een praktische handreiking bij het opstellen van het jaarverslag. Daarbij komen uiteraard wet- en regelgeving aan de orde. Verder adviseren wij over essentiële thema’s die ons inziens in het verslag terug moeten komen, en gaan wij uitgebreid in op de maatschappelijke verantwoording en de kansen van integrated reporting.

Mocht u na het lezen van deze brochure vragen hebben over het opstellen van het jaarverslag 2012 of van gedachten willen wisselen over het (verder) integreren van MVO in uw strategie, neemt u dan gerust contact met ons op.

Den Haag, januari 2013

Bert Hilverda

Sectorvoorzitter Ernst & Young Health Care & Life Sciences Assurance partner, Den Haag

+31 (0)88-407 40 77 bert.hilverda@nl.ey.com

Paul van de Loo

Partner Ernst & Young Cleantech & Sustainability Services, Rotterdam

+31 (0)88-407 88 50 paul.van.de.loo@nl.ey.com

Introductie

In de bijlage treft u de checklist aan rekening houdend met minimumverplichtingen vanuit wet- en regelgeving zoals beschreven. U kunt deze checklist ook digitaal verkrijgen door een email te sturen naar health.care@nl.ey.com o.v.v.

Checklist jaarverslag zorg. Hoewel bij het redigeren van de

checklist de grootst mogelijke zorgvuldigheid is betracht,

bestaat altijd de mogelijkheid dat bepaalde informatie na

verloop van tijd verouderd of niet meer juist is. Ernst & Young

is dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van activi-

teiten die worden ondernomen op basis van deze checklist.

(5)

Voorgeschreven model jaarverslag afgeschaft

Met ingang van verslagjaar 2012 is het voorgeschreven model voor het jaarverslag komen te vervallen. Dit besluit is het gevolg van jarenlange en uiteenlopende bezwaren uit het veld. Wij geven u een praktische handreiking bij het opstellen van het nieuwe jaarverslag.

Zorginstellingen zijn verplicht voor de jaar­

verslaggeving gebruik te maken van het Jaar­

document Maatschappelijke Verant woording.

Tot en met verslagjaar 2011 bestaat dit document uit voorgeschreven modellen voor het jaarverslag, de jaarrekening en de overige gegevens. Het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording diende, tezamen met de DigiMV gegevens, jaarlijks voor 1 juni bij CIBG te worden gepubliceerd.

Met ingang van verslagjaar 2012 is het voorgeschreven model voor het jaarverslag komen te vervallen. Het besluit tot intrekking van het voorgeschreven model is mede ontstaan door de uiteenlopende bezwaren die daar al jaren in het veld tegen heersen.

Het jaarverslag zoals we dat kenden bevatte een veelheid aan informatie. De voor­

geschreven inhoud was mede op basis van bepalingen uit verschillende wet­ en regel­

geving tot stand gekomen en diende ter verantwoording aan diverse stakeholders.

Met het vervallen van het jaarverslag in de vorm zoals we dat gewend waren, rijst de vraag op welke manier zorginstellingen hun stakeholders nu kunnen en moeten infor­

meren. Zorginstellingen zijn maatschappelijke organisaties en vervullen een belangrijke rol in onze samenleving. Tegelijkertijd zien we onder andere dat de media kritisch kijkt naar organisaties en de resultaten die zij behalen.

Verslaggeving levert een bijdrage aan het behouden en uitbreiden van maat schappelijk draagvlak van zorginstellingen. De zorg­

instelling toont hiermee zelf aan stakeholders waarom de organisatie bestaansrecht heeft, wat de waarde van de organisatie is voor de samenleving en hoe de organisatie daarin presteert.

Deze brochure geeft een praktische hand­

reiking bij het opstellen van het jaarverslag rekening houdend met de minimum ver­

plichting vanuit de huidige wet­ en regel­

geving.

Geen heraanpassing Regeling Verslaggeving WTZi (RVW)

De aanpassing van de RVW heeft tot gevolg dat voor zorginstellingen in principe wettelijk gezien (zowel op basis van de RVW als Titel 9 Boek 2 BW) geen verplichting meer bestaat een jaarverslag op te stellen en te publiceren. Hoewel dit ongewenste effect niet de intentie van het Ministerie van VWS was, heeft zij besloten geen heraan­

passing van de RVW door te voeren. Wij gaan er vanuit dat zorgstellingen gezien hun maatschappelijk karakter desondanks een jaarverslag blijven opstellen en publiceren.

Ten aanzien van de inhoud en structuur van het jaarverslag kan aansluiting worden

gezocht bij de vereisten zoals deze hieromtrent zijn opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW,

de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving en specifiek voor zorginstellingen de

Zorgbrede Governancecode. Deze brochure en onze checklist hanteren de

minimumverplichtingen zoals deze hierin zijn opgenomen als uitgangspunt.

(6)

Minimale vereisten jaarverslag

Relevante wet- en regelgeving Op de jaarverslaggeving van een zorg­

instelling is de Regeling Verslaggeving WTZi (RVW) van toepassing en geldt voor een belangrijk deel Titel 9 Boek 2 BW.

In laatstgenoemde zijn de wettelijke eisen opgenomen waaraan de jaarrekening en (in principe voor niet­zorginstellingen)het jaarverslag moeten voldoen. Centraal staat de eis dat beide onderdelen, volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd, een getrouw beeld geven van de toestand op de balansdatum, de ontwikkelingen gedurende het boekjaar en de resultaten van de organisatie waarvan de financiële gegevens in de jaarrekening zijn opgenomen.

De normen die in het maatschappelijk verkeer als ‘aanvaardbaar’ worden beschouwd, worden nader ingevuld door de Raad voor de Jaarverslaggeving en staan bekend als de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ).

Andere relevante wetten

De tot en met het verslagjaar 2011 in het Jaardocument Maatschappelijke Verant­

woording voorgeschreven verplicht op te nemen gegevens (jaarverslag, jaarrekening en overige gegevens) zijn voor een deel afkomstig uit andere wetten die op zorg­

instellingen van toepassing zijn. In de RVW zoals deze tot en met verslagjaar 2011 van toepassing was werden genoemd:

• De Kwaliteitswet zorginstellingen.

• De Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen.

• De Wet klachtwet cliënten zorginstellingen.

• De Wet bijzondere medische verrichtingen.

• De Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT).

• De Wet op het Centraal Bureau voor de Statistiek en het bijbehorende Besluit gegevensverwerving CBS (voor zover het gaat om de gegevens inzake de WTZi­

zorgverlening).

Bij het samenstellen van deze handreiking hebben wij deze wetten beoordeeld op de aanwezigheid van een verplichting tot het vermelden van informatie in het jaarverslag. Hieruit komt naar voren dat geen van deze wetten een dergelijke verplichting bevat. De informatie die op grond van de WOPT (vervallen vanaf verslagjaar 2013) moet worden vermeld, dient te worden opgenomen in de jaar­

rekening.

Voorgaande opsomming van regelgeving is echter niet limitatief. Wij raden u derhalve aan na te gaan of er aanvullende wet­ en regelgeving van toepassing is op uw organisatie die leidt tot het verplicht vermelden van nadere informatie in het jaarverslag.

Zorgbrede Governancecode

Door de Brancheorganisaties Zorg (BOZ) is een richtinggevend normenkader opgesteld voor goed bestuur en goed toezicht.

Dit normenkader staat bekend als de Zorgbrede Governancecode. Naleving van de code geldt, met uitzondering van kleine zorginstellingen (minder dan 10 fte en een omzet van ten hoogste € 1.000.000), voor alle leden van de deelnemende branche ­ organisaties als lidmaatschapsverplichting.

Naleven betekent toepassen van de code­

bepalingen, en zo niet: aangeven waarom niet en op welke punten de betreffende

Een checklist die rekening houdt met minimumverplichtingen vanuit wet­ en regelgeving, een overzichtelijke hoofdstukindeling volgt en advies geeft over essentiële thema’s die in het verslag opgenomen kunnen worden, biedt u een handreiking bij het opstellen van uw jaarverslag.

Figuur 1. Overzicht wet- en regelgeving

Titel 9 boek 2 BW

Richtlijnen Raad voor de Jaarverslaggeving Zorgbrede Governancecode

Brede maatschappelijke verantwoording

(7)

zorgorganisatie met welke vervangende regels daarvan afwijkt (‘pas toe of leg uit’).

Wij hebben deze code doorgenomen en als handreiking de punten voor de minimale vereisten van het jaarverslag in de vorm van een checklist eruit gelicht.

Checklist

In de bijlage treft u de checklist aan rekening houdend met minimum­

verplichtingen vanuit wet­ en regelgeving zoals beschreven. U kunt deze checklist ook digitaal verkrijgen door een email te sturen naar health.care@nl.ey.com o.v.v.

Checklist jaarverslag zorg.

De checklist omvat met betrekking tot de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving uitsluitend de stellige uitspraken. De niet­

stellige uitspraken en de ontwerp­Richtlijnen maken geen deel uit van de checklist. De checklist is niet bedoeld als een vervanging van de wet­ en regelgeving, maar geldt als een hulpmiddel bij het beoordelen of het jaarverslag hieraan voldoet. Voor een goed begrip is het soms nodig de wet­ en regel­

geving zelf te raadplegen. In de checklist zijn de verwijzingen hiervoor opgenomen.

Inrichting van het jaarverslag

Door het vervallen van het voorgeschreven model voor het jaarverslag is het ook de vraag hoe het jaarverslag het beste kan worden ingericht. Zorginstellingen kunnen kiezen voor het hanteren van de volgende hoofdstukindeling:

1 Algemene informatie.

2 Financiële informatie.

3 Informatie over voornaamste risico’s en onzekerheden.

4 Informatie over financiële instrumenten.

5 Informatie over de toepassing van gedragscodes.

6 Informatie over maatschappelijke aspecten van ondernemen.

7 Informatie over onderzoek en ontwikkeling.

8 Informatie over actuele ontwikkelingen en het zorgproces.

9 Toekomstparagraaf.

De checklist zoals opgenomen in de bijlage sluit bij deze indeling aan.

Actuele ontwikkelingen

Gezien de maatschappelijke functie van zorginstellingen en de ontwikkelingen in de zorg zijn wij van mening dat zorginstellingen in het jaarverslag ten minste rekening moeten houden met de actualiteit.

Essentiële thema’s die ons inziens terug moeten komen zijn:

• Gevolgen DOT/invoering prestatiebekostiging.

• Gevolgen scheiden van wonen en zorg.

• Informatie rond het zorgproces (kwali ta­

tieve en kwantitatieve prestaties).

• Rechtmatigheid van zorg.

• Vastgoed.

• Fusies en samenwerkingsverbanden.

• Derivaten, financiering, liquiditeit.

• ICT, ECD/EPD.

• Continuïteit (voor zover van toepassing).

Toezichthouders van zorginstellingen moeten

in hun verslag onder andere hun rol bij deze

thema’s aangeven.

(8)

Brede maatschappelijke verantwoording

Maar wie zijn uw stakeholders? Uiteraard zijn overheidsorganisaties, toezichthouders, zorgverzekeraars en zorgkantoren zeer relevante stakeholders. Daarnaast zijn er waar het gaat om maatschappelijk draag­

vlak andere belangrijke stakeholders, zoals patiënten, cliënten, medewerkers, medisch professionals, financiers, leveranciers, samen werkingspartners en de directe omgeving (toekomstige patiënten, cliënten en omwonenden). Door adequaat stakeholder management kunnen instel­

lingen bij voortduring de informatiebehoefte van hun stakeholders monitoren.

Zorginstellingen moeten gerichte keuzes maken ten aanzien van de onderwerpen die relevant zijn voor de belangrijkste stakeholders en die derhalve in het jaarverslag moeten worden opgenomen.

Het uitvoeren van een materialiteitsanalyse helpt u bij het selecteren van de relevante onderwerpen om op te nemen in het jaarverslag.

Het grotendeels vervallen van een verplichte inhoud van het jaarverslag biedt kansen om het maatschappelijk nut van uw zorginstelling beter voor het voetlicht te brengen bij uw belangrijkste stakeholders (belanghebbenden) en de maatschappij in breder perspectief.

Door niet alleen te rapporteren over onderwerpen die u bij wet voorgeschreven wordt, maar ook over onderwerpen die u en uw stakeholders belangrijk vinden, creëert en behoudt u als organisatie maatschappelijk draagvlak.

Figuur 2. Materialiteitsmatrix

Hoog Belang voor stakeholders

Belang voor de organisatie Laag

HoogLaag

Focus voor

verslaggeving

(9)

Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)

In het bedrijfsleven wordt in toenemende mate aspecten van maatschappelijk verant­

woord ondernemen in de strategie en de verslaggeving opgenomen. Een groeiend aantal ondernemingen stelt jaarlijks een MVO­verslag op basis van richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI) of ISO 26000 op. In een dergelijk verslag verstrekken zij informatie over de impact van de onderneming op haar omgeving vanuit duurzaamheid. Aan bod komen onderwerpen als milieu(belasting), impact op de sociale omgeving, governance struc­

tuur en (ethische) dilemma’s. De aandacht voor maatschappelijk verantwoord onder­

nemen in de verslaggeving laat zien dat organisaties in toenemende mate transparant willen zijn over hun inspanningen op dit vlak.

Ook in de gezondheidszorg zijn inmiddels diverse initiatieven op dit gebied gestart.

De grote aandacht voor zorginstellingen in de landelijke media het afgelopen jaar, rond bijvoorbeeld kwaliteit van zorg, dienstverlening, samenwerking tussen instellingen en bestuurdersbeloningen, maakt duidelijk dat een zorginstelling bewust moet communiceren over beleid en uitkomsten van het beleid rondom deze thema’s.

Integrated reporting

Wereldwijd is een trend zichtbaar in verslag­

geving waarbij in eerste instantie gekeken wordt naar de strategie van de organisatie en de waarde die ze daarmee creëert voor en onttrekt aan de maatschappij. Dit omvat eveneens het waarderen van niet-financiele elementen van de strategie. Dit nieuwe verslag wordt qua vorm niet primair ingericht vanuit wet­ en regelgeving maar vanuit waardecreatie door de organisatie.

De meest kritische relaties en afhankelijk­

heden van een organisatie staan centraal

en de ontwikkelingen en risico’s hiervan

worden transparant gemaakt voor de

maatschappelijke omgeving. Deze insteek

heet Integrated Reporting. De vrijheid in

verslaggeving voor de zorg biedt ook

gelegenheid om vanuit deze gedachtegang

de waardecreatie voor de maatschappij

zichtbaar te maken.

(10)

Bijlage:

Checklist jaarverslag zorginstellingen 2012

Algemeen

2:391.1 1 Geeft het jaarverslag een getrouw beeld omtrent de toestand op de balansdatum, de ontwikkeling gedurende het boekjaar en de resultaten van de rechtspersoon en van de groeps maatschappijen waarvan de financiële gegevens in de jaar rekening zijn opgenomen?

Getrouw beeld dient in een breder perspectief te worden geplaatst. De uit eindelijke doelstelling is dat informatie vrij moet zijn van onjuistheden en vooroordelen, en dat gebruikers ervan uit mogen gaan dat de informatie getrouw weergeeft hetgeen zij voorgeeft weer te geven of hetgeen zij in redelijkheid verwacht mag worden weer te geven. Elementen die nog meer van belang zijn, zijn:

‘Het wezen gaat boven de vorm’ (‘substance over form’).

Onpartijdigheid: vrij van vooringenomenheid.

Voorzichtigheid.

Volledigheid: informatie dient volledig te zijn binnen de grenzen gevormd door wat van relatieve betekenis is en de kosten van het verkrijgen/vervaardigen hiervan.

2:391.1 (RJ 190.110)

2 Is het jaarverslag in de Nederlandse taal gesteld respec tievelijk ligt aan het gebruik van een andere taal een besluit van de algemene vergadering ten grondslag?

Dit vereiste spreekt voor zich en zal vrijwel bij geen zorginstellingen tot moeilijkheden leiden.

Algemene informatie

RJ 400.108 3 Is, met oog op een zinvolle interpretatie van de jaarrekening, in het jaarverslag algemene informatie verstrekt omtrent de rechtspersoon en de daaraan verbonden entiteit(en)?

Een analyse van de strategie, het gevoerde beleid en van de financiële positie wordt veelal voorafgegaan door algemene informatie over de organisatie.

Het doel hiervan is de jaarrekening zinvol te kunnen inter preteren. De algemene informatie omvat in ieder geval:

De doelstelling; deze kan bijvoorbeeld zijn vastgelegd in een missie beschrijving.

Een omschrijving van de (kern)activiteiten van de organisatie met de belangrijkste producten, diensten, geografische gebieden.

De juridische structuur inclusief de groepsstructuur.

De interne organisatiestructuur en personele bezetting.

Belangrijke elementen van de strategie en het gevoerde beleid.

Financiële informatie RJ 400.109

2:391.1 4 Is in het jaarverslag door middel van een evenwichtige en volledige analyse (in overeenstemming met de omvang en de complexiteit van de rechtspersoon en groepsmaatschappijen) ten minste aan de volgende aspecten aandacht besteed?

De ontwikkeling gedurende het boekjaar.

De behaalde omzet en resultaten.

De toestand op balansdatum (solvabiliteit en liquiditeit).

Een beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden.

De kasstromen en financierings­

behoeften.

In het jaarverslag moet onder andere aandacht worden besteed aan de toestand op balansdatum en de ontwik keling gedurende het boekjaar. In dat kader moeten in ieder geval de aspecten zoals hiernaast genoemd aan de orde te komen.

Voor een goed begrip van de ontwikke lingen moeten ook niet-financiële prestatie­indicatoren met inbegrip van milieu­ en personeels aangelegenheden worden vermeld. Het gebruik van grafieken en tabellen kan zinvol zijn. Let op dat wat er geschreven wordt waar is en overeenstemt met de jaarrekening.

Als in het jaarverslag van voorgaand jaar verwachtingen zijn uitgesproken over belangrijke ontwikkelingen dan moet in dit jaarverslag worden toegelicht wat er is gebeurd op dat vlak.

Het heeft naar onze mening de voorkeur de beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden op te nemen in een afzonderlijke paragraaf. Dit is over zichtelijker en niet-financiële risico’s kunnen hierbij meteen worden genoemd. Zie punt 7 voor een nadere toelichting.

Verwijzing Nr. Vraag Visie Ernst & Young Ja Nee Nvt

Onderdeel: Titel 9 BW2 en RJ

(11)

Verwijzing Nr. Vraag Visie Ernst & Young Ja Nee Nvt

Financiële informatie (vervolg) 2:391.4

(RJ 400.103)

5 Is het jaarverslag niet in strijd met de

jaarrekening? De accountant controleert altijd op dit punt en doet hierover mededeling in de verklaring. In de praktijk kan er door allerlei omstandigheden verschil ontstaan tussen de informatie in het jaarverslag en de jaarrekening.

Bijvoorbeeld omdat verschillende mensen meewerken aan de stukken en omdat het tijdpad varieert. Let dus goed op dat de informatie uiteindelijk naadloos op elkaar aansluit.

2:391.4 (RJ 400.109)

6 Bevat het jaarverslag verwijzingen naar en aanvullende uitleg over posten in de jaar­

rekening, indien het verschaffen van het in 2:391:1 bedoelde overzicht dit vereist?

Als in het jaarverslag een nadere toelichting is gegeven bij bepaalde posten in de balans en/of resultatenrekening, dan mag een toelichting in de jaarrekening niet worden weggelaten.

Informatie over voornaamste risico’s en onzekerheden RJ 400.109

2:391.1 7 Zie punt 4. Is in het jaarverslag door middel van een evenwichtige en volledige analyse (in overeenstemming met de omvang en de complexiteit van de rechts­

persoon en groeps maatschappijen) ten minste aandacht besteed aan een beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden?

Beschrijf een selectie van de belangrijkste risico’s en onzeker heden die spelen voor de organisatie. Mogelijke categorieën zijn:

Strategisch

Operationeel

Financieel

Financiële verslaggeving

Wet­ en regelgeving

Naar onze mening werkt het opnemen van de risico’s en onzekerheden in tabelvorm het meest overzichtelijk. Het verdient aanbeveling dat ook wordt vermeld op welke wijze de risico’s en onzekerheden worden beheerst. Een kwanti ficering van de beschreven risico’s en een beschrijving van de houding ten opzichte van risico’s en onzekerheden in het algemeen, kunnen onder omstandigheden een positief effect hebben op de informatievoorziening.

Informatie over financiële instrumenten 2:391.3

(RJ 400.111)

8 Zijn de doelstellingen en het beleid van de rechtspersoon en diens groepsmaat­

schappijen inzake risicobeheer vermeld ten aanzien van het gebruik van financiële instrumenten door de rechtspersoon en voor zover zulks van betekenis is voor de beoordeling van de activa, passiva, financiële toestand en resultaat?

Benoem in het jaarverslag de financiële instrumenten die de organisatie inzet.

Benoem ook de doelstellingen en het beleid die met deze financiële instrumenten samenhangen. Geef aan welke beheersmaatregelen zijn genomen om risico’s te minimaliseren. Besteed daarbij aandacht aan gelopen prijs-, krediet-, liquiditeits- en kasstroomrisico’s.

Informatie over toepassing van gedragscodes

RJ 400.112 9 Is aangegeven of specifieke gedrags codes worden gevolgd en welke gedragscodes dit betreft?

Binnen de RJ geldt deze vraag als een aanbeveling. Wij zijn van mening dat zorginstellingen hieraan in het jaarverslag aandacht dienen te besteden.

Zorginstellingen dienen ingeval van lidmaatschap van de brancheorganisatie de Zorgbrede Governancecode na te leven. Voor de vereisten die op grond van deze code in het jaarverslag moeten worden vermeld, verwijzen wij naar de checklist Zorgbrede Governancecode.

(12)

Verwijzing Nr. Vraag Visie Ernst & Young Ja Nee Nvt

Informatie over maatschappelijke aspecten van ondernemen 2:391.1

(RJ 400.109)

10 Zie punt 4. Omvat de analyse indien nood zakelijk voor een goed begrip van de ontwikkeling, de resultaten of de positie van de rechtspersoon en groeps­

maatschappijen, zowel financiële als niet-financiële prestatie-indicatoren, met inbegrip van milieu­ en personeels­

aangelegenheden?

Ten aanzien van informatie over maatschappelijke aspecten van ondernemen is de wet zeer beperkt. Richtlijn 400 beveelt aan in de verslaggeving over maat schappelijk verantwoord ondernemen aandacht te besteden aan elk van de volgende aspecten:

Algemene maatschappelijke aspecten: uiteenzetting belangrijkste problemen en uitdagingen voor de organisatie, in welke mate deze (mede)bepalend zijn voor de strategie, welke rol in dit kader belanghebbenden daarbij vervullen, het onderlinge verband tussen de milieu­, sociale en economische aspecten en de maatschappelijke aspecten van verrichte diensten.

Milieuaspecten.

Sociale aspecten: hierbij kan worden gedacht aan informatie over arbeids­

aangelegenheden, veiligheid en gezondheid, opleiding en training, diversiteit en ontplooiingsmogelijkheden, alsmede informatie over sociaal­

maatschappelijke betrokkenheid van de organisatie.

Economische aspecten: hiertoe behoren zowel financiële als niet-financiële aspecten. Gedacht kan worden aan bijdragen aan de maatschappij in brede zin, bijdragen aan stakeholders (cliënten, medewerkers, financiers, overheid en anderen) alsmede verspreiding van kennis via onderzoek en ontwikkeling en dergelijke.

Bij de verslaggeving over de hiervoor genoemde aspecten kan aandacht worden besteed aan de elementen: dialoog met de stakeholders, het beleid, de organisatie, uitvoering en uitkomsten ervan en toekomstverwachtingen.

Verslaggeving over maatschappelijke aspecten van ondernemen kan naar onze mening ook plaatsvinden in een afzonderlijk (maatschappelijk) verslag, of door middel van integrated reporting. In dat kader is het raadzaam in het jaarverslag naar het afzonderlijke verslag te verwijzen. Ons advies is het geheel kort en bondig te houden.

Informatie over maatschappelijke aspecten van ondernemen 2:391.2 11 Is mededeling gedaan over het beleid van de organisatie aangaande de bezoldiging van haar bestuurders en toezichthouders en de wijze waarop dit beleid in het verslagjaar in de praktijk is gebracht?

Gezien de maatschappelijke gevoeligheid rond de beloning van met name bestuurders is het van belang te vermelden op welke wijze de bezoldiging tot stand is gekomen en of deze bezoldiging past binnen de normen.

Informatie over onderzoek en ontwikkeling 2:391.2

(RJ 400.123­

127)

12 Worden in het jaarverslag mededelingen gedaan omtrent de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling?

Een toelichting opnemen over werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling in het jaarverslag is van toepassing ongeacht of een post ‘onderzoek en ontwikkeling’ op de balans is opgenomen. Er kan worden gedacht aan het verstrekken van informatie over de aard van de werkzaamheden en over de betekenis ervan voor de organisatie. Informatie over onderzoek en ontwikkeling kan uit het oogpunt van concurrentie als ‘gevoelige informatie’ worden gekwali­

ficeerd. Als gevolg daarvan kan een zekere terughoudendheid met betrekking tot het verstrekken van informatie gepast zijn.

(13)

Verwijzing Nr. Vraag Visie Ernst & Young Ja Nee Nvt

Informatie over actuele ontwikkelingen en het zorgproces 2:391.1 13 Geeft het jaarverslag een getrouw beeld

omtrent de toestand op de balans datum, de ontwikkeling gedurende het boekjaar en de resultaten van de rechtspersoon en van de groepsmaat schappijen waarvan de financiële gegevens in de jaarrekening zijn opgenomen?

Gezien de maatschappelijke functie van zorginstellingen en de ontwikkelingen in de zorg zijn wij van mening dat zorginstellingen in het jaarverslag ten minste rekening moeten houden met de actualiteit. Essentiële thema’s die ons inziens terug moeten komen zijn:

Gevolgen DOT/invoering prestatiebekostiging.

Gevolgen scheiden van wonen en zorg.

Informatie rond het zorgproces (kwalitatieve en kwantitatieve prestaties).

Rechtmatigheid van zorg.

Vastgoed.

Fusies en samenwerkingsverbanden.

Derivaten, financiering, liquiditeit.

ICT, ECD/EPD.

Continuïteit (voor zover van toepassing).

Toezichthouders van zorginstellingen moeten in hun verslag (zie punt 2 onderdeel Zorgbrede Govenancecode) hun rol bij deze thema’s aangeven.

Toekomstparagraaf

2:391.2 14 Worden in het jaarverslag voor ­ zover gewichtige belangen zich hiertegen niet verzetten ­ mededelingen gedaan omtrent de verwachte gang van zaken;

waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de investeringen, de finan­

ciering en de personeelsbezetting en aan de omstandigheden waarvan de ontwikkeling van de omzet en van de rentabiliteit afhankelijk is?

Het gaat hierbij om beleidsbeslissingen op lange termijn voor investeringen, financiering en persooneelsbezetting. De mededelingen in het jaarverslag betreffen dus de verwachte gevolgen van het gevoerde beleid op deze gebieden. Kwantitatieve projecties kunnen nuttig zijn, maar zijn niet vereist.

Relevante interne en externe ontwikkelingen, zoals voor de organisatie belangrijke vooruitzichten en voornemens ten aanzien van producten, diensten en markten met inbegrip van daartoe behorende kansen en risico’s behoren tot de omstandig heden waarvan de ontwikkeling van de omzet en de rentabiliteit afhankelijk is. De ontwikkeling van de omzet en de rentabiliteit is mede afhankelijk van omstandigheden die de organisatie niet in de hand heeft (bijvoorbeeld overheidsbesluiten). Mededelingen hierover kunnen in dit opzicht beperkt blijven tot de omstandigheden die naar het oordeel van de Raad van Bestuur de ontwikkeling in het bijzonder zullen bepalen.

2:391.2 15 Wordt vermeld hoe bijzondere gebeur­

tenissen waarmee in de jaarrekening geen rekening behoeft te worden gehouden, de verwachtingen hebben beïnvloed?

Belangrijke gegevens die blijken na de balansdatum en die geen nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum, moeten worden vermeld in het jaarverslag. Veelal zullen deze gebeurtenissen onder ‘overige gegevens’ zijn opgenomen. Voorbeelden van gebeurtenissen die kunnen leiden tot vermelding in het jaarverslag zijn het besluit om nieuwe activiteiten te ontplooien, activiteiten af te stoten en het besluit tot fusie of defusie.

(14)

ZBGC 2.3.4 1 Heeft de Raad van Bestuur in het jaarverslag verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid ten aanzien van de belanghebbenden?

Deze verantwoording komt naar onze mening het beste tot zijn recht door het opnemen van een afzonderlijk ‘Verslag van de Raad van Bestuur’. Het verslag zou een samenvatting moeten zijn van de belangrijkste onderwerpen die in het jaarverslag zijn aangehaald. De centrale vraag die moet zijn beantwoord is:

‘Hebben wij gedaan wat van ons wordt verwacht en hebben wij dat op een goede wijze gedaan?’. Daarnaast moet ook kort stil worden gestaan bij de toekomst (‘Waar gaan we naar toe?’).

ZBGC 2.3.5 2 Heeft de Raad van Toezicht in het jaarverslag verantwoording afgelegd over zijn in het verslagjaar verrichte werkzaamheden?

De wijze waarop de Raad van Toezicht in het jaarverslag verantwoording aflegt komt het beste tot zijn recht middels een afzonderlijk ‘Verslag van de Raad van Toezicht’. In dit verslag dient ten minste te worden ingegaan op de rol van de Raad van Toezicht bij belangrijke gebeurtenissen binnen de organisatie.

Daarnaast verdient het aanbeveling dat in het verslag de visie van de Raad van Toezicht is opgenomen rond de door de organisatie onderkende risico’s, mate van beheersing en de toekomst.

ZBGC 2.3.6 3 Wordt van elke toezichthouder in het verslag van de Raad van Toezicht opgave gedaan van: geslacht, leeftijd, beroep, hoofdfunctie, nevenfunctie(s) voor zover relevant voor de vervulling van de taak, tijdstip van eerste benoeming en lopende termijn waarvoor de toezichthouder is benoemd?

Deze opgave kan het beste in tabelvorm worden gepresenteerd. In deze tabel kan tevens per toezichthouder (zie punt 4) worden aangegeven hoeveel vergaderingen zijn bijgewoond.

ZBGC 4.1.1 4 Is in het verslag van de Raad van Toezicht melding gemaakt van het houden van besprekingen (in ieder geval eenmaal per jaar) met de Raad van Bestuur waarin aan de orde zijn gesteld: de strategie en de voornaamste risico’s verbonden aan de zorgorganisatie, de uitkomsten van de beoordeling door de Raad van Bestuur van de opzet en werking van de interne risicobeheersings­ en controlesystemen alsmede eventuele significante wijzigingen daarin?

Er kan in principe worden volstaan met de mededeling dat betreffende onder­

werpen zijn besproken. Relevant voor stakeholders is te weten of de Raad van Toezicht de visie van de Raad van Bestuur op deze onderdelen deelt.

ZBGC 6.2 5 Zijn de hoofdlijnen van de governance­

structuur van de zorgorganisatie, mede aan de hand van de principes die in de Zorgbrede Governancecode zijn genoemd, in het jaarverslag uiteengezet?

Dit kan worden gezien als een ‘kapstokartikel’ en kan naar eigen inzicht kort of lang toegelicht worden. Naar onze mening dient ten minste (op hoofdlijnen) het volgende te worden uiteengezet:

Besturings­ en toezichtmodel.

Samenstelling Raad van Bestuur en vermelding van relevante nevenfuncties.

Waarborging deskundigheid en de verdere ontwikkeling daarvan, alsmede de onafhankelijkheid van de Raad van Toezicht.

Planning & control, inclusief risicomanagementsysteem.

Fraudebeleid en vermelding of het afgelopen verslagjaar fraudes zijn geconstateerd (inclusief genomen maatregelen).

ZBGC 6.3 6 Is in het jaarverslag uitdrukkelijk aangegeven dat de zorgorganisatie de principes van de Zorgbrede Governance­

code heeft opgevolgd en naleeft en zo niet, waarom niet en op welke punten zij met welke vervangende regels daarvan

Vermelding hiervan kan plaatsvinden in het hoofdstuk ‘informatie over toepassing van gedragscodes’ (zie checklist ‘Titel 9 BW2­RJ’).

Verwijzing Nr. Vraag Visie Ernst & Young Ja Nee Nvt

Onderdeel: Zorgbrede Governancecode

(15)

G.W. (Bert) Hilverda RA (Den Haag)

Sectorvoorzitter Health Care & Life Sciences

Assurance partner, Den Haag

+ 31 (0)88-407 40 77 • bert.hilverda@nl.ey.com Dr. M.E.M. (Monique) van Dijen

Health Advisory partner, Utrecht + 31 (0)88­407 29 01

monique.van.dijen@nl.ey.com Drs. J. (Jules) Verhagen RA Assurance partner, Amsterdam + 31 (0)88­407 18 88 jules.verhagen@nl.ey.com Drs. Michèle Hagers RA Assurance partner, Amsterdam + 31 (0)88 407 15 76 michele.hagers@nl.ey.com Y.M. (Yvonne) Jansen RA Assurance partner, Amsterdam + 31 (0)88­407 18 67 yvonne.jansen@nl.ey.com

Drs. R.L.A. (Richard) Eveleens RA Assurance partner, Den Haag + 31 (0)88­407 40 81 richard.eveleens@nl.ey.com J.C.S.E. (Jan) Hendrikx, RA Assurance partner, Eindhoven + 31 (0)88­407 46 92 jan.hendrikx@nl.ey.com

Drs. J.J. (Jaap) van Bennekom RA Assurance partner, Arnhem

+ 31 (0)88­407 61 50 jaap.van.bennekom@nl.ey.com Drs. M.J. (Mark) Noordhoff RA Assurance partner, Groningen + 31 (0)88­407 25 70 mark.noordhoff@nl.ey.com H. (Henk) de Wilde, RA Assurance director, Den Haag + 31 (0)88­407 40 78 henk.de.wilde@nl.ey.com Mr. A.H. (Arjan) Groen

Transaction Advisory partner, Amsterdam + 31 (0)88­407 10 87

arjan.groen@nl.ey.com

Informatie en contact

Drs. E.R. (Dolf) Bruins Slot RA

Transaction Advisory partner, Amsterdam + 31 (0)88­407 14 24

dolf.bruins.slot@nl.ey.com D.R. (Eric) Schoonderbeek RA

Transaction Advisory director, Amsterdam + 31 (0)88­407 12 94

Ir. J.G.G.V. (Guill) van den Boom RE IT Advisory partner, Den Haag + 31 (0)88­407 41 43 guill.van.den.boom@nl.ey.com

Drs. A.M.W.J. (Angelique) Keijsers RA FIDS Advisory partner, Amsterdam + 31 (0)88­407 18 12

angelieque.keijsers@nl.ey.com Drs. A.J. (Ad) Buisman RA Real Estate Advisory partner, Zwolle + 31 (0)88­407 94 33

ad.buisman@nl.ey.com T. (Tristan) Dhondt

Real Estate Advisory partner, Amsterdam + 31 (0)88­407 10 06

tristan.dhondt@nl.ey.com Drs.W. (Wolter) Pot Tax partner, Den Haag + 31 (0)88­407 38 53 wolter.pot@nl.ey.com

Mr. M.H.J. (Meindert) Eisenburger Tax director, Den Haag

+ 31 (0)88­407 38 46

meindert.eisenburger@nl.ey.com Mr. J.W. (Jan) Andringa

Partner Holland Van Gijzen Advocaten en Notarissen, Den Haag

+ 31 (0)88­407 03 12 jan.andringa@hollandlaw.nl G.C. (Gaby) Heere

Director Holland Van Gijzen Advocaten en Notarissen, Amsterdam

+ 31 (0)88­407 04 24 gaby.heere@hollandlaw.nl

Mr. H.J. (Hendrik-Jan) Bleijerveld

Partner Holland Van Gijzen Advocaten en

Notarissen, Utrecht

(16)

Ernst & Young

Assurance | Tax | Transactions | Advisory

Over Ernst & Young

Ernst & Young is wereldwijd toonaangevend op het gebied van assurance, tax, transactions en advisory. Juridische en notariële dienstverlening wordt in een strategische alliantie met Ernst & Young Belastingadviseurs LLP verzorgd door Holland Van Gijzen Advocaten en Notarissen LLP. Onze 167.000 mensen delen wereldwijd dezelfde waarden en staan voor kwaliteit. Wij maken het verschil door onze mensen, onze cliënten en de samenleving te helpen hun mogelijkheden optimaal te benutten.

Waar sprake is van Ernst & Young wordt de wereldwijde organisatie van lidfirma’s van Ernst & Young Global Limited bedoeld, die elk een aparte rechtspersoon zijn. Ernst & Young Global Limited is een UK company limited by guarantee en verleent zelf geen diensten aan cliënten. Voor meer informatie over onze organisatie, kijk op www.ey.com.

Ernst & Young Nederland LLP is een limited liability partnership naar het recht van Engeland en Wales met registratienummer OC335595. Ernst & Young Nederland LLP is statutair gevestigd te Lambeth Palace Road 1, London SE1 7EU, Verenigd Koninkrijk, heeft haar hoofdvestiging aan Boompjes 258, 3011 XZ Rotterdam, Nederland en is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel Rotterdam onder nummer 24432942.

Over de sectorgroep Health Care

De professionals van de sectorgroep Health Care zijn gewend om gecompliceerde trajecten tot een goed einde te brengen. Dankzij onze multidisciplinaire benadering en ruime kennis van de zorgsector zijn wij uitstekend op de hoogte van de trends en ontwikkelingen waar zorginstellingen mee te maken hebben. Omdat binnen Ernst & Young de sectorgroepen Health Care, Biotechnology en Pharma nauw met elkaar samenwerken, manifesteren onze mensen zich als gesprekspartners met verstand van zaken. Of zij nu de jaarrekening van een topklinisch ziekenhuis controleren, zorginstellingen adviseren op het gebied van beleid- en managementvraagstukken of fiscaal maatwerk in het geval van een fusie van privéklinieken leveren. Zo maakt Ernst & Young het verschil.

© 2013 Ernst & Young Nederland LLP.

Alle rechten voorbehouden.

130002

Deze publicatie bevat informatie in samengevatte vorm en is daarom enkel bedoeld als algemene leidraad. Ze is niet bedoeld om te dienen als een substituut voor gedetailleerd onderzoek of voor het aanwenden van een professioneel oordeel. Noch EYGM Limited noch enig ander lid van de wereldwijde Ernst & Young organisatie kan aansprakelijk worden gesteld voor het verlies van iemand die handelde of die ervan afzag te handelen ten gevolge van enige informatie in deze publicatie. Bij elke specifieke aangelegenheid, dient steeds een geschikte adviseur geraadpleegd te worden.

www.ey.com/nl

ED None

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer een roman- schrijver, of degene die daar- voor wenst door te gaan, be- weert: lezen is een intellectuele activiteit en de betovering, de vervoering, en de tranen laat

Buiten bovengenoemde transities om heeft Artiance gewoon een erg goed jaar beleefd met tal van bijzondere exposities, concerten, voorstellingen, festivals en bijzondere projecten.

Door deze maatregelen, welke voorlopig gelden tot 1 juni 2020, heeft het bestuur van het Odensehuis, in verband met kwetsbaarheid van onze bezoekers en de eerder genoemde

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) evalueert in 2020 de door haar in 2015 gepresenteerde agenda voor Goed bestuur in de zorg en verzoekt de BoZ om in dit

Om landelijke dekking te realiseren moeten zorgaanbieders elkaar elektronisch kunnen bereiken ongeachte welke infrastructuur ze gebruiken en daarbij aantoonbaar voldoen aan alle

Nadat de deskundigen per knelpunt commentaar hebben geleverd, trachten ze bij elk knelpunt verbeteringsvoorstellen te formuleren. Daarna heeft een priori- tering van

Het percentage niet ontvankelijke klachten is iets lager dan in voorgaande jaren, maar nog steeds bijzonder hoog (93%) Het is ook in 2020 niet gelukt dit percentage terug te

Per 1 januari 2019 is de OR in een nieuwe samenstelling van start gegaan, waarin zeven nieuwe leden zijn gekozen ten opzichte van 2018. De OR gaat ieder jaar