• No results found

Liturgie voor zondag 14 maart e zondag van de veertigdagentijd

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Liturgie voor zondag 14 maart e zondag van de veertigdagentijd"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Liturgie voor zondag 14 maart 2021 4

e

zondag van de veertigdagentijd

El Greco - de tempelreiniging

Doopsgezinde Gemeente Groningen

m.m.v.

ds. Jaap Brüsewitz - voorganger Eeuwe Zijlstra -organist

Annette Laver - kerkenraadvertegenwoordiger Nynke Dijkstra en Diederik Krijtenburg - videomontage

‘live’ én na afloop te volgen via: https://kerkdienstgemist.nl/stations/2067/events

(2)

Voordat we met de dienst beginnen, spreken we altijd eerst woorden van bemoediging.

Vandaag wil ik die woorden zo duiden: We missen de vermaning, die dierbare ruimte, die nu verstild wacht op onze terugkeer. Maar, vraag ik mij af, wat is die ruimte zonder ons, zonder onze stem en ons gebed. Vandaag is het de vierde zondag in de veertig dagen.

Het dramatisch einde is nog niet zo aan de orde. Ja het overschaduwt, maar toch. Want het is ook nog echt nog een zondag van voorbereiding. En daarom begon ik met de ruimte van onze Vermaning, geen heilige ruimte… Maar wel een ruimte, die wat betekent. Het doet ertoe, wat we daar zeggen en doen. Vandaag gaan de teksten over de bevrijdende woorden, die wet zijn gaan heten en het gaat over de tempel, waar op het tempelplein de handel wordt gedreven, omdat de mensen daarvan afhankelijk zijn geworden, als een haast onvermijdelijke cultus. En we lezen een psalm, die ons een wet wil laten zien, die eigenlijk heel dichtbij zou moeten zijn, zonder veel extra franje om haar mooier te maken. De wet is eigenlijk mooi, wonderschoon in haar krachtige eenvoud. Het zijn die woorden, die ons zijn gegeven, waar alles om draait.

Daarom spreken en lezen we de woorden van ouds:

Onze hulp is in de naam, de woorden van de Eeuwige, die voor ons de schepper wil zijn van de ruimte, die ertoe doet, hemel en aarde. De Eeuwige uit wie, door wie en met wie alles is, ook zijn bevrijdend woord, die we daarvoor dankzeggen, ook vandaag en alle dagen van het leven.

We begroeten elkaar bij een kaars die oplicht, in de geest van vrede en spreken uit:

Genade en ruimte voor ons en vrede, bevrijding uit de beklemming, van de Eeuwige die we onze Vader, onze Moeder mogen noemen, van Jezus, die met zijn voorbeeld onze broeder, onze naaste wil zijn, door de Heilige Geest, die ons in de ruimte zet, steeds weer.

Amen.

Muziek - Orgelspel door Eeuwe Zijlstra: Lied 275 ‘Heer onze heer, hoe zijt gij aanwezig’

1 Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig en hoe onzegbaar ons nabij.

Gij ziit gestadig met ons bezig, onder uw vleugels rusten wij.

2 Gij zijt niet ver van wie U aanbidden, niet hoog en breed van ons vandaan.

Gij ziit zo menselijk in ons midden dat Gij dit lied wel zult verstaan.

3 Gij zijt onzichtbaar voor onze ogen en niemand heeft U ooit gezien.

Maar wij vermoeden en geloven dat Gij ons draagt, dat Gij ons dient.

4 Gij zijt in alles diep verscholen, in al wat leeft en zich ontvouwt.

Maar in de mensen wilt Gij wonen met hart en ziel aan ons getrouwd.

5 Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig waar ook ter wereld mensen zijn.

Blijf zo genadig met ons bezig, tot wij in U volkomen zijn.

(3)

Bijbellezing - Psalm 19: 8-15 Opmerkingen over de NBV-vertaling De wet van de HEER is

volmaakt:

levenskracht voor de mens.

De richtlijn van de EEUWIGE is betrouwbaar:

Geen woord frans bij; Martin Buber vertaalt:

schlicht (= simpel, gewoon) Geeft het leven weer terug

Martin Buber vertaalt: Vergegenwärtigung, treu wijsheid voor de eenvoudige.

De bevelen van de EEUWIGE zijn eenduidig:

vreugde voor het hart.

Het gebod van de EEUWIGE is helder:

licht voor de ogen.

Het ontzag voor de EEUWIGE is zuiver, houdt stand, voor altijd.

De voorschriften van de EEUWIGE zijn waarachtig, rechtvaardig, geheel en al.

Ze zijn begeerlijker dan goud, dan fijn goud in overvloed, en zoeter dan honing, dan honing vers uit de raat.

Uw dienaar laat zich erdoor verlichten, wie ze opvolgt wordt rijk beloond.

Maar wie kan al zijn fouten kennen?

Spreek mij vrij van verborgen zonden.

Bescherm mij, uw dienaar, en laat hoogmoed

niet over mij heersen, dan zal ik volmaakt zijn en bevrijd van grote zonde.

Laten de woorden van mijn mond u behagen, de overpeinzingen van mijn hart u bekoren, EEUWIGE, mijn rots, mijn bevrijder.

Als gezegd bezingt deze Psalm de wet. En zoals u ziet heb ik er in de vertaling een paar aantekeningen naast gezet. Die mij nog meer dan anders hebben doen beseffen hoe de wet wil zijn, vooral eenvoudig, recht toe en direct op het lijf geschreven. Geen

toevoegingen, die je het zicht benemen.

Gebed -

Vandaag bidden we dat we bevrijd mogen worden uit onze beklemming, de angst misschien voor de toekomst. We bidden dat we spoedig niet meer krampachtig hoeven te leven. Maar voluit met alle mensen mogen zijn wie we mogen zijn in de ruimte, die er voor ons toe doet, de Vermaning, die door ons ook pas de ruimte wordt, die ze al

eeuwen mag zijn. Ruimte om op krachten, op verhaal te komen voor de uitdagingen, die we tegemoetkomen. Niet langer beklemd door regels of angst, maar bevrijd binnen de woorden, die ons zijn gegeven door de Eeuwige. Waarvoor we ook vandaag dankzeggen.

Amen

Muziek – Orgelspel: Psalm 25,

(4)

1 Heer, ik hef mijn hart en handen op tot U, beslecht mijn zaak.

Weer van mij de smaad en schande van mijns vijands leedvermaak.

Ja, zij worden zeer beschaamd die de goede trouw verachten, maar wie uw gebod beaamt, mag gelovig U verwachten.

7 Gods verborgen omgang vinden zielen waar zijn vrees in woont;

’t heilgeheim wordt aan zijn vrinden naar zijn vreeverbond getoond.

D’ogen houdt mijn stil gemoed opwaarts, om op God te letten:

Hij, die trouw is, zal mijn voet voeren uit der bozen netten.

8 Zie op mij in gunst van boven, wees mij toch genadig, Heer!

Eenzaam ben ik en verschoven, ja, d’ellende drukt mij neer.

’k Roep U aan in angst en smart, duizend zorgen, duizend doden kwellen mijn bekommerd hart:

voer mij uit mijn angst en noden!

9 Sla op mijn ellende d’ogen, zie mijn moeite, mijn verdriet, neem mijn zonden uit meedogen gunstig weg, gedenk die niet.

Red mij en bewaar mijn ziel,

wil, mijn God, mij niet beschamen, want ik schuil bij U, ik kniel

met uw ganse volk tezamen.

10 Mogen mij toch steeds behoeden vroomheid en waarachtigheid.

Hoopvol is het mij te moede, U verwacht ik t’allen tijd.!

Here God van Israël,

red uw volk in tegenspoeden!

Toon uw goddelijk bestel, dat uw hand ons toch behoede Bijbellezing - Exodus 20: 1-17

Zoals u ziet heb ik in deze lezing een nummering aangebracht. Daardoor kunnen we nog beter zien dat de eerste vijf woorden eigenlijk gaan over onze relatie tot de Eeuwige en de tweede vijf over onze relatie tot elkaar. En het belangrijkst is misschien wel dat het eerste woord, een woord van bevrijding wil zijn. De basis voor al deze woorden is de bevrijding uit welke slavernij dan ook.

Toen sprak God deze woorden:

1 ‘Ik ben de EEUWIGE, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd. Vereer naast mij geen andere goden.

2 Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hierboven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de EEUWIGE, uw God, duld geen andere goden naast mij. Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze mij haten; maar als ze mij liefhebben en doen wat ik gebied, bewijs ik hun mijn

6 Pleeg geen moord.

7 Pleeg geen overspel.

8 Steel niet.

9 Leg over een ander geen vals getuigenis af.

10 Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort.’

(5)

liefde tot in het duizendste geslacht.

3 Misbruik de naam van de EEUWIGE, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat hij niet vrijuit gaan.

4 Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de EEUWIGE, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen.

Want in zes dagen heeft de EEUWIGE de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de

zevende dag rustte hij. Daarom heeft de EEUWIGE de sabbat gezegend en heilig verklaard.

5 Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan wordt u gezegend met een lang leven in het land dat de EEUWIGE, uw God, u geven zal.

Muziek - Orgelspel: Lied 320 ‘Wie oren om te horen heeft’

1 Wie oren om te horen heeft

hoor' naar d' wet die God hem geeft:

gij zult geen vreemde goden maar Mij alleen belijden voortaan.

Hoor, Israël, mijn geboden.

2 Bemin uw Heer te allen tijd.

Dien 'm met alles wat gij zijt.

Aanbid Hem in uw daden.

Dit is het eerst' en grote gebod, de wil van God, uw Vader.

3 Bied uw naast' de help'nde hand.

Spijzig d' armen in uw land, een woning wilt hen geven.

Het tweed' gebod is 't eerste gelijk;

doe dit, en gij zult leven.

4 De macht der liefde is zo groot, geen water blust haar vuren uit, wanneer zij is ontstoken.

Nu wil ontbrand'n aan liefdeswoord, God heeft 't tot ons gesproken.

5 De liefde spreekt haar eigen taal, al' kwa' bedekt zij duizendmaal – vergeef al wie u griefde.

Dit lied zal in de lucht opgaan, maar blijv' in ons de liefde.

Bijbellezing - Johannes 2:13-25.

Een episode uit het evangelie van Johannes, dat direct volgt op het verhaal van de Bruiloft te Kana, waar wel tekenen zijn geweest. Veelzeggend is hier de roep om een teken. Bij een vergelijking met de andere evangeliën valt op dat Johannes dit voorval aan het begin van zijn evangelie plaatst. Zie Mat. 21,10 – 17, Mark. 11, 15 – 19 en Luk. 19, 45 – 46. Bij de andere evangeliën is het meer het omslagpunt, waardoor Jezus vervolgd gaat worden. In de andere evangeliën ligt de nadruk op het huis van gebed versus het

rovershol. Johannes gaat verder, het gaat hem om het huis van de Vader en om de

(6)

verwijzing naar zijn eigen lichaam. Op het moment dat dit evangelie ontstaat is de tempel al verwoest. En ook Jezus is aan het kruis gestorven.

Johannes 2:13-25. opmerkingen over de vertaling

Kort voor Pesach, het Joodse paasfeest, Beter: Het Pesach/Paasfeest van de Judeeërs

Reisde Beter: ging hij op

Jezus naar Jeruzalem. Daar trof hij op het tempelplein

er staat: in het heiligdom

de handelaars in runderen, schapen en duiven aan, en de geldwisselaars die daar altijd zaten. Hij maakte een zweep van touw en joeg ze allemaal de tempel

ook hier: het heiligdom

uit, met hun schapen en runderen. Hij smeet het geld van de wisselaars op de grond, gooide hun tafels omver en riep tegen de duivenverkopers:

‘Weg ermee! Jullie maken een markt

hoerenkot, Jesaja 23, 17 en Ezechiël 26 – 28, Neh. 13, 15 – 22, hetzelfde woord verwijst in Openbaring naar de hoer van Babylon

van het huis van mijn Vader!’ twee huizen tegenover elkaar Zijn leerlingen dachten aan wat er geschreven

staat: ‘De hartstocht

associatie misschien met de Zeloten

voor uw huis zal mij verteren.’ Zie psalm 69

Maar de Joden Judeeërs

vroegen: ‘Met welk teken kunt u bewijzen dat u dit mag doen?’ Jezus antwoordde hun: ‘Breek

beter: ontbinden of losmaken uit deze beklemming van handel en geld, bevrijding dus

deze tempel hier gebruikt Johannes: tempelgebouw,

ander woord dan eerder gebruikt maar af, en ik zal hem in drie dagen weer

opbouwen’

oprichten, opwekken

‘Zesenveertig jaar heeft de bouw van deze tempel tempelgebouw geduurd,’ zeiden de Joden, ‘en u wilt hem in drie

dagen weer opbouwen?’

oprichten, opwekken

Maar hij sprak over de tempel gebouw

van zijn lichaam. Na zijn opstanding opwekking uit de dood herinnerden zijn leerlingen zich dat hij

dit gezegd had, en zij geloofden de Schrift en alles wat Jezus gezegd had. Toen Jezus op Pesach in Jeruzalem was, kwamen veel mensen tot geloof in zijn naam, omdat ze de wondertekenen zagen die hij deed. Maar Jezus had geen vertrouwen in hen omdat hij hen allemaal kende, en niemand hoefde hem iets over de mens te vertellen, want hij wist zelf wat er in een mens omgaat

Hoofdstuk 2 van het evangelie van Johannes is een soort principe hoofdstuk.

Hij keert zich tegen de verkramping, daarom moeten we uit die beknelling bevrijd worden. Het gaat niet om de afbraak van de godsdienst, maar wel om reinigen van de cultus. Hij kent zijn pappenheimers. Het euvel is steeds weer dat van geloof een cultus

(7)

wordt gemaakt. De setting van het evangelie is de verwoesting van de tempel en de kruisiging van Jezus. Die grote leegte moeten we niet al te gemakkelijk opvullen en invullen.

Muziek – Orgelspel: Lied 187, ‘Runderen, schapen en duiven te koop’

1 Runderen, schapen en duiven te koop!

Honderden feestvierders lopen te hoop.

Kopers en verkopers, aanbod en vraag:

er is veel te doen in de tempel vandaag.

2 Loven en bieden, het hoort er toch bij.

Wissel je geld en de winst is voor mij.

Prijzen en koersen, geschreeuw en gekijf:

er gaat heel wat om in het tempelbedrijf.

3 Jezus verschijnt en Hij ziet alles aan:

afzet en omzet, geldzuchtig bestaan.

Woedend drijft Hij met een gesel van touw die afgoderij uit het tempelgebouw.

4 Dit is het huis van mijn Vader, zegt Hij.

Heilig het daarom en houd het dus vrij van de verslaving aan goud en genot.

Geen diensthuis is dit, maar de tempel van God!

Overdenking

Zusters en Broeders,

Als u deze woorden leest zit u in de vertrouwde ruimte van uw eigen huis. Maar juist op dit moment, kan die vertrouwde ruimte ook iets beklemmends zijn, want we zijn al zo lang aan huis gebonden, en al zo lang is niet op de zondagmorgen de Vermaning ons huis. En al zo lang missen we de bevrijdende ontmoeting met anderen. We houden ons aan de regels.

Maar soms lijkt het erop dat we juist over die regels niet meer zo zeker zijn. Het vasthouden aan de regels gaat niet altijd meer van zelf. En dan horen we in die context vandaag de

woorden, die ons iets vertellen van regels en aanwijzingen, die gebaseerd, gefundeerd willen zijn in de bevrijding. Niet langer angstig voor dat, wat soms zo onzichtbaar ons leven

beheerst. Zo zelfs dat er mensen opstaan, die alles willen ontkennen. Of mensen, die er nieuws over rondstrooien, waardoor de verwarring nog groter wordt. In die context lezen we het verhaal dat de evangelist ons vertelt over een hartstochtelijke Jezus, die het niet langer kan aanzien, dat de ruimte voor dienst aan de Eeuwige is verworden tot een

handelsplek, een plek van loven en bieden. In de context van onze tijd lezen we de verhalen op deze derde zondag van de veertig dagen, waarin we ons voorbereiden op het feest van Pasen, het feest van de bevrijding van alles wat ons beklemt.

We keren terug naar de Psalm, en we laten ons zeggen dat juist dat, een soort beklemming, niet hoort bij de woorden. Voor de woorden van die wet geldt, dat zij eenvoudig, recht toe recht aan wil zijn. Je hoeft voor juist die woorden geen diploma te hebben. En je hoeft er ook niet voor te hebben doorgeleerd. Integendeel, al de

toevoegingen zullen alleen maar aan de zuiverheid en de schoonheid afbreuk doen. Het wordt dan bijna zoiets als wrijven in een vlek…. Eigenlijk wil de psalm ons vandaag oproepen om dat, wat ons beklemt even los te laten, omdat juist dat ons belemmert om de

schoonheid, de eenvoud en de zuiverheid te beseffen. Dat vraagt rust, ruimte en

concentratie. Maar dat is misschien wel het belangrijkste, wat we ons zelf vandaag kunnen geven. Rust en ruimte, een opgeruimd gevoel zonder al die dingen, die steeds maar weer

(8)

door je hoofd spoken. Als er iets bevrijdend wil zijn is het dat, rust en ruimte, eenvoud en schoonheid.

Daarom beginnen de woorden, die we kennen als de wet en de geboden juist met dat wat aan de wieg van die tien woorden heeft gestaan, de bevrijding uit de beklemming van de slavernij, maar ook de bevrijding van het verlangen naar de vleespotten, terug naar vroeger, hoe het nooit is geweest. Misschien heeft de schrijver van Exodus daarom ook dit accent aangebracht, omdat we maar al te goed weten dat die beklemming niet iets is, wat altijd van buitenaf is opgelegd. Bevrijding is ook het besef dat het, al lijkt het van buitenaf te komen, ook iets is, wat we ons zelf soms aandoen. Wie kent niet de obsessies, die ons soms in hun greep krijgen. Het belangrijkste wat we uit dit gedeelte mogen meenemen in onze tijd is dit, dat de obsessie en de beklemming os niet in haar greep hoeft te krijgen als we zelf haar uit de weg willen ruimen en buitensluiten, zodat ze haar greep verliest.

En misschien is dat ook de hartstocht van Jezus als hij het gedoe op het tempelplein aanschouwt. Want wat een gedoe is het toch dat handelen, loven en bieden, terwijl de plek waar dat gebeurt eigenlijk de plek bij uitstek wil zijn waar je je vrij en veilig mag voelen.

Meer nog dan in het verhaal dat hier direct aan vooraf gaat, de bruiloft, waar het feest lijkt te mislukken, omdat de wijn op is, wil Jezus hier laten zien hoe je jezelf zou kunnen bevrijden van al die ballast, die je leven kan gaan beheersen, als was het jou de baas. Nee de baas ben je, zegt Jezus hier eigenlijk, de baas over je lichaam dat ben je zelf. Wat hij met zijn grote schoonmaak beoogt is een soort bevrijding van al die krampachtigheid en beklemming, die grip lijken te hebben op ons leven. En dat is niet iets van een enkel, een soort van grote schoonmaak, maar feitelijk is het juist iets, wat we steeds weer ter hand mogen nemen op het pad naar Pasen.

Want als er iets is, wat ik vandaag leer, probeer te leren van deze verhalen, is het dit, hoe we soms als mensen makkelijk in de ban kunnen raken van de dingen, die gebeuren. Het nieuws dendert maar door, fake of niet. Terwijl ik deze overdenking schrijft pingt steeds weer mijn telefoon, en ik besluit me te concentreren en niet langer die geluidjes mijn leven te laten beheersen. Als er iets is waardoor we ons mogen laten bemoedigen is het juist misschien dit, dat we de beklemming niet hoeven te accepteren als onvermijdelijk omdat we tien woorden kregen om het mee te doen. Woorden in wonderschone eenvoud en zonder toevoegingen, die ons, als we voor die woorden kiezen, ons willen bevrijden van alles wat ons wil obsederen. Niets van dat al is groot genoeg om ons te beheersen, dat willen de gelezen teksten ons vandaag vertellen.

Richt jezelf op, bevrijd jezelf en de mensen om je heen van al die beklemming, omdat dat een echte dienst is aan de Eeuwige, niet langer de cultus van handel en wandel, loven en bieden, regels en beperkingen, maar een dienst aan de Eeuwige, die ons wil bevrijden door zijn woorden, steeds weer, juist vandaag en alle dagen van beklemming, die er zeker zullen zijn. Amen

Korte stilte

Muziek - Max Reger (1873-1916) ‘Jesus, meine Zuversicht’ orgelspel door Eeuwe Zijlstra Voorbede

Allereerst mogen we misschien dankzeggen voor elkaar, voor de bevrijdende ruimte van onze gemeenschap, waardoor we ons gedragen weten. Juist nu we op afstand ons toch met elkaar verbonden weten, mag dat ons een opgeruimd gevoel geven.

(9)

En dat biddende realiseren we ons dat niet iedereen dat kan zeggen, omdat zijn of haar ruimte niet veilig is, of omdat iemand zich juist nu hevig bekneld voelt. Voor de

beklemming van de angst en de eenzaamheid, voor de onverschilligheid, bidden we dat die beklemming verdreven wordt, dat we niet langer ons beklemd weten door de

obsessie van wanhoop, zonder perspectief.

Voor de schepping bidden we, dat die ook deel van ons mag zijn, als een lichaam, als een ruimte om het ongedachte te verwachten.

Stil gebed

In de stilte bidden we, staan we stil bij dat wat ons beweegt, benauwt misschien, maar ook bij dat wat ons dankbaar stemt, hoop geeft en bemoediging, …

‘Onze Vader’

En brengen we als steeds onze gebeden samen in het gebed dat Jezus ons leerde bidden:

Onze Vader die in de hemel zijt, Uw naam worde geheiligd, Uw koninkrijk kome,

Uw wil geschiede gelijk in de hemel alzo ook op aarde, Geef ons heden ons dagelijks brood,

en vergeef ons onze schulden

gelijk wij onze schuldenaars vergeven en leid ons niet in verzoeking

maar verlos ons van de boze

want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid, Amen.

Muziek - Lied 1001, ‘De wijze woorden en het groot vertoon’

3 Wie denken durft, dat deze droom het houdt, een vlam die kwijnt maar niet zal doven,

wie zich aan deze dwaasheid toevertrouwt, al komt de onderste steen boven:

1 De wijze woorden en het groot vertoon, de goede sier van goede werken,

de ijdelheden op hun pauwentroon, de luchtkastelen van de sterken:

al wat hoog staat aangeschreven zal Gods woord niet overleven;

Hij wiens kracht in onze zwakheid woont beschaamt de ogen van de sterken.

2 Zijn woord wil deze wereld omgekeerd:

dat lachen zullen zij die wenen,

dat wonen zal wie hier geen woonplaats heeft, dat dorst en honger zijn verdwenen –

de onvruchtbare zal vruchtbaar zijn, die geen vader was, zal vader zijn;

mensen zullen andere mensen zijn, de bierkaai wordt een stad van vrede.

die zal kreunen onder zorgen, die zal vechten in ’t verborgen, die zal waken tot de morgen dauwt – die zal zijn ogen niet geloven.

(10)

Uitzending en zegen

Als je gelooft dat een glimlach sterker is dan een wapen, als je gelooft in de kracht van een aangeboden hand, wanneer je gelooft dat datgene wat mensen verenigt sterker is dan wat mensen scheidt, wanneer je gelooft dat verschillend zijn een rijkdom is en geen bedreiging,

Als je weet dat je zelf de eerste stap zult moeten zetten en niet de ander, als je in staat bent om hoop de argwaan te laten overwinnen, wanneer de vreemdeling voor jou een zuster is die dicht bij je wil zijn, wanneer je uit liefde, zonder eigenbelang, iets van je tijd wilt aanbieden, als je kritiek kunt aanvaarden, daar je eigen voordeel mee gaat doen, zonder af te wijzen of je te verdedigen, als je het verstaat een mening die van de jouwe verschilt aan te nemen, wanneer je weigert mee te gaan in het denken: na ons de zondvloed, wanneer je je opstelt aan de kant van de arme en onderdrukte, zonder daarbij de held te spelen, als je gelooft dat de liefde de enige kracht van het gesprek is, als je gelooft dat vrede mogelijk is dan ben je op weg naar vrede.

Wij vragen om de zegen van de Eeuwige op die weg:

Moge de Eeuwige ons zegenen en behoeden, moge het gelaat van de Eeuwige over ons schijnen en ons genadig zijn, Moge de Eeuwige zijn gelaat naar ons wenden op die weg naar de vrede.

Muziek - Orgelspel: slotlied Lied 416, ‘Ga met God en hij zal met je zijn’

1 Ga met God en Hij zal met je zijn, jou nabij op al je wegen

met zijn raad en troost en zegen.

Ga met God en Hij zal met je zijn

2 Ga met God en Hij zal met je zijn:

bij gevaar, in bange tij den, over jou zijn vleugels spreiden.

Ga met God en Hij zal met je zijn.

3 Ga met God en Hij zal met je zijn:

in zijn liefde je bewaren, in de dood je leven sparen.

Ga met God en Hij zal met je zijn.

4 Ga met God en Hij zal met je zijn, tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn naam elkaar begroeten.

Ga met God en Hij zal met je zijn.

(11)

+++

MEDEDELINGEN

- De collecte van deze zondag volgt het ADS-collecterooster en is voor het:

Mennonite World Conference, Corona Taskforce (MWC)

Giften via de diaconie van de Doopsgezinde Gemeente: Groningen bankrekeningnummer: NL03 ABNA 0570 1425 47

onder vermelding van datum: 14 maart 2021 en doel: MWC

- zondag 21 maart, vanaf 10.00 uur ds. Tjalling Kindt voorgaan in een online dienst.

- maandag 22 maart 19.30 uur DoRe-café ONLINE met een thematisch vervolg op de lezing van 11 maart over liturgie en rituelen.

Op deze avond voeren de doopsgezinde, de lutherse en de remonstrantse pastores van Groningen samen een gesprek over de avondmaalstradities in hun kerken.

Via Zoom en Youtube, De ZOOM-en/of YOUTUBE-link krijgt u als gemeentelid toegestuurd.

---

Doopsgezinde Gemeente Groningen

Kerkgebouw: Oude Boteringestraat 33 9712 GD Groningen Telefoon: 050-312 30 53

Website: https://www.dggroningen.doopsgezind.nl Email: info@dggroningen.doopsgezind.nl

Predikanten

ds. Tj. Kindt (ad interim) 06-2245 6538 tjalling.kindt@kpnmail.nl ds. G.J. Brüsewitz (met ziekteverlof) gjbrusewitz@gmail.com

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de laatste weken voor Pasen bent u op woensdagavond van harte welkom in de Nieuwe Kerk voor een Vesper, een kort moment van rust en bezinning met ruimte voor

Kijk wat bloeit kijk eens naar al die vruchten kijk naar de regen en zie de zonneschijn kijk naar de zee, zie de rivieren stromen en zie hoe fraai de wijde velden zijn Dank

zichzelf. Zou de liefde voor mij dan nog weggelegd zijn? dacht ze. Ik ben immers verwelkt, en 

Hij kwam naar buiten en ging in de opening van de grot staan, en daar klonk een stem die tot hem sprak: ‘Elia, wat doe je hier?’ 14 Elia antwoordde: ‘Ik heb me met volle

Muziek: Lied 538 : 1 en 2 1 Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd,.. is leven van genade buiten de eeuwigheid, is leven van de woorden die opgeschreven staan en net als

en in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer, die ontvangen is van de heilige Geest,.. geboren uit de

want jij wordt gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.. Refrein: Je hebt al een naam, maar je krijgt er één bij op

- Wij moeten het brood breken voor wie geen brood heeft, maar ook voor wie niet breken wil.