• No results found

Liturgie voor de 4 e zondag van de Veertigdagentijd. Assen, 14 maart Voorganger : pastor A. Erich

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Liturgie voor de 4 e zondag van de Veertigdagentijd. Assen, 14 maart Voorganger : pastor A. Erich"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Liturgie

voor de 4

e

zondag van de Veertigdagentijd

Assen, 14 maart 2021

Voorganger : pastor A. Erich

Openingslied:

Gedenken wij dankbaar de daden des Heren, zijn leven, zijn dood en verrijzenis,

en dat wij oprecht tot Jezus ons bekeren, die onze God en leidsman ten leven is.

Hoe hadden wij onze bestemming vernomen, was Jezus de weg niet ten eind' gegaan?

Wie zouden wij zijn als Hij niet was gekomen om in zijn lichaam onze dood te doorstaan!

Hoe zouden wij ooit voor elkaar kunnen leven, had Hij ons de liefde niet voorgeleefd,

die tot de dood zich prijs heeft willen geven, die Zoon van God, ons aller knecht is geweest.

Welkom en begroeting Gebed om vergeving

V.: God van mensen, wij keren ons tot U;

wij hebben U nodig

om te weten wat mensen voor elkaar kunnen zijn.

Wees aanwezig in ons midden, ontferm U over ons.

A.: Wees aanwezig, Heer, ontferm U, Heer V.: Vergeef ons

als wij vreemden bleven voor elkaar;

vergeef ons

als wij verkeerde keuzes maakten;

vergeef ons

als wij ons lieten leiden

door vooroordeel of eigenbelang.

A.: Wees aanwezig, Heer, ontferm U, Heer

(2)

2

V.: Zuiver het verlangen van ons hart.

Doe ons binnengaan in de ruimte van uw Woord dat zicht geeft op ons bestaan.

Vernieuw ons doen en denken.

A.: Wees aanwezig, Heer, ontferm U, Heer V.: Laat ons hoop en kracht vinden

in de levenskeuze van Jezus.

Deze veertigdagentijd en heel ons leven.

A.: Amen.

Openingsgebed

Lezing uit het tweede Boek Kronieken. (2 Kron. 36, 14-16. 19-23) In die dagen maakten ook al de voornaamste priesters en het volk

zich herhaaldelijk schuldig aan de gruweldaden der heidenen

en ontheiligden de tempel van Jeruzalem, die aan de Heer gewijd was.

En de Heer, de God van hun voorvaderen, stuurde al maar gezanten naar hun toe,

want Hij had medelijden met zijn volk en met zijn woning.

Maar zij verachtten Gods gezanten,

spotten met hun boodschap en maakten zich vrolijk over de profeten, zodat tenslotte de toorn des Heren wel genadeloos moest

losbarsten over het volk.

De koning der Chaldeeën liet de tempel in brand steken

en de muur van Jeruzalem afbreken en alle paleizen liet hij plat branden, zodat alle kostbaarheden verloren gingen.

Allen die aan het zwaard ontkomen waren, liet hij in ballingschap wegvoeren naar Babel

waar zij hem en zijn zonen als slaven moesten dienen tot het Perzische rijk aan de macht kwam.

Zo ging de voorspelling in vervulling,

die de Heer bij monde van Jeremia gedaan had:

“Zolang het land zijn sabbatjaren niet vergoed gekregen heeft, zal het braak blijven liggen: zeventig jaar lang.”

In het eerste regeringsjaar van Cyrus, de koning van Perzië, ging de voorspelling in vervulling,

die de Heer bij monde van Jeremia gedaan had:

de Heer wekte de geest op van Cyrus, de koning van Perzië.

Deze liet in heel zijn koninkrijk de volgende boodschap afkondigen en ook schriftelijk verspreiden:

“Zo spreekt Cyrus, de koning van Perzië:

De Heer, de God des Hemels,

heeft mij alle koninkrijken der aarde geschonken.

Hij heeft mij opgedragen voor Hem te Jeruzalem in Juda een tempel te bouwen:

laten allen onder u, die tot het volk des Heren behoren,

onder de hoede van de Heer, hun God, terugkeren naar Jeruzalem.”

Woord van de Heer.

Wij danken God.

(3)

3

Tussenzang: psalm 27

De Heer is mijn licht en mijn Heil:

wie zou ik dan vrezen?

De Heer is mijn Licht en mijn heil:

wie zou ik dan vrezen?

De Heer is mijn burcht, mijn behoud:

voor wie zou ik beducht zijn?

De Heer is mijn licht en mijn Heil:

wie zou ik dan vrezen?

Dat ene vroeg ik van de Heer, dat is al mijn verlangen:

daar te zijn in het huis van de Heer, al de dagen mijns levens.

Heer, hoor mijn aanroep tot U, geef mij genadig uw antwoord.

Gij zegt- en mijn hart spreekt het na:

‘Zoek mijn aanschijn.’

uw aanschijn Heer wil ik zoeken.

De Heer is mijn licht en mijn Heil:

wie zou ik dan vrezen?

Lezing uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze.

(Ef. 2, 4-10) Broeders en zusters,

God, die rijk is aan erbarming,

heeft wegens de grote liefde waarmee Hij ons heeft liefgehad ons met Christus ten leven gewekt,

hoewel wij dood waren door onze zonden;

aan zijn genade dankt gij uw redding.

En Hij heeft ons samen met Hem doen opstaan en zetelen in de hemelen, in Christus Jezus, om de naderbij komende eeuwen

de overgrote rijkdom van zijn genade te tonen door zijn goedheid jegens ons in Christus Jezus.

Ja, aan die genade dankt gij uw heil, door het geloof;

niet aan uzelf: Gods gave is het;

niet aan uw prestaties, niemand mag zich verhovaardigen.

Gods werk zijn wij,

geschapen in Christus Jezus

om in ons leven de goede daden te realiseren, die God voor ons al bereid heeft.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

(4)

4

Tussenzang:

Looft de Heer; alle gij volken!

Ik ben de Verrijzenis en het Leven:

wie in mij gelooft zal leven in eeuwigheid.

Looft de Heer; alle gij volken!

Lezing uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes.

In die tijd sprak Jezus tot Nikodemus:

“De Mensenzoon moet omhoog worden geheven, zoals Mozes eens de slang omhoog hief in de woestijn, opdat eenieder die gelooft

in Hem eeuwig leven zal hebben.

Zozeer immers heeft God de wereld lief gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben.

God heeft zijn Zoon

niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen, maar opdat de wereld door Hem zou worden gered.

Wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet

heeft geloofd in de Naam van de eniggeboren Zoon Gods.

Hierin bestaat het oordeel:

het licht is in de wereld gekomen,

maar de mensen beminden de duisternis meer dan het licht, omdat hun daden slecht waren.

Ieder die slecht handelt, heeft afschuw van het licht en gaat niet naar het licht toe

uit vrees dat zijn werken openbaar gemaakt worden.

Maar wie de waarheid doet, gaat naar het licht,

opdat van zijn daden moge blijken dat zij in God zijn gedaan.”

Woord van de Heer.

Wij danken God.

Acclamatie

U komt de lof toe, U het gezang, U alle glorie,

o Vader, o Zoon, o heilige Geest in alle eeuwen der eeuwen Overweging

Geloofsbelijdenis

Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde.

En in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer,

Die ontvangen is van de H. Geest, geboren uit de maagd Maria, die geleden heeft onder Pontius Pilatus,

is gekruisigd, gestorven en begraven,

die nedergedaald is ter helle, de derde dag verrezen uit de doden, die opgestegen is ten hemel, zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader,

vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden.

(5)

5

Ik geloof in de heilige Geest; de heilige katholieke kerk,

de gemeenschap van de heiligen; de vergeving van de zonden;

de verrijzenis van het lichaam; en het eeuwig leven.

Amen.

Voorbeden

na iedere bede zeggen wij:

Heer onze God, wij bidden U verhoor ons….

Collecte

Uw gift voor de collecte kan u, per locatie, onder vermelding van

‘Collecte 17-02’, overmaken op onderstaande rekeningen:

Assen:

NL15 ABNA 0574 1378 58 t.n.v. RK parochie Assen Roden:

NL44 RABO 035 580 8552

t.n.v. RK parochie Heilige Franciscus van Assisi Zuidlaren:

NL88 RABO 037 600 2093 t.n.v. RK Parochie Zuidlaren

Inleidend gebed op de Communieviering Lied

Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig en hoe onzegbaar ons nabij.

Gij zijt gestadig met ons bezig, onder uw vleugels rusten wij.

Gij zijt niet ver van wie U aanbidden, niet hoog en breed van ons vandaan.

Gij zijt zo mens´lijk in ons midden dat Gij dit lied wel zult verstaan.

Gij zijt onzichtbaar voor onze ogen en niemand heeft U ooit gezien.

Maar wij vermoeden en geloven dat Gij ons draagt, dat Gij ons dient.

Gij zijt in alles diep verscholen, in al wat leeft en zich ontvouwt.

Maar in de mensen wilt Gij wonen met hart en ziel aan ons getrouwd.

Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig waar ook ter wereld mensen zijn.

Blijf zo genadig met ons bezig, tot wij in U volkomen zijn.

(6)

6

Communiegebed V. Heer, onze God,

wij moeten U dank brengen altijd en overal,

door Jezus Christus onze Heer.

Want U bent onze bondgenoot op dood en leven.

U hebt ons geroepen

om als uw volk op weg te gaan door water en woestijn

naar het land van uw belofte.

Uw woord wijst ons de weg, Uw Geest houdt ons in leven.

Daarom, Heer onze God, durven wij het aan, om samen met allen

die uw roep hebben gehoord en uw weg zijn gegaan, onze stem te verheffen tegen alles wat U onteert, tegen alles wat ons bedreigt.

A. Gezegend bent U, God onze Vader, en gezegend is Hij die komt in uw Naam:

Jezus uw Zoon.

V. Want Hij heeft ons de weg gewezen en is ons allen voorgegaan

door de nacht van duisternis naar de morgen van uw licht.

Hij is U trouw gebleven en Hij heeft ons liefgehad tot het bittere eind.

En toen Hij gekruisigd werd als de minste der mensen,

hebt U Hem opgewekt uit de dood als eerste van ons allen

en Hem de naam gegeven boven alle namen.

Nu wij hier bijeen zijn om zijn dood te gedenken zijn opstanding te belijden en zijn toekomst te vieren, bidden wij U Heer:

Zend uw Geest in ons midden en voeg ons allemaal samen tot een levende gemeente, die U eert en dient,

die vrede sticht op aarde en recht doet aan de mensen,

(7)

7

die hoopvol uw dag tegemoet gaan.

A. Gezegend bent U, God, nu en alle dagen

en in uw Rijk,

dat komt door Jezus Christus, onze Heer.

V. Wij bidden daarom samen:

A: Onze Vader, die in de hemel zijt,

uw naam worde geheiligd, uw rijk kome, uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.

Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden,

zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren, en breng ons niet in beproeving,

maar verlos ons van het kwade.

Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid.

Vredeswens

Lam Gods, dat draagt de zondenlast van deze wereld, ontferm u over ons. (2x)

Lam Gods, dat draagt de zondenlast van deze wereld, geef ons Uw vrede.

Communie uitreiking Lied

Voor mensen die naamloos, kwetsbaar en weerloos door het leven gaan, ontwaakt hier nieuw leven, wordt kracht gegeven:

wij krijgen een naam.

Voor mensen die roepend, tastend en zoekend

door het leven gaan, verschijnt hier een teken, brood om te breken:

wij kunnen bestaan.

Voor mensen vragend, wachtend en wakend door het leven gaan weerklinken hier woorden God wil ons horen:

wij worden verstaan.

(8)

8

Voor mensen die hopend, wankel gelovend

door het leven gaan:

herstelt God uit duister Adam in luister:

wij dragen zijn naam.

Gebed Geestelijke Communie Heer Jezus,

ik dank U voor uw Woord van Leven waarmee Gij mij hebt gevoed.

Graag zou ik U ook ontmoeten in de communie, uw Brood van Leven, maar dat is nu niet mogelijk.

Daarom bid ik:

aanvaard mijn verlangen om hecht verbonden te zijn met U.

Kom met uw liefde in mijn hart

en laat mij niet vergeten dat uw Geest in mij woont.

Wees Gij in mij, opdat ik blijf in U, mijn Heer en mijn God.

Amen.

Slotgebed Mededelingen

Wegzending en zegen Slotlied:

Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd, is leven van genade buiten de eeuwigheid,

is leven van de woorden, die opgeschreven staan en net als Jezus worden, die ’t ons heeft voorgedaan.

Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd, dat is de dood aanvaarden, de vrede en de strijd, de dagen en de nachten, de honger en de dorst, de vragen en de angsten, de kommer en de koorts.

Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd,

dat is de Geest aanvaarden, die naar het leven leidt;

de mensen niet verlaten, Gods woord zijn toegedaan, dat is op deze aarde de duivel wederstaan.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.. God heeft zijn Zoon niet naar

Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft, niet verloren zal gaan maar eeuwig leven zal hebben. God

„Zozeer heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn enig- geboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft, niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben. God

Zozeer immers heeft God de wereld lief- gehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft, niet verloren zal gaan maar eeuwig leven zal hebben. God

De vorige uitzending lazen we als laatste vers uit de eerste brief van Johan- nes, 1Joh.5:12 waar de apostel aan zijn lezers schreef: Wie dus de Zoon van God heeft, heeft het

“Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft” (Johannes

Zozeer immers heeft God de wereld lief gehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gege- ven, opdat alwie in Hem gelooft, niet verloren zal gaan maar eeuwig leven zal

In die tijd zei Jezus tot Nikodemus: Zozeer heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in Hem gelooft, niet verloren zal gaan, maar