Martinikerk Sneek
Datum: 7 maart 2021
Zondag Oculi, de derde zondag in de veertigdagentijd
Voorgangers:
ds. Fedde Welbedacht en ds Jan Willem Nieboer
De zondagen in de veertigdagentijd gaan dit jaar over de zeven werken van barmhartigheid.
Vanmorgen staat het derde werk centraal: De vreemdeling onderdak bieden. We lezen over Abraham die, net als het helemaal niet uitkomt, drie ongenode gasten op ziet dagen. Het zou wel eens kunnen dat als hij hen de deur gewezen had, de bijbel hier geëindigd was. Wie weet was Isaäk dan niet geboren. Leuke naam trouwens, Isaäk. Het betekent lachen, maar ook liefkozen en vrijen. Een vrolijke naam die alles heeft te maken met dit verhaal. Gastvrijheid geeft het leven een bijzondere twist.
In deze dienst neemt ds. Jan Willem Nieboer afscheid.
Ouderling van dienst Roel Nak
Lector Germ de Jong
Zang Greetje Smid en Jan Eelkema
Organist Bob van der Linde
Koster Jennie van Breda
_________________
De liturgie
Inleidende muziek
Welkom en mededelingen
Aansteken van de kaarsen
Openingslied: Lied 25a, Mijn ogen zijn gevestigd 1
Mijn ogen zijn gevestigd op God, of Hij mij redt.
Mijn hart, hoezeer onrustig, heb ik op Hem gezet.
Kan ik de nacht verduren, waarin Gij verre zijt?
Gij zult mijn voeten sturen in 't duister van de tijd.
2
Maar wees mij dan genadig en richt mijn leven op, dat ik opnieuw gestadig kan gaan in 's levens loop.
Mijn hart, hoezeer onrustig, heb ik op U gezet,
Mijn ogen zijn gevestigd op U, tot Gij mij redt.
Bemoediging en groet
Gebed
Zingen Lied 1007: Brood zal ik geven;
over de zeven werken van barmhartigheid.
1
Brood zal ik geven en water als wijn, een handvol genade om mens van te zijn.
2
Kom je van verre en roept men je na – ik noem je mijn naaste, wees welkom, besta.
3
Is je beschutting verloren gegaan,
in windvlagen zal ik mijn kleed om je slaan.
4
Teistert de koorts je met scheuten van vuur, ik blijf aan je zijde, hoe lang het ook duurt.
5
Ben je veroordeeld tot tralies en steen, ook dan laat ik merken: je bent niet alleen.
6
Als eens de dood je zal hebben begroet, draag ik je in vrede Gods licht tegemoet.
7
Zó wil ik leven: eenvoudig en klein,
met twee lege handen een koningskind zijn.
Lezing: Genesis 18: 1‐16
De HEER verscheen opnieuw aan Abraham, bij de eiken van Mamre. Op het heetst van de dag zat Abraham in de ingang van zijn tent. Toen hij opkeek, zag hij even verderop plotseling drie mannen staan. Onmiddellijk snelde hij de tent uit, naar hen toe. Hij boog diep en zei:‘Heer, wees toch zo goed uw dienaar niet voorbij te gaan. Ik zal wat water voor u laten halen zodat u uw voeten kunt wassen, maak het u hier onder de boom intussen
gemakkelijk. Ik zal u ook iets te eten brengen, zodat u weer op krachten kunt komen voordat u verdergaat. Daarvoor bent u immers bij uw dienaar langsgekomen?’ Zij antwoordden: ‘Wij nemen uw uitnodiging graag aan.’ Abraham haastte zich naar de tent, naar Sara. ‘Vlug,’ zei hij, ‘drie schepel fijn meel! Maak deeg en bak brood.’ Daarna snelde hij naar de kudde, zocht een mooi kalf uit dat er mals uitzag, en gaf dat aan een knecht, die het onmiddellijk
klaarmaakte. Hij haalde boter en melk, nam het gebraden kalf en zette alles aan zijn gasten voor. Terwijl zij aten, bleef hij bij hen staan onder de boom. ‘Waar is Sara, uw vrouw?’
vroegen zij hem. ‘Daar, in de tent,’ antwoordde hij. Toen zei een van hen: ‘Ik kom over precies een jaar bij u terug en dan zal uw vrouw Sara een zoon hebben.’ Sara, die in de ingang van de tent stond, achter de man, hoorde dat. Nu waren Abraham en zij op hoge leeftijd gekomen en de jaren dat een vrouw vruchtbaar is, lagen al ver achter haar. Daarom lachte ze in
zichzelf. Zou de liefde voor mij dan nog weggelegd zijn? dacht ze. Ik ben immers verwelkt, en ook mijn man is al oud. Toen vroeg de HEER aan Abraham: ‘Waarom lacht Sara, waarom vraagt ze zich af of ze op haar leeftijd nog wel een kind ter wereld kan brengen? Is ook maar iets voor de HEER onmogelijk? Op de vastgestelde tijd, over precies een jaar, kom ik bij je terug en dan heeft Sara een zoon.’ Geschrokken ontkende Sara: ‘Ik heb niet gelachen.’ Maar hij zei: ‘Ja, je hebt wel gelachen.’ Toen de mannen weer verdergingen, lieten ze hun blik op Sodom rusten. Abraham liep met hen mee om hun uitgeleide te doen.
Schriftlied, Lied 943: God gaat zijn ongekende gang
1God gaat zijn ongekende gang vol donkere majesteit;
die in de zee zijn voetstap plant en op de wolken rijdt.
2
Uit grondeloze diepten put Hij licht, en vreugde uit pijn.
Hij voert volmaakt zijn plannen uit, zijn wil is soeverein.
3
Geliefden Gods, schep nieuwe moed, de wolken die gij vreest,
zijn zwaar van regen, overvloed van zegen die geneest.
4
Zou gij verstaan, waar Hij u leidt?
Vertrouw Hem waar Hij gaat.
Zijn duistere voorzienigheid verhult zijn mild gelaat.
5
Wat Hij bedoelt dat rijpt tot zin, wordt klaar van uur tot uur.
De knop is bitter, is begin, de bloem wordt licht en puur.
6
Hoe blind vanuit zichzelve is het menselijk gezicht.
Godzelf vertaalt de duisternis in eindelijk eeuwig licht.
Overdenking
Abraham ontvangt de engelen, Rembrandt 1656
Muzikaal meditatief moment
Afscheid ds. Jan Willem Nieboer
Zingen: Paradys van Fedde Schurer
Alear ha’k wenne yn ‘t hôf fan Eden dêr’k no safier fan ôfdwaald bin omjûn fan alle hearlikheden sa’t nea in minsk betinke kin.
O blide tunen en rivieren o kleare loft, o goede grûn – ik koe de taal fan alle dieren ha ider bist syn namme jûn.
En God wie altyd om mij hinne myn libben wie mei sines ien ik koe him oan de waarme sinne en oan it rûzjend beamtegrien.
O paradys, sa grien begêrze myn hert lûkt nei syn oarsprong ta en altyd sil’k ûnwennich wêze salang ik dy net werfûn ha.
Gebeden en Onze Vader
Slotlied, Lied 419: Wonen overal nergens thuis
1Wonen overal nergens thuis
aarde mijn aarde mijn moeders huis vallende sterren de schim van de maan mensen die opstaan en leven gaan – mensen veel geluk.
2
Wonen overal even thuis
handel en wandel en huis na huis loven en bieden op waarheid en waan wagen en winnen en verder gaan – mensen veel geluk.
Wonen overal bijna thuis
aarde mijn hemel mijn vaders huis stijgende sterren de lach van de maan mensen die dromend een stem verstaan – mensen veel geluk.
Zegen
Muziek
Abraham en de drie engelen, Rembrandt 1646
____________________
Collecten
De 1e collecte is voor de Herberg Sneek Uw collecte bijdrage kunt u overmaken op:
Banknr: NL 20 RABO 0359 5059 45
De 2e collecte is bestemd voor de Kerk Banknr: NL54 RABO 0373 7293 16
__________________
Bloemen
De bloemen gaan als hartelijke groet van ons allen mee met de familie Nieboer
___________________
Uit de gemeente:
In de afgelopen periode zijn overleden:
Anne Algra, Napjusstraat 114/015, op de leeftijd van 91 jaar
Gerry Folkertsma‐Grovenstein, Oppenhuizerweg 23, op de leeftijd van 72 jaar
Kobie van Zijl‐Hoekstra, Loengasterlaan 342, op de leeftijd van 85 jaar
Haije Wiebenga, Zwettekade 8 op de leeftijd van 89 jaar jaar.
__________________