• No results found

Onwettige uitoefening van boekhoudactiviteiten – de rechtspraak in 2012

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Onwettige uitoefening van boekhoudactiviteiten – de rechtspraak in 2012"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BIBF | Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten

INHOUD

p. 1/ Onwettige uitoefening van

boekhoudactiviteiten – de rechtspraak in 2012

p. 7/ Beurs Ondernemen

Onwettige uitoefening van boekhoudactiviteiten – de rechtspraak in 2012

Boekhouders(-fi scalisten) BIBF die tijdens hun periode van tuchtrechtelijke schorsing het beroep bleven uitoefenen werden hiervoor bestraft.

Inleiding

Naar jaarlijkse gewoonte1 geven wij u een becommentari- eerde samenvatting van de uitspraken die vorig jaar over de onwettige uitoefening van het beroep gewezen werden.

Uw Instituut zet onvermoeibaar de strijd tegen de onwet- tige uitoefening van het beroep, uw beroep verder.

We kunnen niet genoeg herhalen dat we uw medewerking broodnodig hebben, vooral om personen te signaleren die het beroep onwettig uitoefenen (het kan voorvallen dat u een cliënt overdraagt aan of overneemt van een confrater die u niet echt vertrouwt) en, vooral, ons de bewijsstuk- ken over te maken (geheel van facturen, opdrachtbrieven, visitekaartjes, uitwisseling van correspondentie of mails) zodat we een dossier kunnen openen en uw wettelijk mo- nopolie kunnen vrijwaren.

Het jaar 2012 heeft eens temeer aangetoond dat het inboe- ken van boekhoudstukken, in de ruime zin van het woord, tot het monopolie van de erkende boekhouder(-fi scalist) behoorde.

Voor het eerst werden, in twee vonnissen van de correctio- nele rechtbank van Nijvel, BIBF-leden veroordeeld wegens niet-naleving van een tuchtrechtelijke schorsing (van respectievelijk vier en zes maanden). Diezelfde rechtbank heeft bovendien de twee vennootschappen van die perso- nen veroordeeld wegens onwettige uitoefening van het beroep via een niet-erkende rechtspersoon hoewel die ven- nootschappen door één van onze leden bestuurd werden.

Op het tijdstip waarop de beide vonnissen uitgesproken werden, waren die twee leden van het BIBF weliswaar ge-

1 Pacioli, nr. 237, 17-30 september 2007, pp. 1-8; Pacioli nr. 300, 2-15 augustus 2010, pp. 1-6; Pacioli, nr. 319, 9-22 mei 2011, pp. 4-6;

schrapt door het Instituut, maar op het ogenblik van de feiten waren die boekhouders nog altijd lid van ons In- stituut en de door de rechtbank beoogde uitoefening in een vennootschap sloeg op een ruimere periode dan hun schorsing (slechts vier of zes maanden).

Die twee laatste gevallen bevestigen dat de uitoefening van het beroep gedurende een tuchtrechtelijke schorsingsperi- ode niet alleen een inbreuk op de plichtenleer vormt, maar ook strafrechtelijk gesanctioneerd kan worden wat, naast de strafrechtelijke veroordeling, ook een vermelding in het strafregister inhoudt, de betaling van een schadevergoe- ding en de eventuele bijkomende veroordelingen die uitge- sproken kunnen worden (beroepsverbod, sluiting van de lokalen, publicatie van het vonnis in de pers, verbeurdver- klaring van de geldsommen die door de onwettige uitoefe- ning van het beroep verdiend werden, ...).

De vonnissen en arresten

1. Rechtbank van eerste aanleg te Hasselt – 18

e

Kamer – 6 januari 2012

Beklaagden (twee natuurlijke personen) leverden presta- ties als boekhouder. Eén van de beklaagden was een ge- wezen boekhouder BIBF en dus zeer goed op de hoogte van de toepasselijke wetgeving. Beide beklaagden werden vervolgd voor inbreuken op de beroepsreglementering, en de eerste beklaagde ook voor diverse inbreuken op de boekhoud- en fi scale wetgeving.

Na de vaststelling van de feiten in hoofde van beide be- klaagden spreekt de rechtbank volgende sancties uit.

De rechtbank veroordeelde de eerste beklaagde (de gewe- zen boekhouder BIBF) tot een geldboete van 5 000,00 euro (verhoogd met de opdeciemen = 27  500,00 euro), een ge-

(2)

vangenisstraf van 18 maanden, beiden voor de helft met uitstel en de verbeurdverklaring voor een bedrag van 76 093,95 euro. De tweede beklaagde werd veroordeeld tot een geldboete van 1 000,00 euro (verhoogd met de opdecie- men = 5 500,00 euro) en dit voor de helft met uitstel

De eerste beklaagde dient aan het BIBF 1 530,00 euro te betalen en dit ter vergoeding van de morele schade (500,00 euro) en materiële schade (= niet-betaalde ledenbijdragen ten belope van 1 030,00 euro). Ten aanzien van de tweede beklaagde werd, gelet op de regularisatie van zijn situatie, geen bijkomende schadevergoeding meer gevorderd.

De eerste beklaagde heeft hoger beroep aangetekend.

2. Rechtbank van eerste aanleg te Marche-en-Famenne, correctionele kamer – 25 januari 2012

Een vennootschap en haar zaakvoerder werden vervolgd.

De zaakvoerder was door het Instituut geschrapt, maar bleef het beroep ondanks deze schrapping en een eerdere veroordeling wegens onwettige uitoefening van het be- roep toch uitoefenen.

De rechtbank heeft geweigerd om de beklaagde een werk- straf te geven «op gevaar af van de ernst van zijn foutieve gedrag dat niettegenstaande de eerdere veroordeling voort- duurde in zijn hoofde te minimaliseren».

De beklaagde werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden en een geldboete van 4 950 euro en voor twee derden van beide straffen met uitstel gedurende drie jaar.

De vennootschap werd veroordeeld tot een geldboete van 1 000 euro met volledig uitstel gedurende drie jaar.

Op het burgerlijk vlak heeft de rechtbank het BIBF een materiële schadevergoeding van 1 645 euro en een morele schadevergoeding van 250 euro toegekend. De beklaagde en de vennootschap werden tevens veroordeeld tot het be- talen in solidum van een som van 440 euro als rechtsple- gingsvergoeding.

3. Rechtbank van eerste aanleg te Bergen, 3

e

correctionele kamer – 15 februari 2012

De beklaagde was door het Instituut geschrapt. De rechtbank heeft hem veroordeeld tot een werkstraf van 200 uren en een beroepsverbod van vijf jaar (hij werd ook voor andere feiten dan de onwettige uitoefening van het beroep van boekhouder vervolgd) inzonderheid rekening houdend met «de ernstige aantasting van het beroep van boekhouder».

Op burgerlijk vlak heeft de rechtbank de betrokkene ver- oordeeld tot het betalen van 985 euro aan het Instituut als materiële schadevergoeding, 1 000 euro als morele scha-

devergoeding en 440 euro als rechtsplegingsvergoeding.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de «materiële schade [van het BIBF] berekend pro rata de ontdoken bijdragen, een rechtstreeks oorzakelijk verband vertoont met de ge- pleegde feiten en dat zijn morele schade voortvloeit uit het nadeel dat hij berokkend heeft aan het beroep waarvan hij liet uitschijnen deel van uit te maken». 

4. Rechtbank van eerste aanleg te

Tongeren – 1

e

Kamer burgerlijke zaken – 17 februari 2012

Bij vonnis van 6 mei 2011 was betrokkene door de recht- bank van Tongeren, na vaststelling van de inbreuken, ver- oordeeld tot een geldboete van 500,00 euro, waarvan de helft met uitstel. De procedure verliep zonder dat het BIBF de kans had gekregen zich burgerlijke partij te stellen.

Het BIBF heeft dan op basis van dit vonnis een afzonder- lijke vordering ingeleid voor de burgerlijke rechtbank. De rechtbank veroordeelde de gedaagde tot betaling van een schadevergoeding van 3 042,00 euro (2 042,00 euro voor materiële schade en 1  000,00 euro voor morele schade) aan het BIBF.

5. Rechtbank van eerste aanleg te Verviers, 9

e

correctionele kamer – 21 februari 2012

Het Parket had een vennootschap en twee personen ge- dagvaard wegens het onwettig voeren van de titel van boekhouder en de onwettige uitoefening van het beroep van boekhouder.

De vennootschap en één van de personen werden vrijge- sproken bij afwezigheid van enig element dat hun schuld aantoonde.

De tweede persoon werd wegens het onwettig uitoefenen van het beroep en het onwettig voeren van de titel van boekhouder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar (hij werd nog voor andere feiten vervolgd dan het on- wettig uitoefenen van het beroep van boekhouder), tot een beroepsverbod van tien jaar, tot een verbeurdverklaring van de som van 40 000 euro en de rechtbank heeft gelast om het vonnis bij uittreksel bekend te maken in het Bel- gisch Staatsblad.

Op burgerlijk vlak heeft de rechtbank het BIBF 1 717 euro toegekend als materiële schadevergoeding en 283 euro als morele schadevergoeding. De beklaagde werd ook veroor- deeld tot het betalen van een som van 715 euro als rechts- plegingsvergoeding.

6. Hof van beroep te Luik, 6

e

 correctionele kamer – 23 februari 2012

Dit arrest heeft het in eerste aanleg gewezen vonnis waar- bij een fi duciaire en haar twee zaakvoerders werden vrij- gesproken bevestigd. Het hof heeft geoordeeld dat het strafdossier geen stukken bevatte die de uitoefening van

(3)

het beroep van boekhouder en het onwettig voeren van de titel van boekhouder bewezen.

Hoewel dit zelden voorvalt, toont deze zaak duidelijk aan dat we steeds in het bezit moeten zijn van een maximum aantal stukken die de gewoonlijke uitoefening van het be- roep aantonen.

7. Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen – 11

e

correctionele Kamer – 29 februari 2012

De beklaagde was voorheen erkend boekhouder, maar werd door het BIBF in 2005 weggelaten van het tableau.

Desalniettemin bleef betrokkene verder boekhoudingen doen voor rekening van derden, alsook de titel en het nummer als erkend boekhouder gebruiken.

De rechtbank was van oordeel dat «de feiten ernstig zijn en getuigen in hoofde van beklaagde van een gebrek aan normbesef en aan respect voor de beslissing van het Be- roepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten».

De feiten bewezen zijnde, veroordeelt de rechtbank de be- klaagde tot een gevangenisstraf van acht dagen (met uit- stel gedurende drie jaar) en een geldboete van 200,00 euro (vermeerderd met opdeciemen 1 100 euro) en tot betaling aan het BIBF van 1 000,00 euro als morele schadevergoe- ding.

De rechtbank bevestigt hierbij de eerdere uitspraak van 30 november 2011 na behandeling bij verstek.

De beklaagde heeft beroep aangetekend. Het arrest hier- over werd uitgesproken op 7 november 2012 (zie verder).

8. Rechtbank van eerste aanleg te

Dendermonde – 18

e

correctionele kamer – 14 maart 2012

Betrokkene werd na vaststelling van de duidelijke in- breuken rechtstreeks gedagvaard door het BIBF. Na vast- stelling van de inbreuken wordt beklaagde schuldig ver- klaard doch de uitspraak van de veroordeling wordt met drie jaar geschorst. De rechtbank hield rekening met de leeftijd van betrokkene alsook de volledige stopzetting van de activiteiten.

De beklaagde dient aan het BIBF 5 917,12 euro te betalen en dit ter vergoeding van de morele schade (500,00 euro) en materiële schade (= niet-betaalde ledenbijdragen ten be- lope van 5 417,12 euro).

9. Rechtbank van eerste aanleg te Bergen, 6

e

correctionele kamer – 23 maart 2012

De beklaagde was van het tableau van de titularissen van het beroep weggelaten om administratieve redenen (schrapping in de bevolkingsregisters en afwezigheid van vaste inrichting in België).

De beklaagde werd veroordeeld tot een geldboete van 2 750 euro met drie jaar uitstel.

Interessant om weten is dat de rechtbank erop gewezen heeft dat het « inboeken van facturen en boekhoudstukken in ruime zin» (onze onderlijning) een activiteit is die voor- behouden is aan de erkende boekhouders.

Op burgerlijk vlak heeft de rechtbank de betrokkene ver- oordeeld tot het betalen van een materiële schadevergoe- ding van 2  335 euro aan het Instituut en een rechtsple- gingsvergoeding van 440 euro.

10. Rechtbank van eerste aanleg te Brussel – 52

e

correctionele kamer – 28 maart 2012

Beklaagde werd vervolgd voor ernstige frauduleuze acti- viteiten. In het kader hiervan werd tevens vastgesteld dat beklaagde zich ook uitgaf voor boekhouder en boekhoud- kundige prestaties voor derden verrichtte.

De rechtbank was van oordeel dat bij het bepalen van de strafmaat zij diende rekening te houden met het feit dat

«… beklaagde gedurende een lange periode op onwettige wijze het beroep van boekhouder uitoefende en er niet voor terugdeinsde tal van valse stukken op te stellen in de hoop het illegaal optreden te maskeren. … Daar de beklaagde blijk gegeven heeft niet in staat te zijn op een correcte ma- nier deel te nemen aan het economisch leven dient ten einde zowel beklaagde als de maatschappij te beschermen tegen nieuwe en/of andere economische initiatieven van deze een beroepsverbod te worden opgelegd».

Het geheel van de feiten gaf aanleiding tot een hoofdge- vangenisstraf van 30 maanden (waarvan één jaar met uit- stel), een geldboete van 2 000,00 euro (= 11 000,00 euro) en beroepsverbod van negen jaar. Aan het BIBF werd een schadevergoeding van 3 226,25 euro (2 726,25 euro mate- rieel en 500,00 euro moreel) toegekend.

Het dossier was reeds eerder bij verstek behandeld (vonnis van 23 september 2011). De rechtbank heeft haar eerder vonnis, op de hoofdgevangenisstraf na, bevestigd.

11. Rechtbank van eerste aanleg te Tongeren – 11

e

correctionele kamer – 3 april 2012

Beklaagde en haar vennootschap werkten in onderaanne- ming voor een erkend boekhouder doch beschikten zelf niet over een erkenning. De feiten werden door de recht- bank weerhouden doch slechts voor een bepaalde periode tussen 2002 en 2005. Op het ogenblik van de dagvaarding in 2011 waren deze feiten reeds verjaard en komt dus de strafvordering te verjaren. Voor de periode na 2005 was de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende bewijzen wa- ren en sprak zij beklaagden vrij.

(4)

12. Rechtbank van eerste aanleg te Luik, 14

e

correctionele kamer – 12 april 2012

Een persoon (die enkele jaren geleden kort ingeschreven stond op de lijst van stagiairs) werd vervolgd omdat hij het beroep van boekhouder uitgeoefend had via een ven- nootschap.

De beklaagde krijgt gedurende drie jaar opschorting van uitspraak (we herinneren eraan dat de opschorting van uitspraak inhoudt dat de inbreuk bewezen is).

Op burgerlijk vlak heeft de rechtbank het Instituut 1  057  euro materiële schadevergoeding toegekend en de beklaagde bovendien veroordeeld tot het betalen van een som van 440 euro als rechtsplegingsvergoeding.

13. Rechtbank van eerste aanleg te Hoei, 8e correctionele kamer – 17 april 2012

Een persoon die door ons Instituut geschrapt was, werd vervolgd omdat hij het beroep was blijven uitoefenen.

De correctionele rechtbank heeft hem gewone opschorting van de uitspraak gedurende drie jaar verleend. Aangezien ons Instituut niet onmiddellijk ingelicht werd over deze procedure, heeft het zich geen burgerlijke partij kunnen stellen tijdens het proces, maar onze raadsman werd ge- mandateerd om het herstel van de materiële schade te ver- krijgen.

14. Hof van beroep te Bergen, 4

e

kamer zetelend in correctionele zaken – 26 april 2012

Het hof van beroep heeft (vanwege de overschrijding van de termijn) het beroep dat de beklaagde ingesteld had te- gen het vonnis van 2 mei 2011 van de correctionele recht- bank van Charleroi onontvankelijk verklaard.

De beklaagde was veroordeeld tot een geldboete van 1  100  euro en tot het betalen van 4  387,52 euro aan het Instituut voor de materiële schade en 500 euro voor de mo- rele schade.

15. Hof van beroep te Gent – 3

e

Kamer zetelend in correctionele zaken – 3 mei 2012

Appellant was door de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk op 18  oktober 2011 veroordeeld voor onwettige uitoefening. Betrokkene werd door het BIBF in 2006 weg- gelaten van het tableau. Desalniettemin bleef betrokkene verder boekhoudingen doen voor rekening van derden, alsook de titel en het nummer als erkend boekhouder ge- bruiken.

De feiten bewezen zijnde, veroordeelde de rechtbank de beklaagde tot een geldboete van 200,00 euro (vermeer-

derd met opdeciemen 1 100 euro) waarvan de helft effec- tief (550,00 euro) en tot betaling aan het BIBF van een bedrag van 1 685,00 euro als materiële schadevergoeding en 1,00 euro als morele schadevergoeding.

Tegen deze beschikking werd beroep aangetekend door de beklaagde.

Het hof van beroep heeft de bestreden beslissing, zowel wat betreft de feiten als de veroordeling bevestigd.

16. Rechtbank van eerste aanleg te Nijvel, 12

e

correctionele kamer – 20 juni 2012

Een persoon die het beroep onwettig uitgeoefend had, werd vervolgd.

De beklaagde heeft opschorting van de uitspraak gedu- rende drie jaar gekregen.

Op burgerlijk vlak heeft de rechtbank het Instituut 1 360 euro materiële schadevergoeding en 1 euro morele schadevergoeding toegekend. De beklaagde werd veroor- deeld tot het betalen van een som van 440 euro als rechts- plegingsvergoeding.

17. Rechtbank van eerste aanleg te Brussel, 49

e

correctionele kamer – 18 oktober 2012

Een persoon werd vervolgd omdat hij het beroep onwettig uitgeoefend had via een vennootschap en een vzw.

De beklaagde (eveneens vervolgd voor andere overtredin- gen) werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden met uitstel gedurende drie jaar en een geldboete van 5  500 euro waarvan de helft met uitstel gedurende drie jaar. De rechtbank heeft hem ook het verbod opge- legd om een mandaat in een handelsvennootschap evenals eender welke handelsactiviteit uit te oefenen en dit voor een periode van tien jaar. De verbeurdverklaring van het in beslag genomen computermateriaal werd gelast omdat dit het voorwerp of het resultaat van de inbreuk vormde of gediend heeft om ze te plegen. Die sancties (ook al werd de beklaagde, zoals gezegd, nog voor andere overtredingen vervolgd) zijn erg zwaar.

De rechtbank heeft tevens gelast om het vonnis bij uittrek- sel bekend te maken in het Belgisch Staatsblad.

Op burgerlijk vlak heeft de rechtbank het Instituut 1 260 euro toegekend als materiële en morele schadever- goeding. De beklaagde werd veroordeeld tot het betalen van een som van 440 euro als rechtsplegingsvergoeding.

Interessant om weten is dat de rechtbank geoordeeld heeft dat het onrechtmatig gebruik van de titel van accountant op de facturen van zijn vennootschap of zijn vzw het mis- drijf van valsheid in geschrifte en gebruik ervan vormde en dat het feit dat hij erelonen op basis van de genoemde

(5)

valse facturen geïnd had een misbruik van vertrouwen uitmaakte.

De rechtbank heeft gewezen op het belang van de regle- mentering van het beroep van boekhouder : «de verplichte inschrijving van boekhouders bij een beroepsorde is geen loutere formaliteit die dient om het monopolie van sommige handelingen aan hen voor te behouden, maar heeft tot doel de onmisbare controle van een heel gevoelig beroep te ga- randeren, dat gecontroleerde en gesanctioneerde deontolo- gische verplichtingen met zich meebrengt na een rigoreuze voortdurende vorming en een stage, dat de dekking van de beroepsrisico’s door een verzekering en het verbod van pa- rallelle commerciële activiteiten vereist, allemaal verplich- tingen die de beklaagde naast zich neergelegd heeft door een oneerlijke concurrentie aan te gaan ten aanzien van de beroepsbeoefenaars die in dezelfde activiteitensector op eer- lijke wijze hun werk doen».

18. Rechtbank van eerste aanleg te Tongeren – correctionele kamer – 18 oktober 2012

Conform de bepalingen van het KB van 27 november 1985 moet het BIBF alle defi nitieve veroordelingen van schor- sing en schrapping meedelen aan de bevoegde Procureur- generaal. Deze kan dan, via de lokale politiediensten, toe- zien op de naleving van de uitgesproken tuchtsanctie.

De beklaagde was voorheen erkend boekhouder, maar werd door het BIBF in 2010 weggelaten van het tableau. Des- alniettemin bleef betrokkene verder boekhoudingen doen voor rekening van derden, alsook de titel en het nummer als erkend boekhouder gebruiken. De vaststelling gebeur- de bij een controle door de lokale politie, zoals gevraagd door het Parket bij het hof van beroep te Antwerpen.

De feiten bewezen zijnde, veroordeelde rechtbank de be- klaagde tot een geldboete van 300,00 euro (vermeerderd met opdeciemen 1 650,00 euro) waarvan de helft met uit- stel en de publicatie van het vonnis in het Belang van Lim- burg, De Standaard en De Morgen en dit op kosten van de beklaagde.

Tegen deze beslissing werd beroep aangetekend door het openbaar ministerie en door de beklaagde.

19. Hof van beroep te Antwerpen –

9° kamer zetelend in correctionele zaken – 7 november 2012

Het hof behandelt het beroep tegen het vonnis van 29 fe- bruari 2012 van de rechtbank van eerste aanleg te Meche- len (zie hierboven, punt 7).

Belangrijk is dat het hof van beroep bevestigt dat het

«… verlenen van bijstand in het kader van het opstellen van de noodzakelijke btw-aangiftes evenals de voorbereiding

van de fiscale aangifte in de personenbelasting […] zonder meer valt onder de beroepswerkzaamheden van de boekhou- der zoals die in artikel 49 van de wet van 22 april 1999 om- schreven worden.»

Het hof bevestigt de vaststelling van de feiten alsook de eerdere op 29  februari 2012 uitgesproken veroordeling tot een gevangenisstraf van acht dagen (met uitstel ge- durende drie jaar) en een geldboete van 200,00 euro (ver- meerderd met opdeciemen 1 100 euro) en tot betaling aan het BIBF van 1 000,00 euro als morele schadevergoeding.

20. Rechtbank van eerste aanleg te Nijvel, 12

e

correctionele kamer – 21 november 2012

Een boekhouder van ons Instituut (intussen tuchtrechte- lijk geschrapt) werd vervolgd omdat hij de tuchtrechte- lijke schorsing van vier maanden die hem opgelegd was door de Franstalige Uitvoerende Kamer niet nageleefd had en zijn vennootschap (waarvan de erkenning gewei- gerd werd door de Franstalige Uitvoerende Kamer) werd vervolgd wegens onwettige uitoefening van het beroep van 2008 tot 2011.

De rechtbank heeft erop gewezen dat de verklaringen van de beklaagde «(…) met name de verplichtingen die hij ten aanzien van zijn cliënteel had, geen rechtvaardigingsgrond kunnen vormen, maar integendeel aantonen dat de beklaag- de noch de prioriteit die hij diende te geven aan de beslis- sing van het BIBF, noch de verplichting die hij had om zijn cliënteel te verwittigen, begrepen heeft».

De boekhouder werd veroordeeld tot een geldboete van 1  100 euro met uitstel gedurende drie jaar voor de helft van de boete en zijn vennootschap werd veroordeeld tot een boete van 2 750 euro met uitstel gedurende drie jaar voor de helft van de boete.

Op burgerlijk vlak heeft de rechtbank het Instituut 633  euro als materiële schadevergoeding en 1 euro als morele schadevergoeding wegens de niet-naleving van de tuchtrechtelijke schorsing en 1 euro als morele scha- devergoeding voortvloeiend uit de onwettige uitoefening van het beroep toegekend. De beklaagde werd veroordeeld tot het betalen van een som van 440 euro als rechtsple- gingsvergoeding.

Dit vonnis is het eerste dat we verkregen hebben wegens de niet-naleving van een tuchtrechtelijke schorsing in hoofde van één van onze leden en wegens de onwettige uitoefening van het beroep door een niet-erkende rechts- persoon hoewel die laatste bestuurd werd door één van onze leden (op het ogenblik van de feiten was de boekhou- der immers nog altijd lid van ons Instituut en de door de rechtbank beoogde uitoefening in een vennootschap sloeg op een periode van drie jaar die merkelijk ruimer was dan de schorsing van de boekhouder die slechts vier maanden inhield).

(6)

21. Rechtbank van eerste aanleg te Luik, 14

e

correctionele kamer – 6 december 2012

Een persoon die door het BIBF geschrapt was, werd ver- volgd omdat hij het beroep bleef uitoefenen.

De beklaagde werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden met uitstel gedurende drie jaar.

De rechtbank heeft geen geldboete opgelegd vanwege de precaire fi nanciële toestand van de betrokkene. Toch zal hij het Instituut moeten vergoeden voor de schade. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het feit dat de beklaagde, bij zijn verschijning voor de Uitvoerende Kamer van het BIBF (in het kader van de procedure die tot zijn schrapping geleid heeft) verklaard had dat hij «zijn schrapping naast zich neer zou leggen».

Op burgerlijk vlak heeft de rechtbank het Instituut 1  073  euro toegekend voor de materiële schade en 250  euro voor de morele schade. De beklaagde werd ook veroordeeld tot het betalen van een som van 400 euro als rechtsplegingsvergoeding.

22. Rechtbank van eerste aanleg te Nijvel, 12

e

correctionele kamer – 12 december 2012

Een andere boekhouder van ons Instituut (intussen tucht- rechtelijk geschrapt) werd eveneens voor de correctionele rechtbank van Nijvel vervolgd omdat hij de tuchtrechte- lijke schorsing van zes maanden die de Franstalige Kamer van Beroep hem opgelegd had, niet in acht genomen had.

Zijn vennootschap die nooit erkend is geweest, werd ver- volgd wegens onwettige uitoefening van het beroep.

De boekhouder werd veroordeeld tot een geldboete van 2  200  euro en zijn vennootschap tot een geldboete van 3 300 euro.

Op burgerlijk vlak heeft de rechtbank het Instituut 633  euro toegekend als materiële schadevergoeding en 1 euro als morele schadevergoeding wegens niet-naleving van de tuchtrechtelijke schorsing en 1 euro voor de mo- rele schade voortvloeiend uit de onwettige uitoefening van het beroep. De beklaagde werd veroordeeld tot het betalen van een som van 440 euro als rechtsplegingsvergoeding.

Deze uitspraak werd ten aanzien van de beklaagden bij verstek gewezen.

Besluit

Uw Instituut heeft in 2012 nieuwe veroordelingen ver- kregen die niet alleen de eerdere rechtspraak bevestigen maar ook het recht van het Instituut om vergoed te wor- den voor de materiële en morele schade.

Eén van de nieuwigheden in 2012 is de veroordeling van twee boekhouders (lid van het BIBF op het ogenblik van de feiten) die enerzijds het beroep gedurende de periode van tuchtrechtelijke schorsing verder uitgeoefend hebben en anderzijds uitoefenden (zelfs buiten de duur van de schor- sing) via een vennootschap die niet op het Tableau van de titularissen van het beroep ingeschreven was.

De strijd tegen de onwettige uitoefening van het beroep is een werk van lange adem en is een constante zorg voor uw Instituut. We moeten vaststellen dat er veel vraag is naar boekhoudkundige diensten en dat er steeds meer perso- nen zijn die hun diensten op de markt aanbieden zonder de hiervoor vereiste erkenning te bezitten.

Bovendien zijn er nog heel wat bedrijven die niet weten dat het beroep gereglementeerd is en die hun boekhouding dus toevertrouwen aan personen die niet over de nodige kwalifi caties beschikken, die hun verplichting van perma- nente vorming niet naleven en evenmin hun burgerlijke beroepsaansprakelijkheid verzekerd hebben.

Daarom blijven we erop hameren dat u (boekhouder, ac- countant, bedrijfsrevisor, advocaat, magistraat, ambte- naar, bedrijfsconsulent, …) niet alleen ons, het beroep in zijn geheel, maar ook de bedrijven kunt helpen door alle twijfelachtige gevallen die u in de uitoefening van uw be- roep tegenkomt te melden aan het Instituut en/of aan het bevoegde Parket. We vragen u ook om de bedrijven waar- mee u in contact komt erop te wijzen dat ze er alle belang bij hebben een wettelijk gemachtigde beroepsbeoefenaar te kiezen voor het voeren van hun boekhouding. Vergeet niet dat u op de website www.bibf.be / boekhouder zoeken altijd kunt nagaan of een boekhouder wel degelijk erkend is. Die gegevens worden in «real time» bijgehouden en zijn dus steeds actueel.

We danken u bij voorbaat voor uw aandacht en uw mede- werking.

Dienst Opsporing van de onwettige uitoefening van het beroep :

Frank HAEMERS (NL) : frank.haemers@bibf.be Sven ANDERSEN (FR + DE) : sven.andersen@ipcf.be

(7)

Beurs Ondernemen

Op 20 en 21 maart 2013 vond op de site van Thurn & Taxis te Brussel de 10de editie plaats van de Beurs Ondernemen, dé nationale beurs voor kmo’s, starters en zelfstandigen.

Met zijn 10  000 bezoekers, 250 exposanten en niet min- der dan 140 conferenties en workshops was deze beurs de place to be voor alle geïnteresseerden die een onderneming willen oprichten of die verder willen groeien.

Als partner van de beurs hield het BIBF er een stand waar- op we tijdens die twee dagen heel wat zelfstandigen, cijfer- beroepers en studenten mochten verwelkomen.

Op woensdag 20 maart in de voormiddag, nam de Voorzit- ter van het BIBF, Jean-Marie Conter, deel aan een bijzon- der panelgesprek georganiseerd door de vzw Start your Business. Onder leiding van Olivier Kahn debatteerden prominenten, deskundigen en bedrijfsleiders1 over het succesvol starten van een onderneming of project. Tevens werden de nodige adviezen verstrekt aan de aanwezigen.

Alle panelleden onderstreepten dat, om een project te doen slagen, het de ondernemer niet aan passie mag ontbre- ken, hij zich goed moet omringen en niet te hard van sta- pel mag lopen. Een gezond beheer, waaraan het de jonge starters vaak ontbreekt, is essentieel om op korte termijn het faillissement te vermijden. Ze moeten ook blijk geven van creativiteit en een strategische analyse maken van het project dat moet tegemoet komen aan reële behoeften van de potentiële klanten en … reizen. Want reizen zijn niet alleen een goede leerschool voor de jeugd, ze bieden de ondernemer ook een ruimere kijk en brengen ervaring bij in andere regio’s met heel andere politiek, economische en culturele geplogenheden.

De panelleden waren het er ook over eens dat de overheid in het algemeen gesproken het leven van de ondernemers zou moeten vereenvoudigen en het ondernemerschap ac- tiever aanmoedigen, want op dat gebied blijft België ach- terop hinken in de ranking van de OESO-landen.

In de namiddag behandelde een door het BIBF samenge- steld panel van andere prominenten2 het thema : «Renda- biliteit, welvaart en strategie : de sleutels tot het succes van uw onderneming». De Voorzitter van het BIBF modereerde dit panelgesprek. De panelleden onderstreepten dat ieder van ons een creatieve kant heeft (manueel, intellectueel, ...) maar vooral dat we onze middelen weldoordacht moe- ten aanwenden, ons vrije tijd gunnen en leren delegeren om op adem te komen en burn-outs te vermijden. Veel on-

1 Herman Van Beveren, CEO van Decathlon Belgium, Thomas de Dor- lodot, Paraglider, Avonturier en Videoproducent, Yves Mattagne, Di- recteur van Sea Grill, John Beernaerts, Directeur van Nemo 33, Peter Pastijn, Topsporter en Michel Grisar, Coach in business management.

2 Adrien Absil, Advocaat en Plaatsvervangend rechter in de Rechtbank van Koophandel van Luik, Marie-Christine Claes, Manager Business Development & Partnerships ING, Anne-Françoise Gailly, Coach, Opleidster en Therapeute, Arnaud Lambrecht, Zaakvoerder Ontwerp-

dernemers beginnen immers aan een marathon met de instelling van een sprinter. Maar om fysieke uitputting te vermijden, moeten zij tevens leren hun geinvesteerde energie te doseren. Anders ontstaan er problemen (slecht management, familiale problemen, ...).

Er werd ook op gewezen dat veel ondernemers tekort schieten op het gebied van managementvaardigheden (sommigen kennen zelfs de kostprijs niet van het product dat ze fabriceren, anderen wachten maanden om open- staande vorderingen te innen, nog anderen stellen geen businessplan op en verwarren dat plan met het fi nancieel plan).

De deelnemers aan het debat hamerden op de rol van de boekhouder(-fi scalist). Het is de boekhouder(-fi scalist) die de fi nanciële haalbaarheid van een project moet checken en er vooral moet op toezien dat de onderneming over ge- noeg cash blijft beschikken. Wat dat punt betreft, werd onderlijnd dat de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen een goede oplossing is om weer cash op te bouwen, indien er een tekort is.

Ten slotte werd ook het fi nanciële luik belicht en met name het voornaamste door de banken gehanteerde criterium om dergelijk krediet te bekomen, de terugbetalingscapa- citeit van de kredietnemer. De aandacht werd tevens ge- vestigd op de leefbaarheid van een project, met name dat dit minstens zes maanden overeind moet kunnen blijven zonder fi nanciële inkomsten en dat vooral het communi- catiebudget niet mag onderschat worden. Dit is immers essentieel om het product of de dienst bekend te maken.

Naast de klassieke fi nanciële instellingen werd ook de aandacht gevestigd op andere fi nancieringsbronnen op gewestelijk niveau.

Kortom, een onderneming opstarten moet samengaan met een goed tijdsmanagement en een stressbeheersing.

En daar het onmogelijk is om iets helemaal alleen te on- dernemen, moet ook gedacht worden aan netwerking en moet de starter zich omringen met competente mensen op divers gebied.

Op donderdag 21 maart trad onze Voorzitter, Jean-Marie Conter, als moderator op tijdens een conferentie van het BIBF3 met als titel «Ondernemers, administratie en cijferbe- roepers : samen voor een beter aangepaste fiscaliteit !».

Al de deelnemers waren het erover eens : het huidige be- lastingstelsel is niet meer aangepast en moet in vraag ge- steld worden. De cijferberoepers krijgen steeds meer de indruk dat zij de ambtenaren van de fi scale administratie vervangen. Een toestand die professioneel en fysiek niet

3 Namen deel aan deze conferentie : Carlos Six, Administrateur- generaal van de Fiscaliteit, FOD Financiën, Michel Maus, Advocaat en auteur van het boek «Iedereen doet het !», Christophe Wambersie,

(8)

Noch deze publicatie, noch gedeelten van deze publicatie mogen worden gereproduceerd of opgeslagen in een retrievalsysteem, en evenmin worden overgedragen in welke vorm of op welke wijze ook, elektronisch, mechanisch of door middel van fotokopieën, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie staat in voor de betrouwbaarheid van de in haar uitgaven opgenomen info, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld. Verantwoordelijke uitgever : Jean-Marie CONTER, B.I.B.F. – Legrandlaan 45, 1050 Brussel, Tel. 02/626 03 80, Fax. 02/626 03 90 e-mail : info@bibf.be, URL : http: //www.bibf.be.

Redactie : Jean-Marie CONTER, Gaëtan HANOT, Geert LENAERTS, Xavier SCHRAEPEN, Chantal DEMOOR. Adviesraad : Professor P. MICHEL, Professor Emeritus, Universiteit Luik, Professor C. LEFEBVRE, Katholieke Universiteit Leuven. Gerealiseerd in samenwerking met kluwer – www.kluwer.be

houdbaar is. Tijdens deze conferenties werd een aantal vaststellingen gedaan :

– De Belgische fi scaliteit is te complex en legt de veel las- ten op. Zij remt de economie af. Ze moet vooral worden herdacht in een internationale context.

– Het Belgisch belastingstelsel werkt frustratie in de hand en is de oorzaak van het bestaan van een aanzien- lijke «grijze» economie.

– De fi scale administratie moet inzien dat de kmo’s es- sentieel zijn voor de Belgische economie. Het is onaan- vaardbaar dat grote ondernemingen weinig belasting betalen dankzij fi scale constructies die handig in elkaar gezet worden door een leger van specialisten ter zake, terwijl de kmo’s, die zich dergelijke specialisten niet kunnen veroorloven, gedwongen zijn om veel zwaar- dere belastingen te betalen.

– Een reorganisatie van de fi scaliteit is noodzakelijk, want er komt geleidelijk aan een bepaalde incoherentie tussen de federale en de gewestelijke fi scaliteit naar bo- ven.

De panelleden wezen er ook op dat de administratie een aantal uitdagingen moet aangaan. Uiteraard moet er ge- controleerd worden, maar daarbij dient een zekere soepel- heid en realisme aan de dag te worden gelegd, en dit alles binnen het wettelijk kader. Dit is geen gemakkelijke even- wichtsoefening, maar er moet over nagedacht worden. De fi scaliteit moet de Staat de middelen geven om haar essen- tiële opdrachten uit te voeren : sociale zekerheid, justitie, diplomatie, landsverdediging, politie, ... maar we moeten ook inzien dat de economische context zeer snel evolueert en dat de belangrijkste fi scale grondslagen om de 50 jaar herdenken in het licht van de internationale context een noodzaak is.

Kortom, een begrotingsevenwicht nastreven is misschien belangrijk, maar dit mag niet alleen afhangen van de fi s- caliteit. De uitgaven moeten verminderd en herbekeken worden met het doel de groei te herstellen en de verwaar- loosde competitiviteit terug te vinden.

Gaëtan HANOT Verantwoordelijke publicaties BIBF BIBF-conferentie : «Rentabiliteit, welzijn en strategie : de sleu- tels tot succes voor uw onderneming» – van links naar rechts : Arnaud Lambrecht , Adrien Absil, Olivier Kahn, Marie-Christi- ne Claes, Anne-Françoise Gailly, Jean-Marie Conter

Viviane Marquet, lid van de Nationale Raad, beantwoordt de vragen van een bezoeker aan de beurs

BIBF-conferentie «Ondernemers, administratie en cijferberoe- pers : samen voor een beter aangepaste fi scaliteit» – van links naar rechts : Xavier Schraepen, Christophe Wambersie, Kristof Willekens, Carlos Six, Michel Maus, Jean-Marie Conter.

Maria Van de Putte, lid van de Nationale Raad, in gesprek met Koen Van Roosendael van ING

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De rechtbank overweegt verder dat Agib ten aanzien van sommige punten – zoals de afbakening van de rele- vante geografische markt – nog onvoldoende concrete stellingen heeft

Onder de nuance van wat hieronder zal worden gesteld over de omvang van het gevoerde tuchtonderzoek, ontwaart de kamer van beroep in dit dossier ook geen onmogelijkheid om zich uit

Met een ter post aangetekende zending van 16 juni 2017 wordt verzoekende partij uitgenodigd voor een hoorzitting betreffende een verlenging van de preventieve schorsing..

Er zijn verschillende vormen van miskramen te onderscheiden, meestal afhankelijk van het stadium van de zwangerschap waarin de miskraam is opgetreden of afhankelijk van het

De rechthebbende heeft echter het recht om te worden begraven in zijn eigen graf.. Een fikse

Omdat de bezoekers op elk willekeurig moment in een van deze groepen ingedeeld werden en baliemedewerkers niet op de hoogte waren van het type handvest (ambities, weinig ambitieus,

Hier moeten we ver vóór 2020 fors iets aan doen, anders zal het probleem van de vergrijzing in combinatie met de krappe arbeidsmarkt alleen maar groter worden,

der zaken, welke bij het Reglement op de Rechterlijke Organisatie en het beleid der Justitie aan derzelver kennis- neming zijn opgedragen. Wanneer iemand, ingevolge artikel 7 9