• No results found

Erfgoedwaardering relictfiche CECA-woning of EGKS-huis. Adres nr.: Pereboomstraat nr. 1. Foto

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Erfgoedwaardering relictfiche CECA-woning of EGKS-huis. Adres nr.: Pereboomstraat nr. 1. Foto"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Erfgoedwaardering relictfiche CECA-woning of EGKS-huis Adres nr.: Pereboomstraat nr. 1

Foto

Beschrijving Korte beschrijving

Aan de Pereboomstraat 1 te Leuven is één van de tien gerealiseerde EGKS-CECA (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal / Communauté Européenne de Charbon et de l’Acier) woningen van architect Willy Van Der Meeren en Leon Palm gevestigd. Zowel in Ohain als in Tervuren zijn de andere realisaties van dit prefab-concept te bezichtigen. De Leuvense EGKS woning is gelegen aan de rand het park De Bruul, dat in het noorden van het centrum is gelegen. De oorspronkelijke functie was vermoedelijk portierswoning van het park, nadien (mogelijk vanaf de jaren ’70) is het in gebruik als jeugdtehuis/buurthuis.

Willy Van Der Meeren staat in België bekend als een van de meest inventieve naoorlogse architecten. Eveneens was hij vertegenwoordiger van een reeks modernisten die een sociale functie toekenden aan de architectuur. Een grote constructieve helderheid en functionaliteit

(2)

en de mogelijkheid tot het personaliseren van wooneenheden zijn kenmerkend voor de sociale woningbouw van Willy Van Der Meeren. In 1954 ontwikkelde Willy Van Der Meeren samen met Leon Palm het EGKS-CECA huis voor de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Deze modelwoning werd een representatief voorbeeld voor de sociale woningbouw: er kon kwalitatieve woningbouw aangeboden worden voor democratische prijzen die op grote schaal kon worden geproduceerd. Dit concept en ontwerp kan worden gezien als een uniek experiment in de industrialisatie van de woningbouw.

De EGKS woning te Leuven vertoont nog duidelijke kenmerken van het oorspronkelijke concept: de blinde zijmuren in metselwerk, de vliesgevels met vlakverdeling onder een plat dak, de hangende trap en open structuur in het interieur zijn hier getuige van. Deze kenmerken in combinatie met het sociaal objectief van Van Der Meeren en Palm verlenen de woning dan ook een architecturale, historische en sociaal-culturele waarde.

Historiek

Willy Van Der Meeren volgde het principe van ‘Form follows function’ en was daarmee met recht een functionalist te noemen. Hij kan beschouwd worden als geestverwant van Jean Prouvé (1901-1984) vanwege zijn grote sociale rol, grote interesse in de ontwikkeling en toepassing van systeembouw en het feit dat hij een voorkeur had voor elementaire materialen.

Het oeuvre van Willy Van Der Meeren wordt niet enkel gekenmerkt door een duidelijke aandacht voor een grote constructieve helderheid en functionaliteit. Zijn aandacht voor het gemeenschapsleven en de optie om wooneenheden door de bewoner te laten personaliseren zijn eveneens kenmerkend. Dit uit zich in een uniek experiment dat in 1954 samen met Leon Palm tot stand kwam: het ontwerp voor de EGKS woning dat werd ontwikkeld voor de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Het concept voor deze prefab woningen kan worden gezien als een revolutie in de industrialisatie van de woningbouw.

Omstreeks de jaren 1950 was er nog weinig verschil te bemerken met de situatie van de woningnood van vlak na de Tweede Wereldoorlog. Verschillende initiatieven, zoals ‘Wet De Taye’ en ‘Wet De Brunfaut’, waarbij respectievelijk particuliere woningbouw werd gesubsidieerd en sociale woningbouw via de Nationale Huisvestingsmaatschappijen werd gestimuleerd, bleken het bovenmatige huisvestingsprobleem van voornamelijk mensen onderaan de maatschappelijke ladder en arbeiders niet op te kunnen lossen.

Léon Palm was een van de voorvechters voor een weldoordachte aanpak van de grote woningnood, wat hij in 1954 bevestigde met de lezing “Immorele verkwisting bij de bouw van

‘goedkope woningen”. Daarbij werd hij uitgedaagd om zijn statement waar te maken: het bouwen van een woning voor de prijs van een Ford. Hiervoor schakelde hij hulp in van Willy Van Der Meeren, die in tegenstelling tot Léon Palm ervaring had met het op grote schaal bouwen van kwalitatieve woningen. Nog datzelfde jaar stond er op de ‘Internationale Tentoonstelling voor Techniek en Industrie’ in Charleroi een eerste uitvoering van het EGKS

(3)

huis, het resultaat van de samenwerking van Van Der Meeren en Palm. De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) had hiertoe aanzet gegeven vanwege hun experimenteel onderzoek in het kader van de mijnwerkershuisvesting.

Van Der Meeren en Palm hadden een succesvol concept ontwikkeld waar al snel duizenden geïnteresseerden voor werden gevonden. De doorslaggevende factor was voor de meeste mensen de lage kostprijs, die 148.000 frank (3.670 euro) bedroeg. Voor dit bescheiden bedrag kon een complete woning gerealiseerd worden met keuken en badkamer die beide van warm water waren voorzien en drie slaapkamers met inbouwkasten. Het verwarmingssysteem van de woning bestond uit een centrale kachel die het hele huis op een aangename temperatuur kon brengen.

Door het ontwikkelde prefab concept konden de woningen in slechts drie weken tijd volledig worden opgebouwd. Dit was mogelijk doordat alle prefab onderdelen volledig afgewerkt op de bouwplaats werden aangeleverd waardoor enorm veel tijd en kosten konden worden bespaard. Van Der Meeren verklaarde hoe het mogelijk was om goedkope woningen op grote schaal te kunnen realiseren; een belangrijke factor was het verschil met de individuele bouwmethode. Daar bestond een groot deel van de kostprijs van een woning uit handenarbeid, vanwege het prefab concept daalde de kostprijs met maar liefst 40% doordat de methode van construeren de benodigde handenarbeid aanzienlijk verlaagde zonder dat daarbij kwaliteit verloren ging.

De EGKS woning leek een veelbelovend succes te worden, maar door het boycotten van het project door de Nationale Huisvestingsmaatschappijen kon het concept van Van Der Meeren en Palm desondanks niet op de markt verschijnen waarmee de massaproductie van goedkope doch kwalitatieve woningen voor arbeiders niet van start kon gaan. De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, die tot dan toe de drijvende kracht waren geweest achter het project, financierde vanaf de handelsban enkel nog de meest traditionele huisvestingsprojecten.

Van de 4500 gegadigden die waren gevonden voor de EGKS woningen, werd uiteindelijk slechts voor acht gezinnen het prefab concept in groepsverband gerealiseerd; het zogeheten

"het Vierwindenbinnenhof" in Tervuren. Deze acht woningen werden in 2008 beschermd als monument omwille van hun hoge architectuurhistorische en sociaal-culturele waarde en worden momenteel door particulieren in gemeenschap bewoond. Oorspronkelijk was dit niet de opzet van de architect bij dit project, maar het leidde wel tot een van de eerste cohousingprojecten van het land en zorgt ervoor dat de authentieke kenmerken zo goed mogelijk behouden kunnen blijven. Elke woning heeft een eigen kleine tuin, maar grenst eveneens aan een grote gemeenschappelijke tuin. De enige twee overige EGKS woningen die uitgevoerd werden bevinden zich in Ohain en Leuven.

(4)

EGKS woning

Het ontwerp voor een standaard EGKS woning is opgebouwd uit drie parallelle dragers en twee blinde zijmuren in metselwerk. Het stalen portiek op de middenlijn zorgt ervoor dat de vloeren onderling worden verbonden. De voor- en achtergevel bestaan uit geprefabriceerde vlieswanden die aan de zijmuren en de stalen middenportiek zijn bevestigd. De stalen vlieswanden bestaan uit een kader waarbinnen volgens een vast grid gesloten panelen, ramen of deuren in kunnen worden geplaatst, zodat elke EGKS woning gepersonaliseerd kan worden naar wens van de bewoners. Elke vlieswand bestaat uit zes vierkanten van 113 centimeter. De stalen middenportiek bezit naast de constructieve functie een belangrijke rol qua infrastructuur en organisatie van de woning. Het stalen frame huisvest alle electriciteitsleidingen inclusief stopcontacten, verwarmingskokers en de helft van alle deurlijsten.

De indeling van de woning wordt als revolutionair beschouwd door de open constructieve helderheid en het open, progressieve grondplan. Het is een doordacht antwoord voor de woningnood en de levenswijze van de arbeidersklasse.

Het ideale woonvolume werd door Van Der Meere en Palm vastgelegd op ongeveer 250 m3, verdeeld over twee bouwlagen op een footprint van zeven bij zeven meter. Wat betreft de indeling wordt er volledig afgeweken van het traditionele, waarbij afstand wordt gedaan van een goede kamer aan de voorzijde van het huis, een apart toilet en een onverwarmde entreehal die tevens de trap huisveste. De open constructieve helderheid vertaalt zich in een ruime leefruimte op de begane grond waar zowel een keuken, eet- en zitkamer in werd geplaatst. De aparte kamer aan de voorzijde (wat een moderne vertaalslag is van de traditionele ‘goede’ kamer) wordt omgeruild voor een berg- en knutselruimte. Deze kamer is tevens aan de voorzijde van de woning toegankelijk waardoor een gebruik als garage kan worden gerealiseerd. De zithoek biedt tevens plaats aan de trap met open uitstraling die wordt opgehangen aan de constructie van de woning.

De bovenverdieping biedt plaats aan drie slaapkamers, een badkamer inclusief toilet die door wandkasten is afgeschermd voor de rest van de ruimte. Het verwarmingssysteem bestaat uit een enkele kachel die een centrale plek in de woning heeft. De gehele woning wordt verwarmd door de warmte van de kachel via een buizensysteem door de woning te leiden.

(5)

Beschrijving

De EGKS woning in park De Bruul ligt in het noordelijke deel van het centrum van Leuven.

Park De Bruul wordt aan de noordzijde omsloten door de Pereboomstraat, de Halvestraat omsluit indirect het park aan de oostzijde. De Brouwersstraat, Fonteinstraat en Het Torentje zijn respectievelijk aan de zuid- en westzijde van het park gelegen. Vanaf de

Pereboomstraat, die gedeeltelijk evenwijdig loopt aan de Dijle, is de EGKS-CECA woning aan de rand van het park De Bruul zichtbaar. De woning zou tegenwoordig in gebruik zijn als jeugdtehuis/buurthuis.

De woning bestaat uit twee bouwlagen van twee traveeën onder licht hellend plat dak. De vierkante footprint van de woning bedraagt een kleine 54 m2, waarmee de afmetingen licht afwijken van de woningen in Tervuren. De materialiteit van de woning uit zich in het gebruik van rode baksteen, beton en staal voor het schrijnwerk en de panelen in de vliesgevels.

De westgevel, oftewel de voorgevel van de woning, kent qua opbouw dezelfde structuur als de oostgevel. Beide gevels bevatten een vliesgevel. Deze bestaat uit een kader waarbinnen volgens een vast grid gesloten panelen, ramen of deuren worden geplaatst, zodat elke EGKS woning gepersonaliseerd kon worden naar wens van de bewoners. Dit maakt dat elke EGKS woning uniek is, ondanks de gelijke opbouw van structuur. De twee traveeën in de vliesgevel worden gescheiden door een verticale, vooruitspringende balk. Elke travee op elke

bouwlaag is onderverdeeld in zes gelijke vlakken, waarbij telkens de onderste rij vlakken bestaat uit witgeschilderde, metalen panelen. De bovenste rij vlakken wordt ingevuld met taatsramen. Deze raamkozijnen zijn kenmerkend voor deze woningen en bestaan uit stalen ramen met een fijn profiel die rond hun eigen as draaien. In tegenstelling tot de EGKS woningen in Tervuren zijn de raamkozijnen in Leuven aan de buitenzijde zwartgeschilderd, wat de origine van deze kleur in vraag stelt. Het eenvoudig vormgegeven sluitwerk is van metaal en metaalkleurig.

De voor- en achterdeur zijn eveneens volgens de referentielijnen van het grid geplaatst. In tegenstelling tot de EGKS woningen in Tervuren, bevat de Leuvense variant niet meer de originele voor- en achterdeur met beeldbepalende elleboogvormige deurgreep die

kenmerkend zijn voor het oeuvre van Van Der Meeren. Het vlak rechts naast de voordeur aan de westgevel toont echter kleine afwijkingen t.o.v. de oostgevel. In tegenstelling tot de overige ramen van de woning is er hier gekozen om een rechthoekig houten raam te

plaatsen. En waar alle ramen van dit type woning hetzelfde stramien volgen, wordt er enkel hier van afgeweken. De oorspronkelijke vliesgevel lijkt hier te zijn vervangen.

De zuid- en noordgevel van het EGKS huis bestaan uit een licht hellende blinde bakstenen muur in functie van het licht hellende platte dak. Aan de uiteinden worden deze gevels afgesloten door betonnen balken met een fijne kiezelstructuur.

Het platte dak staat onder een lichte helling die van oost naar west oploopt en uitsteekt aan deze zijden. Boven de betonnen dekstenen van de blinde zijgevels is een verjonging

zichtbaar waarop het dak rust.

(6)

Het interieur en de plattegrond van de woning zijn in grote lijnen qua opbouw nog in tact, waarmee de EGKS woning in Leuven een representatief voorbeeld is voor het

oorspronkelijke idee. Het open plan van het EGKS-huis in Leuven vertoont ten opzichte van de woningen in Tervuren slechts kleine wijzigingen. Zoals eerder besproken werden de EGKS woningen voorzien van een stalen middenportiek, maar voor de woning te Leuven was het economisch gezien niet rendabel om deze op kleine schaal te realiseren, waardoor deze vervangen werd door een betonnen constructie. De keuken is apart geplaatst in de

oorspronkelijke knutselplaats aan de voorzijde van de woning wat afwijkt van de standaard EGKS woningen. Eveneens gelijk aan het oorspronkelijke model is het feit dat het gelijkvloers wordt ingenomen door een ruime leefruimte met zit- en eetkamer waarbij de open,

opgehangen trap zich nog steeds in de zithoek bevindt. De bovenverdieping bevatte van origine drie slaapkamers en een badkamer, de woning in Leuven telt er twee door het verwijderen van een dwarse muur. Daar het oorspronkelijke verwarmingssysteem bestond uit een centraal opgestelde kachel, beschikt de woning in Leuven over een centrale

verwarming. Het buizensysteem dat in functie van de kachel werd geplaatst om de bovenverdieping te verwarmen is nog aanwezig. De vloeren in de gehele woning zijn met vinyl bekleed, waar mogelijk de oorspronkelijke vloer nog onder te vinden is.

Bronnen

Inventaris van het Agentschap Onroerend Erfgoed,

https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/201211.

Inventaris van het Agentschap Onroerend Erfgoed, https://inventaris.onroerenderfgoed.be/personen/7033.

(7)

Iconografie

Het prototype van de EGKS woning werd in 1954 tentoongesteld op de Internationale Jaarbeurs te Luik.

(8)

Het interieur van één van de acht EGKS woningen in Tervuren.

Het interieur van één van de acht EGKS woningen in Tervuren.

(9)

Het kenmerkende schrijnwerk van de EGKS woningen, bestaande uit taatsramen.

Het typerende grondplan voor de EGKS woningen van zowel de begane grond als de eerste verdieping.

(10)

Orthofoto 1971, Bron: geo.onroerenderfgoed.be

Isometrie, aanzichten en plannen van de CECA woning. Bron: Westra, J., & Vugt, van, E. P. J.

(1996). Pioneers of the past, professionals of the present : syllabus bij het symposium over het prototype als prelude tot een nieuwe bouwwijze. Technische Universiteit Eindhoven.

(11)

Bron: Westra, J., & Vugt, van, E. P. J. (1996). Pioneers of the past, professionals of the present : syllabus bij het symposium over het prototype als prelude tot een nieuwe bouwwijze. Technische Universiteit Eindhoven.

Cartografie

Topografische kaart Ministerie van Openbare Werken en Wederopbouw (1950-1970).

(12)

Thesaurus

Willy Van Der Meeren Leon Palm

CECA-woning EGKS-woning Prefab woning Modernisme Linken

- Maakt deel uit van Leuven Centrum

- Is gerelateerd aan ‘Wooncomplex met architectenwoning Willy Van Der Meeren’

Erfgoedwaarden Architecturale waarde

De EGKS woning heeft architecturale waarde als een van de weinige uitvoeringen van het prefab concept dat architect Willy Van Der Meeren in 1954 met Leon Palm bedacht. Het prefab concept wordt gekenmerkt door de constructieve helderheid waaruit een open en progressief grondplan volgt dat een revolutionair breekpunt vormde met de opbouw van de vroegere traditionele grondplannen. Deze woningen kunnen beschouwd worden als toonvoorbeelden van het ‘form follows function’ principe.

Historische waarde

De historische waarde van de EGKS woning toont zich in het feit dat Willy Van Der Meeren en Leon Palm met het ontwerp voor de EGKS woning een revolutionair concept hadden bedacht en aan de vooravond stonden van een grote omwenteling in de bouwwereld. Het concept werd vervolgens echter geboycot door de Nationale Huisvestingsmaatschappijen, waardoor de massaproductie van goedkope woningen door de industrialisering van het bouwproces niet door beiden architecten kon worden gerealiseerd. De realisatie van de in totaal tien EGKS woningen zijn getuige van deze omwenteling wat had kunnen zijn.

Sociaal-culturele waarde

De EGKS woning bevat sociale waarde vanwege het sociaal objectief dat Van Der Meeren en Palm voor ogen hadden: om kwalitatieve woningbouw aan te bieden aan democratische prijzen en om door middel van gepersonaliseerde massahuisvesting een verbetering van de leefwereld en wooncultuur van de arbeider tot stand te brengen.

De culturele waarde uit zich in de oorspronkelijke vraag naar dit concept: vanwege de woningnood na de Tweede Wereldoorlog dienden er in een snel tempo met lage kostprijzen kwalitatieve woningen neergezet te worden. Deze vorm van woningbouw was voor deze

(13)

periode revolutionair, de EGKS woning is dus een representatief voorbeeld van deze tijdsperiode.

Zeldzaamheid

Voor het concept waren in eerste instantie 4500 gegadigden, opmerkelijk is het feit dat er slechts tien zijn gerealiseerd. Naast de acht EGKS woningen te Tervuren en de woning te Ohain behoort deze woning tot één van deze tien gerealiseerde EGKS woningen.

Authenticiteit

Afgezien van slechts enkele wijzigingen in het grond- en gevelplan, is deze EGKS woning nog volledig authentiek aan het oorspronkelijke concept doordat het open en progressieve grondplan bevat en het prefab concept nog duidelijk herkenbaar is in de huidige situatie.

Representativiteit

Door de nog steeds aanwezige, kenmerkende elementen en open structuur kan de EGKS woning te Leuven als een representatief voorbeeld worden gezien van het prefab concept dat door Van Der Meeren en Palm is bedacht. De woning is daarnaast representatief voor het oeuvre van Willy Van Der Meeren, waarin sociale bewogenheid en innovatief denken steeds centraal hebben gestaan en vormt tevens een representatief voorbeeld van de ‘form follows function’ gedachte.

Ensemblewaarde

De ensemblewaarde uit zich in het feit dat de woning in het park De Bruul een deel vormt van de uiteindelijk beperkte groep gerealiseerde woningen volgens éénzelfde concept. De woning maakt ook deel uit van het ensemble op bovenlokaal niveau van de 10 uiteindelijk gerealiseerde EGKS-woningen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Natuurlijk helpen wij u graag met al uw vragen over deze woning, maar ook voor uw algemene vragen rond het kopen van een woning staan wij voor u klaar?. De belangrijkste

Indien de recipiënten die gebruikt worden voor de opslag of het vervoer van sperma, geen steriel wegwerpmateriaal zijn, kunnen deze gereinigd en ontsmet of gesteriliseerd

Als huisvester willen wij natuurlijk graag dat je op tijd je huur betaalt, maar we hebben er in sommige gevallen ook begrip voor als dit even niet gaat.. Even niet kunnen

Volgens mij is er best veel vraag voor levensbestendige woningen in Bakel, (voor de leeftijd vanaf ca.?.

(4) Aangezien de dagvergoedingen voor dienstreizen in Oostenrijk, Finland en Zweden op dat ogenblik nog niet in het Statuut voorkwamen, konden de bedragen daarvan niet worden

Er zijn geen voegen nodig en ze kunnen makkelijk boven op een bestaande vloer komen. Hun uitvoering is wel een stuk com- plexer en tijdrovender, en

Voor woningen uit deze periode met een houten vloer geldt hetzelfde als bij woningen uit eerdere periodes: prima te isoleren als er ruimte genoeg is onder de vloer.. In andere

Voor deze woningen gaan wij actief op zoek naar 2/3 vrienden of vriendinnen die samen een woning willen delen. • Voor 2 woningen onderzoeken we de mogelijkheid