• No results found

ENIGE BESCHOUWINGEN OVER DE BETEKENIS VAN HET ACCOUNTANTSBEROEP VOOR DE VERWEZENLIJKING VAN DE DOELSTELLINGEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "ENIGE BESCHOUWINGEN OVER DE BETEKENIS VAN HET ACCOUNTANTSBEROEP VOOR DE VERWEZENLIJKING VAN DE DOELSTELLINGEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

E N IG E B E S C H O U W IN G E N O V E R D E B E T E K E N IS V A N H E T

A C C O U N T A N T S B E R O E P V O O R D E V E R W E Z E N L IJ K IN G

V A N D E D O E L S T E L L IN G E N V A N D E E U R O P E S E

G E M E E N S C H A P V O O R K O L E N E N S T A A L

door Drs L.

ƒ.

M . Roozen

,,H et zijn de instellingen, die de

betrekkingen tussen de mensen

beheersen; zij zijn de w aarlijke

peilers van de beschaving ’.

(Jean M onnet)

1.

Inleiding.

„S edert A ugustus jongstleden (1952) b estaa t in het W e s te n van het

door nationale grenzen en souvereiniteiten verbrokkelde continent de

Europese G em eenschap voor Kolen en S taal, w elker taak het is op

een beperkt, doch hoogst belangrijk terrein het lot van D uitsland, België,

Frankrijk, Italië, Luxem burg en N ed erlan d aaneen te sm eden.

D e G em eenschap strekt zich uit van H am burg to t N apels en van Brest

tot V enetië, over alle E uropese gebieden van deze zes landen. O p deze

gebieden zullen slechts voor tw ee industrieën nl. de kolen- en staalindu­

strie door de oprichting van de G em eenschap en door de w erkzaam heden

van de H oge A utoriteit de grenzen, douanerechten, contingenten, dis­

crim inaties en beperkende practijken w orden opgeheven, en zal een ge­

m eenschappelijke binnenlandse m arkt van 155 millioen verbruikers tot

stan d komen, w elke even groot is als die van de V erenigde S taten en die

van de S ovjet-U nie. V o o r deze sectoren (kolen en staal) is immers bij

overeenstem m end besluit van de P arlem enten een deel van de souvereine

bevoegdheden en verantw oordelijkheden van de deelnem ende S taten

overgedragen aan de instellingen van deze G em eenschap, w elke aldus de

eerste supra-nationale instellingen van E uropa zijn” .

A ldus luidt de aan h ef van de uiteenzetting van de H oqe A utoriteit

(H .A .), het uitvoerend orgaan van de E uropese G em eenschap voor Ko­

len en S taal (E .G .K .S .), om trent de algem ene toestand der G em een­

schap bij de indiening van de eerste begroting (over 1953).

Inm iddels is ook verschenen, het eerste algem ene verslag van de H .A .

aan de Gem eenschappelijke V erg ad erin g (h e t parlem ent van de E.G .K .

S .). over de periode 10 A ugustus 1952 tot 12 A pril 1953. 1)

D eze en and ere publicaties van de E .G .K .S . en die in and ere tijdschrif­

ten en dagbladen, hebben mijn besef doen groeien, o ntstaan bij de bestu­

dering van het V e rd ra g tot oprichting van de E uropese G em eenschap

voor Kolen en S ta a l 2), dat deze vrij-m akende m aatschappelijke ontw ik­

keling eveneens wijde perspectieven opent voor de in het vrije beroep

w erkzam e accountants.

D e bedoeling van deze beschouw ing is, voor dit vraag stu k de

belang-1) Alle publicaties van de Gemeenschap, in een Nederlandse vertaling, zijn verkrijg­ baar bij de Staatsdrukkerij en Uitgeversbedrijf te 's-Gravenhage, w.o. een regelmatig verschijnend Publicatieblad, bevattende de reglementen, algemene beschikkingen en andere algemene beraadslagingen van de instellingen der E.G.K.S.

2) Eveneens verkrijgbaar bij de Staatsdrukkerij.

(2)

stelling te w ekken van allen, die erm ede te m aken hebben, d.w.z. niet

alleen van de accountant zelf, doch ook van allen, w ier belangen of func­

tie door het V e rd ra g w orden beïnvloed, in het bijzonder de leiders van

de circa 400 bedrijven, welke onder het gezag van de H .A . vallen en de

functionarissen bij de G em eenschap. D eze dubbele doelstelling brengt

mede, d at ik zowel aa n d ach t zal schenken aan de inhoud en de practische

werking van het V e rd ra g , in het bijzonder t.b.v. mijn vakgenoten, als

aan enkele principiële problem en aa n g aan d e de functie van de openbaar

accountant, w aarm ede de laatstgenoem de groep, n aar het mij voorkomt,

in dit verband w ordt geconfronteerd. U it overw egingen van doelm atig­

heid begin ik m et het laatste.

2.

E nige vraagstukken aangaande maatschappelijke betekenis van het

accountantsberoep.

a. D e deskundigheid van de accountant.

D eze ligt in de eerste plaats en voornamelijk op het terrein van de

bedrijfseconom ische vraagstukken. Z u lk s houdt verband m et het feit dat

hij zijn nad er te bespreken functie in hoofdzaak vervult in d at deel van

het m aatschappelijke verkeer, hetw elk b estaat in de organisatie van de

voortbrenging in ruime zin.

D e bedrijfs-econom ische deskundigheid om vat met nam e de kostprijs­

bepaling, de financiering, de balansw aardering, de interne organisatie en

de externe organisatie, benevens de toepassing van deze onderdelen bij

de adm inistratieve organisatie en bij de verificatie (zgn. „controle” ).

b. D e functie van de accountant.

D e oorzaak of het doel van het optreden van de accountant in het

m aatschappelijk verkeer schuilt in de overal optredende en steeds w eer

terugkerende behoefte van personen en organen die aan d a t verkeer deel­

nemen, aan het oordeel van iem and die onpartijdig is d.w.z. buiten de

belangen van die personen of organen staat. D e deskundigheid van zo

iem and is slechts een conditie voor de vervulling van die functie, evenals

dit het geval is met de arbeidstaak (de w erkzaam heden) van de accoun­

t a n t 3 ). H et w ezen van de functie schuilt in de onpartijdigheid van het

(deskundige) oordeel, op grond w aarvan partijen daaraan een zodanige

betekenis hechten d at het kan dienen om tot overeenstem m ing te komen.

H e t „instrum ent” w aarm ede de functie w ordt vervuld is de accoun­

tantsverklaring, d.i. elke m ededeling van een accountant (m ondeling of

schriftelijk), w aarin deze een oordeel kenbaar m aakt of w aaruit zijn oor­

deel te kennen is (verg. R.v.A. art. 1, lid 1).

D e functie is niet beperkt tot de zgn. adviserende functie, d.i. het geven

van een oordeel, hetw elk niet of slechts gedeeltelijk is gebaseerd op een

„onderzoek” in de strikte zin.

D e adviserende zowel als de controlerende functie m onden beide uit

in een verklaring. O p beide soorten verklaringen is dan ook van toepas­

sing de voornaam ste bepaling in het R eglem ent van A rbeid van het N e ­

derlands Instituut van A ccountants (artikel 2, lid 2):

„D e leden zijn gehouden hun arbeid op zodanige wijze te

ver-3) Van accountantswerkzaamheden is dan ook geen andere algemene omschrijving te geven dan: werkzaamheden, verricht door een accountant! Z ie het Reglement van Arbeid van het Nederlands Instituut van Accountants ( R . v . A . ) - artikel 1 lid 2.

(3)

richten, d a t deze een deugdelijke grondslag vorm t voor hun m ede­

delingen om trent de uitkom st van die arb eid ” .

c. H e t begrip „partijen".

D it begrip m ag niet w orden opgevat in de privaatrechtelijke betekenis.

„ P a rtij” is iedere persoon of elk orgaan die (d a t) bij de voorstelling van

een bedrijfs-econom isch verschijnsel of de w aardering van de betekenis

van d at verschijnsel een bepaald belang heeft.

D e belangen van verschillende partijen kunnen convergeren of diver­

geren 4 ). W a n n e e r zij convergeren doch het individuele inzicht verschilt,

speelt alleen de deskundigheid van de accountant een rol. W a n n e e r de

belangen divergeren, krijgt de accountantsverklaring h aar hiervoren ge­

schetste essentiële betekenis.

A ls divergerend wil ik ook beschouw en het belang van degene die

rekening en verantw oording aflegt en het belang van hem aan wie de

rekening ter goedkeuring w ordt voorgelegd. D eze zienswijze vergem ak­

kelijkt de analyse. M et „divergeren" wil ik natuurlijk niet zeggen, dat

tussen deze belanghebbenden steeds verschil van mening moet bestaan.

H et is nog van betekenis op te m erken, d at de belangen, w aarm ede de

verklaring van de accountant verband houdt, op het tijdstip van het afleg ­

gen d aarvan w elisw aar kunnen convergeren, doch dat steeds de mogelijk­

heid bestaat, d a t zij op een later tijdstip divergeren, of d at de verklaring

later w o rd t benut ter overbrugging van andere, divergerende belangen.

d. Intern accountant - extern (openbaar) accountant.

T o t dusver is speciaal gedacht aan de extern accountant d.w.z. aan

hem die zijn functie uitoefent in het vrije beroep.

D a a rn a a st zien wij interne accountants optreden d a t zijn zij die in

dienstbetrekking staan van een ondernem ing of an d e r orgaan. Zij zijn

niet onafhankelijk tegenover de leiding van die ondernem ing of van d at

orgaan. D aarbij is niet gedacht aan een financiële afhankelijkheid, doch

aan functionele afhankelijkheid d.i. een vervulling van de functie in de

uitvoering van zijn w erkzaam heden onder het g ezag van genoem de lei­

ding. U it hoofde van deze afhankelijkheid kan de interne accountant niet

buiten de organisatie w aarv an hij deel uitm aakt, als onafhankelijk des­

kundige optreden. Buiten die organisatie kan niem and met zekerheid op

zijn onpartijdigheid en dus op zijn oordeel „vertrouw en” 5 ).

In het kader van de voorgaande beschouw ing is het interessant na te

gaan of de functie van financieel commissaris ex artikel 78 lid 6 van het

V e rd ra g , verenigbaar is met de functie van openbaar accountant.

D eze com m issaris is belast met de verificatie van de eigen financiële

rekeninq en verantw oording d er verschillende organen van de G em een­

schap. Hij w ordt benoemd door de R aad van M inisters d.z. de vertegen­

w oordigers van de H oge V erd rag slu iten d e Partijen. Z ijn onafhankelijk­

heid alsm ede de onverenigbaarheid van zijn functie met enige andere

w erkzaam heid bij een instelling of dienst van de G em eenschap, w o rd t

4) Dit onderscheid is niet nieuw. Het werd, voor zover ik mij kan herinneren, het eerst gemaakt door Prof. Dr J. R. M. van den Brink, destijds Minister van Economische Zaken, bij zijn verdediging van het wetsontwerp op de publiekrechtelijke bedrijfsorga­ nisatie.

(4)

uitdrukkelijk gesteld. Hij s ta a t derhalve buiten het gezag van welk be­

stuu rso rg aan van de G em eenschap ook.

M ijn conclusie is, d at deze functie door een openbaar accountant v er­

vuld zou kunnen w orden.

e. D e openbaar accountant zogenaam d „ opsporingsam btenaar”?

H ierm ede is natuurlijk niet bedoeld d at de openbaar accountant in

dienst sta a t van een overheidsorgaan; zulks w a re een contradictie, - een

onverenigbaarheid. M en gebruikt deze uitdrukking echter wel, zonder

d aaraan overigens enige m isplaatste, denigrerende betekenis te hoeven

hechten, w anneer men denkt aan een eenzijdig door een overheidslichaam

aan een openbaar accountant verstrekte opdracht, waarbij deze m et be­

paalde opsporingsbevoegdheden zou w orden toegerust. W a t hiervan te

denken?

D e openbaar accountant is ,.vertrouw ensm an” van het m aatschappe­

lijke verkeer. H ieruit vloeit voort d a t hij steeds de vertrouw ensm an is van

tenm inste tw ee o f meer partijen 5).

E én van deze partijen kan zijn een overheidsorgaan, w aaro n d er ik wil

verstaan elk orgaan d a t een gem eenschappelijk („algem een” ) belang

behartigt, onverschillig of het een publiekrechtelijk orgaan is dan wel

geschapen is door een privaatrechtelijke overeenkom st.

W a n n e e r daarbij is voorzien in de mogelijkheid van een onderzoek

door een openbaar accountant (w elke persoon dan ook) 6), zal een b e ­

paalde openbaar accountant zijn persoonlijke aanw ijzing alleen dan kun­

nen aanvaarden, indien beide (resp. alle) partijen m et die persoonlijke

aanw ijzing instemmen. D e „tegenpartij” van het overheidsorgaan kan

immers niet de aanw ijzing van enige openbaar accountant (wie dan ook)

w eigeren, doch wel de aanw ijzing van een bepaalde accountant.

D e door partijen aangew ezen openbaar accountant heeft geen enkele

..bevoegdheid” nodig: hij bepaalt zelf of de opdracht uit vaktechnisch

oogpunt uitvoerbaar is en, zo dit laatste het geval is, dan bepaalt hij

tevens de arbeid die nodig is om to t zijn onpartijdig oordeel te komen.

Legt welke partij dan ook, aan die arbeid een belem m ering in de weg,

dan zal de accountant zich terugtrekken.

W a n n e e r niet uitdrukkelijk (bij w et of overeenkom st) is voorzien in

de mogelijkheid van de inschakeling van een openbaar accountant, dan

h an g t het af van de feitelijke verhouding tussen partijen of zij tot vrije

overeenstem m ing kunnen kom en aa n g aan d e het gebruik m aken van de

hulp van een openbaar accountant (w ie dan oo k ). E en overheidsorgaan

heeft dan meestal nog wel een stok achter de deur, bijv. de om draaiing

van de bew ijslast e n /o f het onderzoek door een eigen (in tern e) accoun­

tan ts- of controledienst (artikel 86, laatste alinea van het V e rd ra g - zie

hierna punt 5).

Is eenmaal een bepaalde accountant door beide (alle) partijen a a n ­

gewezen, dan moet deze ook w orden geacht h e t vertrouw en te genieten

van beide (alle) partijen.

Bij het inachtnem en van een juiste procedure, waarbij zowel de vrij­

heid van het gecontroleerde bedrijf als de vrije beroepsuitoefening van de

accountant w o rd t geëerbiedigd, zal de openbaar accountant dus nimmer

als een „opsporingsam btenaar” , in de hiervoren bedoelde zin, kunnen

w orden beschouw d.

Ik trek hieruit deze m.i. belangrijke conclusie, d a t de inschakelinq van

de openbare accountants door een overheidsorgaan nimmer doelm atig, of

6) Vanzelfsprekend neem ik aan, dat hij een gekwalificeerd vakman is.

(5)

zelfs voor die accountants aa n v aard b aar zal zijn, w anneer zij gepaard

g aa t met, of gebaseerd is op, wettelijke bevoegdheden aan g aan d e de

wijze w aarop de accountant zijn onderzoekingsarbeid zal verrichten.

D it beginsel aa n v aard zijnde, staat de mogelijkheid van de vervulling

van elke specifieke functie, (m ede) t.b.v. de overheid, voor de accountant

open. D e laatste moet echter zelf bepalen, of hij de o pdracht met het oog

op zijn deskundigheid en de vaktechnische uitvoerbaarheid, kan a a n v a a r­

den, en daarna, hoe hij de aan v aard e opdracht zal uitvoeren 7).

3. In w elke opzichten het V erdrag behoefte schept aan de inschakeling

van accountants.

D e E .G .K .S . heeft een eigen doel, neergelegd in artikel 2 en nader

geconcretiseerd in artikel 3 van het V e rd rag .

D e form ulering in de 2e alinea van artikel 2 (,,de om standigheden

scheppen, die uit zichzelf de m eest rationele verdeling van de productie

op een zo hoog mogelijk peil verzekeren” ) houdt in een principiële erken­

ning van de positieve m aatschappelijke betekenis ener vrije concurrentie

en van de noodzakelijkheid van het initiatief en de verantw oordelijkheid

der individuele bedrijven. In artikel 83 w ordt nog eens afzonderlijk be­

vestigd, d at de oprichting van de G em eenschap in geen enkel opzicht de

regeling van de eigendom van de ondernem ingen raakt. D a a rn a a st echter

is artikel 2 tw eede alinea de uitdrukking van de overtuiging d at de vrije

concurrentie, aan zichzelf overgelaten, in h aar tegendeel verkeert. O p

deze overtuiging is het doel van de E .G .K .S . gebaseerd.

In overeenstem m ing met deze u itgangspunten geeft artikel 5 de nodige

w aarborgen tegen het meer ingrijpen in het beleid van de individuele

bedrijven dan, gegeven de doelstelling van de E .G .K .S ., strikt nood­

zakelijk is; dit ,,meer ingrijpen” w ordt hierna kortheidshalve „dirigism e”

genoem d (bij gebrek aan een meer objectief klinkende uitdrukking!). H et

is belangrijk hierbij op te m erken, d a t artikel 5 als één der m iddelen om

dirigism e te vermijden, noemt: „het verzam elen van gegevens” . Reeds op

deze plaats zij er de n adruk op gevestigd, d at dit m iddel slechts doel­

treffend kan zijn, w anneer de belanghebbenden een redelijke w aarborg

hebben, d at de gegevens juist zijn.

E en ander m iddel tot vermijding van dirigisme, in artikel 5 genoemd,

is de beperking van het adm inistratieve ap p a raa t van de organen der

G em eenschap. D eze richtlijn is mede van betekenis voor de keuze tussen

een eigen accountantsdienst en het gebruik m aken van de diensten van

openbare accountants (dit w ordt nog afzonderlijk besproken - zie punt 5).

D e H oge A utoriteit der G em eenschap (H .A .) is volgens artikel 8

belast met de verw ezenlijking van de doelstellingen der E.G .K .S. D a a r­

toe geeft zij beschikkingen, die verbindend zijn in al hun onderdelen,

doet zij aanbevelingen, die verbindend zijn t.a.v. de daarin gestelde doel­

einden, doch die aan de bedrijven de keuze laten van de m iddelen, en

geeft zij adviezen, w elke niet verbindend zijn.

I.

In haar gezagsuitoefening b indt de H .A . z e lf de bedrijven op be­

7) In dit verband verwijs ik naar mijn opstel over de tot stand koming van een wette­ lijke regeling van het accountan sberoep in België, waarbij misverstand dienaangaande na grote moeilijkheden heeft geleid tot een wet, waarin de aard van de functies, alsmede de bevoegdheden van de accountant in het kader van de wettelijke bedrijfsorganisatie zijn omschreven, d.w.z. beperkt (dit opstel zal, naar ik verwacht, binnenkort in dit maandblad verschijnen).

(6)

paalde onderdelen der bedrijfsvoering tot een bepaald beleid.

D eze beleidsvoorschriften hebben in hoofdzaak betrekking op:

a. D iverse soorten heffingen, nl.:

1. tot dekking van de eigen kosten der E.G .K .S.

2. tot dekking van de subsidies ter vervanging van w erkgelegenheid

(bij stillegging van bedrijven)

3. ter garantie van door derden verstrekte leningen en ter financie­

ring van zelfverstrekte leningen

4. tot dekking van researchkosten (voor 1 t/m 4 zie de artt. 49 en 50)

5. een tijdelijke vereveningsheffing bij de kolenm ijnen van die landen,

w aarvan de gem iddelde kostprijzen lager zijn dan het gem iddelde

voor de G em eenschap - zie O vereenkom st met betrekking tot de

overgangsbepalingen, § 25)

De heffingen sub 1 t/m 4 belopen jaarlijks ongeveer 50 millioen dol­

lar 8). Zij w orden berekend n aa r een door de H .A . bepaalde, gem iddelde

o p b rengstw aarde per ton vervaardigd product van elke soort (2 soorten

steenkool, 4 soorten sta a l), na aftrek van de kosten van eigen verbruik

van kolen resp. staal. D e ondernem ingen doen m aandelijks, bij de betaling

van de heffing, aang ifte van de productie (Beschikking N o. 2-52, art. 4 ).

D eze aangifte is een rekening en verantw oording, welke voor verificatie

in aanm erking komt. D e gem iddelde w aard e moet w orden bepaald op

basis van bedrijfsgegevens, welke eveneens voor controle in aanm erking

komen. W a t het laatste betreft, zij opgem erkt, d at t.a.v.. de verevenings-

heffing sub a 5 zelfs de belangen tussen groepen van ondernem ingen

divergeren, terwijl voorts de controle op de besteding van de vereve-

nings-uitkeringen niet zonder betekenis is.

b. D e m ate en vorm van openbaar m aken van prijsschalen en verkoop­

voorw aarden voor de gem eenschappelijke m arkt (artikel 60, lid 2 ). D it

s ta a t in verband met het verbod van incidentele prijsverlagingen en van

discrim inatie bij gelijksoortige transacties (artikel 60, lid 1). O p grond

van artikel 8 zal de H .A . zich er van w illen vergew issen, d a t de bedrijven

zich ook aan de openbaar gem aakte condities houden.

c. In een uitgesproken crisisperiode: het invoeren van een stelsel van

productiequota, op grondslag van de in sam enw erking met de o n d er­

nem ingen gem aakte studies, het in verband daarm ede leggen van heffin­

gen op overschrijdingen en verlenen van ondersteuningen bij onder-

schrijdingen (artikel 60, leden 1 en 2 ), alsm ede de vaststelling van mini-

m um -prijzen (artikel 61, sub b ).

d. In een periode van ernstige schaarste: het opleggen van productie-

program m a’s (artikel 59, lid 2 ), alsm ede de vaststelling van maximum­

prijzen (artikel 60, sub a ) , eveneens op basis van voornoem de studies.

In de gevallen sub c en d zal de H .A . voorzeker behoefte hebben aan

een verificatie van de door de bedrijven overgelegde gegevens, m et nam e

inzake de kostprijzen. H et is van belang op te m erken, d at de noodzake­

lijkheid van m aatregelen, als bedoeld sub c en d, in de practijk incidenteel

en plotseling noodzakelijk zullen blijken te zijn. W e g e n s de om vang en

de diepgang van de onderhavige onderzoeken, zou daarm ede lange tijd

gemoeid zijn, indien zij nog van de grond a f aan m oesten w orden v er­

richt. A angezien de m aatregelen, zodra zij eenmaal noodzakelijk blijken,

geen lang uitstel zullen dulden, zal de H .A . perm anent de beschikking

8) Rede van Jean Monnet voor de Gemeenschappelijke Vergadering op 12 Januari 1953.

(7)

willen hebben over geverifieerde basisgegevens t.a.v. de kostprijzen, zor

danig aangevuld, d at de einduitkom sten zonder veel onderzoekingsarbeid

zullen zijn vast te stellen. O p deze wijze is het risico van een onuitvoer­

bare opeenhoping van accountantsarbeid ook practisch weg te nemen.

e.

Bij gebleken prijsdiscrim inatie door kopers (h a n d elare n !): het ver­

plichten tot zodanige verkoopvoorw aarden, d a t de kopers zich verbinden

de voorschriften van de H .A .. in acht te nem en en zo nodig, het opleggen

van een verbod om aan bepaalde kopers te leveren.

H e t is opmerkelijk, d at de meeste der voornoem de beleidspunten te

beschouw en zijn als typische vraagstukken, w elke zich voordoen bij de

kartels, in w elker k ader de openbare accountants vaak zulke belangrijke,

specifieke functies vervullen.

H oew el het doel van de G em eenschap veel ruim er is gesteld dan die

van de privaatrechtelijke ondernem ingsorganisaties en daard o o r daaraan

tot zekere hoogte zelfs tegengesteld is (zie II ), zijn de gehanteerde mid­

delen casu quo de practische bedrijfseconom ische v raagstukken groten­

deels dezelfde. In het bijzonder noem ik in dit verband de quotering (m et

het d aa raa n verbonden vraag stu k van de meting der capaciteit), de prijs­

regeling (m et het annexe vraag stu k van de kostprijsberekening), de

egalisatie van inkoops- of verkoopprijzen, alsm ede de controle op de

naleving. Z elfs de elem enten van m axim um prijs-niveau, van leverings-

plicht en van rationalisatie zijn aan een kartelorganisatie w aarin een ver­

antw oord beleid w o rd t gevoerd, niet vreem d.

D eze vergelijking o nderstreept de noodzakelijkheid ener verificatie van

de gegevens, w aaro p de H .A . haar beleidsvoorschriften moet baseren,

wil zij er zeker van zijn, dat m et de gebruikte m iddelen het doel van de

G em eenschap w ordt bereikt.

Als bewijs voor mijn stelling, d at dit alles geen ,,graue T h eo rie” is,

m aar d at integendeel verondersteld mag w orden, d at het v raag stu k van

de inschakeling van accountants langzam erhand in een acuut stadium

begint te komen, moge ik het volgende vermelden.

D e w aardebasis per ton van de zes onderscheiden producten, voor de

heffingen, zijn berekend op basis van de door de H oge A utoriteit ver­

zamelde „statistische” gegevens (zie Beschikking N o. 2-52).

Bij Beschikking N o. 1-53 is besloten, d a t de vereveningsheffing zal

w orden geheven bij de D uitse en N ed erlan d se kolenm ijnen. In de consi­

derans w ordt uitdrukkelijk geconstateerd „dat de gem iddelde kostprijzen

alleen in D uitsland en N ed erlan d lager zijn dan het gew ogen gem iddelde

van de G em eenschap.

Bij Beschikking N o. 2-53 heeft een verdeling van schroot tussen D u its­

land, F rankrijk en Italië plaatsgevonden, ter voorkom ing van „ernstige

verstoringen in de voorziening van de staalin d u strie” , m et het oog op

„het verschil tussen de prijs van het binnen de G em eenschap ingezam elde

schroot en die van het uit derde-landen geïm porteerde schroot” .

D e B eschikkingen N os. 6 t/m 24-53 regelen de vaststelling van m axi­

mumprijzen voor kolen. D e considerans van N o. 6 verm eldt: „dat, ten ­

einde verstoringen in de economie van de deelnem ende S taten te voor­

komen, het peil van de kolenprijzen binnen de G em eenschap moet w o r­

den aang ep ast aan het peil th an s voortvloeiende uit de maxim umprijzen,

w elke in alle deelnem ende S taten zijn v a s tg e s te ld ... (e n z .)” .

(8)

1953 echter stelde de heer Blaisse, lid van de Gemeenschappelijke V e r­

gadering, de vraag: „B estaat bij de H oge A utoriteit niet de indruk d at de

maximumprijzen - gem iddeld of absoluut - op een te hoog niveau zijn

vastgesteld?” De H .A . antw oordde o.a. d at „onder deze om standigheden

(een eerste fase) een verandering in het prijsniveau het gevaar van ern ­

stige repercussies, zo w el op de exploitatievoorw aarden van de kolen­

industrie als 9 ) op de nationale econommieën van de deelnem ende staten,

zou m edebrengen" (P ublicatieblad 21 Juli 1953, blz. 158).

Bij Beschikking N o. 28-53 stelde de H .A . m axim um -(inkoops-)prijzen

voor schroot vast, alsm ede een handelsm arge voor schroot.

Bij Beschikking N o. 29-53 keurde de H .A . goed de egalisatie van de

kolenprijzen in N ederland.

Bij Beschikking N o. 33-53 stond de H .A . toe de instelling van een

egalisatiefonds voor schroot uit derde-landen, door de ruw ijzer- en staal-

producerende ondernem ingen van de G em eenschap. D aarbij bepaalde

zij, dat zij „te allen tijd door een door h aar hierm ede belaste functionaris

o f accountant 9 ) het beheer en de boekhouding van het Egalisatiefonds

voor ingevoerd schroot (kan) laten controleren".

D eze opsomming van practische vraagstukken, welke reeds zijn gere­

zen, is stellig niet volledig. Zij dienen slechts ter illustratie van het voor­

afgaande.

Ik zou echter bepaald tekortschieten, w anneer ik enkele passages uit

de verslagen van de H .A . hier onvermeld liet.

In par. III: „H et prijzenvraagstuk" van de „U iteenzetting over de

T o estan d van de G em eenschap" d.d. 10 Januari 1953, w ordt o.a. opge­

merkt:

„Bij het onderzoek naar de prijzen w aarm ede de H oge A utoriteit een

aanvang heeft gem aakt, moeten twee groepen van factoren zorgvuldig

w orden onderscheiden:

- enerzijds bepaalde kostprijsbepalende 9 ) factoren welke verband

houden met de algem ene exploitatievoorw aarden van de onderne­

mingen, d.w.z. het loonpeil, de aanschaffingsprijs der grondstoffen

en de technische factoren welke, gezien de organisatie en staat

w aarin de bedrijfsuitrusting zich bevindt, bepalend zijn voor het

grondstoffen- en energieverbruik en het aantal arbeidsuren dat aan

de vervaardiging van de producten moeten w orden besteed.

( e n z .)”

Iets verder w ordt gesproken over de afschrijvingen: ... gaat de

H oge A utoriteit na op welke wijze de afschrijvingsberekeningen in de

verschillende landen van de G em eenschap vergelijkbaar gem aakt kunnen

w o rd en ” ... „U it het eerste onderzoek is gebleken, dat de bestaande

verschillen van tweeërlei a a rd zijn:

1. enerzijds w o rd t de scheiding tussen de op rekening „K apitaalgoede­

re n ” geboekte en vervolgens afgeschreven posten en de op ,.lopende

uitgaven" geboekte posten 9 ) in het ene land anders dan in het andere.

H e t is dan ook noodzakelijk een onderzoek in te stellen n aar de juist­

heid van sommige veel gehoorde bew eringen over verschillen tussen

de in de prijzen ingecalculeerde afschrijvingen, terwijl tevens een

nader onderzoek gew enst is ten aanzien van de ontoereikendheid van

bepaalde verkoopprijzen in verhouding tot de productiekosten; 9) 8

8) Cursivering van mij. R.

(9)

2. anderzijds verschillen de afschrijvingsm ethoden n aargelang van de

boekhoudingsvoorschriften en de fiscale bepalingen in deze.

H e t aldus aangevangen onderzoek zal w orden voortgezet n ad a t de

nodige inlichtingen verzam eld zijn op grond van de vragenlijsten, die

door de w erkgroep zijn sam engesteld. M et behulp van dit onderzoek moet

het mogelijk w orden de starheid van de prijzen te beoordelen ...

V oorts moet dit onderzoek bijdragen tot de analyse van de financierings­

m iddelen welke voor investeringen ... beschikbaar zijn. Bovendien

zal het een hulpm iddel zijn bij het vormen van een oordeel om trent het

w enselijke prijspeil zoals gedefinieerd in artikel 3, c van het V e r­

d ra g ” i° ) .

In het „Algem een V e rsla g ” over de periode 10 A ugustus 1952 tot 12

A pril 1953, tro f ik de volgende passages aan.

(A a n g aan d e de vereveningsheffing:) „Z elfs indien men de kostprijs

in de landen w a ar deze verondersteld w ordt het laag st te zijn, zo ruim

mogelijk schat, en voor de landen w a ar de kostprijs verondersteld w ordt

het hoogst te zijn, zo laag mogelijk, kunnen tw ee groepen duidelijk w orden

onderscheiden: enerzijds D uitsland en N ederland m et een kostprijs welke

uitgesproken onder het gew ogen gem iddelde van de G em eenschap ligt,

en anderzijds België, Italië, F rankrijk en het S aargebied met een hoge

gem iddelde kostprijs.

Indien echter de verhouding tussen de kostprijzen zich zou wijzigen 1

0

11)

dan zou deze eenvoudige m ethode welke alleen van w aard e is zolang er

belangrijke verschillen bestaan, door een nauw keurige raming vervangen

dienen te w orden, w elke in het bijzonder door een w erkgroep voor de

vergelijkbaarheid van de afschrijvingsvoorzieningen w o rd t voorbereid”

(blz. 58).

W a t het onderzoek n aa r de afschrijvingen betreft, w orden op blz. 103

de volgende conclusies vermeld.

„a. W a t betreft de scheiding tussen de posten, welke op actief of ten

laste van de exploitatierekening w orden geboekt, kan bij de boeking van

bepaalde uitgaven een grote m ate van overeenstem m ing w orden v ast­

gesteld. Als voorbeeld moge genoemd w orden de eerste uitrusting van

een bedrijf met gereedschap en m aterieel of w erkzaam heden in verband

met de invoering van een nieuw e productietechniek. D ergelijke uitgaven

w orden steeds op actiefrekening geboekt. H e t probleem kon dus tot het

onderzoek van een aantal tw ijfelgevallen w orden beperkt, w aaro n d er met

nam e de vervanging van bestaan d e installaties valt: juist in deze groep

van investeringen tre ft men van land tot land grote verschillen aan. T e ­

vens w ordt bevestigd, d at alleen (? R .) in deze groep een zekere mate

van flexibiliteit kan optreden, niet alleen van ondernem ing tot onder­

neming, doch ook van ja a r to t jaar. T eneinde een duidelijker begrenzing

van deze groep mogelijk te m aken, is thans een tw eede onderzoek ter

zake van de kolenmijnen gaande; dit onderzoek om vat de studie van de

indeling en de toegepaste afschrijvingspercentages voor elke post afzon­

derlijk.

b. H e t doel van dit tw eede onderzoek is tevens het relatief belang van

10) Volgens laatstgenoemde bepaling moeten de instellingen van de Gemeenschap ... waken voor een zo laag mogelijke prijsstelling ... (waarbij) ruimte gelaten moet worden voor de noodzakelijke afschrijvingen en voor een normale beloning van de geïnvesteerde kapitalen”. (Cursiveringen van mij. R.)

11) En hiernaar wordt gestreefd door aanpassing van lonen, belastingen, rationalisatie en eventuele stillegging. R.

(10)

de afschrijvingen in verhouding tot de andere [actoren van de ko st­

prijs 9) van de kolen n ader te bepalen. H e t bleek inderdaad noodzakelijk

de grootst mogelijke aan d ach t aan deze berekening van de kostprijs te

besteden, aangezien de fiscale voorschriften met betrekking tot de a f­

schrijvingen van belang zijn voor zover zij het beleid van de ondernem in­

gen beïnvloeden. H e t mag reeds als v aststaan d w orden aangenom en, d at

binnen de nationale kolenmijnen een zekere uniform iteit in de kostprijs­

berekening b estaat (behalve voor N e d erlan d ). D e basisw aarden benade­

ren de vervangingsw aarde of staan in een bepaalde verhouding tot de

aankoopw aarde, terwijl het afschrijvingstem po constant is.”

Ik w aag de veronderstelling, d at zich t.a.v. de kostprijsberekening nog

wel andere belangrijke vraagstukken zullen voordoen, bijvoorbeeld w at

betreft de scheiding tussen constante en variabele kosten, en de invloed

van de capaciteit op de constante kosten per eenheid product.

II.

E en ander deel van de gezagsuitoefening der H .A . heeft b etrek­

king op het w aken voor de naleving, zowel van de door haarzelf gegeven

voorschriften (zie I), als van de bepalingen in het V e rd ra g , welke de

bedrijven rechtstreeks binden.

W a t het laatste b etreft is reeds gesproken over artikel 60, lid 1 (zie

I sub b ); vermeld zij nog artikel 65, in het algem een inhoudende een

verbod voor de bedrijven, om onderlinge kartelovereenkom sten aan te

gaan. D e H .A . kan uitzonderingen hierop toestaan (d u s om gekeerde

procedure als de N ederlandse kartelw etgeving, w aarbij vrijheid b estaat

met de mogelijkheid van R egeringsingrijpen). E r is reeds een groot a a n ­

tal - ruim zestig 12) - verzoeken daartoe ingediend. D e daarbij overge­

legde gegevens zullen w aarschijnlijk geheel of gedeeltelijk in aanm erking

komen voor verificatie.

In teressant is nog te verm elden een uitspraak van de H .A ., d at de

reden voor privaatrechtelijke m arktregelingen voor de onder de G em een­

schap vallende ondernem ingen is vervallen, om dat de (verantw oorde)

doelstelling daarvan a.h.w . is opgenom en in die van de G em eenschap:

O p 12 M ei 1953 stelde de heer Blaisse de vraag: „O n d ersch at de H .A .

niet de onm iskenbare betekenis van sommige industriële en andere over­

eenkom sten, die in het verleden bij productie en handel in sterke m ate

hebben bijgedragen tot een goed functionneren van de m arkt tot het

vaststellen van lage prijzen en tot stabiliteit?”

D e H .A . antw oordde d at de „rechtvaardiging" van „afspraken ...

als middel om gevrijw aard te zijn tegen bepaalde risico’s ... vervalt

op grond van het V e rd rag , aangezien het V e rd ra g aan de instellingen

van de G em eenschap, en uitsluitend aan deze, het h anteren van de even­

tueel noodzakelijk blijkende beveiligingsm aatregelen heeft toevertrouw d,

zonder d at de instellingen dit aan een overeenkom st tussen de producen­

ten kunnen o verlaten” . (Publicatieblad 21 Juli 1953, blz. 161).

III. D e H .A . legt bij overtredingen zelf boeten op, w aarvan de hoogte

meestal sam enhangt met de economische w aardering (in geld) van het

gepleegde, strafb are feit of van een an d e r economisch gebeuren.

Als voorbeeld noem en wij artikel 58, lid 4, w aarin de overtreding van

productie-quotering (in een crisisperiode) kan w orden gestraft met „ten

hoogste een bedrag gelijk aan de w aarde van de ongeoorloofde productie”

en artikel 59, lid 7, w aarin het niet uitvoeren van een opgelegd

produc-12) Volgens Mr H. H. Maas in Sociaal-Economische W etgeving, November 1953, blz. 633.

(11)

tieprogram m a (bij ernstige schaarste) kan w orden beboet met „een

bedrag van ten hoogste het dubbele van de w aard e van de voorgeschreven

producties of leveringen". Kan de overtreding zelf niet w orden g ew aar­

deerd, dan w ordt een and ere grondslag aangehouden, zoals in artikel 65,

lid 5, w aarin bij overtreding van het verbod to t kartelvorm ing, of bij het

opzettelijk in dit verband verstrekken van onjuiste inlichtingen, een boete

of een dw angsom kan w orden opgelegd, evenredig aan de omzet.

Bij voorkom ende gevallen zouden deze w a arderingen of grondslagen

eveneens voor verificatie in aanm erking kunnen komen.

U it het voorgaande blijkt wel, d at het op rationele wijze gebruik m a­

ken van accountantshulp niet beperkt is tot een bijstand bij de zorg van

de H .A . voor de naleving van haar voorschriften en die, welke recht­

streeks uit het V e rd ra g blijken (zie II). H e t gaat om de betrouw baarheid

van alle bij de H .A . ingediende gegevens, w aarop de H .A . haar beleid

in algem eenheid ( zie I t/m I I I ) moet baseren.

H ierm ede is wel de omvang van het onderzoekingsgebied voor de

accountant, doch bij lange niet de volledige betekenis van zijn deskundig

en onafhankelijk oordeel over de verschijnselen binnen d a t gebied, c.q

de voorstellingen d aarvan door belanghebbenden, aangegeven.

D e E .G .K .S . heeft een zeer complexe, uitgebalanceerde structuur,

w aarin de H .A . als centraal beleidsorgaan ook zelf m eerm alen in de

positie is, d a t zij gegevens overlegt, ter staving van h aa r voorstellen of

ter m otivering van h aa r beslissingen.

a. D e H .A . moet jaarlijks een algem een verslag publiceren (art. 17).

hetw elk door de G em eenschappelijke V e rg ad erin g moet w orden goed­

gekeurd. A fkeuring met 2 /3 van de stem m en betekent het aftred en van

de leden der H .A . (art. 24). V o o rts moet de H .A . de door of in de V e r­

gadering gestelde vragen beantw oorden.

U it het voorgaande is wel in enkele voorbeelden gebleken, d at deze

bepalingen geen dode letters zijn. Integendeel, de E .G . K. S. streeft een

publiciteit na, w elke zelfs over h aa r organen heen, zich richt tot ieder

belangstellende. M ijn bronverm eldingen zijn er het bewijs van.

Z ow el het afleggen van verantw oording door de H .A ., als het déchar-

geren door de V ergadering, is u iteraard slechts mogelijk, w anneer de

vraag n aa r de juistheid van de in het verslag verm elde gegevens bij voor­

b aa t buiten discussie kan blijven.

b. D e H .A . moet overléggen en inlichtingen uitw isselen m et de R aad

(van M in isters), teneinde h aa r beleid en d a t van de nationale R ege­

ringen op elkander a f te stemmen. D e R aad kan de H .A . verzoeken om

over bepaalde voorstellen advies uit te brengen (art. 26).

D it overleg op zulk een hoog niveau kan niet gehinderd w orden door

twijfel om trent de juistheid der gegevens.

c. D e H .A . kan het R aadgevend Com ité (producenten, w erknem ers,

verbruikers en h an d e la ren ) raadplegen (a rtt. 18-19). In de m eeste

gevallen is zij daartoe zelfs verplicht.

D e kennelijke bedoeling hiervan is, elke schijn of practijk van dirigisme

weg te nemen. O ok hier mag de daarvoor noodzakelijke sfeer van re d e ­

lijk overleg niet w orden vertroebeld door twijfel of verschil van mening

over de uitgew isselde gegevens.

(12)

dan wel één of meer d er aan het V e rd rag onderw orpen ondernem ingen)

tot nietigverklaring van een beslissing door een gezagsorgaan van de

E .G .K .S. genomen.

O ok hierbij kunnen feiten in het geding w orden gebracht, w elke veri­

ficatie behoeven.

W a n n e e r wij hiervóór stelden, d at het onderzoekingsgebied voor de

accountant reeds w as bepaald, bedoelden wij, d at het steeds zal gaan

over de bedrijfseconom ische verschijnselen binnen de ondernem ingen of

rakende h aa r onderling verkeer. D e verificatie van deze zelfd e verschijn­

selen (om zetten, kostprijzen, prijzen en condities, organisatorische ver­

houdingen, enz.) heeft h aa r nut, niet slechts in de verhouding tussen

H .A . en bedrijven, doch tegelijk voor de verhouding tussen genoem de

„partijen” en de andere E .G .K .S .-organen. D e controle door en de advie­

zen van de accountant op het gebied van zijn deskundigheid (zie 2 sub a)

heeft een accum ulerend nut.

4.

V erm ijding van doublure door inschakeling van de bedrijfsaccoun-

tants.

O n d e r „bedrijfsaccountants” wil ik verstaan: de public accountants,

die bij de onder de E .G .K .S. ressorterende ondernem ingen de jaarrek e­

ning verifiëren en certificeren, teneinde de décharge van het bestuur door

de eigenaren (m eest aandeelhouders) mogelijk te m aken en meer in het

algem een voor het verschaffen van zekerheid aan het „publiek", om trent

de juistheid van die jaarrekening.

H et sta a t wel vast, d a t deze bedrijfsaccountants reeds op grond van

hun bovengenoem d onderzoek zonder meer beschikken over een aan tal

van de onder punt 3 genoem de gegevens, m et nam e die, welke betrekking

hebben op de hoeveelheden en w a ard en van inkopen, verbruik en afzet.

D aarenboven kunnen zij binnen het raam van de door hen in een vast

verband sluitend bevonden gegevens, en dus zonder veel ex tra arbeid,

andere gegevens vaststellen, met nam e de kostprijsgegevens.

H e t ligt dus voor de hand, d at de bedrijfsaccountants het eerst in a a n ­

merking komen bij de inschakeling van public accountants op de hiervoren

bepleite wijze, w aarbij wij er nog eens de n ad ru k op leggen, d a t deze

accountants de opdracht slechts zullen kunnen aa nvaarden, w anneer zo­

wel de H .A . als de betrokken ondernem ing daarm ede instem men.

H e t komt mij voor, dat hierm ede een grote doublure aan onderzoekings-

arbeid kan w orden verm eden, met een evenredige mogelijkheid ener

besparing van kosten niet alleen, doch ook van tijd. W a t het laatste

betreft heb ik er reeds op gew ezen, dat het onderzoek in vele gevallen

geen nu t zal hebben, w anneer de verklaring niet op zeer korte termijn

kan w orden versterkt (zie punt 3, sub l d ) .

H e t spreekt vanzelf, dat deze organisatie van de controle alleen moge­

lijk is, indien en voorzover de bedrijfsaccountants gekw alificeerde en aan

een doelm atige beroepstucht onderw orpen vakm ensen zijn. O p dit v ra ag ­

stuk kom ik nog terug, doch ik wil er hier de conclusie aan vastknopen,

dat de in tegratie van de kolen- en staalm arkten, en de uiteindelijke doel­

stelling van de volledige integratie voor alle producten en diensten tot één

E uropese m arkt, de schepping van de E uropese accountant - van hoge

vaktechnische bekw aam heid en onderw orpen aan algem ene beroepsrege­

len - to t een m aatschappelijk desideratum van de eerste orde doet zijn.

(13)

5. E en eigen contröle-dienst, g esteld tegenover de inschakeling van de

public accountant (beider eigen m ogelijkheden en b ep e rkin g en ).

W a n n e e r bij de verificaties in het k ader van de gem eenschap (zie 3)

zou w orden gestreefd n a a r het zoveel mogelijk inschakelen van accoun­

tants, w erkzaam in het vrije beroep, dan is daarm ede nog niet gezegd,

d at een eigen contröle-instantie van de H .A . overbodig zou zijn. T w ee

factoren spelen hierbij een rol.

In de eerste plaats kan het zijn, d at er onderzoekingen m oeten p laats­

vinden, waarbij de deskundigheid van de accountant niet vereist is, of

w aarvoor een deskundigheid w ordt gevraagd die niet des accountants is.

O n d e r deze factor wil ik ook rekenen de gevallen, w aarin de openbaar

accountant van oordeel is, d at hij door toepassing van zijn vaktechniek

niet de zekerheid kan verw erven, w elke nodig is om zijn oordeel te geven.

In de tw eede plaats b estaat steeds de kans, d at een ondernem ing stel­

selmatig w eigert, in de inschakeling van een public accountant toe te

stemmen. 13) In zo’n geval zal de H .A . zelf een onderzoek w illen instellen.

Ind erd aad voorziet het V e rd ra g in artikel 86 in ,,functionarissen van

de H oge A utoriteit, die door h aa r met contröle-w erkzaam heden zijn be­

last" en die „beschikken ... over dezelfde rechten en bevoegdheden,

als door de w etgevingen van deze S taten aan am btenaren van de belas­

tingdiensten zijn verleend.”

H et is m erkbaar, en zelfs waarschijnlijk, d at aan het aldus gevorm de

con trö le-ap p araat ook (in tern e) 14) accountants w orden toegevoegd, ten ­

einde van hun deskundigheid gebruik te maken.

Kan men nu de zaak om draaien, en zeggen, d at door de instelling van

een eigen contröle-dienst, de inschakeling van public-accountants over­

bodig w ordt?

In genen dele! Z u lk s blijkt uit het voorafgaande. Ik vat echter de arg u ­

m enten nog eens samen.

a. E r o n tstaat dan een grote doublure van onderzoekingsarbeid, met de

d aa raa n verbonden verm eerdering van kosten en tijd (zie 4 ).

b. D e functionele plaats van dit ap p a raa t belet het, de b redere accum u­

lerende functie binnen de gehele organisatie van de E.G .K .S . te ver­

vullen, bijv. ter décharge van de H .A . door de Gem eenschappelijke

V erg ad erin g , als bedoeld in artikel 24 van het V e rd ra g (zie punt 3 ).

c. D enkbaar w are nog het instellen van een zelfstandig accountants-

orgaan, onder de leiding van een onafhankelijk functionaris, zoals

bedoeld in artikel 78, lid 6, van het V e rd ra g . Deze functionaris zou.

zoals reeds eerder (sub 2 d ) is opgem erkt, functioneel dezelfde positie

als een openbaar accountant innemen. A fgezien echter van het be­

zw aar sub a, meen ik, d at het een groot en principieel verschil uit­

m aakt, of zulk een functionaris de eigen organen van de E.G .K .S.

controleert (zoals in artikel 78, lid 6 is om schreven), dan wel de onder

de E .G .K .S. vallende ondernem ingen. Immers: de mogelijkheid van

een vrije keuze van de persoon van de accountant komt voor de onder-

nem inqen te ontbreken. D eze ondernem ingen zullen de formeel o n af­

hankelijke accountantsdienst terecht blijven zien als een orgaan, zo

niet van de H .A . dan toch van de E .G .K .S . 15).

13) Zie punt 2e, waaronder ik betoogde, dat de public accountant zich dan zal moeten terugtrekken.

14) „Intern” in de algemene betekenis van: in dienstbetrekking staande.

15) Vergelijk mijn beschouwingen over „De accountant-ambtenaar en de overheids­ voorschriften met betrekking tot de geheimhouding” (MAB 1948 - N o. 10) in het bijzonder het afgezonderde gedeelte op blz. 302/303.

(14)

d.

E en eigen contróle-apparaat, belast met alle verificaties, zou zulk een

om vang vereisen - mede i.v.m. beschikbaarheid voor spoedopdrach­

ten

d a t moeilijk meer gesproken zou kunnen w orden, zoals in

artikel 5 laatste alinea van het V e rd rag , van ,,een beperkt adm inistra­

tief a p p a ra a t.”

6. H and h a vin g van d e scheiding tussen bestuurdersverantw oordelijkheid

en accountantsverantw oordelijkheid.

A angezien het beleid van de H .A . voornam elijk betrekking heeft op of

voert tot het o ntstaan van bedrijfseconom ische verschijnselen, en de in­

geschakelde openbaar accountant tot taak zou hebben sommige dezer

verschijnselen vast te stellen, b estaat er steeds een gevaar van verm en­

ging van de tw ee verantw oordelijkheden.

O n d e r geen om standigheid mag de inschakeling van de accountant er

toe leiden, d a t deze door eigen interpretaties van de ontvangen opdracht

of door het zelf kiezen van economische m aatstaven, het beleid van de

H .A . op détailpunten overneem t.

Bezien vanuit de gezichtshoek van het accountantsberoep is er nog

een bijzonder gevaar verbonden aan het direct deelnem en door de accoun­

ta n t aan het beleid van de H .A .: dit zou de onbevangenheid van zijn

oordeel (m et nam e over het resultaat van het beleid) aan tasten ; hij zou

bij de w aarnem ing van dat resultaat niet meer onpartijdig te achten zijn.

Deze gevaren zijn te vermijden door de volgende richtlijnen aan te

houden.

a. H et object en de strekking van de aan de accountants op te dragen

onderzoekingen zouden door de H .A . zodanig moeten w orden geform u­

leerd, d at de accountants bij de uitvoering van de opdracht niet zelf

beslissingen meer behoeven te nemen, w elke n aa r h aar a a rd aan de H .A .

zijn voorbehouden. D it houdt tevens in, d at de accountant, w anneer

tijdens zijn onderzoek in dit opzicht leem ten in de opdracht blijken, met

de H .A . overleg pleegt, alvorens het onderzoek voort te zetten.

b. D e adviezen (in de meer beperkte zin - zie punt 2b) van de accoun­

tan t m oeten meer gericht zijn op een w eergave van de verschillende a s ­

pecten van een bepaald vraagstuk resp. op de consequenties van verschil­

lende mogelijke oplossinqen, dan op een conclusie t.a.v. de bij voorkeur

te kiezen oplossinq. Z u lk s geldt ook voor het eventuele advies van de

accountants bij de formulering van de opdrachten sub a.

Ik meen op deze plaats met deze korte opm erkingen over dit subtiele

vraagstuk te kunnen volstaan.

7.

Is de hiervoren geschetste organisatie van de controle onder de

huidige om standigheden practisch te verwezenlijken?

Ik moet erkennen, d at dit laatste punt van mijn beschouw ing een peni­

bele vraag is.

Als ideaal zou te beschouw en zijn de toestand, w aarin elk van de circa

400, onder de E .G .K .S . ressorterende bedrijven reeds w as voorzien van

een bedrijfsaccountant, en w aarbij al deze accountants aan hun v eran t­

woordelijkheid zouden beantw oorden, door hun arbeid te verrichten vol­

gens doeltreffende, vaktechnische onderzoekingsm ethoden, ten aanzien

w aarvan op de principiële punten geen belangrijke verschillen van mening

zouden bestaan.

(15)

D it ideaalbeeld zou m oeten w orden gecom pleteerd met de v eronder­

stelling, d at in het m aatschappelijk verkeer, en in het bijzonder onder de

ondernem ingshoofden, een zuiver begrip heerste om trent de inhoud van

de functie van de openbare accountant en de formele wijze, w aaro p deze

h aa r vervulling vindt in de verklaring.

O ok dàn zou nog een directe w aarborg m oeten w orden geschapen

tegen individuele verschillen in de beroepsuitoefening, w elke nu eenmaal

steeds mogelijk zijn en welke door een b eroepstuchtrechtspraak - die

uiteraard een repressief k arak ter heeft - niet kunnen w orden voorkomen,

ja zelfs: welke d aaraan grotendeels onttrokken blijven.

H oever zijn wij echter binnen het gebied van de E .G .K .S. van dit

ideaal verwijderd!

Z elfs in N ederland, w a ar het georganiseerde beroep op een ervaring

en ontw ikkeling van meer dan een halve eeuw kan bogen, en w a ar de

opleiding, de vakbeoefening en de beroepsrechtspraak, alth an s binnen

het N ed erlan d s Instituut van A ccountants (N .I.v .A .) en de V ereniging

van A cadem ische G evorm de A ccountants (V .A .G .A .), in het algem een

gesproken op een hoog peil staat, tiert de beunhazerij nog welig en is

h et inzicht van het „verkeer” in de m aatschappelijke functie van de

accountant stellig nog niet volgroeid.

H oeveel m inder gunstig is deze toestand echter in de and ere landen

van de G em eenschap (uitgezonderd w ellicht D u itsla n d ), w a ar eerst in

de allerlaatste tijd door m iddel van w ettelijke regelingen een accountants­

stand „uit de grond w ordt g estam pt” en waarbij wel blijkt, d at in deze

landen de historische ac h terstan d in de opvattingen van het m aatschap­

pelijk verkeer zeer groot is.

H e t zou derhalve m.i. van weinig realiteitszin getuigen, indien de

inschakeling van de openbare accountants langs een blind-form ele weg

w erd geëntam eerd via de verenigingen en organisaties, welke thans in de

verschillende landen bestaan, om dat het w erkelijk „niveau” daarvan zeer

verschillend is.

E r is zelfs onlangs een E uropese organisatie gesticht,

waarbij het N .I.v.A . en V .A .G .A . zich om begrijpelijke red en en niet

hebben aangesloten. Ik ben er persoonlijk van overtuigd, d at deze N e d e r­

landse organisaties een geheel an d e r stan d p u n t zouden innem en en in

de toekom st w ellicht zullen innem en, indien het beroepspeil in de andere

landen vergelijkbaar w as resp. binnen een hopelijk niet al te lange tijd

zal zijn.

W a t dit laatste betreft, zou een grote stim ulans kunnen uitgaan van

een doelm atige opzet van de controle door de E.G .K .S . H et kom t mij

voor, d at daarbij, behalve de inschakeling van de gekw alificeerde bedrijfs-

accountants in N e d erlan d en D uitsland, de bijzondere steun van à titre

personnel gekozen accountants van groot nu t zou kunnen zijn, niet alleen

w at b etreft de contrôle bij de and ere bedrijven, doch ook ter advisering

van de H .A ., inzake de organisatie van de controle.

Ik zou mij zelfs kunnen indenken, dat een of meer vooraanstaande

public accountants tijdelijk bij de H .A . w orden geaccrediteerd, onder het

volledige behoud van hun zelfstandigheid, teneinde de H .A . te adviseren

om trent de inschakeling van de bedrijfsaccountants in N ed erlan d en

D uitsland, en, na zorgvuldig onderzoek n aa r de persoon en de wijze van

vakbeoefening, ook in de and ere E .G .K .S .-landen.

(16)

en -m ethoden in bijzondere gevallen te bepalen. D it „comité" zou tevens

de H .A . kunnen adviseren om trent de formulering van de opdracht c.q.

van de a f te leggen verklaring (zie punt 6 ). E en en an d e r in overleg met

de accountants, die de bedrijven controleren.

Ik wil deze studie besluiten met te verw ijzen n a a r de w oorden van de

heer Jean M onnet, vermeld in de aanhef van dit artikel. T o t de „instel­

lingen” d aar genoemd, behoort de functie van de openbaar accountant.

O ok deze functie, mits doelmatig opgevat en beoefend, is een waarlijke

peiler van onze beschaving.

R E S U M E

L'évolution actuelle de n otre société, dont la création du Pool de

l'acier et du charbon est une preuve tangible, ouvre de nouveaux débou­

chés à l'activité des experts-com ptables. E t cela ne reg ard e seulem ent les

experts eux-mêmes, mais aussi tous ceux qui peuvent utiliser avec profit

leurs services.

L ’auteur passe d ’abord en revue quelques problèm es professionnels et

notam m ent:

— les connaissances exigées d ’un expert-com ptable (elles doivent être

avant tout fondées sur l'économie d ’entreprise avec application aux cas

concrets en particulier à tout ce qui touche au contrôle);

—■

sa fonction spécifique (dont l ’essence réside dans l ’objectivité);

•— le rap p o rt d'expertise com ptable (qui est l ’instrum ent de la fonction);

— la notion de „partie" (c ’est-à-dire tous ceux qui ont intérêt au juge­

ment de l ’ex p e rt);

— les intérêts dits divergents (ici, le ra p p o rt d ’expertise devient d'une

im portance prim ordiale);

—- et la différence entre l'expert-com ptable indépendant et l'expert-

com ptable en service (ce dernier étan t sous la dépendance d ’autrui, son

objectivité pourrait être mise en cause).

L ’auteur fait rem arquer enfin que la position de l ’expert ne change pas

form ellem ent ni m atériellem ent lorsqu'une des parties est un „pouvoir

public”, c’est-à-d ire un organe chargé des intérêts collectifs.

E nsuite l’au teu r délimite le dom aine de ses recherches en analysant le

traité du Pool enfin de dégager les fonctions qui pourront en découler

pour les experts-com ptables. E n effet, la H a u te A utorité se doit de con­

trôler les entreprises soumises à sa juridiction quant à la vérification de

leurs chiffres d ’affaires pour le calcul des impôts, pour le contrôle des

prix, sous certaines conditions pour le contrôle des débouchés, et pour le

calcul du prix de revient. E nfin elle doit rassem bler les données indispen­

sables à la réglem entation du marché.

L’auteur fait observer cependant que la H a u te A utorité doit à son

tour ren d re des comptes à l'A ssem blée et qu'elle doit aussi s ’entendre

avec le Conseil des M inistres et le Com ité consultatief, tandis que dans

certains cas la C our de Justice est appelée à d ép artag er les entreprises et

les organes du Pool. P ourtant, dans tous ces rapports complexes on a

toujours besoin de mêmes données, c’est-à-dire, des phénom ènes se m ani­

festant à l’intérieur des entreprises ou des rap p o rts entre elles. P a r consé­

quent, des vérifications faites p ar l’expert-com ptable pourront servir à

plusieurs fins.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

“wie zit er nou op mij te wachten?” Daarom strooien we met onze kennis. Wat zeg ik: bombarderen we onze toehoorders met kennis, want stel je voor dat het te weinig waarde is die

- Een opening van de voorziening voor luchtverversing moet zijn gelegen op een afstand van ten minste 2 m van de perceelsgrens, gemeten loodrecht op de uitwendige

We weten dat temperatuur en vochtigheid fysieke grootheden zijn en daarom analoge signalen, maar de DHT11-sensor zal analoog naar digitaal converteren en vervolgens zullen wij een

De dunnere rode lijn vraagt aandacht voor bijna 7 km wegels en dreven die niet toegankelijk zijn omdat ze door aangelanden zijn ingepalmd of door de ei- genaars zijn afgesloten.. Op

Maar niet alle kokerjuffers bouwen zo’n huisje; er zijn er ook die vrij leven in het water, deze zijn meestal goede indicatoren voor de waterkwaliteit.. De larven

te krijgen. Ik hoop de komende tijd alle bewoners en medewer- kers te leren kennen en ver- heug me op een goede samen- werking met iedereen. Ik ga er zeker mijn best voor doen

de neerwaartse bijstelling in 2019 van de kredietbedragen riolering en wegen beschikbaar te houden voor het meerjarenprojectenplan vanaf 2021.. de geheimhouding van Bijlage

Het is uitdrukkelijk verboden voor om het even welke werknemer om, in bezit te zijn van software zonder geldige licentie, dergelijke software in de bedrijfsgebouwen binnen te