• No results found

BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING. voor een opslagdepot voor de op- en overslag van brandstoffen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING. voor een opslagdepot voor de op- en overslag van brandstoffen"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING

voor: voor een opslagdepot voor de op- en overslag van brandstoffen activiteiten: het ambtshalve toevoegen van een voorschrift

verleend aan: FinCo Terminal Groningen b.v.

locatie: Van der Hoopstraat 15 te Groningen vth-nummer: Z2017-00015940

bevoegd gezag: Provincie Groningen verzenddatum: 6 februari 2018

(2)

2 Inhoudsopgave

1 Besluit ... 3

1.1 Ambtshalve wijziging van de voorschriften ... 3

1.2 Besluit ... 3

1.3 Kennisgeving en terinzagelegging ... 3

1.4 Beroep ... 3

1.5 Inwerkingtreding ... 3

1.6 Ondertekening ... 4

1.7 verzending ... 4

2 Procedure ... 5

2.1 Uitgebreide procedure ... 5

2.2 Huidige vergunningensituatie ... 5

2.3 Projectbeschrijving ... 5

2.4 Bevoegd gezag ... 5

2.5 Vergunningplicht ... 5

2.6 Publicatie besluit ... 6

3 Inhoudelijke overwegingen ... 7

3.1 Bovengrondse opslag van brandbare vloeistoffen in bovengrondse verticale tanks ... 7

4 Voorschrift milieu ... 8

(3)

3 1 Besluit

1.1 Ambtshalve wijziging van de voorschriften

Het college van Gedeputeerde Staten kan, op grond van artikel 2.31, lid 2, onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo), de voorschriften van de omgevingsvergunning ambtshalve wijzigen in het belang van de bescherming van het milieu.

In dit besluit worden aan de voorschriften van de bij besluit van 1 december 2004, nummer 2162- 16884 verleend doorhet college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Groningen aan Aardolie Opslag Groningen (thans: FinCo Terminal Groningen b.v) verleende, revisievergunning ambtshalve een vergunningvoorschrift toegevoegd die betrekking heeft op de overvulbeveiliging van de tanks (de verticale tanks met bodemplaat).

Het betreft de locatie Van der Hoopstraat 15 te Farmsum.

1.2 Besluit

Het college van Gedeputeerde Staten besluit, gelet op artikel 2.31, lid 2, onder b van de Wabo en de hierna genoemde overwegingen, tot ambtshalve wijziging van de voorschriften van de bij besluit van 1 december 2004, nummer 2162-16884 verleende revisievergunning van FinCo Terminal Groningen b.v.

(hierna: FinCo)

Ter bescherming van het milieu wordt, aan de vergunning van 1 december 2004, een voorschrift toegevoegd met betrekking tot de overvulbeveiliging van de tanks.

1.3 Kennisgeving en terinzagelegging

Van dit besluit wordt kennisgegeven in het Dagblad van het Noorden en op de website van de provincie Groningen.

Het besluit met de daarbij behorende stukken liggen in het gemeentehuis van de gemeente Groningen en in het provinciehuis gedurende zes weken ter inzage.

1.4 Beroep

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden beroep instellen bij de Rechtbank Noord-Nederland binnen zes weken na de dag dat het ter inzage is gelegd.

1.5 Inwerkingtreding

Deze vergunning treedt in werking op de dag na afloop van de beroepstermijn. Als er een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt deze vergunning niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.

(4)

4 1.6 Ondertekening

Het college van Gedeputeerde Staten van Provincie Groningen, namens deze,

Directeur Omgevingsdienst Groningen

1.7 verzending

Verzonden op: 6 februari 2018

Een exemplaar van dit besluit is verzonden aan:

 Aanvrager

 Burgemeester en Wethouders van de gemeente Groningen;

 De Inspectie Leefomgeving en Transport;

 Waterschap Noorderzijlvest.

(5)

5 2 Procedure

2.1 Uitgebreide procedure

Dit besluit is, op grond van artikel 3.15, derde lid van de Wabo, voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.3 van de Wabo.

2.2 Huidige vergunningensituatie

Op 1 december 2004, nummer 2162-16884, heeft het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Groningen aan AOG een revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) verleend voor een inrichting voor de op- en overslag van aardolieproducten.

Daarnaast heeft het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Groningen op 8 juli 2009 een maatwerkbeschikking op grond van het Activiteitenbesluit verleend met betrekking tot de lozing van grondwater afkomstig van een bodemsanering op het gemeentelijk vuilwaterriool.

Voorts zijn van de inrichting de volgende meldingen geaccepteerd:

- 24 december 2004, 2162-17750/2 (wijzigingen opslag additieven in k3-put);

- 22 februari 2006, 2162-18627/2 (verandering in- en uitritten);

- 7 april 2009, 2162-21422/3 (wijziging benzine naar (bio)ethanol en nieuwe blusschuimvoorraadtank);

- 16 september 2010, 2162-22468/3 (plaatsen dampverwerkingseenheid naast bestaande VPS).

Tevens is van de aanvrager op 8 februari 2005 een mededeling ontvangen (putdijken k1-tankput deels vervangen door stalen wand met aarden afdekking in put).

2.3 Projectbeschrijving

Het college van Gedeputeerde Staten kan, op grond van artikel 2.31, lid 2, onder b van de Wabo, de voorschriften van de omgevingsvergunning ambtshalve wijzigen in het belang van de bescherming van het milieu.

Met de revisievergunning van 1 december 2004 is vergunning verleend voor de op- en overslag van aardolieproducten.

In deze vergunning zijn geen voorschriften opgenomen betreffende de overvulbeveiliging op de tanks.

2.4 Bevoegd gezag

Aangezien de inrichting een inrichting is waarop het Besluit risico’s zware ongevallen 2015 van toepassing is, zijn wij op grond van artikel 2.4 Wabo in samenhang met artikel 3.3 lid 1, onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Bor) bevoegd om te beslissen op de aanvraag. Wij zijn er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle aspecten met betrekking tot de fysieke leefomgeving aan de orde komen. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd.

2.5 Vergunningplicht

De inrichting is vergunningplichtig op grond van artikel 2.1, lid 2, en bijlage I van het Bor, onderdeel B.1.a: inrichtingen waarop het Besluit risico’s zware ongevallen 2015 van toepassing is.

(6)

6 2.6 Publicatie besluit

Van dit besluit wordt mededeling gedaan door publicatie in het Dagblad van het Noorden en op de provinciale website.

(7)

7 3 Inhoudelijke overwegingen

3.1 Bovengrondse opslag van brandbare vloeistoffen in bovengrondse verticale tanks

PGS 29:2008

In 2008 is de PGS 29 "Richtlijn voor bovengrondse opslag van brandbare vloeistoffen in verticale cilindrische tanks" van 2005 gewijzigd naar aanleiding van de explosie en brand van het Buncefield brandstofdepot in het Britse Hemel Hampstead.

Dit leidde tot een herziene PGS 29, gepubliceerd door de directie Externe Veiligheid van het ministerie van VROM van 7 oktober 2008 (hierna: PGS 29:2008).

PGS 29:2016

Bij de implementatie van PGS 29:2008 ontstonden echter in veel bestaande situaties onduidelijkheden.

De richtlijn uit 2008 is daarom opnieuw herzien.

Op 15 juli 2016 is de PGS 29: 2016 versie 1.0 (juli 2016) gepubliceerd. Vervolgens is in december 2016 versie 1.1. gepubliceerd.

Deze PGS 29: december 2016 versie 1.1 is opgenomen als Nederlands informatiedocument over BBT in de bijlage van de Mor.

Brief van de staatssecretaris van IenM van 15 februari 2016

De richtlijn betreft een volledige revisie van de voorgaande PGS 29:2008 en is opgesteld conform de brief van de staatssecretaris van IenM van 15 februari 2016 over de implementatie van PGS 29 in de periode 2016 – 2022.

Deze brief geeft inzicht in wat er de komende jaren van de betrokken bedrijven verwacht wordt, hoe de afgestemde VTH-inzet vanuit de overheden wordt ingevuld, en welke tijdpaden daarbij worden

gehanteerd.

In de bijlage bij deze brief zijn onder andere implementatietermijnen opgenomen voor het uitvoeren van tanks met een hoogniveau-alarmering en een fysiek onafhankelijke instrumentele

overvulbeveiliging. De uiterste implementatiedatum voor klasse 1-vloeistoffen betreft 1 januari 2018.

Opslag FinCo

Binnen de inrichting bevinden zich de volgende opslagen in verticale tanks met bodemplaat die vallen onder de werkingssfeer van de PGS 29:

- K1 tankput: opslag benzine en bio-ethanol in een viertal tanks (T1, T2, T3 en T4);

- K3 tankput: opslag dieselolie in een viertal tanks (T11, T13, T14 en T15).

FinCo is bezig met een revisievergunningtraject. Het traject zit nog in de fase waarin de concept- aanvraag wordt beoordeeld. Er is er geen zicht op het verlenen van een beschikking op korte termijn.

Derhalve kiezen wij ervoor om de eisen met betrekking tot de hoogniveau-alarmering en een fysiek onafhankelijke instrumentele overvulbeveiliging vast te leggen in de vergunningvoorschriften middels het ambtshalve toevoegen van een voorschrift aan de huidige revisievergunning van 2004.

Voor de bovengenoemde tanks van FinCo is een voorschrift opgenomen die verwijst naar voorschrift 3.3.12 van de PGS 29: december 2016. In dit voorschrift staan de eisen vermeld met betrekking tot de hoogniveau-alarmering en de fysiek onafhankelijke instrumentele overvulbeveiliging.

Overigens zijn in voorschrift 3.3.13. van de PGS 29: december 2016 uitzonderingsituaties genoemd voor bestaande situaties. Wij nemen dit voorschrift niet op, omdat wij, met de kennis die wij van het bedrijf hebben, er van uitgaan dat deze uitzonderingsituaties niet aan de orde zijn bij FinCo.

(8)

8 4 Voorschrift milieu

1. Opslag van brandbare vloeistoffen in bovengrondse verticale cilindrische tanks met bodemplaat (PGS 29: oktober 2008)

1.1.

De verticale tanks voor de opslag van klasse 1 en klasse 3 vloeistoffen moeten voldoen aan het volgende voorschrift van de PGS 29: december 2016:

Paragraaf 3.3.4.: 3.3.12

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de

• De terrassen voldoen niet aan de wetgeving met betrekking tot lichten en zichten en kunnen bijgevolg niet op deze manier vergund worden. Door de toepassing van deze wetgeving

Omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014. • Het niet bebouwde deel van het terrein moet als tuin worden aangelegd. De groenaanleg moet voorzien worden zoals aangeduid op

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet

Voor de activiteiten binnen de inrichting waarop de regels van het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer van toepassing zijn, zijn aan deze

Voor laagwaardige toepassingen als toiletspoeling en spoelen van de mengketels wordt regenwater gebruikt. Afvalwater dat gevaarlijke stoffen bevat wordt opgevangen in een