OPLEIDING LERAAR BASISONDERWIJS
LESSCHEMA
Studenten:
Henrik Smit Klas (pabo):
2A Tutor:
Age Wesselius
Stageschool:
SWS Sint Jabik Plaats:
Sint-Jacobiparochie Coach:
Aly Meijer - van Eldik
Groep:
6
Aantal leerlingen:
22 Datum:
14-11-2017 Verantwoording van de les:
Deze les geef ik na overleg met mijn coach en wordt gegeven vanuit vrije wil.
Opdracht(en):
- Geef een les studievaardigheden volgens de methoden - (voor de leerlingen) maak in het werkboek de opgaven die bij de les horen.
Reflectie vooraf:
Algemeen:
De vorige keer dat ik een les Blink gaf, ging het al beter dan de keer ervoor. Deze stijgende lijn wil ik deze les
voortzetten. Wanneer ik tijdens de les de controle verlies, zal ik proberen de grip op de groep terug te krijgen door de kinderen een a twee minuten stil te laten zitten. Mocht het dan niet lukken, dan stop ik de les en hervat ik deze weer op een later moment. Deze les bevat een grote hoeveelheid nieuwe informatie. Het kan zijn dat het de kinderen niet lukt om heel lang geconcentreerd aan de slag te gaan met deze les. In dat geval stop ik de les en hervatten we deze weer op een later moment.
Over het onderwerp:
Deze les kaart een nieuw onderwerp aan, namelijk het aflezen van kaarten. Het onderwerp kaartlezen gaat verder dan alleen het aflezen van een kaart. Er moet namelijk ook aandacht besteed worden aan de schaal, de legenda enz. Hier zal ik gedurende deze les dan ook uitgebreid bij stilstaan.
Bronnen:
Blink Studievaardigheden – docentenhandleiding Blink Studievaardigheden – bronnenboek Blink Studievaardigheden – werkboek Competentie:
Pedagogisch-, Inhoudelijk en didactisch-, organisatorisch competent Indicator(en):
3.1 Ik zorg ervoor dat nieuwe leerstof aansluit bij wat de kinderen al kunnen en kennen.
1.6 Ik stel realistische eisen aan kinderen.
1.10 De kinderen krijgen bij mij naar mogelijkheid ruimte voor eigen verantwoordelijkheid.
2.10 Ik schep een situatie waarin de kinderen zelfstandig kunnen zijn.
4.14 Ik gebruik organisatievormen, leermiddelen en leermaterialen die leerdoelen en leeractiviteiten ondersteunen.
Persoonlijke leerdoelen van de student:
Ik wil deze les minimaal even goed laten verlopen als de vorige les.
Lesdoel(en):
Procesdoelen:
- Enkele leerlingen hebben kunnen oefenen met het hardop voorlezen van een tekst.
- De leerlingen hebben kunnen oefenen met het ordenen van informatie en andere studievaardigheden.
Productdoelen:
- De leerlingen kennen het onderwerp van de les en weten waar ze om moeten denken tijdens de opgaven die ze (vermoedelijk) de volgende les moeten maken.
Beginsituatie:
Het vak studievaardigheid is voor de kinderen niet het meest spetterende en inspirerende vak op school. Op zich is dat best logisch, omdat er weinig verschillende werkvormen zijn waarin studievaardigheden kunnen worden geoefend. Hierdoor kan de werkhouding van de kinderen zo nu en dan te wensen over laten. Het is dus aan mij om hier effectief mee om te gaan.
Deze les wordt op de middag gegeven. Het kan dus zijn dat de leerlingen niet zo scherp meer zijn of drukker zijn dan ze in de ochtend waren.
Het onderwerp zal vermoedelijk zo nieuw zijn voor de kinderen, dat ik veel moet uitleggen en de opgaven niet gemaakt worden of afgemaakt kunnen worden tijdens deze les.
FASE
+TIJD
LESINHOUD EN LEERINHOUD DIDACTISCHE WERKVORMEN
LEERACTIVITEIT GROEPERINGVORM LEER- EN HULPMIDDELEN
ORGANISATIE
Oriëntatie en Instructie 15 min.
Gedurende deze fase vertel ik wat ik van de kinderen verwacht tijdens deze les en gaan we gezamenlijk de tekst lezen die bij deze les hoort.
Ik zal een kaart op het bord zetten, waarmee we kunnen oefenen met het aflezen van een kaart. Ook zal ik belangrijke woorden, zoals schaal en legenda, uitleggen aan de kinderen
Klassikale instructie Luisteren en meedenken
Klassikaal Informatieboek Bronnenboek
We lezen klassikaal de teksten en bekijken de bronnen.
Ik wil dat alle kinderen die niet aan het voorlezen zijn hun mond houden en meelezen. Wanneer zij dit niet doen, zullen er sancties volgen, zoals het vooraan zitten, het voorlezen van een hele bron of het verwijderd worden uit de les, waarbij er aan het einde van de dag een gesprek volgt.
Zelfstandig werken:
10 min
In deze fase gaan de leerlingen alleen of samen zelfstandig beginnen met de opgaven. Omdat de kinderen vermoedelijk onvoldoende concentratie hebben om de opdrachten af te maken, houd ik er rekening mee dat deze les niet afgemaakt wordt vandaag.
Opdrachtvorm:
- Opgaven maken (Dit mag in tweetallen)
Opgaven maken Tweetallen of alleen
Werkboek De leerlingen maken alleen of in tweetallen de opgaven op die bij deze les horen.
Wanneer zij dit in tweetallen doen, wil ik dat ze rustig aan het werk gaan en anderen niet storen. Terwijl ze dit doen loop ik rond om eventuele vragen te beantwoorden.
OPMERKINGEN COACH N.A.V. DE GEGEVEN LES(SEN)
Heeft de student zich adequaat voorbereid? Zo ja: waaruit blijkt dat? Zo nee: wat ontbreekt er?
- idem
Paste de uitgevoerde activiteit bij de gekozen competenties / indicatoren? Zo ja: waaruit blijkt dat? Zo nee: wat ontbreekt er?
- idem
Het lesverloop
Wat ging goed Wat ging minder goed
- Zorg tijdens het zelfstandig werken voor concentratie.
Adviezen
- Tijdens de inleiding kunnen de boeken dicht blijven. Dit zorgt voor afleiding.
- Je had niet altijd de volle aandacht van alle lln.
- Atlas laten zien. regiser!
Reflectie op mijn les volgens de reflectiecirkel van Korthagen
Beantwoording van de volgende vragen:
1. Wat is er gebeurd? ( = terugblikken) (1, 2)
2. Wat vond ik hierin belangrijk? ( = bewustwording essentiële aspecten) (3)
3. Tot welke voornemens of leerwensen leidt dit? ( = alternatieven ontwikkelen en daaruit kiezen) (4, 5)
Vraag 1 (fase 1 & 2):
Tijdens deze les kreeg ik de kinderen niet altijd mee. Ze wilden soms gewoon niet, wat ik ook deed. Ik heb dan ook een donderpreek gehouden, om zo de kinderen erop te attenderen dat ik dit gedrag niet pik. Dit hielp echter niets. De kinderen wilden echt niet. Ik liet ze op een gegeven moment maar twee minuten met de armen over elkaar zitten.
Tijdens deze twee minuten mocht niemand praten. Op dat moment kreeg ik ze weer een beetje terug.
Vraag 2 (fase 3):
Ik vond het belangrijk dat de kinderen mee zouden doen tijdens mijn les en dat ze aan het opletten waren tijdens mijn les. Ik weet dat dit niet de leukste lessen zijn voor de kinderen, maar er dienen ook minder leuke lessen gegeven te worden.
Vraag 3 (fase 4 & 5):
Ik zal bij een dergelijke les in het vervolg nog meer aandacht moeten besteden aan een pakkende inleiding, zodat de kinderen meer interesse krijgen in het onderwerp. Ik kan bijv. een gesprek beginnen met de kinderen over het onderwerp of prikkelende vragen stellen.