RAPPORT VAN BEVINDINGEN
KWALITEITSONDERZOEK BIJ OPENBARE BASISSCHOOL DE NOTENKRAKER
Plaats : Den Haag
BRIN-nummer : 26PP
Arrangementsnummer : 77321 Registratienummer : 2906548
Onderzoek uitgevoerd op : 15 februari 2010 Rapport vastgesteld te Zoetermeer op 17 mei 2010
HB 2811938/9 documentnummer:
Pagina 2 van 11
INHOUDSOPGAVE
1. INLEIDING ... 5 2. BEVINDINGEN... 7 3. TOEZICHTARRANGEMENT ... 11
Pagina 3 van 11
Pagina 5 van 11
1. INLEIDING
De Inspectie van het Onderwijs heeft op 15 februari 2010 een onderzoek uitgevoerd op OBS De Notenkraker naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving.
Aanleiding
De aanleiding was het volgende. De inspectie heeft voor OBS de Notenkraker een risicoanalyse uitgevoerd. Uit de analyses kwam naar voren dat er zich mogelijke tekortkomingen voordoen in zowel de opbrengsten als het onderwijsproces.
Op 6 oktober 2009 heeft de inspectie de uitkomsten van deze risicoanalyse met het bevoegd gezag besproken. Naar aanleiding van dit gesprek heeft het bestuur aanvullende gegevens naar de inspectie gestuurd. Op basis van die gegevens is door de inspectie een herberekening gemaakt. Uit deze herberekening kwam naar voren dat de opbrengsten mogelijk onvoldoende zijn. In een gesprek met het bestuur op 8 december 2009 is vervolgens besloten een onderzoek uit te voeren om eventuele tekortkomingen vast te stellen.
In dit onderzoek wordt tevens nagegaan of de school aan enkele wettelijke vereisten voldoet.
Onderzoeksopzet
Deze rapportage is gebaseerd op:
• een controle op de aanwezigheid van de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie;
• een toets op de aanwezigheid van enkele verplichte onderdelen in de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan, die in het kader van het programmatisch
handhaven zijn gecontroleerd;
• onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn;
• onderzoek op locatie, waarbij de onderwijspraktijk is geobserveerd in de groepen 1/2, 3, 4 , 5, 6, 7 en 8;
• gesprekken met de directie, intern begeleiders en met leraren.
Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie en een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag.
Toezichtkader
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het toezichtkader primair onderwijs 2009. Daarnaast is gebruik gemaakt van aanvullende normeringen die opgenomen zijn in de notitie ’ Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs’ van oktober 2009. In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zijn onderzocht. Al deze documenten zijn te vinden op
www.onderwijsinspectie.nl.
Uit het waarderingskader zijn, naast de kwaliteitsaspecten die te maken hebben met de resultaten en de ontwikkeling van kinderen ook zes indicatoren van kwaliteitszorg en acht normindicatoren onderzocht. Tevens zijn kwaliteitsaspecten onderzocht die mogelijk samenhangen met de teruglopende eindresultaten. Het gaat dan om drie indicatoren die de afstemming van de aangeboden leerinhouden op de ontwikkeling van kinderen beoordelen (indicator 6.1, 6.2, en 6.3). Aan de zorg en begeleiding is toegevoegd of leraren systematisch de voortgang van de leerlingen volgen en analyseren. (7.2).
Kwaliteitsaspect 8, ‘De leerlingen die dat nodig blijken te hebben, krijgen extra zorg’ is uitgebreid. Aan dat aspect zijn drie indicatoren toegevoegd (8.1, 8.2 en 8.4.).
Opbouw rapport
In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek over de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
Pagina 6 van 11
Pagina 7 van 11
2. BEVINDINGEN
2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel
In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften.
Legenda:
1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed
5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
Bij wet- en regelgeving is in de waardering tot uitdrukking gebracht of de school wel (ja) of niet (nee) voldoet aan de genoemde wettelijke vereisten.
Opbrengsten
1 2 3 4 5
1.1* De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
z
1.2*. De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
z
1.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de
verwachte periode van 8 jaar. z
1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen
zich naar hun mogelijkheden. z
Leerstofaanbod
1 2 3 4
2.1* Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.
z
2.2* De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.
z
2.3 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar
aan. z
2.4* De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
z
Didactisch handelen
1 2 3 4
5.1* De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. z 5.2* De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. z 5.3* De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. z
Afstemming
1 2 3 4
6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op
verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. z 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in
ontwikkeling tussen de leerlingen. z
6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen
in ontwikkeling tussen de leerlingen. z
6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in
ontwikkeling tussen de leerlingen. z
Begeleiding
1 2 3 4
7.1* De school gebruikt een samenhangend systeem van
genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
z
7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in
de ontwikkeling van de leerlingen. z
Zorg
1 2 3 4
8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig
hebben. z
8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt
de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. z
8.3* De school voert de zorg planmatig uit. z
8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. z
Kwaliteitszorg
1 2 3 4
9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar
leerlingenpopulatie. z
9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. z 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. z 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. z 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. z 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de
gerealiseerde onderwijskwaliteit. z
Wet- en regelgeving
ja nee N1 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie
gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 16 en 13).
z
N2 Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 16 en 12). z N3 Door of namens het bestuur is het vastgestelde zorgplan van het
samenwerkingsverband naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 19).
z
N4 De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WPO, art. 8). z De normindicatoren zijn aangegeven met een asterisk*.
Pagina 8 van 11
Pagina 9 van 11
2.2 Beschouwing Algemeen beeld
Ondanks dat de eind- en tussenresultaten van OBS de Notenkraker net voldoende zijn is de inspectie van oordeel dat het onderwijs op de school van onvoldoende kwaliteit is.
De inspectie ziet risico’s aangezien de leerrendementen van de leerlingen gedurende de schoolperiode afnemen, de entreetoets van groep 7 van 2009 geen positief beeld laat zien.
Daar komt nog bij dat er bij het aanbod, het didactisch handelen en de leerlingenzorg vier normindicatoren van onvoldoende niveau zijn.
Naast deze punten van kritiek zijn er ook positieve punten geconstateerd. De inspectie heeft onderdelen van het aanbod, het didactisch handelen, tijd en kwaliteitszorg als voldoende beoordeeld. Het team toont betrokkenheid bij de leerlingen en leerlingen worden met respect benaderd. Daarnaast zijn de leraren en directie wel degelijk bereid om kritisch te kijken naar hun eigen handelen en gemotiveerd om te werken aan kwaliteitsverbeteringen die nodig zijn.
Toelichting Opbrengsten
Zoals in het algemeen beeld genoemd, zijn de eindresultaten net voldoende. De afgelopen twee jaar komen de eindopbrengsten niet boven de minimum norm van de inspectie uit.
Tevens laten de gegevens van de entree toets van groep 7 van 2009 geen opwaartse lijn zien. De tussenresultaten, het technisch lezen in groep 3 en 4, het rekenen/ wiskunde in groep 4 en 6 en het begrijpend lezen in groep 6 zijn allemaal net voldoende. Toch wijst de inspectie op een aantal risico’s:
- Het hoge aantal leerlingen dat langer dan 8 jaar over de basisschool doet en waarover de school zich niet vanuit specifiek beleid kan verantwoorden.
- De teruglopende leerrendementen vanaf midden groep 4 tot en met groep 8 waar de school geen aanwijsbare verklaring voor heeft.
- Een aantal leerlingen dat werkt op een eigen leerlijn maar waarvoor de school geen ontwikkelingsperspectief met tussendoelen en een aangepast leerstofaanbod heeft.
Onder andere op basis van deze opbrengst gegevens komt de inspectie tot de conclusie dat de kwaliteit van het onderwijs op de Notenkraker onder druk staat.
Het is noodzakelijk dat de school aandacht gaat besteden aan leerrendementen van de leerlingen. Het is goed mogelijk dat de school zich nu met name richt op de leerlingen met een (leer)achterstand en de leerlingen met meer leermogelijkheden onvoldoende volgt, waardoor verlies van leerrendement niet op tijd wordt opgemerkt. Ook kan de school zich afvragen of haar doelen, ook voor de leerlingen met achterstand wel specifiek en ambitieus genoeg zijn.
Kortom het is belangrijk dat de school maar vooral ook de leerkracht in de groep zelf onderzoekt of er niet meer leerrendement uit kinderen gehaald kan worden. Goede evaluaties van de leerresultaten, door het in kaart brengen van de groei van de vaardigheidscores op individueel niveau, groepsniveau en schoolniveau zijn daarvoor essentieel.
Dan kunnen er doelgerichte conclusies worden getrokken voor het onderwijs.
Het aanbod
De inspectie signaleert een mogelijk verband tussen de instabiele leerresultaten en een aantal tekortkomingen dat is aangetroffen bij het leerstofaanbod. Ondanks dat de school alle kerndoelen betrekt bij haar onderwijs krijgt een te groot aantal leerlingen in groep 8 de leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen/wiskunde niet aangeboden tot en met groep 8. Tevens heeft de school geen specifiek aanbod dat past bij leerlingen met een taalachterstand. In de kleuterbouw is daar een start mee gemaakt. Dit blijkt onder meer uit de talige omgeving en een doelgericht taalaanbod.
Het is positief dat de school het belang hiervan inziet en deze lijn wil doortrekken voor de gehele school. Het gaat dan om een rijke taalomgeving met labeling, veel interactie tussen leerlingen en de uitbreiding van de woordenschat door middel van woordenlijsten en thema’s.
Het didactisch handelen
Het didactisch handelen is in de basis van voldoende niveau. Leerkrachten hebben voldoende bagage, realiseren een taakgerichte werksfeer en een prettig pedagogisch klimaat met aandacht voor het sociaal- emotionele welbevinden van kinderen. Toch valt de inspectie tijdens de lesobservaties een zekere mate van onrust op bij de leerlingen. Vaak doen lang niet alle leerlingen geconcentreerd mee, er is veel ruis en het ontbreekt aan een groot aantal ‘actieve leerders’. Dat kan komen door een te weinig uitdagende, attractieve leeromgeving maar kan ook mede het gevolg zijn van het feit dat er binnen de school geen duidelijke afspraken gemaakt zijn over hoe de instructie wordt gegeven en op welke wijze de differentiatie moet plaatsvinden. Om tegemoet te komen aan de verschillen tussen leerlingen met als doel een actieve leerhouding en daarmee hogere
leerrendementen zijn naar het oordeel van de inspectie eenduidige afspraken nodig die ook gecontroleerd worden. Het gaat dan onder andere over de wijze waarop leerkrachten op een planmatige wijze differentiëren op de verschillen in ontwikkeling van de leerlingen, zowel bij de instructie, als bij de verwerking van de leerstof en het afstemmen van de onderwijstijd. De inspectie heeft dit niet in voldoende mate gezien. De intentie van de leerkrachten is er wel, leervorderingen van de leerlingen worden bijgehouden en geanalyseerd en er zijn plannen. In de dagelijkse praktijk is de uitwerking daarvan niet voldoende aanwezig. Instrumenten als de instructietafel, het zelfstandig werken, het taakspel worden niet effectief ingezet. Hierdoor komt ook het deel van de uitvoering van de handelingsplannen die in de groep moet gebeuren in gevaar.
De leerlingenzorg
Hoewel de school over voldoende instrumenten beschikt om de vorderingen van leerlingen te volgen en vast te stellen welke leerlingen extra zorg nodig hebben, worden deze in onvoldoende mate ingezet bij de uitvoering van de leerlingenzorg. De zorg die gepland wordt, is niet voor alle ‘zorgleerlingen’ toereikend. Er gaat onder andere veel tijd verloren doordat er veel handelingsplannen zijn die een half jaar beslaan. In die periode kan de school niet aantonen dat er consequent aan de plannen wordt gewerkt. Daarbij is de inspectie van oordeel dat er in de groepen ook te weinig concreet gedaan wordt met de resultaten van de methoden gebonden toetsen. De kwaliteit van de plannen is verschillend maar over het algemeen bevatten lang niet alle plannen concrete doelen, concreet
beschreven activiteiten, het tijdstip en de wijze van evaluatie van de extra zorg.
Kwaliteitszorg
Met betrekking tot kwaliteitszorg kan de school stappen maken die moeten leiden tot een goede aansturing van de verbeteringen die op de Notenkraker noodzakelijk zijn.
Uit het gesprek met de directie wordt duidelijk dat de school zicht heeft op de leerlingen populatie en soms wordt het onderwijsbeleid hier ook op aangepast. De school heeft te maken met een specifieke en uiteenlopende doelgroep. Belangrijk is dan ook dat jaarlijks op een systematisch wijze wordt vastgelegd wat de consequenties daarvan zijn voor het onderwijs en de keuze voor de verbeteractiviteiten. Daar speelt ook de kwaliteit van de opbrengsten een rol bij. Deze gegevens worden door de school geëvalueerd maar dit kan verder worden versterkt.
De school heeft een jaarplan maar de inspectie vindt dit plan te weinig doelgericht en sturend naar het team toe. Doelen zijn niet smart geformuleerd. De werkwijze is niet altijd duidelijk, verantwoordelijkheden, een tijdpad en de wijze waarop de resultaten worden vastgesteld en geëvalueerd ontbreken in deze planning.
Ook heeft de school niet in voldoende mate vastgelegd hoe verbeteringen en nieuw beleid worden geborgd.
Pagina 10 van 11
Pagina 11 van 11
3. TOEZICHTARRANGEMENT
Belangrijke tekortkomingen in de onderwijskwaliteit
De kwaliteit van het onderwijs vertoont belangrijke tekortkomingen en is als zwak beoordeeld. Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan de OBS de Notenkraker een aangepast arrangement toe. De school valt onder intensief toezicht.
Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de onderwijskwaliteit in maart 2012 weer van voldoende niveau is. De inspectie voert in het eerste kwartaal van 2012 opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven.
In aanvulling hierop maakt de inspectie nadere afspraken met het bevoegd gezag over te bereiken tussenresultaten en een tussentijds onderzoek naar bereikte verbeteringen.
Deze afspraken legt de inspectie vast in een toezichtplan.