• No results found

Bijlage 1.2 Verkort lesschema (voor dagdelen) Pabo 3 OK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bijlage 1.2 Verkort lesschema (voor dagdelen) Pabo 3 OK"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

tijd vak Omschrijving geplande activiteit Leermiddelen

Bijlage 1.2 Verkort lesschema

(voor dagdelen)

Pabo 3 OK 2015-2016

Gegevens opleiding

Naam: Marlies Mijnders

Klas: P2E

Dag- of deeltijdopleiding: Dag

SLB’ER: Mevr. Hoeke

Periode: 4

Gegevens stageschool

Code: Als

Naam: Het Kompas

Plaats: Alblasserdam Groep/aantal l.l.: 1/2

Mentor: Mevr. Hoeke Datum: Vrijdag 3 april 2016 Activiteit: Dagdeel vrijdagmorgen

(2)

30 min

Dagopening 8:30-9:00

Persoonlijk leerdoel

Ik kan… aan het eind van de stage een les godsdienst geven waarbij de kinderen zich een beeld vormen van het

Bijbelverhaal dat ze verteld krijgen. Dat wil ik bereiken door beeldend te vertellen en door een afbeelding bij het verhaal te laten zien.

Nadat de kinderen zich een beeld van de geschiedenis hebben gevormd, kan ik met de kinderen in gesprek gaan over de betekenis van het Bijbelverhaal. Deze betekenis maak ik duidelijk voor de kinderen, door vragen te stellen die dicht bij de leefwereld van de kinderen staan en waarmee ik een link kan maken met het Bijbelverhaal.

Beginsituatie

De kinderen hebben het Bijbelverhaal over Bartimeüs nog niet in de klas gehoord. De vorige keer is er verteld over de verloren zoon.

Dit Bijbelverhaal sluit niet aan bij het thema waar de kinderen over werken, maar het past wel in de reeks Bijbelverhalen die de kinderen deze tijd van het jaar horen.

Doelstelling

Aan het eind van de les zijn de kinderen de dag begonnen door te zingen over/tot de Heere God en door tot Hem te bidden. Daarnaast heeft een bofkleuter de dag en de datum op gezegd.

Ook kunnen de kinderen aan het eind van de les vertellen wat de betekenis van het Bijbelverhaal van Bartimeüs is. Namelijk dat de Heere Jezus voor iedereen zorgt die in hem gelooft. We mogen op Hem vertrouwen.

Omschrijving van het lesverloop + leerkrachtrollen - Zingen:

“Dag school dag school, daar ben ik weer en ik heb je zoveel te vertellen.

Laat de schoolbel maar weer bellen.

Langer luieren kan niet meer.

Langer luieren kan niet meer”.

- Bofkleuter: Welke dag is het vandaag? Deze mag de dag aanwijzen op het bord.

Wanneer deze het niet weet: de eerste dag is zondag of het liedje “zondag, maandag, dinsdag” zingen.

- Welke dag was het gisteren? En eergisteren?

- Welke datum is het vandaag? 3 juni.

Als het kind het niet weet, de getallenlijn op het bord laten zien.

- Het liedje “zondag, maandag, dinsdag” zingen. Wat doen we bij de vrijdag? Bv. stampen op de grond.

Zondag, maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag.

Dat zijn de dagen van de week. 7 dagen heeft een week.

Zondag, maandag etc.

- Vertellen: kinderen met de groene kleur.

- Zingen:

God heeft een plan met je leven Sta eens even op als je Jezus lief hebt.

- Bidden - Zingen

Dank U voor deze nieuwe morgen De Heere zegent jou

Lees je Bijbel bid elke dag

BBenodigdheden:

- - Kinderbijbel.

(3)

Tegen de kinderen zeg ik:

 Doe allemaal je ogen dicht. Ik ga jullie een paar vragen stellen. Je houd je ogen dicht.

 Wat heb ik in mijn hand?

Kinderen kunnen niets zien, want ze hebben hun ogen dicht.

 Hoe vond je het om niets te zien?

Ik ga jullie nu een Bijbelverhaal vertellen over een man die blind is. Luister maar goed.

- Daar loopt de Heere Jezus. Hij is vlak bij de stad Jericho.

- Maar daar langs de weg zit een man. Het is Bartimeüs.

- Als we dichterbij komen zien we dat Bartimeüs niet uit aan het rusten is.

- Nee, hij is blind en hij bedelt om geld.

- Dan hoort hij allemaal voetstappen.

- Wat is er aan de hand?

- Iemand roept: Jezus van Nazareth komt voorbij.

- Bartimeüs roept: Heer Jezus, heb medelijden met mij.

- De mensen die vooraan lopen worden boos op Bartimeüs.

- Hij schreeuwt nog harder.

- Dan blijft de Heere Jezus staan: Roep hem eens bij mij.

- Andere mensen gaan naar Bartimeüs toe en ze zeggen: Kom man, opstaan. De Heere Jezus roept je.

- De Heere Jezus vraagt: Wat kan ik voor je doen?

- Bartimeüs: Ik wil kunnen zien, Heer.

- De Heere Jezus zegt: Je zult zien, omdat je zoveel vertrouwen in mij hebt.

- Bartimeüs kan meteen zien.

- Hij is blij! En hij dankt de Heere God.

- Hij loopt verder met de Heere Jezus.

 Hoe heet de man die beter wordt?

Bartimeüs.

 Hoe komt het dat de man weer kan zien?

Hij gelooft en de Heere Jezus maakt hem beter.

30 min

Naar buiten 9:00-9:30

(4)

20 min

Rekenen Persoonlijk leerdoel

Ik kan… aan het eind van de stage een les geven waarbij de rijke leeromgeving centraal staat. Ik kan de les een betekenis geven door de nieuwsgierigheid van de kinderen te wekken.

Dit doe ik door kikker terug te laten komen van vakantie en door het stokbrood wat hij heeft meegebracht in te zetten in mijn rekenles. Wanneer de kinderen bij de les betrokken zijn zorg ik ervoor dat de les een betekenis heeft door de kinderen het onderwerp eigen te maken. Dit doe ik door de kinderen rekenspelletjes bij het stokbrood te geven.

Beginsituatie

Het nieuwe thema wat ik deze week heb geïntroduceerd is zomer/landen. Als specifiek land heb ik Frankrijk gekozen. We hebben elke dag iets van het land behandeld. Vandaag

behandelen we het eten door sommetjes te doen met stokbrood.

Deze les zal ik vooral aan het begeleiden zijn. Ik vraag sommetjes aan de kinderen en ik begeleid hen hiermee door (bv. controlerende) vragen te stellen.

De kinderen van groep 1 kunnen van 1-10 tellen. De kinderen van groep 2 kunnen al van 1-20 tellen. Deze getallen moeten steeds worden herhaald om dit eigen te maken.

Doelstelling

Aan het eind van de les hebben de kinderen van groep 1 de getallen van 1-10 herhaald. De kinderen van groep 2 hebben de getallen van 1-20 herhaald.

De getallen hebben de kinderen gehaald door een bepaalde hoeveelheid stokbroodjes bij elkaar te pakken aan de hand van het cijfer op de dobbelsteen.

Met deze stokbroodjes hebben de kinderen sommetjes gemaakt die gingen over het optellen en aftrekken van 1 tot en met 20.

Omschrijving van het lesverloop + leerkrachtrollen - Er wordt op de deur geklopt.

- Kikker komt binnen met zijn koffer.

- Ik wijs een leerling aan die mag vertellen dat wij in de klas ook over Frankrijk hebben gewerkt.

- We laten het liedje horen met de Franse woordjes die we hebben geleerd.

- Kikker heeft een verrassing meegenomen en dat zit in zijn koffer. Een leerling mag dit pakken.

Aan de kinderen vraag ik:

 Wat is dat? Wat kun je daarmee doen?

Stokbrood

- Kikker vertelt dat hij daarvan zo lekker heeft gegeten in Frankrijk.

 Kan ik dit ene stokbrood delen met 2 kinderen? Hoe doe ik dat dan?

 En met 4 kinderen?

 Hoeveel stukjes heb je als ik het stokbrood nu nog een keer doorsnijd?

 (…) mag met de dobbelsteen gooien. Pak jij voor mij eens 5 stukjes brood.

 Ik haal er 2 weg. Hoeveel houd ik er dan over?

 Dit herhaal ik een aantal keer met andere getallen.

Benodigdheden:

- Dobbelsten en

- Broodplank - Broodmes - Stokbrood - Koffer van

kikker - Kikker

(5)

 Nu laat ik de zak zien met de gesneden stokbroodjes.

Hoeveel stokbroodjes zitten hierin? Alle kinderen mogen schatten.

 We tellen het aantal stokbroodjes. Wie had gelijk?

 Kan ik alle kinderen in de kring een stokbroodje geven? Wie denkt van wel? Wie denkt van niet?

 Hoe kunnen we daar achter komen?

We tellen de kinderen in de kring en de stokbroodjes of ik geef iedereen een stokbroodje.

 Heeft iedereen stokbrood? Of blijft er brood over?

Differentiatie/adaptief werken

De kinderen van groep 1 laat ik gooien met de

stippendobbelsteen. Zij mogen de stippen nog tellen om achter het juiste cijfer te komen. De kinderen van groep 2 laat ik gooien met de cijferdobbelsteen. Zij moeten direct het cijfer kunnen herkennen.

30

min Pauze 10:00

Omschrijving van het lesverloop + leerkrachtrollen

1. Dan vertel ik wie de tas mag halen voor het eten en drinken.

2. Zingen: “Laten wij nu eten en drinken”

3. Als bijna alle kinderen klaar zijn lees ik een verhaal voor.

4. Tas opruimen.

Na het eten en drinken lees ik het prentenboek: Plons voor.

Benodigdheden:

- Prentenboek:

Plons

10

min Bevordering mondelinge taalgebruik

Beginsituatie

De kinderen kennen het spelletje Ik ga op reis en ik neem mee… nog niet. Het sluit goed aan bij het thema waar zij deze week/periode over werken.

Doelstelling

Aan het eind van de les hebben de kinderen voorwerpen opgezegd die ze meenemen op vakantie. Daarnaast hebben de kinderen door middel van het spelletje Ik ga op reis en ik neem mee... een aantal andere voorwerpen leren onthouden.

Omschrijving van het lesverloop + leerkrachtrollen

Aan de kinderen vertel ik dat kikker vanmorgen zijn koffer weer bij zich had.

 Wat neem jij mee op vakantie?

 Daar gaan we nu een spelletje mee doen: Ik ga op reis en ik neem mee…

60

min Naar de speeltuin 10.45

Omschrijving van het lesverloop + leerkrachtrollen 11.45: terug in de klas: trakteren!

12.00: naar huis

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ik heb dan ook in de voorafgaande hoofdstukken proberen aan te tonen dat het gebruik van Johan Huizinga en Norbert Elias voor de analyse van Walter Map niet

Het wordt met dit model mogelijk om de persoonsgebonden factoren te plaatsen in een schematisch overzicht Stemmingsstoornissen kunnen bijvoorbeeld inzichtelijk gemaakt worden door

Publiciteit van privaatrechtelijke erfdienstbaarheden ontstaan door verkrijgende verjaring.. Verkrijgende verjaring van erfdienstbaarheden

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

De leefsituatie van ongedocumenteerde kinderen in Nederland Dit artikel werpt licht op de omstandigheden waaronder kinderen zonder verblijfsstatus (ongedocumenteerde

 “De Britten kozen ervoor het land dat ze onder hun mandaat plaatsten, Palestina te noemen, wat de Arabieren oppikten als de zogenaamde naam van hun natie uit de oudheid, maar

assisteren bij sportdagen en excursies. Learning at home: Het ondersteunen van de kinderen bij het schoolwerk thuis. Ouders bieden hulp bij huiswerkopdrachten van de school.