• No results found

1 man, vrouw, kind …

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "1 man, vrouw, kind …"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Woord en Beeld is een leerwoordenboek. Om de betekenis van losse woorden op te zoeken is een standaard woordenboek, alfabetisch geordend, de juiste keus. In een leerwoordenboek is het de bedoeling dat de cursist(e) een aantal woorden leert die qua betekenis verband met elkaar hebben.

De betekenis van woorden in Woord en Beeld wordt zo veel als mogelijk met tekeningen uitgebeeld. Er zijn drie typen woorden:

1 woorden waarvan de betekenis een eenduidig concreet object aangeeft:

mes, bord, oog, …

2 woorden waarvan de betekenis in relatie tot andere woorden duidelijk wordt:

vader, zoon, kind, …

3 woorden waarvan de betekenis alleen contextueel duidelijk kan worden gemaakt: vinden, geloven, misschien, …

De woorden in Woord en Beeld heb ik in 18 lessen (‘onderwerpen’) verdeeld. In principe kunnen de lessen door elkaar worden gebruikt, hoewel er vanaf het begin een zekere oplopende moeilijkheidsgraad is.

Bij elke les vindt de cursist extra uitleg over een grammaticaal probleem. Ook vindt hij een tekst waarin een aantal woorden uit de les is gebruikt. Zo’n tekst nodigt docenten en cursisten uit een suggestie te doen om zelf het woordmateriaal in praktisch Nederlands toe te passen.

Woord en Beeld is in belangrijke mate totstandgekomen met hulp van Yke Schotten (illustrator) en Jacky van Heist (vormgever). De betekenis uitbeelden van woorden van type 2 en 3 vergt zowel veel fantasie als inlevingsvermogen. Ik ben hen beiden zeer dankbaar.

Woord en Beeld is bedoeld voor beginners die al een beetje Nederlands kennen.

Voor suggesties, op- en aanmerkingen houd ik me graag aanbevolen. U kunt hiervoor altijd contact opnemen met de uitgever.

Bondi Sciarone

Voorwoord

(2)

1 man, vrouw, kind … 7

2 tellen 13

3 klok, tijd 18

4 jaar, maand, week 23

5 eten, drinken 29

6 veel – weinig 39

7 winkel, supermarkt, markt 53

8 school 63

9 tijd 74

10 woning 89

11 verkeer 96

12 lichaam 110

13 dokter 114

14 werk 121

15 vrije tijd 128

16 natuur 139

17 feest 146

18 kaart 154

index 159

Inhoud

(3)

1 man, vrouw, kind …

de vader de moeder

de man, meneer, heer

de jongen het meisje het meisje

de vrouw, mevrouw, dame

de kinderen

de kinderen de zoon

de dochter de dochter

de ouders het gezin

1

2

3

Woorden

het kind

(4)

Smit

de personen

heten noemen

de persoon

wonen

de achternaam

het gezin

de man, meneer, heer de vrouw, mevrouw, dame

getrouwd

4

5

6

Hij heet Jan Smit. Ik noem haar Anne.

Het gezin Smit woont in dit huis.

het huis

de naam de achternaam de voornaam

(5)

jan smit henk smit getrouwd

het gezin

de zus

de nicht

de oom

de broer

de neef

de nicht

getrouwd het gezin de familie

7

8

de neef de tante

de broer

(6)

Smit

5

1 3 5 7 9

@

Smit

5

1 3 5 7 9

@

Smit

5

1 3 5 7 9

@

Smit

5

1 3 5 7 9

@

Smit

Naam Adres Woonplaats

@ Vast

Mobiel E mail

het adres

de straat de stad

de e-mail de telefoon (mobiel)

de telefoon (vast) wonen

9

het nummer

(7)

Ik heet Jan.

Mijn naam is Jan.

Maria noemt mij Jan.

ik, mijn, mij

zij, haar, haar

wij, ons, onze jullie, jullie, jullie zij, hun, ze/hen jij, jouw, jou hij, zijn, hem

10

Grammatica

Jij heet Maria.

Jouw naam is Maria.

Ik noem jou Maria.

Hij heet Peter.

Zijn naam is Peter.

Ik noem hem Peter.

Zij heet Anne.

Haar naam is Anne.

Ik noem haar Anne.

Wij heten Smit.

Onze naam is Smit.

Ze noemen ons Smit.

Jullie heten Jansen.

Jullie naam is Jansen.

Ik noem jullie Jansen.

Zij heten De Wit.

Hun naam is De Wit.

Ik noem ze/hen De Wit.

Jansen Jansen Smit JansenSmit de Wit Smitde Wit de Wit

(8)

Ik heet Jan.

Mijn vrouw heet Maria.

Wij zijn getrouwd.

We hebben drie kinderen:

een jongen en twee meisjes; een zoon en twee dochters.

Ik heet Maria.

Mijn man heet Jan.

Wij zijn de ouders van drie kinderen.

Wij vormen een gezin van vijf personen.

Onze kinderen heten Peter, Anne en Sara.

Peter is de broer van Anne en Sara.

Hij heeft twee zussen: Anne en Sara.

Mijn vader is hun opa en mijn moeder hun oma.

Mijn broer is hun oom en mijn zus is hun tante.

En de kinderen van hun oom en tante zijn hun neven en nichten.

Al deze mensen vormen één familie.

de opa de oma de familie

11

Tekst

(9)

10

0 1 2 3 4 5

9

6 7 8

nul een twee drie vier vijf

zes zeven acht

negen

tellen

tien

1

2 tellen

Woorden

Ik tel tot tien: een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.

(10)

negen

9 min - twee

2 is = zes 6

negen

9 min - twee

2 is = zeven 7

fout, verkeerd

goed, juist

3

plus, en 4 + 3 = 7

4 x 2 = 8

4 - 3 = 1

4 : 2 = 2

min

maal, keer

gedeeld door

7 8 9

4 5 6

1 2 3

0 . + =

÷ x

7 8 9

4 5 6

1 2 3

0 . + =

÷ x

7 8 9

4 5 6

1 2 3

0 . + =

÷ x

7 8 9

4 5 6

1 2 3

0 . + =

÷ x 2

(11)

11 12 13 14 15 16

elf twaalf dertien veertien vijftien zestien

20 21 22

twintig eenentwintig

(een-en-twintig) tweeëntwintig (twee-en-twintig)

het cijfer het getal

4

5

30 40 50 60 70 80 90

dertig veertig vijftig zestig zeventig tachtig negentig

100 200 1000 2000

honderd tweehonderd duizend tweeduizend

(12)

tien 10

plus+

vijf

5

is=

vijftien 15 tien 10

min-

vijf

5

is=

vijf 5 tien 10

keerx

vijf

5

is=

vijftig 50 tien 10

gedeeld door

:

vijf 5

is=

twee 2

optellen rekenen

aftrekken

vermenigvuldigen

delen

6

Ik tel op: tien plus vijf is vijftien.

Ik trek af: tien min vijf is vijf.

Ik vermenigvuldig: tien maal vijf is vijftig.

Ik deel: tien gedeeld door vijf is twee.

= x

3 x 10 = ?

Hoeveel is tien plus tien plus tien?

= +

+

10 + 10 + 10 = ?

plus

plus is

is maal, keer

Ik reken: tien plus tien is twintig plus tien is dertig.

Ik reken: drie maal tien is dertig.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer een groepsleider deze situatie kan bewerkstel- ligen, dan hebben de kinderen een goed voorbeeld om later niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de groep goed te

De volgende dag gaan we aan de slag met de Kennisoogst. We halen nog even terug wat we hebben gedaan tijdens het Startpunt. De kin- deren zijn er nog steeds enthousiast over. Wat

(/pedaal)pendant (/pendant)periodiek (/periodiek)pi�destal (/pi�destal)pincet (/pincet)pipet (/pipet)plastron (/plastron)pleister (/pleister)pleuris (/pleuris)pleuritis

Een meisje mocht niet naar de begrafenis van haar vader die ze nooit gekend heeft omdat haar familie er niets mee te maken wou hebben; een ander meisje wordt

Door zich met politiek in te laten leert het individu zich te gedragen als burger, iemand met verantwoordelijkheidsbesef die niet louter meer denkt aan eigen gewin, maar oog heeft

De kinderen behalen minimaal een B-score op de Cito-toets M1 voor het onderdeel fonemisch bewustzijn.. Doelstelling periode 3 - Herkent eindrijm Doelstelling periode 4 - Herkent

(maar wát garandeer je dan?), ‘traject’ (ik zoek een medewerker, moet ik nu ook nog op reis?!), ‘werkgeversservicepunt’ (terwijl de werkgever daar niet terecht kan voor alle

4.1.4 kunt u gebruik maken van de geboden Ease2pay functionaliteit om uw Elektronisch Tegoed te beheren en om elektronisch geld- en andere betaaltransacties te verrichten voor al